Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AF0969

Datum uitspraak2002-11-14
Datum gepubliceerd2002-11-22
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers74791
Statusgepubliceerd


Uitspraak

Vonnis : 14 november 2002 Zaaknummer : 74791 / HA ZA 02-442 De rechtbank te Maastricht, enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van: 1. [H.] [M.], 2. [G.] [W.] E/V [M.], beiden wonende te [H.], gemeente [H.], eisers in conventie, gedaagden in reconventie, procureur mr. G.M.J. Diederen; tegen: 1. [A.] [D.], 2. [M.] [L.] E/V [D.], beiden wonende te [H.], gemeente [H.], gedaagden in conventie, eisers in reconventie, procureur mr. R.P. Küffen; 1. Het verloop van de procedure Eisers in conventie, verder te noemen [M. cs]., hebben gedaagden in conventie, verder te noemen partij [D. cs], gedagvaard voor deze rechtbank en gesteld en gevorderd als in die dagvaarding vermeld. Bij die dagvaarding is een productie overgelegd. [D. cs] hebben conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende conclusie van eis in reconventie genomen. [M. cs]. hebben hierop geantwoord in reconventie onder overlegging van 10 producties. Op de voet van artikel 131 van het Wetboek van Burgelijke rechtsvordering is een comparitie na antwoord gelast. Van het verhandelde ter comparitie is procesverbaal opgemaakt, dat zich bij de stukken bevindt. Ten slotte hebben partijen vonnis gevraagd op het rechtbankdossier, terzake de bevoegdheid van de rechtbank. De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden. 2. De vordering In conventie [M. cs]. hebben op de in de dagvaarding vermelde gronden gevorderd dat bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [D. cs] zullen worden veroordeeld om te verkopen en te leveren de strook grond die door [M. cs]. van [D. cs] wordt gehuurd, voor een (redelijke) koopprijs van € 453,- k.k., zulks op verbeurte van een dwangsom van € 1000,- voor iedere dag dat [D. cs] in gebreke mochten blijven, met veroordeling in de kosten van het geding. Daartoe stellen zij dat in de huurovereenkomst die tussen partijen is gesloten op 1 augustus 1966, respectievelijk 1 september 1977, een recht van eerste koop is opgenomen en dat zij het recht hebben gebruik te maken van deze koopoptie, nu [D. cs] voornemens zijn hun woning met erf, waarvan de gehuurde strook grond onderdeel uitmaakt, te verkopen. Laatstgenoemd voornemen van [D. cs] tot verkoop wordt door [M. cs]. afgeleid uit het feit dat [D. cs] Makelaar V&H Vastgoed te Schinnen hebben ingeschakeld voor de verkoop van hun woning met erf, van welke onroerende zaak de betreffende strook grond onderdeel uitmaakt. [D. cs] verklaren zich echter niet bereid de strook grond aan [M. cs]. te koop aan te bieden en komen naar het oordeel van [M. cs]. dientengevolge toerekenbaar tekort in de nakoming van hun contractuele verplichting. Van de President van de rechtbank is verlof verkregen om conservatoir beslag te doen leggen om de gestelde rechten te doen verzekeren. In reconventie [D. cs] vorderen ten eerste een verklaring voor recht: dat de gebruiksovereenkomst per 21 november 2001 rechtsgeldig is opgezegd en beeindigd per 1 januari 2001, zulks met de verplichting om binnen 7 dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis aan [D. cs], teruggebracht in de oorspronkelijke staat, ter beschikking te stellen, op verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag tot een maximum van € 50.000,-. Ten tweede vorderen zij een verklaring voor recht dat [M. cs]., door de conservatoire beslaglegging d.d. 26 april 2002 op de onroerende zaken Gemeente [H.], Sectie D, nrs. 1829 en 1480, onrechtmatig jegens [D. cs] hebben gehandeld en jegens hen aansprakelijk zijn voor de daaruit voortvloeiende schade. Tevens vorderen zij veroordeling van [M. cs]. in de kosten van dit geding. 3. De bevoegdheid in conventie en in reconventie Nu het geschil betreft de uitoefening van het recht om een strook grond te kopen, welk recht voortvloeit uit een huurovereenkomst tussen partijen, terwijl de waarde van de betreffende strook grond met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid minder is dan € 5.000,-, is volgens artikel 93 van het Wetboek van Rechtsvordering de sector kanton van de rechtbank bevoegd om van de vordering kennis te nemen. De rechtbank merkt hierbij nog op dat de samenhang van het door [D. cs] onder 2 gevorderde met de overige vorderingen zodanig is dat ook deze door de kantonrechter behandeld dient te worden (artikel 94 leden 2 en 3 van het Wetboek van Rechtsvordering). Ingevolge artikel 71 lid 2 van het Wetboek van Rechtsvordering zal de rechtbank onder deze omstandigheden de zaak verwijzen naar de kantonrechter, onder vermelding van de wijze waarop partijen in de procedure moeten verschijnen en met vermelding van een nieuwe roldatum. Nu de rechtbank de bevoegdheid ambshalve tijdens de comparitiezitting heeft aangeroerd zijn er geen extra kosten gemaakt. 4. De uitspraak De rechtbank: In conventie en in reconventie verklaart zich onbevoegd om van de vordering kennis te nemen; verwijst deze zaak in de stand waarin zij zich bevindt naar de Rechtbank Maastricht sector kanton, locatie Heerlen, voor beraad zijdens partijen; bepaalt dat deze zaak zal worden ingeschreven op de rol van 11 december 2002 te 10.00 uur; wijst partijen erop dat wat betreft het vervolg van de procedure bij de sector kanton de wet geen verplichte procureurstelling voorschrijft. Dit vonnis is gewezen door mr. Sijmonsma, rechter, en ter openbare terechtzitting uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier. RvdV