Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AF1208

Datum uitspraak2002-11-27
Datum gepubliceerd2002-11-28
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/080191-02 en 06/060284-02 gev.ttz
Statusgepubliceerd


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Meervoudige kamer voor strafzaken Parketnummer(s): 06/080191-02 en 06/060284-02 gev.ttz Uitspraak d.d.: 27 november 2002 tegenspraak / oip 06/080191-02 en dip 06/060284-02 VERKORT VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], wonende te [woonplaats] thans gedetineerd in het huis van bewaring te Arnhem Zuid. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 november 2002. Ter terechtzitting gegeven beslissing Ter terechtzitting van 13 november 2002 heeft de rechtbank in het belang van het onderzoek de voeging bevolen van de bij voormelde dagvaardingen tegen verdachte aangebrachte zaken. De tenlastelegging Aan verdachte is het volgende ten laste gelegd: Parketnummer 06/080191-02: 1. dat hij op of omstreeks 24 april 2002 in de gemeente [plaats] door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte zijn penis en/of (een) vinger(s) en/of tong in de vagina en/of anus en/of mond van die [slachtoffer 1] gebracht/geduwd en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte die [slachtoffer 1] onverhoeds (stevig) (bij de nek) heeft vastgepakt en/of een mes kort voor die [slachtoffer 1] heeft gehouden en/of aan die [slachtoffer 1] heeft getoond en/of die [slachtoffer 1] (strak) om de schouder heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of dreigend tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij, verdachte, haar neer zou steken en/of haar een (doodlopend) steegje in heeft getrokken en/of naar een blauwe vuilcontainer en/of die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) (terwijl zij op de grond lag) heeft geslagen en/of gestompt en/of die [slachtoffer 1] op de grond en/of tegen een muur heeft gegooid en/of geduwd en/of de kleding van die [slachtoffer 1] heeft uitgetrokken en/of die [slachtoffer 1] haar kleding heeft laten uittrekken en/of die [slachtoffer 1] heeft klemgezet tegen een muur en/of het hoofd van die [slachtoffer 1] richting zijn, verdachtes, penis gedrukt/geduwd en/of die [slachtoffer 1] dreigend heeft gezzegd dat ze met haar vagina op zijn penis moest gaan zitten en/of (aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; art 242 Wetboek van Strafrecht 2. dat hij op of omstreeks 24 april 2002 in de gemeente [plaats], door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het betasten en/of likken van de borsten en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of het laten aftrekken van verdachte en/of het brengen van zijn, verdachtes, penis tussen de borsten van die [slachtoffer 1] en/of het zoenen van die [slachtoffer 1] en/of het likken van/aan de vagina van die [slachtoffer 1] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het die [slachtoffer 1] onverhoeds (stevig) (bij de nek) vastpakken en/of het houden van een mes kort voor die [slachtoffer 1] en/of het aan die [slachtoffer 1] tonen en/of het (strak) om de schouder vastpakken van die [slachtoffer 1] en/of vasthouden en/of dreigend tegen die [slachtoffer 1] zeggen dat hij, verdachte, haar neer zou steken en/of haar een (doodlopend) steegje in trekken en/of het trekken van die [slachtoffer 1] naar een blauwe vuilcontainer en/of die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) (terwijl zij op de grond lag) slaan en/of stompen en/of die [slachtoffer 1] op de grond en/of tegen een muur gooien en/of duwen en/of het uittrekken van de kleding van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 1] haar kleding laten uittrekken en/of die [slachtoffer 1] klemzetten tegen een muur en/of het hoofd van die [slachtoffer 1] richting zijn, verdachtes, penis drukken/duwden en/of die [slachtoffer 1] dreigend heeft gezegd dat ze met haar vagina op zijn penis moest gaan zitten en/of (aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; art 246 Wetboek van Strafrecht Parketnummer 06/060284-02: dat hij, in of omstreeks de nacht van 23 op 24 februari 2002, in de gemeente [plaats], door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) een vrouw, genaamd [slachtoffer 2] (geboren op 14 september 1984) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die vrouw, hebbende verdachte toen daar zijn penis in de mond van die vrouw gebracht en/of geduwd en/of (vervolgens) op en neer gaande bewegingen gemaakt en/of zich door die vrouw laten pijpen en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte die vrouw met zijn arm(en) om/bij de nek heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of die vrouw van de fiets heeft getrokken, in elk geval van de fiets heeft laten vallen, en/of die vrouw meermalen, althans éénmaal heeft geslagen en/of gestompt en/of zijn hand(en) op de mond van die vrouw heeft gedrukt en/of gehouden en/of het hoofd van die vrouw tegen zijn penis, althans tegen zijn schaamstreek heeft geduwd en/of die vrouw heeft toegevoegd de woorden:"Als je meewerkt, dan doe ik je geen pijn", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of (aldus) voor die vrouw een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; art 242 Wetboek van Strafrecht Voor zover in de tenlastelegging schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Bewezenverklaring Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 06/080191-02 sub 1 en 2 en het onder parketnummer 06/060284-02 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat: (Parketnummer 06/080191-02) 1. hij op 24 april 2002 in de gemeente [plaats] door geweld en bedreiging [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte zijn penis en/of (een) vinger(s) en/of tong in de vagina en/of anus en/of mond van die [slachtoffer 1] gebracht/geduwd en bestaande dat geweld en die bedreiging met geweld hierin dat verdachte die [slachtoffer 1] onverhoeds (stevig) (bij de nek) heeft vastgepakt en een mes kort voor die [slachtoffer 1] heeft gehouden en aan die [slachtoffer 1] heeft getoond en die [slachtoffer 1] (strak) om de schouder heeft vastgepakt en vastgehouden en dreigend tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij, verdachte, haar neer zou steken en haar een (doodlopend) steegje in heeft getrokken en naar een blauwe vuilcontainer en die [slachtoffer 1] meermalen, met kracht (terwijl zij op de grond lag) heeft geslagen en gestompt en die [slachtoffer 1] op de grond en tegen een muur heeft gegooid en de kleding van die [slachtoffer 1] heeft uitgetrokken en die [slachtoffer 1] heeft klemgezet tegen een muur en het hoofd van die [slachtoffer 1] richting zijn, verdachtes, penis gedrukt/geduwd en die [slachtoffer 1] dreigend heeft gezzegd dat ze met haar vagina op zijn penis moest gaan zitten en (aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; 2. hij op 24 april 2002 in de gemeente [plaats], door en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het betasten en likken van de borsten en het lichaam van die [slachtoffer 1] en het laten aftrekken van verdachte en het brengen van zijn, verdachtes, penis tussen de borsten van die [slachtoffer 1] en het zoenen van die [slachtoffer 1] en het likken van/aan de vagina van die [slachtoffer 1] en bestaande dat geweld en die bedreiging met geweld uit het die [slachtoffer 1] onverhoeds (stevig) (bij de nek) vastpakken en het houden van een mes kort voor die [slachtoffer 1] en het aan die [slachtoffer 1] tonen en het (strak) om de schouder vastpakken van die [slachtoffer 1] en vasthouden en dreigend tegen die [slachtoffer 1] zeggen dat hij, verdachte, haar neer zou steken en haar een (doodlopend) steegje in trekken en/of het trekken van die [slachtoffer 1] naar een blauwe vuilcontainer en die [slachtoffer 1] meermalen, met kracht (terwijl zij op de grond lag) slaan en stompen en die [slachtoffer 1] op de grond en tegen een muur gooien en het uittrekken van de kleding van die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 1] klemzetten tegen een muur en het hoofd van die [slachtoffer 1] richting zijn, verdachtes, penis drukken/duwden en die [slachtoffer 1] dreigend heeft gezegd dat ze met haar vagina op zijn penis moest gaan zitten en (aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; (Parketnummer 06/060284-02) hij, in de nacht van 23 op 24 februari 2002, in de gemeente [plaats], door geweld en bedreiging met geweld een vrouw, genaamd [slachtoffer 2] (geboren op 14 september 1984) heeft gedwongen tot het ondergaan van handeling(en) die bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die vrouw, hebbende verdachte toen daar zijn penis in de mond van die vrouw geduwd en (vervolgens) op en neer gaande bewegingen gemaakt en zich door die vrouw laten pijpen en bestaande dat geweld en die bedreiging met geweld hierin dat verdachte die vrouw met zijn arm om de nek heeft vastgepakt en vastgehouden en die vrouw van de fiets heeft getrokken en die vrouw meermalen, heeft gestompt en zijn hand op de mond van die vrouw heeft gedrukt en het hoofd van die vrouw tegen zijn penis, heeft geduwd en die vrouw heeft toegevoegd de woorden:"Als je meewerkt, dan doe ik je geen pijn en (aldus) voor die vrouw een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte be-hoort daarvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezene levert op de misdrijven: parketnummer 06/060284-02 en 06/080191-02, feit 1 telkens: verkrachting; parketnummer 06/080191-02, feit 2: feitelijke aanranding van de eerbaarheid. Verweer Namens verdachte aangevoerd dat sprake is van eendaadse samenloop nu het ten laste gelegde onder feit 2 (parketnummer 06/080191-02) hetzelfde feitencomplex inhoudt als het ten laste gelegde onder feit 1. De rechtbank verwerpt dit verweer. Het ten laste gelegde onder feit 1 ziet op het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer en het ten laste gelegde onder feit 2 ziet op het plegen van ontuchtige handelingen. Er is derhalve sprake van meerdaadse samenloop als bedoeld in artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht. Strafbaarheid van de verdachte Bij de beslissing omtrent de strafbaarheid van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op de multidisciplinaire rapportage van dr. F.J. Lodewegens en drs. I.E.I.M. van Eynde van 24 oktober 2002 respectievelijk 30 augustus 2002. Zakelijk weergegeven luidt deze, samengevat: "Betrokkene is iemand met een psychiatrische voorgeschiedenis. Vorig jaar is in het psychiatrisch ziekenhuis [plaats] de diagnose borderline persoonlijkheidsstoornis gesteld. Deze diagnose wordt door het onderhavige onderzoek bevestigd. De stoornis wordt ook wel aangeduid als een emotie-regulatie-stoornis. Bij betrokkene is sprake van impulsdoorbraken, gericht op zichzelf en op anderen. Het tenlastegelegde kan in dit kader geplaatst worden. De verkrachtingen zijn impulsief gepleegd met een 'toevallig' slachtoffer. Roesverwekkende middelen hebben de impulsdoorbraken vergemakkelijkt." Met de conclusie van deze rapportage kan de rechtbank zich verenigen. Deze conclusie houdt onder meer in dat de persoonlijkheidsstoornis aanwezig was ten tijde van het tenlastegelegde en dat de feiten -indien bewezen- hem slechts in sterk verminderde mate kunnen worden toegerekend. De rechtbank neemt deze conclusie over. Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aanne-melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Oplegging van straf en/of maatregel De rechtbank acht oplegging van na te melden straf en maatregel in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen-verklaarde en de omstandigheden waar-onder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank met name gelet op de hiervoor reeds vermelde multidisciplinaire rapportage van dr. F.J. Lodewegens en drs. I.E.I.M. van Eynde van 24 oktober 2002 respectievelijk 30 augustus 2002. De rapportage houdt als beschouwingen en advies onder meer in - zakelijk weergegeven -: "Zonder behandeling van de persoonlijkheidsstoornis en de verslaving is in ongewijzigde omstandigheden de kans op nieuwe impulsdoorbraken met verkrachtingen groot. Betrokkene is hier zelf ook bang voor omdat hij geen greep op zijn impulsen heeft. Hij behoeft (klinische) behandeling van zijn stoornis. Inmiddels is gebleken dat behandeling in de reguliere gezondheidszorg onvoldoende is en onvoldoende veiligheid biedt. Daarom wordt de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging geadviseerd. Betrokkene vraagt hier zelf ook om. Juist omdat hij bang is voor zijn eigen impulsen." Met de beschouwingen en het advies als weergegeven in bovengenoemde rapportage kan de rechtbank zich verenigen. De rechtbank is van oordeel dat uit het onderzoek ter terechtzitting en voormelde rapportage is gebleken dat de veiligheid van anderen zowel de terbeschikkingstelling als de verpleging van overheidswege van verdachte eist. In casu gaat het om een feit waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van meer dan vier jaar is gesteld. De rechtbank zal derhalve de terbeschikking-stelling met bevel dat verdachte van overheidswege zal worden verpleegd gelasten. Bijzondere motivering strafoplegging De rechtbank heeft daarnaast bij haar straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een on-voorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden: - de omstandigheid dat verdachte op gewelddadige, bedreigende, vernederende en grove wijze inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers; - algemeen bekend is dat de gevolgen van afgedwongen seksuele contacten voor de slachtoffers veelal ernstig en langdurig kunnen zijn. Bovendien is de beroering die delicten als de onderhavige teweegbrengen binnen de samenleving groot, zeker in de directe leefomgeving van de slachtoffers. Anderzijds heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte in sterk verminderde mate toerekeningsvatbaar is te achten. Vordering tot schadevergoeding De benadeelde partij [slachtoffer 1], wonende te [plaats] (bankrekeningnummer [nummer]) heeft zich met een vordering tot schade-vergoeding ten bedrage van € 10.000,- gevoegd in het onderhavige strafgeding ten aanzien van het onder parketnummer 06/080191-02 sub 1 en 2 tenlastegelegde. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijs-middelen en hetgeen verder ter terecht-zitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] als gevolg van het onder parketnummer 06/080191-02 sub 1 en 2 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks tot het gevorderde bedrag van € 10.000,- schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank zal het gevorderde bedrag aan de benadeelde toewijzen in verband met tot op heden geleden immateriële schade, nu de hoogte van de daartoe strekkende vordering door of namens verdachte niet betwist is. De benadeelde partij [slachtoffer 1] kan zich desgewenst ter zake van eventuele in de toekomst te lijden schade wenden tot de burgerlijke rechter. De benadeelde partij [slachtoffer 2], wonende te [plaats] (girorekeningnummer [nummer]) heeft zich met een vordering tot schade-vergoeding ten bedrage van € 2.000,- gevoegd in het onderhavige strafgeding ten aanzien van het onder parketnummer 06/060284-02 tenlastegelegde. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijs-middelen en hetgeen verder ter terecht-zitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] als gevolg van het onder parketnummer 06/060284-02 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks tot het gevorderde bedrag van € 2.000,- schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank zal het gevorderde bedrag aan de benadeelde toewijzen in verband met tot op heden geleden immateriële schade, nu de hoogte van de daartoe strekkende vordering door of namens verdachte niet betwist is. De benadeelde partij [slachtoffer 2] kan zich desgewenst ter zake van eventuele in de toekomst te lijden schade wenden tot de burgerlijke rechter. De rechtbank is van oordeel, dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten, de jas, de trui en de schoenen, dienen te worden teruggegeven aan de verdachte. Toepasselijke wettelijke voorschriften Deze beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 37a, 37b, 57, 63, 242 en 246 van het Wetboek van Strafrecht. BESLISSING De rechtbank beslist als volgt. Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder parketnummer 06/080191-02 sub 1 en 2 en het onder parketnummer 06/060284-02 tenlastegelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten las-te gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt ver-dachte daarvan vrij. Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar. Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven: parketnummer 06/060284-02 en 06/080191-02, feit 1 telkens: verkrachting; parketnummer 06/080191-02, feit 2: feitelijke aanranding van de eerbaarheid. Verklaart de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde straf-baar. · Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden. Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerleg-ging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht. · Gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd. Veroordeelt verdachte tevens tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], van € 10.000,-, bij wijze van vergoeding van de tot op heden geleden schade, vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerleg-ging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot- op nihil. Veroordeelt verdachte tevens tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2], van € 2.000,-, bij wijze van vergoeding van de tot op heden geleden schade, vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerleg-ging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot- op nihil. Zij gelast de teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen jas, trui en schoenen. Aldus gewezen door mr. De Bie, voorzitter, mrs. Elders en Maanicus, rech-ters, in tegenwoordigheid van mr. De Bruijn-van der Sluijs, griffier, en uitge-sproken op de openbare terechtzitting van 27 november 2002. Mr. Maanicus is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.