Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AF4428

Datum uitspraak2002-12-06
Datum gepubliceerd2003-02-12
RechtsgebiedVreemdelingen
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsUtrecht
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersAWB 02/88271
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bewaring / schadevergoeding. De bewaring van eiseres is inmiddels opgeheven wegens verwijdering naar Bulgarije. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard. Ten aanzien van het verzoek om schadevergoeding ingevolge artikel 106 Vw 2000 overweegt de rechtbank het volgende. Eiseres noch haar gemachtigde zijn ter zitting verschenen. Eiseres heeft in haar beroepschrift verzocht om schadevergoeding, maar geen inhoudelijke gronden voor toekenning van schadevergoeding aangevoerd. Eiseres noch haar gemachtigde is ter zitting verschenen om de gronden van het verzoek om schadevergoeding aan te voeren, dan wel nader toe te lichten. Nu het verzoek om schadevergoeding op geen enkele wijze is geadstrueerd acht de rechtbank geen termen aanwezig om dit verzoek toe te wijzen.


Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG zittinghoudende te Utrecht Reg.nr.: AWB 02/88271 VRONTN UITSPRAAK op het beroep tegen de maatregel van bewaring op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) toegepast ten aanzien van de vreemdeling genaamd, althans zich noemende: A, geboren op [...] 1981, van Bulgaarse nationaliteit, eiseres, gemachtigde: mr. V. Senczuk, advocaat te Utrecht, tegen een besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, verweerder, gemachtigde: mr. F. Boone, werkzaam bij de onder verweerder ressorterende Immigratie- en Naturalisatiedienst te Den Haag. 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Verweerder heeft op 23 november 2002 aan eiseres met het oog op de uitzetting de maatregel van bewaring ex artikel 59, eerste lid, onder a, Vw opgelegd. Eiseres heeft hiertegen op 24 november 2002 beroep ingesteld bij deze rechtbank. Het beroep strekt tevens tot toekenning van schadevergoeding. Het beroep is behandeld ter openbare zitting van de rechtbank van 2 december 2002. Eiseres, noch haar gemachtigde is aldaar verschenen. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. 2. OVERWEGINGEN Ingevolge artikel 94, vierde lid, Vw verklaart de rechtbank het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan, indien zij van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is. Eiseres heeft de rechtbank verzocht de opheffing van de maatregel van bewaring te bevelen en schadevergoeding toe te kennen. Verweerder heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep en tot afwijzing van het verzoek om schadevergoeding. Eiseres is op 27 november 2002 verwijderd naar Bulgarije en de maatregel van bewaring is per die datum opgeheven. De rechtbank overweegt als volgt. Blijkens een faxbericht van verweerder van 29 november 2002 is de bewaring van eiseres op 27 november opgeheven. Gelet hierop dient het beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard wegens gebrek aan belang. Ten aanzien van het verzoek om schadevergoeding ingevolge artikel 106 Vw overweegt de rechtbank het volgende. Eiseres noch haar gemachtigde zijn ter zitting verschenen. Eiseres heeft in haar beroepschrift geen inhoudelijke gronden voor toekenning van schadevergoeding aangevoerd en is evenmin ter zitting verschenen om de gronden van het verzoek om schadevergoeding aan te voeren, dan wel nader toe te lichten. Nu het verzoek om schadevergoeding op geen enkele wijze is geadstrueerd acht de rechtbank geen termen aanwezig om dit verzoek toe te wijzen. Van omstandigheden op grond waarvan een van de partijen zou moeten worden veroordeeld in de door de andere partij gemaakte proceskosten, is de rechtbank niet gebleken. 3. BESLISSING De rechtbank: verklaart het beroep niet-ontvankelijk; wijst het verzoek om schadevergoeding af. Deze uitspraak is gedaan door mr. F.M.D. Aardema, lid van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken, en uitgesproken in het openbaar op 6 december 2002, in tegenwoordigheid van mr. P. Bruins-Langedijk, als griffier. afschrift verzonden op: 06 december 2002 RECHTSMIDDEL Ingevolge artikel 95 Vw staat tegen deze uitspraak, voor zover het de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep betreft, binnen een week na de dag van bekendmaking hiervan, voor belanghebbenden hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 16113, 2500 BC Den Haag. Het beroepschrift dient één of meer grieven tegen deze uitspraak te bevatten.