Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AF8830

Datum uitspraak2003-04-24
Datum gepubliceerd2003-07-14
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
ZaaknummersSBR 02/867
Statusgepubliceerd


Indicatie

verweerder geweigerd het huwelijk in de GBA in te schrijven omdat een huwelijk in Nederland slechts rechtsgeldig kan worden voltrokken door de ambtenaar van de burgerlijke stand met inachtneming van de voorschriften van het Nederlands recht. Nu eisers huwelijk is gesloten door een imam in een moskee in de gemeente 's-Gravenhage is dit huwelijk naar Nederlands recht niet rechtsgeldig.


Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT Reg. nr.: SBR 02/867 UITSPRAAK van de rechtbank Utrecht, enkelvoudige kamer voor de behandeling van bestuursrechtelijke zaken, in het geding tussen: A, wonende te Indonesië, e i s e r, en het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Soest, v e r w e e r d e r. 1. INLEIDING Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 24 april 2002 waarbij verweerder het bezwaar van eiser tegen het besluit van 2 januari 2002 ongegrond heeft verklaard. Bij laatstgenoemd besluit heeft verweerder geweigerd het door eiser gesloten huwelijk in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) op te nemen. Het geding is behandeld ter zitting van de rechtbank van 27 maart 2003. Eiser is verschenen bij gemachtigde mr. A.P. van Stralen, advocaat te Utrecht. Verweerder is verschenen bij gemachtigden J. de Keijzer en C. van Harten, werkzaam bij de gemeente Soest. 2. OVERWEGINGEN Feiten Eiser, onder een briefadres in de GBA ingeschreven, heeft verweerder op 21 december 2001 verzocht zijn op […] 1996 in 's-Gravenhage voltrokken huwelijk, dat op 13 oktober 1997 is geregistreerd bij het bureau Godsdienstzaken in Indonesië, in de GBA op te nemen. Eiser heeft daartoe een 'registration of marriage of Indonesian citizen performed abroad' en een 'statement on marriage report' overgelegd. Bij besluit van 2 januari 2002 heeft verweerder geweigerd het huwelijk in de GBA in te schrijven omdat een huwelijk in Nederland slechts rechtsgeldig kan worden voltrokken door de ambtenaar van de burgerlijke stand met inachtneming van de voorschriften van het Nederlands recht. Nu eisers huwelijk is gesloten door een imam in een moskee in de gemeente 's-Gravenhage is dit huwelijk naar Nederlands recht niet rechtsgeldig. Eiser heeft bij verweerder bezwaar tegen dit besluit aangetekend. Hij is van mening dat zijn huwelijk door de registratie in Indonesië op grond van het bepaalde in artikel 5 van de Wet conflictenrecht huwelijk (WCH) rechtsgeldig is geworden, nu eiser voor de Indonesische wetgeving is gehuwd. Bij besluit op bezwaar van 13 maart 2002 heeft verweerder vervolgens het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Eiser heeft op 24 april 2002 beroep tegen dit besluit ingesteld. Standpunten partijen Eiser stelt zich in beroep, niet onderbouwd, op het standpunt dat de registratie van het moslim-huwelijk door de Indonesische autoriteiten, het huwelijk naar de normen van internationaal recht een rechtsgeldig huwelijk maakt. Verweerder heeft zich, na heroverweging, op het standpunt gesteld dat het een in Nederland gesloten huwelijk betreft waarop, voor de erkenning daarvan, artikel 4 van de WCH van toepassing is. Toepasselijk recht Ingevolge artikel 36, eerste lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Wet GBA) worden de gegevens over de burgerlijke staat, indien zij feiten betreffen die zich in Nederland hebben voorgedaan, ontleend aan een geschrift als bedoeld onder a, bij gebreke hiervan aan een geschrift als bedoeld onder b. a. een akte over het desbetreffende feit, die is opgenomen in de registers van de burgerlijke stand in Nederland; b. een door de ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakt akte, een besluit, een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak of een notariële akte, over het desbetreffende feit. Artikel 4 van de WCH luidt als volgt. 'Wat de vorm betreft kan een huwelijk in Nederland slechts rechtsgeldig worden voltrokken ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand met inachtneming van het Nederlandse recht, behoudens de bevoegdheid van buitenlandse diplomatieke en consulaire ambtenaren om, in overeenstemming met de voorschriften van het recht van de door hen vertegenwoordigde staat, aan de voltrekking van huwelijken mede te werken indien geen der partijen uitsluitend of mede de Nederlandse nationaliteit bezit.' Beoordeling De rechtbank stelt voorop dat de algemene en fundamentele functie van de gegevens opgenomen in de GBA met zich brengt dat die gegevens aan hoge eisen van betrouwbaarheid en duidelijkheid dienen te voldoen. De mate van zekerheid omtrent de juistheid van die gegevens is afhankelijk van de wijze van verkrijging en vaststelling daarvan en wordt in hoge mate bepaald door de regeling omtrent de bronnen waaraan gegevens ontleend mogen worden en de procedures voor opneming van de gegevens uit die bronnen in de GBA. Bezien in het licht van die betrouwbaarheid kunnen de gegevens van een in de GBA ingeschreven persoon slechts onder omstandigheden - na overtuigend bewijs - worden gewijzigd en dan nog uitsluitend indien daartoe een door de wet aangewezen geschikt document wordt overgelegd. Dienaangaande heeft de wetgever in het eerste lid van artikel 36 van de Wet GBA bepaald dat verweerder gegevens over de burgerlijke staat, indien zij feiten betreffen die zich in Nederland hebben voorgedaan, slechts kan ontlenen aan een geschrift als bedoeld onder a en bij gebreke hiervan aan een geschrift als bedoeld onder b van dat artikellid. Het betreft hier een gesloten systeem van brondocumenten. Dit exclusieve stelsel van bronnen brengt met zich dat indien aan geen van de in de wet genoemde bronnen het gegeven kan worden ontleend, het desbetreffende gegeven niet in de GBA wordt opgenomen dan wel wordt gewijzigd. Het onderhavige huwelijk is, blijkens de gedingstukken, gesloten op […] 1996 in de moskee aan de […]straat […] te 's-Gravenhage door de imam X, verbonden aan de Indonesische ambassade te 's-Gravenhage. X is blijkens informatie van de ambassade geen diplomatiek of consulair ambtenaar, die gerechtigd is om huwelijken te voltrekken. Gelet op het bepaalde in het eerste lid van artikel 36 van de Wet GBA kan verweerder gegevens betreffende een in Nederland voltrokken huwelijk slechts opnemen indien zij worden ontleend aan hetzij een akte over het desbetreffende feit, die is opgenomen in de registers van de burgerlijke stand in Nederland hetzij een door de ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakt akte, een besluit, een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak of een notariële akte, over het desbetreffende feit. Vast staat dat eiser niet een van deze geschriften heeft overgelegd alsmede dat het huwelijk in Nederland niet rechtsgeldig is voltrokken omdat het niet is gesloten ten overstaan van een ambtenaar van de burgerlijke stand met inachtneming van het Nederlandse recht, noch is gesloten door een bevoegde buitenlandse diplomatieke en consulaire ambtenaar in overeenstemming met de voorschriften van het recht van de door hem vertegenwoordigde staat. Gelet hierop heeft verweerder op goede grond besloten het op 26 oktober 1996 gesloten huwelijk niet in de GBA te registreren. Hieraan kan niet af doen dat het huwelijk in Indonesië op 13 oktober 1997 is geregistreerd. De enkele registratie levert immers geen brondocument op als bedoeld in het eerste lid van artikel 36 van de Wet GBA, noch maakt die registratie het een rechtsgeldig in Nederland voltrokken huwelijk. Hetgeen eiser in beroep heeft aangevoerd kan, gezien de toepasselijke wetsbepalingen, niet leiden tot vernietiging van het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen aanleiding toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 8:75 van de Awb en beslist als volgt. 3. BESLISSING De arrondissementsrechtbank te Utrecht, recht doende, verklaart het beroep ongegrond. Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, lid van de enkelvoudige kamer, en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2003. de griffier: het lid van de enkelvoudige kamer: de behandelend griffier is mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen buiten staat de uitspraak mede te ondertekenen. Afschrift verzonden op: Tegen deze uitspraak staat, binnen zes weken na de dag van bekendmaking hiervan, voor belanghebbenden hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage.