
Jurisprudentie
AH8737
Datum uitspraak2003-06-26
Datum gepubliceerd2003-06-30
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers96340 / KG ZA 03-394
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2003-06-30
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers96340 / KG ZA 03-394
Statusgepubliceerd
Indicatie
Vordering tot ontruiming tegen krakers pand Pomphoekweg te 's-Hertogenbosch toegwezen.
Uitspraak
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
VONNIS IN KORT GEDING
Zaaknummer : 96340 / KG ZA 03-394
Datum uitspraak: 26 juni 2003
Vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam vennootschap] B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te 's-Hertogenbosch,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 12 juni 2003,
procureur mr. P.H.W. Pennings;
tegen:
ZIJ DIE VERBLIJVEN IN HET PAND POMPHOEKWEG 6 TE 's-HERTOGENBOSCH,
wier naam en woonplaats niet kunnen worden achterhaald,
gedaagden bij gemeld exploot,
procureur mr.B.W.M. Toemen.
1. De procedure
1.1. Eiseres heeft in kort geding gesteld en gevorderd zoals hierna verkort is weergegeven.
1.2. De procureur van eiseres heeft de vordering ter terechtzitting toegelicht, mede aan de hand van de door hem overgelegde pleitnotities met producties.
1.3. De procureur van gedaagden heeft verweer gevoerd, mede aan de hand van de door hem overgelegde pleitnotities en producties.
1.4. Na gevoerd debat hebben partijen vonnis gevraagd.
2. De feiten
2.1. Eiseres is sedert 1 mei 1997 eigenaresse van de onroerende zaak, gelegen te 's-Hertogenbosch aan de Pomphoekweg 6. Het betreft een kantoor- en bedrijfsruimte waarvan de benedenverdieping thans wordt verhuurd.
2.2. De bovenverdieping van het pand wordt door eiseres verbouwd, maar de verbouwingswerkzaamheden liggen al enige tijd stil.
2.3. Tussen vrijdag 9 mei en maandag 12 mei 2003 is de bovenverdieping van het pand door gedaagden gekraakt.
3. Het geschil
3.1. Eiseres vordert in dit kort geding, kort weergegeven, primair veroordeling van gedaagden om binnen acht dagen na betekening van dit vonnis het ten processe bedoelde pand te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden, met machtiging van eiseres om deze ontruiming zonodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie te bewerkstelligen en met bepaling dat dit vonnis gedurende één jaar na het wijzen ervan ook zal kunnen worden tenuitvoergelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging in bedoelde onroerende zaak bevindt of daarin binnentreedt, een en ander als nader in de dagvaarding omschreven.
Subsidiair vordert eiseres een zodanige uitspraak als de rechter in goede justitie zal vermenen te behoren.
Primair en subsidiair vordert eiseres veroordeling van gedaagden, hoofdelijk (indien namen en woonplaatsen van de (of een van de) gedaagden op de zitting wordt/worden vastgesteld).
3.2 Gedaagden hebben daartegen verweer gevoerd en concluderen tot afwijzing van de vordering.
3.3. Op hetgeen partijen ter staving van hun stellingen over en weer hebben aangevoerd, zal voor zoveel nodig bij de beoordeling worden ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De rechter merkt allereerst op dat de situatie in het betrokken pand zodanig is dat de benedenverdieping wordt gehuurd door de Stichting Cello, die deze gebruikt voor de dagactiviteiten voor verstandelijk gehandicapten. Daarbij is nog van belang dat er geen andere dan de thans provisorisch gemaakte afscheiding tussen de beneden- en bovenverdieping is. Er is slechts één aansluiting voor nutsvoorzieningen, en die wordt gebruikt door de Stichting Cello. De bouwkundige staat van het pand is - mede blijkens de niet betwiste foto's - prima. Van verwaarlozing is geen enkele sprake; evenmin van een voornemen tot sloop al of niet op termijn.
4.2. Vaststaat dat gedaagden zonder recht of titel gebruik maken van het pand en dat het pand in eigendom toebehoort aan eiseres. Omtrent misbruik van dat eigendomsrecht door eiseres is niets aangevoerd of gebleken. Dat betekent dat eiseres terecht ontruiming door gedaagden kan verlangen. Gedaagden zullen het gebouw dus in elk geval dienen te verlaten.
4.3. Aan de orde is slechts de termijn waarop de ontruiming moet worden gelast. Eiseres heeft haar spoedeisend belang daartoe onderbouwd met het volgende. Gedaagden brengen vernielingen aan, verstoren het huurgenot van de huurder van de onderverdieping (werkorganisatie van de Stichting Cello), terwijl de verzekeraar de schade die door (toedoen van de) krakers wordt aangebracht, niet zal vergoeden. Bovendien wordt haar thans belet de door haarzelf voorgenomen verbouwingswerkzaamheden uit te voeren.
4.4. Door gedaagden is dit alles betwist. Bovendien wijzen zij op het feit dat er voor jongeren maar zeer beperkte huisvestingsmogelijkheden zijn. Het gaat gedaagden niet om het kraken als zodanig maar uitsluitend om het kunnen voorzien in hun woonbehoefte.
4.5. De Stichting Cello heeft tegen de kraakactie bezwaar gemaakt en onder meer gewezen op het verstorende karakter op de rust van de cliënten (en hun ouders/verzorgers) en op het feit dat er stroom van hun aansluiting wordt afgetapt. Vooralsnog is dit voldoende aannemelijk geworden. Ter zitting heeft mr. Pennings een brief van de voorzitter van de raad van bestuur van Cello voorgelezen waaruit die bezwaren blijken. Daarbij werd met name ook gewezen op het feit dat het voor wat betreft de cliënten van Cello om kwetsbare personen gaat. Het tegendeel van dit alles is door gedaagden niet aannemelijk gemaakt, terwijl dit toch bepaaldelijk op hun weg had gelegen en met eenvoudige middelen had gekund. Zij stellen immers, althans wekken de suggestie, dat zij hun relatie met de Stichting Cello hebben neergelegd in werkzame afspraken. Het had op hun weg gelegen die stellingen, willen zij die door de rechter serieus laten nemen, met bescheiden, waarin die afspraken zijn neergelegd, te onderbouwen.
4.6. In een hal in de benedenverdieping wordt ook tenminste één auto gestald (zo er al niet aan wordt gesleuteld). Dat is niet te rijmen met een zorgvuldig gebruik van het gekraakte. Hetzelfde geldt voor het gebruik van een platdak als oversteek boven de voordeur (gebruikt door de Stichting Cello, waar haar cliënten binnenkomen) als balkon. Bovendien geeft dit een wanordelijke uitstraling, waarbij het voor de hand ligt dat die verstorend kan werken op de cliënten van Cello (nog daargelaten het effect ervan op derden, als bijvoorbeeld potentiële huurders voor de bovenverdieping). Gedaagden hebben niet betwist dat zij het pand zijn binnengegaan door vernieling van deuren en ramen, en dat er ten minste een lekkage in het plafond van de door de Stichting Cello gebruikte ruimte is zichtbaar geweest. Hun betwisting aangaande de beperkte verzekerbaarheid is blijven steken in een blote stellingname, zodat die niet serieus genomen kan worden.
4.7.Van belang is dat eiseres meteen actie tegen de kraakactie door gedaagden heeft ondernomen.
4.8. Aan de andere zijde staan de belangen van gedaagden. Hoeveel gedaagden er zijn is niet bekend, zodat de rechter- gelet op de foto en op de aanwezigen ter zitting - uitgaat van enkelen. Met betrekking tot hun woonbelang weegt mee dat het een feit van algemene bekendheid is dat de huisvestingsmogelijkheden voor jongeren - in elk geval ook in de regio 's-Hertogenbosch - problematisch zijn. Voor het onderhavige geval moet dit belang echter worden gerelativeerd omdat gedaagden het pand pas zeer recentelijk hebben gekraakt en mitsdien niet zijn komen te verschillen van andere woonruimte zoekende jongeren in deze regio.
4.9. Het bovenstaande leidt de rechter tot de conclusie dat eiseres een zeer spoedeisend belang bij ontruiming heeft en het woonbelang van gedaagden daartegen niet opweegt. De vordering zal daarom worden toegewezen. Voor wat de gevraagde machtiging van eiseres zelf overweegt de rechter dat die machtiging gelet op het bepaalde in 556 Rv. niet nodig is en voorzover die strekt tot een verdergaande machtiging dan in dat artikel wordt geboden, als strijdig met de wet moet worden afgewezen.
4.10. Gelet op het spoedeisend belang vindt de rechter geen ruimte toepassing te geven aan het bepaalde in het eerste en tweede lid van artikel 557a Rv.
4.11. De gevraagde toepassing van het derde lid van artikel 557a Rv. zal worden gegeven, nu de omstandigheden van het geval daartoe voldoende aanleiding geven.
4.12. Als de in het ongelijk te stellen partij zullen gedaagden worden verwezen in de kosten van het geding.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- veroordeelt gedaagden om binnen acht dagen na betekening van dit vonnis het pand, staande en gelegen te 's-Hertogenbosch aan de Pomphoekweg nr 6 met alle daarin aanwezige personen en zaken - voorzover niet toebehorend aan eiseres - alsmede het gehele perceel te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden;
- bepaalt dat dit vonnis gedurende een jaar ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die ten tijde van het de tenuitvoerlegging zich in dat pand bevindt of daar binnentreedt, telkens wanneer zich dat voordoet;
- veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn gekweten, in de kosten van het geding aan de zijde van eiseres gevallen en begroot op € 976,20, waarvan € 703,00 salaris procureur en € 273,20 verschotten;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F.M. Strijbos, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 juni 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.