
Jurisprudentie
AH9166
Datum uitspraak2003-06-27
Datum gepubliceerd2003-07-30
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers03 / 457 WRO AG1 V en 03 / 461 WRO AG1 V
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2003-07-30
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers03 / 457 WRO AG1 V en 03 / 461 WRO AG1 V
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verweerder heeft in zijn vergadering van 7 april 2003 besloten dat een bestemmingsplanwijziging wordt voorbereid voor het perceel [...], teneinde de bouw van genoemd appartementengebouw mogelijk te maken. [...] Tegen dit voorbereidingsbesluit hebben verzoekers bezwaar gemaakt.
Uitspraak
RECHTBANK ALMELO
Voorzieningenrechter
Registratienummers: 03/457 WRO AG1 V
03/461 WRO AG1 V
UITSPRAAK ALS BEDOELD IN ARTIKEL 8:84 AWB
in de geschillen tussen:
A en B, beiden wonende te C, verzoekers,
en
de Raad van de gemeente Tubbergen, verweerder.
Derde belanghebbende: Woningstichting Tubbergen.
1. Besluit waarop het verzoek betrekking heeft
Besluit van verweerder d.d. 7 april 2003.
2. De feiten en het verloop van de procedure
In december 2002 heeft de Woningstichting Tubbergen een aanvraag ingediend om een bouwvergunning voor het realiseren van een appartementengebouw met daarin 13 senioren-woningen op het perceel Oranjestraat 10-14 te Tubbergen. Het bouwplan is in strijd met het vigerende bestemmingsplan Tubbergen-Centrum.
Verweerder heeft in zijn vergadering van 7 april 2003 besloten dat een bestemmingsplanwijziging wordt voorbereid voor het perceel Oranjestraat 10-14 te Tubbergen, teneinde de bouw van genoemd appartementengebouw mogelijk te maken. Dit besluit is op 15 april 2003 gepubliceerd. Tegen dit voorbereidingsbesluit hebben verzoekers bezwaar gemaakt.
Bij verzoekschriften van 25 mei 2003 hebben verzoekers aan de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht een voorlopige voorziening te treffen inhoudende schorsing van het bestreden besluit.
Verweerder heeft op 5 juni 2003 een verweerschrift ingediend.
Openbare behandeling van de verzoeken heeft plaatsgevonden op 19 juni 2003, waar verzoekers in persoon zijn verschenen, terwijl verweerder zich heeft doen vertegenwoordigen door drs. R.M. van Erkelens, en mr. E.P. Stekelenburg, ambtenaren van de gemeente Tubbergen.
De Woningstichting Tubbergen heeft zich ter zitting niet doen vertegenwoordigen.
3. Overwegingen
Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank bezwaar is gemaakt, door de indiener van het bezwaarschrift aan de voorzieningenrechter van de rechtbank een voorlopige voorziening worden gevraagd.
Bij de beoordeling van een zodanig verzoek dient te worden nagegaan of onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, het treffen van een voorlopige voorziening vereist. Voor zover deze toetsing meebrengt dat een oordeel wordt uitgesproken dat tevens het onderwerp van de bezwarenprocedure raakt, heeft dit oordeel een voorlopig karakter.
Gelet hierop dient in het onderhavige geding de vraag te worden beantwoord of onverwijlde spoed vereist dat het voorbereidingsbesluit van verweerder van 7 april 2003 wordt geschorst dan wel dat anderszins een voorlopige voorziening wordt getroffen. Hieromtrent wordt het volgende overwogen.
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat het door de Woningstichting Tubbergen ingediend bouwplan voor een appartementengebouw met 13 seniorenwoningen op het perceel Oranjestraat 10-14 te Tubbergen zowel wat de bestemming als de maatvoering betreft niet past binnen de voor het betreffende perceel geldende bestemming “winkels, alsmede woningen, al dan niet op de begane grond” en “bijruimten, zoals magazijnen, verkoopruimten en woonruimten”. Burgemeester en wethouders zijn evenwel voornemens medewerking aan het bouwplan te verlenen middels het verlenen van vrijstelling als bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Omdat het vigerende bestemmingsplan Tubbergen-Centrum ouder is dan 10 jaar, dient ingevolge artikel 19, vierde lid, van de WRO ten behoeve van deze vrijstelling een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de WRO te worden genomen door verweerder, hetgeen is gebeurd bij het bestreden besluit.
Het bestreden voorbereidingsbesluit ex artikel 21, eerste lid, van de WRO wordt blijkens haar onderwerpaanduiding geduid als “vaststellen voorbereidingsbesluit bestemmingsplan Tubbergen- Centrum t.b.v. perceel Oranjestraat 10 te Tubbergen”. Uit de van dat besluit deel uitmakende tekening blijkt dat dat besluit kennelijk alleen betrekking heeft op de percelen/kavels Oranjestraat 10-14 te Tubbergen. Blijkens de brief van 2 april 2003 waarmee het concept voorbereidingsbesluit naar de Raad van de gemeente Tubbergen is verzonden, is dit besluit een vervolg op de door de woningstichting Tubbergen ingediende bouwaanvraag voor het bouwen van een appartementengebouw met daarin 13 seniorenwoningen aan het adres Oranjestraat 10-14 te Tubbergen. Het perceel is gelegen in het bestemmingsplan Tubbergen-Centrum. Er geldt aldaar niet een in genoemd bestemmingsplan opgenomen specifieke woonbestemming. Ook is maar een maximale goothoogte toegestaan van 7 meter. Kortom, het bouwplan past niet binnen de vigerende planvoorschriften. De woningstichting heeft de percelen in eigendom verworven van de gemeente Tubbergen met voormelde bedoeling.
Desgevraagd hebben verzoekers ter zitting verduidelijkt dat zij middels deze voorlopige voorziening wensen op te komen tegen voormeld voorbereidingsbesluit. Verzoekers wensen namelijk in een zo vroeg mogelijk stadium te ageren tegen elke wijze van uitvoering geven aan het voornemen van burgemeester en wethouders om vrijstelling van het vigerende bestemmings-plan te verlenen voor de realisatie van het hiervoor aangeduide appartementencomplex.
De juridische mogelijkheden om met succes op te komen tegen een dergelijk voorbereidings-besluit zijn echter gering, ook als dat voorbereidingsbesluit - zoals in casu - juist is genomen teneinde voor een bepaald bouwplan vrijstelling als bedoeld in artikel 19, eerste juncto vierde lid, van de WRO mogelijk te maken (zie ook AB Kort 2003, 96). De gemeenteraad komt namelijk ruime mate van beleidsvrijheid toe. Indien met genoemd doel een voorbereidingsbesluit wordt genomen, zal slechts dan aanleiding zijn voor de conclusie dat de gemeenteraad daartoe niet in redelijkheid heeft kunnen beslissen, indien reeds bij een globale beschouwing aanstonds duidelijk had behoren te zijn dat het voorgenomen bouwplan in planologisch opzicht onaanvaardbaar is.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat van een dergelijk sprekend geval hier geen sprake is.
Zulks is ook niet door verzoekers aangevoerd; zij voeren immers aan dat dit voorbereidingsbesluit strijd oplevert met hetgeen medio 1995 door verzoekers, enerzijds, en verweerder en het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Tubbergen, anderzijds, is afgesproken. Het voorbereidingsbesluit doorkruist en blokkeert naar zeggen van verzoekers de toen overeengekomen inspanningsverplichting van burgemeester en wethouders voornoemd en is om die reden jegens hen onrechtmatig te noemen. Zoals uiteengezet, kan de beoordeling van die onrechtmatigheidsvraag in dit juridische kader echter niet aan de orde zijn.
Nu op grond van het vorenstaande niet valt te verwachten dat het bestreden besluit in bezwaar niet in stand zal kunnen blijven en ook overigens niet is gesteld of gebleken dat verzoekers een spoedeisend belang hebben bij schorsing van dat besluit dan wel bij het treffen van enige andere voorlopige voorziening dienen de verzoeken te worden afgewezen.
Beslist wordt daarom als volgt.
4. Beslissing
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo,
Recht doende:
wijst de verzoeken af.
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.
Gewezen en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2003
door mr. M.L.J. Koopmans in tegenwoordigheid van G. Kootstra, griffier.
Afschrift verzonden op
AW