Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AI0494

Datum uitspraak2003-05-09
Datum gepubliceerd2003-07-25
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep kort geding
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers03/358 KG
Statusgepubliceerd


Indicatie

Geen non-concurrentiebeding overeengekomen, wel geheimhoudingsbeding, groot belang werknemer vanwege positieverbetering, dreiging onrechtmatig handelen?


Uitspraak

Uitspraak: 9 mei 2003 Rolnummer: 03/358 KG Rolnr. Rechtbank: KG 03/162 HET GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE, negende civiele kamer, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak van DE WERKNEMER, wonende te X, appellant, hierna te noemen: De werknemer, procureur: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt, tegen GOUDEN GIDS B.V., gevestigd te Amsterdam, geïntimeerde, hierna te noemen: Gouden Gids, procureur: mr. E. Grabandt. Het geding Bij exploot van 5 maart 2003 is De werknemer in hoger beroep gekomen van het vonnis van 28 februari 2003 door de voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Gravenhage in kort geding gewezen tussen partijen. In de dagvaarding heeft De werknemer acht grieven tegen het vonnis aangevoerd, die door Gouden Gids bij memorie van antwoord zijn bestreden. Op 18 april 2003 hebben partijen hun zaak door hun raadslieden doen bepleiten, De werknemer door mr. F.B.J. Grapperhaus, advocaat te Amsterdam en Gouden Gids door mr. J.L.G.M. Verwiel, advocaat te Breda. Beide raadslieden hebben pleitaantekeningen en producties overgelegd. Tenslotte hebben partijen arrest gevraagd. De beoordeling van het hoger beroep 1. Het hof gaat uit van de feiten zoals die door de rechtbank onder "1. De feiten" van het bestreden vonnis zijn vastgesteld, nu die als zodanig in hoger beroep niet worden bestreden. 2. Het gaat - kort samengevat - om het volgende. De werknemer is bij Gouden Gids in dienst geweest, laatstelijk als financieel directeur in welke functie hij tevens lid was van het managementteam. De werknemer heeft de arbeidsovereenkomst in december 2002 opgezegd tegen 28 februari 2003 waarbij hij heeft aangekondigd in dienst te zullen treden bij Telefoongids Media B.V., een concurrent van Gouden Gids. Partijen zijn geen non-concurrentiebeding overeengekomen. Gouden Gids heeft gevorderd dat het De werknemer wordt verboden om bij Telefoongids Media B.V. in dienst te treden, welke vordering in eerste aanleg is toegewezen. De werknemer komt op tegen dat oordeel. 3. De grieven I tot en met V en VII zijn gericht tegen de beslissing van de voorzieningenrechter dat het De werknemer wordt verboden om bij Telefoongids Media B.V. in dienst te treden en deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling. De grieven kunnen als volgt worden samengevat. Het verbod komt neer op een non-concurrentiebeding, maar een dergelijk beding moet schriftelijk worden overeengekomen, hetgeen niet is geschied (grief I). De werknemer betwist dat hij beschikte over strategische informatie (grief II). Het enkele feit dat Gouden Gids er belang bij had om haar strategie aan te passen en het feit dat De werknemer mogelijk over strategische informatie zou beschikken is grond geweest voor de toewijzing, maar dit is volgens De werknemer onvoldoende (grieven II en IV). Het feit dat er maar twee partijen op de markt een rol spelen en de positie van De werknemer bij Gouden Gids zijn niet van belang bij beantwoording van de vraag of De werknemer onrechtmatig handelt (grieven V en VII). 4. In de toelichtingen op de grieven stelt De werknemer het volgende. Door de wet en de rechtspraak worden aan het afsluiten van een non-concurrentiebeding hoge eisen gesteld. Een dergelijk beding moet schriftelijk worden overeengekomen hetgeen in casu niet het geval is. Bovendien moet sprake zijn van onrechtmatige concurrentie. De rechtbank heeft dat niet geconcludeerd maar slechts in de rechtsoverwegingen 3.6 en 3.7 overwogen dat er een mogelijke dreiging zou kunnen zijn van onrechtmatige concurrentie bij overtreding van het concurrentiebeding (hof: kennelijk bedoelt De werknemer daarmee "bij indiensttreding bij Telefoongids Media B.V."). De werknemer stelt voorts dat hij zich onmiddellijk en wel vanaf medio november 2002 toen hij voornemens was bij Telefoongids Media B.V. in dienst te gaan treden, afzijdig heeft gehouden van ieder overleg waarbij de strategische plannen aan de orde waren. Daardoor beschikt hij niet over recente kennis van de strategische plannen. Hij is in zijn nieuwe functie niet belast met de bedrijfsstrategie en is benaderd om uitsluitend als financieel manager te gaan werken. Hij wijst erop dat hij een geheimhoudingsplicht heeft en deze zal respecteren. Hij heeft zich niet schuldig gemaakt aan handelingen die volgens vaste rechtspraak als concurrerend moeten worden aangemerkt en is niet voornemens zich daaraan schuldig te maken. 4. Gouden Gids heeft - samengevat - het volgende aangevoerd. De werknemer heeft sedert het begin van de arbeidsovereenkomst binnen het bedrijf carrière gemaakt en is opgeklommen tot een van de belangrijkste personen in het managementsteam. In die laatste functie was hij niet alleen belast met de financiële organisatie van het bedrijf maar ook met de marktpositie en de strategie om de marktpositie te verbeteren in de hevige strijd tegen Telefoongids Media B.V., de enige concurrent in de markt. In het najaar van 2002 is De werknemer direct betrokken geweest bij het opzetten van strategische plannen in een speciaal daartoe opgerichte strategische werkgroep en hij was als geen ander op de hoogte van alle ontwikkelingen. Nu De werknemer een overeenkomst heeft gesloten met Telefoongids Media B.V. om bij dat bedrijf in dienst te treden heeft Gouden Gids belang erbij dat De werknemer wordt verboden om aan die overeenkomst uitvoering te geven. Door de overstap komt de directe concurrent immers onmiddellijk en volledig op de hoogte van alle strategische plannen van Gouden Gids en kan deze daarop inspelen. Aldus handelt De werknemer in strijd met de postcontractuele goede trouw. Het feit dat er slechts twee concurrenten zijn op deze markt speelt daarbij een belangrijke rol. Bovendien geschiedt de overstap juist op een moment dat de concurrentiestrijd in alle hevigheid is losgebarsten en Gouden Gids wijst erop dat reeds eerder andere personeelsleden van Gouden Gids de overstap naar Telefoongids Media B.V. hebben gemaakt. 5. Het hof overweegt als volgt. 5.1 Voldoende aannemelijk is geworden dat De werknemer als lid van het managementteam en binnen de aan hem opgedragen taken kennis droeg van de laatste bedrijfsstrategische ontwikkelingen in de periode tot eind november 2002. Dit blijkt onder meer uit het door De werknemer gestelde feit, dat hij zich - en wel tegen de achtergrond van het voornemen dat hij wilde overstappen naar Telefoongids Media B.V. - heeft afgemeld voor een presentatie op 22 november 2002 waarbij de bedrijfsstrategie aan de orde was. De tweede grief faalt derhalve. 5.2 Nu geen non-concurrentiebeding is overeengekomen staat het De werknemer in beginsel vrij om bij een ander bedrijf in dienst te treden. Gouden Gids heeft belang erbij dat vertrouwelijke bedrijfsinformatie niet bij Telefoongids Media B.V., haar enige concurrent, terechtkomt. Het is echter in de eerste plaats aan Gouden Gids en niet aan De werknemer om dit belang te beschermen, hetgeen Gouden Gids had kunnen doen door een non-concurrentiebeding overeen te komen. Een dergelijk beding werkt preventief tegen het uitlekken van bedrijfsinformatie. Gouden Gids heeft gekozen voor een geheimhoudingsverplichting welk beding veelal eerst na schending daarvan kan worden ingeroepen. Het enkele feit dat de belangen van Gouden Gids wellicht beter zouden worden beschermd door De werknemer te verbieden bij Telefoongids Media B.V. in dienst te treden maakt nog niet dat De werknemer onrechtmatig jegens Gouden Gids handelt door dat wel te doen. Daar komt bij dat De werknemer groot belang heeft om op korte termijn bij Telefoongids Media B.V. in dienst te treden te meer nu De werknemer onvoldoende weersproken heeft gesteld dat de overstap naar Telefoongids Media B.V. een belangrijke positieverbetering inhoudt. 6. Het indiensttreden van De werknemer bij Telefoongids Media B.V. kan onrechtmatig zijn wanneer voldoende aannemelijk is geworden dat De werknemer zijn geheimhoudingsplicht zal gaan schenden en dus een preventieve maatregel op zijn plaats is. 6.1 Niet gesteld of gebleken is dat De werknemer het geheimhoudingsbeding heeft geschonden en evenmin is aannemelijk gemaakt dat te verwachten is dat De werknemer deze geheimhoudingsverplichting niet zal nakomen. 6.2 Zoals hiervoor onder 5.2 gememoreerd heeft De werknemer immers afgezien van verdere deelname aan bedrijfsstrategisch overleg, waarmee hij voor zichzelf afstand van verdere kennisneming van dergelijke plannen heeft willen creëren. Gouden Gids heeft De werknemer na 2 december 2002 gedurende enkele weken laten volgen door een privé detective en dit onderzoek heeft geen gegevens opgeleverd waaruit blijkt van enige concurrerende activiteit. Evenmin gesteld of gebleken is dat Telefoongids Media B.V. De werknemer juist om zijn kennis van de strategische plannen zou hebben aangetrokken. 6.3 Bovendien heeft De werknemer - bij gebreke van deugdelijke betwisting door Gouden Gids - voldoende aannemelijk gemaakt, dat de indiensttreding bij Telefoongids Media B.V. alleen is ingegeven door de behoefte van Telefoongids Media B.V. aan een financieel manager en dat hij uitsluitend in die functie werkzaam zal zijn. 6.4 Op grond van de onder 6.1 tot en met 6.3 genoemde omstandigheden is het hof van oordeel dat geen feiten en omstandigheden aannemelijk zijn geworden op grond waarvan moet worden aangenomen dat zodanig onrechtmatig handelen van De werknemer dreigt, te weten schending van zijn geheimhoudingsplicht, dat dit een verbod tot indiensttreding zou rechtvaardigen. 6.5 Ook wanneer de (belangrijke) positie van De werknemer bij Gouden Gids en de marktsituatie in aanmerking wordt genomen is naar het oordeel van het hof geen sprake van (dreiging van) onrechtmatig handelen door De werknemer indien hij bij Telefoongids Media B.V. in dienst treedt. 7. Uit het vorenstaande volgt, dat de grieven I, III tot V en VII slagen. De grieven VI en VIII, waarin De werknemer opkomt tegen de termijn van het verbod en de opgelegde dwangsommen behoeven geen bespreking meer. Het vonnis van de rechtbank zal worden vernietigd en de vorderingen van Gouden Gids zullen alsnog worden afgewezen. Als in het ongelijk gestelde partij zal Gouden Gids worden veroordeeld in de proceskosten, zowel in eerste instantie als in hoger beroep. De beslissing Het hof: - vernietigt het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Gravenhage van 28 februari 2003 en opnieuw rechtdoende: - wijst de vorderingen van Gouden Gids af; - veroordeelt Gouden Gids in de kosten van het geding, in eerste instantie bepaald op € 205,- griffierecht en € 703,- salaris voor de procureur en in hoger beroep tot heden op € 245,- griffierecht en € 1.542,- salaris voor de procureur; - verklaart dit arrest voor zover het betreft de veroordeling tot betaling van de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad. Dit arrest is gewezen door mrs. In 't Velt-Meijer, Husson en Reiling en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 mei 2003 in aanwezigheid van de griffier.