
Jurisprudentie
AI1427
Datum uitspraak2003-08-18
Datum gepubliceerd2003-08-26
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
ZaaknummersParketnummer 06/037498-01
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2003-08-26
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
ZaaknummersParketnummer 06/037498-01
Statusgepubliceerd
Indicatie
In concreto mestproductie niet uitgebreid nu de door verdachte gehouden zoogkoeien ( blond aquantaine) een lagere voeropname hebben dan melkkoeien, waardoor de feitelijke productie aan fosfaten ook minder is. Artikel 55, lid 1, Meststoffenwet
Uitspraak
Rechtbank Zutphhen
Aantekening mondeling vonnis
Parketnummer 06/037498-01
Uitspraak van de economische politierechter mr. W.L.F. Prisse van 18 augustus 2003, in de zaak tegen de verdachte
Naam: [heer A]
Voornamen: [...]
Geboren op: [...]
Adres: [...]
Plaats: [...]
Tegenspraak, na aanhouding verschenen
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in het jaar 2000 in de gemeente Wisch al dan niet opzettelijk, op verdachtes bedrijf, zijnde (onder andere) een agrarischbedrijf, gelegen aan of nabij de [adres,plaats] de produktie van dierlijke meststoffen met ongeveer 300 kg fosfaat heeft uitgebreid, zulks terwijl de (totale) produktie van dierlijke meststoffen op verdachtes bedrijf groter was of daarmede groter werd dan 125 kilogram fosfaat per hectare per jaar van de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond;
artikel 1a Wet op de economische delicten
art 55 lid 1 Meststoffenwet
Beslissing:
Vrijspraak
Motivering:
Bij aanvullend proces-verbaal van verbalisant [naam] d.d. 17 februari 2003 is gebleken dat de zoogkoeien van verdachte per jaar ongeveer 23 kilogram fosfaat uitscheiden. Aldus kan niet in concreto worden gesteld en bewezen dat verdachte de mestproductie op zijn bedrijf in 2000 met 300 kilogram fosfaat heeft uitgebreid, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Ten overvloede overweegt de economische politierechter dat de indeling van de zogenaamde zoogkoeien in de diercategorie 120 zich niet verdraagt met het thans geldende uiterst verfijnde systeem van de mestboekhouding (MINAS), nu aannemelijk is geworden dat zoogkoeien ongeveer de helft aan fosfaat produceren van het getal als genoemd bij diercategorie 120.
Noot:
Op het bedrijf van verdachte worden blond aquantiene vleeskoeien gehouden. Dit is een uit Frankrijk afkomstig vleesras, gehouden voor de roodvleesproductie. De meeste mannelijke kalveren worden gebruikt voor de mesterij. De vrouwelijke kalveren worden gebruikt voor de fokkerij. De geboren kalveren worden een aantal maanden bij de koeien gezoogd. Vanaf
augustus worden de dieren weer gedekt. Na 3 maanden zogen bij de moeder of bij het opstallen worden de kalveren van de moeder gescheiden.
De koeien produceren 3 tot 4 keer een kalf en krijgen tijdens de dracht alleen onderhoudsvoer en worden niet vetgemest. De dieren worden vetgemest wanneer het kalf is afgewend en het dier voor de fokkerij niet meer geschikt is.
Een zoogkoe heeft een sobere en een lagere voeropname dan een melkkoe. Mede hierdoor is de feitelijke productie aan fosfaten in de mest van een zoogkoe in vergelijking met een melkkoe minder.

