
Jurisprudentie
AI1605
Datum uitspraak2003-07-08
Datum gepubliceerd2003-08-29
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 02/01008 tot en met 02/01012
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2003-08-29
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 02/01008 tot en met 02/01012
Statusgepubliceerd
Indicatie
Gedraging is op kenteken bekeurd. Kentekenhouder is een eenmanszaak. Sanctie is echter opgelegd aan de eigenaar van de eenmanszaak. Beleidslijn van het CJIB in gevallen als de onderhavige is dat de inleidende beschikking zowel op naam van de kentekenhouder als op naam van de eigenaar van de eenmanszaak worden gesteld. Gelet op het bepaalde in art. 4 en 5 WAHV kan een beschikking echter slechts worden opgelegd aan de bestuurder of aan de kentekenhouder. Het beleid van het CJIB is, voor zover de beschikking op naam van een ander wordt gesteld, in strijd met de wet.
Uitspraak
WAHV 02/01008 tot en met 02/01012
8 juli 2003
CJIB-nummers 45716369, 45567273, 45200211, 44055663, 45145194
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op de hoger beroepen tegen de beslissingen
van de kantonrechter van de rechtbank te Groningen
van 29 oktober 2002
betreffende
[betro[naam] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats]
1. De inhoud van het tussenarrest van dit hof van 18 maart 2003 wordt hier overgenomen.
2. Het verdere procesverloop
Naar aanleiding van het tussenarrest heeft de betrokkene bij brief van 21 maart 2003 de door het hof gevraagde informatie in het geding gebracht.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Bij brief van 8 mei 2003 heeft de advocaat-generaal de door het hof gevraagde informatie in het geding gebracht.
De betrokkene is in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. Bij brief van 10 mei 2003 heeft de betrokkene hiervan gebruik gemaakt.
Bij brief van 18 juni 2003 heeft de advocaat-generaal aanvullende informatie in het geding gebracht. Op 20 juni 2003 heeft de griffier deze informatie aan de betrokkene gezonden.
De zaken zijn vervolgens behandeld ter zitting van 24 juni 2003. De betrokkene is verschenen. Als gemachtigde van de advocaat-generaal is verschenen mr. T.H. Pitstra.
Na de zitting heeft de voorzitter de zaken verwezen naar de meervoudige kamer.
3. De verdere beoordeling
3.1. Gelet op de inhoud van de door de partijen overgelegde stukken is komen vast te staan, dat de inleidende beschikkingen van 6 november 2001 op naam zijn gesteld van "[naam] (hodn: [bedrijfsnaam]) R.", dat deze naar het adres [adres betrokkene], dit is het adres waar de betrokkene op voormelde datum in de Gemeentelijke Basisadministratie stond ingeschreven, zijn gezonden en dat het bedrijf van de betrokkene, zijnde een eenmanszaak, op deze datum was gevestigd op het adres [vestigingsadres] te Leeuwarden met als correspondentieadres [correspondentieadres] te Leeuwarden.
3.2. Niet in geschil is dat de bestelauto met het kenteken [kenteken] waarmee de gedragingen zijn verricht ten tijde van deze gedragingen op naam van het bedrijf van de betrokkene in het kentekenregister was ingeschreven en dat de bestuurder die de gedragingen heeft verricht niet is staandegehouden, maar dat op kenteken is bekeurd.
3.3. Art. 5 WAHV luidt als volgt: "Indien is vastgesteld dat de gedraging heeft plaatsgevonden met of door middel van een motorrijtuig waarvoor een kenteken is opgegeven, en niet aanstonds is vastgesteld wie daarvan de bestuurder is, wordt de administratieve sanctie opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken ten tijde van de gedraging in het kentekenregister was ingeschreven".
3.4. In aanmerking genomen dat in de onderhavige vijf gevallen op kenteken is bekeurd, dat het kenteken van het motorrijtuig waarmee de gedragingen zijn verricht in het kentekenregister op naam van de eenmanszaak van de betrokkene is gesteld en dat de inleidende beschikkingen aan de betrokkene als eigenaar van de eenmanszaak in plaats van aan de kentekenhouder zijn opgelegd, dienen de inleidende beschikkingen wegens strijd met art. 5 WAHV reeds om die reden te worden vernietigd.
3.5. Ter zitting van 4 maart 2003 heeft de advocaat-generaal naar voren gebracht dat het CJIB het beleid voert dat in gevallen waarin het kenteken van het motorrijtuig op naam is gesteld van een eenmanszaak en op kenteken is bekeurd, de inleidende beschikking zowel op naam van de kentekenhouder als op naam van de eigenaar van de eenmanszaak worden gesteld.
3.6. Gelet op het bepaalde in de artt. 4 en 5 WAHV kan een beschikking echter slechts worden opgelegd aan - kort gezegd - de bestuurder of aan de kentekenhouder. Het beleid van het CJIB is, voor zover de beschikking op naam van een ander wordt gesteld, in strijd met de wet. Een van de gevolgen van de door het CJIB gehanteerde beleidslijn is in casu dat de inleidende beschikkingen niet zijn verzonden naar het correspondentie- c.q. het vestigingsadres van de kentekenhouder ten tijde van de verzending van de inleidende beschikkingen.
3.7. Nu de betrokkene in het gelijk wordt gesteld, komen de reiskosten die de betrokkene heeft gemaakt in verband met het bijwonen van de zittingen van het hof voor vergoeding in aanmerking. Ingevolge art. 2, eerste lid, aanhef en onder c, van het Besluit proceskosten bestuursrecht jo art. 6, eerste lid, onderdeel III, van het Besluit tarieven in strafzaken worden reiskosten berekend naar het tarief per openbaar middel van vervoer, laagste klasse. Het hof zal daarom ter zake van reiskosten ([plaatsen] vv) aan de betrokkene een bedrag toekennen van €Euro 13,60 (= 2 x Euro€ 6,80).
4. De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beslissingen van de kantonrechter;
vernietigt de beslissingen van de officier van justitie, alsmede de inleidende beschikkingen met voormelde CJIBnummers;
veroordeelt de advocaat-generaal tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, begroot op €Euro 13,60.
Dit arrest is gewezen door mrs. Weenink, als voorzitter, Dijkstra en Van Dijk, in tegenwoordigheid van mr. Wijma als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting, zijnde mr. Van Dijk buiten staat dit arrest te ondertekenen.

