Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AK3432

Datum uitspraak2003-09-11
Datum gepubliceerd2003-09-12
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
ZaaknummersC02/00986
Statusgepubliceerd


Indicatie

Geïmiteerde is telefonisch benaderd door of namens TRAVELJET VACATION SHOP en uitgenodigd voor een presentatie op Schiphol op 2 november 2000. Tijdens die presentatie heeft geïntimeerde met TRAVELJET VACATION SHOP (in feite met Anfi Discovery Club® via "geautoriseerd agent" TVS) een "accommodatieovereenkomst" gesloten met een looptijd van twee jaar en elf maanden – recht gevende op zes vooraf betaalde vakanties van elk één week in een van de vakantieressorts van Anfi del Mar S.A. – voor een bedrag van ƒ 8.900,- waarvan door geintimeerde bij het sluiten van de overeenkomst een aanbetaling is gedaan ten bedrage van ƒ 900,-. Terzake van deze overeenkomst is een schriftelijk contract opgesteld, bevattende "boekingsvoorwaarden" waarin is vermeld dat de overeenkomst niet eenzijdig geannuleerd kan worden. Geïntimeerde heeft bij brief van 6 november 2000 TRAVELJET VACATION SHOP medegedeeld deze overeenkomst te willen ontbinden, waarmee TVS niet heeft ingestemd.


Uitspraak

Uitspraak: 11 september 2003 Rolnummer: C02/00986 Rolnummer kantonrechter: 144576 HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM, eerste meervoudige burgerlijke kamer, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TRAVELJET VACATION SHOP B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, appellante, procureur: mr. F.W. Huizinga, tegen 1. [geïntimeerde] en 2. [geïntimeerde 2], beiden wonende te [woonplaats], geïntimeerden, procureur: mr. R.V.H. Jonker. 1. HET GEDING IN HOGER BEROEP De partijen zullen hierna aangeduid worden als TVS respectievelijk [geïntimeerde] (in enkelvoud). TVS is bij exploot van 9 juli 2002 in hoger beroep gekomen van het door de rechtbank te Haarlem, sector kanton, locatie Haarlem – hierna de kantonrechter – tussen TVS als gedaagde in conventie, tevens eiseres in reconventie, en [geïntimeerde] als eiser in conventie, tevens verweerder in reconventie, gewezen vonnis, uitgesproken op 24 april 2002. TVS heeft bij memorie van grieven (met producties) drie grieven opgeworpen, die door [geïntimeerde] bij memorie van antwoord (eveneens met een productie) zijn bestreden. Partijen hebben vervolgens arrest gevraagd. 2. BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP 2.1. Nu de vaststelling van feiten door de kantonrechter in de overwegingen van het eerder tussen partijen gewezen tussenvonnis d.d. 25 juli 2001 noch door grieven noch anderszins bestreden is, zal ook het hof van die feiten uitgaan. 2.2. Het gaat in deze zaak – samengevat en voor zover in hoger beroep nog van belang – om het volgende. 2.2.1. [geïntimeerde] is telefonisch benaderd door of namens TVS en uitgenodigd voor een presentatie op Schiphol op 2 november 2000. Tijdens die presentatie heeft [geïntimeerde] met TVS (in feite met Anfi Discovery Club® via "geautoriseerd agent" TVS) een "accommodatieovereenkomst" gesloten met een looptijd van twee jaar en elf maanden – recht gevende op zes vooraf betaalde vakanties van elk één week in een van de vakantieressorts van Anfi del Mar S.A. – voor een bedrag van ƒ 8.900,- waarvan door [geïntimeerde] bij het sluiten van de overeenkomst een aanbetaling is gedaan ten bedrage van ƒ 900,-. Terzake van deze overeenkomst is een schriftelijk contract opgesteld, bevattende "boekingsvoorwaarden" waarin is vermeld dat de overeenkomst niet eenzijdig geannuleerd kan worden. 2.2.2. [geïntimeerde] heeft bij brief van 6 november 2000 TVS medegedeeld deze overeenkomst te willen ontbinden, waarmee TVS niet heeft ingestemd. Vervolgens heeft [geïntimeerde] bij aangetekende brief van 15 november 2000 – onder verwijzing naar artikel 25 lid 1 van de Colportagewet – TVS medegedeeld dat de overeenkomst als ontbonden moet worden beschouwd en heeft hij voorts TVS gesommeerd tot terugbetaling van de aanbetaling met aanzegging van de wettelijke rente vanaf 21 november 2000. 2.2.3. In deze procedure heeft [geïntimeerde] in conventie gevorderd voor recht te verklaren dat de op 2 november 2000 gesloten overeenkomst is ontbonden en TVS te veroordelen tot terugbetaling van het bedrag van ƒ 900,- met rente. TVS heeft in conventie de vordering weersproken en in reconventie gevorderd [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van het resterende bedrag van ƒ 8.000,- met rente. 2.2.4. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis van 25 juli 2001 overwogen dat de kern van het geschil is de vraag of de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst onder de werking van de Colportagewet valt en heeft [geïntimeerde] toegelaten te bewijzen dat TVS op 2 november 2000 door aanprijzing in een groep van door TVS met dat doel op Schiphol uitgenodigde personen heeft getracht [geïntimeerde] te bewegen tot het sluiten van de accommodatieovereenkomst. 2.2.5. In het eindvonnis van 24 april 2002 heeft de kantonrechter – na een nadere vaststelling van feiten op basis van de afgelegde getuigenverklaringen – overwogen dat TVS in het kader van haar bedrijf overeenkomsten sluit met als onderwerp verkoop van vakantieaccommodatie en dat TVS met dat doel personen heeft uitgenodigd voor een presentatie op Schiphol, waar vervolgens accommodatie is aangeprezen en TVS [geïntimeerde] heeft bewogen tot verkoop [het hof leest: aankoop] over te gaan, waardoor tot zover is voldaan aan de criteria van de Colportagewet. Ook met betrekking tot de vraag of de gedane aanprijzing in een groep personen is gebeurd, zoals de Colportagewet noemt, heeft de kantonrechter geoordeeld dat aan dat criterium is voldaan, daartoe overwegende: "Als de conclusie zou moeten worden getrokken dat geen sprake is van aanprijzing in een groep omdat TVS de uitgenodigde paren aan afzonderlijke tafels voorlicht en bij hen aldus de accommodatie aanprijst, dan zou TVS door deze constructie aan de werking van de Colportagewet kunnen ontkomen. Dat kan (…) gelet op de aard van de overeenkomst en de wijze waarop aanprijzing en het bewegen tot het aangaan van de overeenkomst plaatsvinden, niet de bedoeling van de wetgever geweest zijn. Gelet op de strekking der wet moet daarom worden geconcludeerd dat de huidige manier van aanprijzen door TVS gelijk moet worden gesteld met aanprijzing in een groep personen." De kantonrechter heeft daarop geoordeeld dat [geïntimeerde] is geslaagd in zijn bewijslevering en dat op de overeenkomst de Colportagewet van toepassing is. Vervolgens heeft de kantonrechter in conventie voor recht verklaard dat de op 2 november 2000 tussen partijen gesloten accommodatieovereenkomst is ontbonden en TVS veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde] van € 408,40 met rente en met veroordeling van TVS in de proceskosten; de vordering in reconventie is door de kantonrechter afgewezen. 2.3. TVS komt met drie grieven op tegen het eindvonnis van de kantonrechter; het hoger beroep richt zich niet tegen het tussenvonnis. Grief I is een weergave van enkele overwegingen van de kantonrechter en bevat slechts in de toelichting de klacht dat [geïntimeerde] niet geslaagd is in zijn bewijsopdracht. Ook grief III is gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat [geïntimeerde] is geslaagd in het hem opgedragen bewijs. Met grief II maakt TVS bezwaar tegen de overwegingen en het oordeel van de kantonrechter terzake van de aanprijzing in een groep als hiervoor geciteerd in rechtsoverweging 2.2.5. In verband met de samenhang lenen de grieven zich voor gezamenlijke bespreking. 2.4. Voor wat moet worden verstaan onder colportage in de zin van de Colportagewet verwijst het hof naar de omschrijving van het begrip colporteur in artikel 1 lid 1 sub c van de wet: "degene die in de uitoefening van een beroep of bedrijf door persoonlijk bezoek dan wel door of in samenhang met de aanprijzing van een goed of een dienst in een groep van ter plaatse van de aanprijzing aanwezige personen, tracht een particulier te bewegen tot het sluiten van een overeenkomst, strekkende tot het aan deze verschaffen van het genot van een goed, het aan deze verlenen van een dienst of het door deze als kredietnemer deelnemen aan een goederenkrediet." In dit hoger beroep staat de vraag centraal in hoeverre bij de totstandkoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst van de kant van TVS sprake is geweest van "het trachten een particulier te bewegen tot het sluiten van een overeenkomst door of in samenhang met de aanprijzing van een goed of een dienst in een groep van ter plaatse van de aanprijzing aanwezige personen." Voor de beoordeling van deze vraag zal het hof in de eerste plaats ingaan op het doel en de strekking van de Colportagewet. 2.5. De Colportagewet is blijkens de wetsgeschiedenis (zie de Memorie van Toelichting) ontworpen nadat gebleken was van een toenemend aantal klachten over de toepassing van agressieve methoden bij de verkoop buiten normale verkoopruimten, zoals bij de verkoop huis-aan-huis en in ruimten als restaurants, waarbij de koper in een situatie verkeert waarin hij onvoorbereid over een aankoop moet beslissen. Kenmerkend is dat het initiatief tot verkoop geheel of in overwegende mate van de verkoper uitgaat, dat er in zekere mate sprake is van overrompeling door de verkoper en dat er veelal sprake is van impulsaankopen. Uit de Memorie van Antwoord blijkt dat het begrip colporteur, met name in het kader van de groepscolportage, ruim is omschreven teneinde te bewerkstelligen dat degene die als colporteur wordt aangemerkt, aannemelijk dient te maken dat de groep personen, waarin zaken of diensten zijn aangeprezen, kennelijk niet met of mede met het oog op die aanprijzing is bijeengebracht. 2.6. Voor de beoordeling van de vraag die partijen verdeeld houdt overweegt het hof als volgt. Zoals hiervoor is vermeld heeft de kantonrechter (op grond van de afgelegde getuigenverklaringen) in het eindvonnis van 24 april 2002 nadere feiten vastgesteld, waartegen geen grieven gericht zijn. Het hof acht de volgende van die feiten relevant: a. [geïntimeerde] is telefonisch benaderd door TVS met vragen omtrent diens vakantiebesteding, b. tijdens dit telefonisch onderhoud werd [geïntimeerde] meegedeeld dat hij en zijn echtgenote in de doelgroep van TVS vielen, c. vervolgens is [geïntimeerde] uitgenodigd voor een presentatie op Schiphol en werd hem een gratis verblijf aangeboden in een ressort op Gran Canaria, d. [geïntimeerde] is met zijn echtgenote naar Schiphol toegegaan en werd daar door medewerkers van TVS ontvangen, e. behalve [geïntimeerde] waren nog elf andere paren uitgenodigd, f. alle uitgenodigde paren werden in één grote ruimte ontvangen op Schiphol, g. in die ruimte werd ieder uitgenodigd paar en dus ook [geïntimeerde] met zijn echtgenote aan een aparte tafel geplaatst met een vertegenwoordiger van TVS, h. deze vertegenwoordiger zette toen aan [geïntimeerde] uiteen waar de aankoop betrekking op had, i. de vertegenwoordiger van TVS heeft daarbij een korting van ƒ 2.125,00 aangeboden indien [geïntimeerde] de overeenkomst ter plaatste zou ondertekenen; daarbij werd medegedeeld dat bedenktijd niet werd toegestaan, omdat de ervaring had geleerd dat men dan niet zou terugkomen om te ondertekenen; tevens werd toen meegedeeld dat dan de korting zou vervallen, j. [geïntimeerde] heeft geen tijd gehad om met zijn echtgenote te overleggen. 2.7. Tevens acht het hof van belang dat de getuige Pijpers, directeur van TVS, in de contra-enquête heeft verklaard dat via een telemarketingbureau mensen worden geselecteerd die binnen de doelgroep (van TVS) vallen, dat zij een uitnodiging voor een vrijblijvende presentatie op Schiphol krijgen en dat ongeveer 120 tot 150 paren per week worden ontvangen. Voorts heeft Pijpers verklaard dat als de mensen op de dag zelf gebruik maken van de aanbieding, zij een korting van 20% krijgen en dat men nooit iemand terugziet als men er eerst over gaat nadenken. 2.8. Uit de hiervoor vermelde feiten en de verklaringen van getuige Pijpers blijkt dat het initiatief tot verkoop van de accommodatie en de selectie van geïnteresseerden geheel van TVS uitgaat. Voorts blijkt dat een groep geïnteresseerden, bestaande uit [geïntimeerde] en elf andere paren, wordt ontvangen in één grote ruimte op Schiphol. Dat de paren uit die groep vervolgens aan afzonderlijke tafels worden geplaatst, waar zij apart te woord worden gestaan door een medewerker van TVS, doet naar het oordeel van het hof geen afbreuk aan het karakter van de bijeenkomst als groepsbijeenkomst. Gelet op de verklaring van genoemde Pijpers gaat het per week om een aanzienlijk aantal personen dat wordt uitgenodigd voor een presentatie op Schiphol, waaruit het hof afleidt dat die personen kennelijk met of mede met het oog op de aanprijzing in een groep worden bijeengebracht. Aldus is voldaan aan het criterium "door of in samenhang met de aanprijzing in een groep". Vervolgens blijkt uit de verdere gang van zaken dat de medewerkers van TVS de paren accommodatie aanprijzen en trachten hen te bewegen deze accommodatie te kopen onder aanbieding van een substantiële korting indien ter plaatse onmiddellijk een overeenkomst getekend wordt. Eveneens blijkt dat er geen gelegenheid wordt geboden voor beraad of onderling overleg vóór het tekenen van de overeenkomst, hetgeen de mogelijkheid van een impulsieve aankoop vergroot. Ten slotte blijkt dat TVS bij ondertekening van het contract een aanmerkelijk bedrag als vooruitbetaling verlangt. 2.9. Op grond van het hiervoor overwogene is het hof van oordeel dat [geïntimeerde] is geslaagd in het hem opgedragen bewijs dat TVS op 2 november 2000 door aanprijzing in een groep van door TVS met dat doel op Schiphol uitgenodigde personen heeft getracht [geïntimeerde] te bewegen tot het sluiten van de accommodatieovereenkomst. De conclusie is dat verkoopmethode van TVS moet worden aangemerkt als een vorm van colportage in de zin van de Colportagewet. Nu vaststaat dat [geïntimeerde] de op 2 november 2000 met TVS gesloten overeenkomst reeds op 6 november 2000 – derhalve tijdig, binnen de termijn van artikel 25 lid 2 van de Colportagewet – buiten rechte heeft ontbonden, welke ontbinding op grond van lid 5 van genoemd artikel terugwerkende kracht heeft, zijn partijen niet meer verplicht de prestaties te verrichten, waartoe zij op grond van de overeenkomst waren gehouden. TVS is dus gehouden tot terugbetaling aan [geïntimeerde] van het door hem aanbetaalde bedrag van ƒ 900.- met rente, terwijl TVS geen nakoming kan vorderen. 2.10. Het hof overweegt ten overvloede dat in artikel 24 van de Colportagewet – kort gezegd – is bepaald dat ter zake van de overeenkomst een akte wordt ondertekend, waarin de mogelijkheid van ontbinding van de overeenkomst moet worden vermeld op straffe van nietigheid van de overeenkomst. Nu in de door TVS opgestelde overeenkomst, althans in de daarop van toepassing zijnde boekingsvoorwaarden, is vermeld dat de overeenkomst niet eenzijdig geannuleerd kan worden en geen melding wordt gemaakt van de ontbindingsmogelijkheid als bedoeld in artikel 24 van de Colportagewet, is de tussen partijen gesloten overeenkomst nietig. 3. SLOTSOM Op grond van het hiervoor overwogene zijn de grieven tevergeefs voorgesteld. Het hof zal het bestreden vonnis van de kantonrechter bekrachtigen met veroordeling van TVS in de kosten van dit hoger beroep. 4. BESLISSING Het hof: bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter te Haarlem van 24 april 2002; veroordeelt TVS in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] tot op deze uitspraak begroot op € 964,- (waarvan € 193,- voor verschotten en € 771,- voor salaris procureur). Dit arrest is gewezen door mrs. Van Sandick, De Boer en Begheyn en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 september 2003 in bijzijn van de griffier.