
Jurisprudentie
AK4136
Datum uitspraak2003-09-04
Datum gepubliceerd2003-09-16
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
ZaaknummersBK-02/4525
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2003-09-16
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
ZaaknummersBK-02/4525
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verschillende fiscale behandeling van ontvangen contant dividend en door certificaathouders ontvangen stockdividend leidt niet tot schending van het gelijkheidsbeginsel.
Uitspraak
GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE
tweede enkelvoudige belastingkamer
4 september 2003
nummer BK-02/04525
PROCES-VERBAAL
van de mondelinge uitspraak op het beroep van X te Z tegen de uitspraak van het hoofd van de eenheid Particulieren P van de Belastingdienst, thans (...) (hierna: de Inspecteur), op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen een aan hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen voor het jaar 2000.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Gerechtshof van 21 augustus 2003, gehouden te Den Haag. Aldaar is verschenen belanghebbende, alsmede namens de Inspecteur mevrouw A, tot haar bijstand vergezeld door mevrouw B.
Beslissing
Het Gerechtshof verklaart het beroep ongegrond.
Gronden
1. Belanghebbende hield in het onderhavige jaar aanvankelijk 3.000 en later 12.500 originele aandelen Y Inc., een Amerikaans beleggingsfonds. Uit hoofde van dit aandelenbezit, in het bijzonder de dividenden die worden aangeduid met 'long term capital gain' en 'short term capital gain' ontving belanghebbende in 2000 een bruto dividend in contanten van ƒ 47.895, hetwelk in de heffing van de inkomstenbelasting is betrokken.
Van ditzelfde Y Inc. zijn op de beurs in Amsterdam certificaten van aandelen genoteerd. Eén certificaat vertegenwoordigt tien originele aandelen. Een administratiekantoor keert de dividenden 'long term capital gain' en 'short term capital gain' die het uit hoofde van het door dit kantoor gehouden depot met originele aandelen ontvangt, niet uit aan de certificaathouders, maar geeft hen nieuwe certificaten tegen inlevering van dividendbewijzen. Deze nieuwe certificaten worden aangemerkt als stockdividenden en worden niet in de heffing van de inkomstenbelasting betrokken.
2. Belanghebbende ervaart het verschil in fiscale behandeling van de door hem ontvangen contante dividenden en de door certificaathouders ontvangen stockdividenden als ongelijk. Belanghebbende meent, dat er nagenoeg geen verschil is tussen de originele aandelen en de gecertificeerde aandelen en is op, op grond van het gelijkheidsbeginsel van oordeel dat het contante dividend als stockdividend moet worden aangemerkt.
3. Naar 's Hofs oordeel is geen sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel. De fiscale behandeling van de contante dividenden en die van de stockdividenden vloeit rechtstreeks voort uit het verschil in aard en karakter van de vermogensrechten. Van gelijke gevallen is geen sprake. Op die grond faalt belanghebbendes beroep op het gelijkheidsbeginsel. Gesteld noch gebleken is dat sprake is van een begunstigend beleid, of dat in een meerderheid van vergelijkbare gevallen anders is gehandeld.
4. Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
Deze uitspraak is vastgesteld op 4 september 2003 door mr. Visser en op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier mr. Nederveen.
(Nederveen)
(Visser)
aangetekend aan
partijen verzonden:
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke uitspraak. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt, is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.

