Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AL1516

Datum uitspraak2003-09-24
Datum gepubliceerd2003-09-24
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200302389/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 18 juli 2001 heeft de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (hierna: de Staatssecretaris) geweigerd appellant huursubsidie op grond van de Huursubsidiewet te verstrekken voor het huursubsidiejaar van 1 juli 2000 tot en met 30 juni 2001.


Uitspraak

200302389/1. Datum uitspraak: 24 september 2003 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant], wonend te [woonplaats], tegen de uitspraak van de rechtbank te Zwolle van 26 februari 2003 in het geding tussen: appellant en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. 1. Procesverloop Bij besluit van 18 juli 2001 heeft de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (hierna: de Staatssecretaris) geweigerd appellant huursubsidie op grond van de Huursubsidiewet te verstrekken voor het huursubsidiejaar van 1 juli 2000 tot en met 30 juni 2001. Bij besluit van 12 juni 2002 heeft de Staatssecretaris het daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard voor de periode van 1 juni 2001 tot 1 juli 2001 en voor het overige ongegrond. Bij uitspraak van 26 februari 2003, verzonden op 5 maart 2003, heeft de rechtbank te Zwolle (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 13 april 2003, bij de Raad van State ingekomen op 15 april 2003, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. Bij brief van 2 juni 2003 heeft de Staatssecretaris van antwoord gediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 september 2003, waar appellant in persoon en de Staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. J.C.A. Stevens, advocaat te Den Haag, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Niet in geschil is dat de vervolgaanvraag van appellant om huursubsidie voor het tijdvak van 1 juli 2000 tot 1 juli 2001 pas in mei 2001 is ingediend. De Staatssecretaris heeft de door appellant gegeven reden voor die late indiening – drukke werkzaamheden in verband met onderzoek naar een voor appellant zeer ingrijpende gebeurtenis in de Tweede Wereldoorlog – terecht niet als een bijzondere omstandigheid aangemerkt als bedoeld in het beleid, dat de Staatssecretaris toepast in het kader van artikel 22a, van de Huursubsidiewet. Het oordeel van de rechtbank dat, gelet hierop, de Staatssecretaris terecht geen aanleiding heeft gezien appellant niettemin over het gehele tijdvak van 1 juli 2000 tot 1 juli 2001 huursubsidie toe te kennen, is juist. 2.2. Voorzover appellant ter zitting zijn beroep op de medische rapportage inzake zijn – aanvullende – aanvraag in het kader van de WUBO heeft herhaald, moet dit beroep falen, nu uit deze medische rapportage niet blijkt dat appellant fysiek of psychisch niet in staat zou zijn geweest de vervolgaanvraag voor het in geding zijnde huursubsidietijdvak vóór mei 2001 in te dienen 2.3. Hetgeen appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, vormt een herhaling van zijn betoog in beroep en kan dan ook niet tot een ander oordeel leiden dan dat waartoe de rechtbank is gekomen. 2.4. Het hoger beroep is ongegrond en de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd. 2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.E.E. Wolff, ambtenaar van Staat. w.g. Bijloos w.g. Wolff Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 24 september 2003 238.