
Jurisprudentie
AL1836
Datum uitspraak2003-09-02
Datum gepubliceerd2003-09-25
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Zutphen
ZaaknummersKort-gedingnummer: 54766 / KG ZA 03-146
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Datum gepubliceerd2003-09-25
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Zutphen
ZaaknummersKort-gedingnummer: 54766 / KG ZA 03-146
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Indicatie
Uit het verhandelde ter zitting en de daar gehouden steekproef is onvoldoende aannemelijk geworden dat gedaagde voor de door hem geëxploiteerde databanken gebruik heeft gemaakt van het geheel of een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van de databank van de SVR.
Verwarringsgevaar bij het publiek door het gebruik door gedaagde van de letters SVR is niet zonder meer onrechtmatig. Door de SVR is niets gesteld op grond waarvan dit gebruik niettemin onrechtmatig zou zijn, hetgeen met name klemt nu de campings zelf zich als SVR campings naar buiten afficheren, zowel in foldermateriaal - al dan niet van de VVV - als op internet.
Uitspraak
RECHTBANK ZUTPHEN
SECTOR CIVIEL
VOORZIENINGENRECHTER
Kort-gedingnummer: 54766 / KG ZA 03-146
vonnis van : 2 september 2003
Vonnis in kort geding in de zaak van:
de stichting STICHTING VRIJE RECREATIE,
gevestigd te Meerkerk,
eiseres bij dagvaarding van 5 juni 2003,
procureur: mr. C.B. Gaaf,
advocaat: mr. J.B. Evenboer te Alblasserdam,
tegen:
[de heer A],
wonende te [plaats],
gedaagde,
advocaat: mr. H. van der Perk te Deventer.
Partijen worden hierna mede de SVR en [de heer A] genoemd.
1. HET VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Dit verdere verloop blijkt uit:
- het vonnis van 9 juli 2003
- de bij brieven van 3 juli en 21 augustus 2003 door de SVR overgelegde producties
- de bij brief van 19 augustus 2003 door [de heer A] overgelegde producties.
Partijen hebben ter zitting van 26 augustus 2003 hun standpunten aan de hand van pleitnota's nog nader mondeling toegelicht, waarna zij vonnis hebben gevraagd.
2. DE VERDERE BEOORDELING
2.1 De SVR heeft aan haar vorderingen ten grondslag gelegd de stelling, dat [de heer A] onder gebruikmaking van de website van de SVR de databank van de SVR volledig heeft gekopieerd en de gegevens vervolgens heeft gebruikt bij de exploitatie van zijn eigen websites, te weten www.vakantieboerderij.nl en www.blikvanger.nl.
2.2 Ter ondersteuning van zijn verweer, dat hij de in zijn databanken voorkomende gegevens zelf heeft verkregen door het aanschrijven van VVV's en dergelijke, alsmede door raadpleging van op internet voorkomende websites van kampeerboerderijen, heeft [de heer A] ter zitting een grote hoeveelheid ordners met folders, kopieën van websites en brieven van houders van kampeerboerderijen getoond.
2.3 Het enkele feit, dat op de website van de SVR ruim 1500 Nederlandse adressen voorkomen, terwijl op de websites van [de heer A] onweersproken slechts ruim 600 adressen met een SVR-indicatie voorkomen, geeft reeds aan dat van een volledig kopieëren en hergebruiken van de databank van de SVR door [de heer A], zoals door de SVR gesteld, geen sprake is.
2.4 Bij onderlinge vergelijking vertonen de website van de SVR en de websites van [de heer A] zowel qua structuur als qua inhoud weliswaar een grote mate van gelijkenis doch er komen eveneens verschillen voor. Ter zitting is een steekproef gehouden van vijf willekeurig gekozen adressen met een SVR-indicatie in de provincie Gelderland, voorkomend op de websites van [de heer A]. [de heer A] heeft de bij die adressen behorende folders, kopieën van op internet voorkomende websites en een handgeschreven brief van een houder van een kampeerboerderij getoond, op basis waarvan de op de websites voorkomende gegevens door hem zijn verkegen. Desgevraagd heeft de raadsman van de SVR aangegeven geen behoefte te hebben nadere steekproeven te doen.
2.5 Op grond van het vorenstaande is voorshands onvoldoende aannemelijk, dat de bodemrechter, later oordelend, tot de conclusie zal komen dat [de heer A] voor de door hem geëxploiteerde databanken gebruik heeft gemaakt van het geheel of een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van de databank van de SVR.
2.6 De SVR heeft mede gevorderd [de heer A] te bevelen het gebruik van de woorden SVR-camping, SVR-home en/of van het woord SVR, of een daarmee overeenkomend woord zoals StVrRe, te staken en gestaakt te houden en ook overigens iedere verwijzing naar SVR of elke suggestie dat er een verband bestaat tussen SVR en [de heer A], achterwege te laten. Ter ondersteuning daarvan heeft de SVR aangevoerd, dat door het gebruik van die woorden door [de heer A] er verwarringsgevaar ontstaat bij het publiek, hetgeen onrechtmatig is.
2.7 Voorop gesteld wordt, dat het enkele feit dat verwarringsgevaar bij het publiek te duchten zou zijn, niet zonder meer oplevert dat het gewraakte gebruik door [de heer A] van de letters SVR onrechtmatig zou zijn. Daartoe is nodig dat het gebruik in strijd zou zijn met de wet of met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt. Dienaangaande is door de SVR echter niets gesteld en ook op andere wijze is daarvan niet gebleken, hetgeen met name klemt nu de campings zelf zich als SVR campings naar buiten afficheren, zowel in foldermateriaal al dan niet van de VVV als op internet, zoals [de heer A] heeft laten zien met een uitdraai van de zoekmachine Google.
2.8 De vorderingen van de SVR zullen op grond van het vorenoverwogene worden afgewezen.
2.9 De SVR zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
3. BESLISSING
De voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding:
1. wijst de vorderingen van de SVR af;
2. veroordeelt de SVR in de kosten van het geding die voor zover gevallen aan de zijde van [de heer A] tot op deze uitspraak worden begroot op euro 205,00 wegens verschotten en euro 703,36 wegens salaris procureur.
3. verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. D. Vergunst, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 september 2003 in tegenwoordigheid van Chr.D.W. van Meurs.
cm/vg