Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AL3283

Datum uitspraak2003-09-26
Datum gepubliceerd2003-09-30
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200306121/2
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 11 juli 2000 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal (hierna: het college) verzoeker op straffe van een dwangsom gelast een zogenoemde duinboerderij op het [landgoed] te [plaats] binnen zes maanden te verwijderen.


Uitspraak

200306121/2. Datum uitspraak: 26 september 2003 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van: [verzoeker], wonend te [woonplaats], tegen de uitspraak van de rechtbank te Haarlem van 8 september 2003 in het geding tussen: verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal. 1. Procesverloop Bij besluit van 11 juli 2000 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal (hierna: het college) verzoeker op straffe van een dwangsom gelast een zogenoemde duinboerderij op het [landgoed] te [plaats] binnen zes maanden te verwijderen. Bij besluit van 24 maart 2003 heeft het college, voorzover thans van belang, het daartegen door verzoeker gemaakte bezwaar onder wijziging van de begunstigingstermijn ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 8 september 2003, verzonden op 10 september 2003, heeft de rechtbank te Haarlem (hierna: de rechtbank), voorzover thans van belang, het daartegen door verzoeker ingestelde beroep gegrond verklaard, dit besluit vernietigd, doch bepaald dat de rechtsgevolgen ervan in stand blijven. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 15 september 2003, hoger beroep ingesteld. Tevens heeft hij de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 25 september 2003, waar verzoeker in persoon, bijgestaan door mr. E.A. Minderhoud en mr. Ch.Y.M. Moons, beiden advocaat te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door mr. drs. M. Huisman, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Er is gerede twijfel dat de aangevallen uitspraak in hoger beroep onverkort in stand zal blijven. 2.2. Gelet daarop en op de betrokken belangen, met name gelegen in de omstandigheid dat de last strekt tot afbraak van een woning die wordt bewoond, bestaat aanleiding na te melden voorlopige voorziening te treffen. 2.3. Het college dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden verwezen. 3. Beslissing De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal van 11 juli 2000 en de instandgelaten rechtsgevolgen van het besluit van 24 maart 2003 van het college, voorzover deze besluiten de last tot verwijdering van de duinboerderij betreffen; II. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal in de door verzoeker in verband met de behandeling van het verzoek gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 644,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de gemeente Bloemendaal aan verzoeker te worden betaald; III. gelast dat de gemeente Bloemendaal aan verzoeker het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 175,00 vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.D. Boer, ambtenaar van Staat. w.g. Loeb w.g. Boer Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 26 september 2003 201.