
Jurisprudentie
AL3401
Datum uitspraak2003-10-01
Datum gepubliceerd2003-10-01
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200302799/1
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2003-10-01
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200302799/1
Statusgepubliceerd
Indicatie
Bij besluit van 30 januari 2003, kenmerk 2003-1255, heeft verweerder aan appellante een aantal lasten onder dwangsom als geregeld in artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht opgelegd wegens het overtreden van de aan haar verleende revisievergunning.
Uitspraak
200302799/1.
Datum uitspraak: 1 oktober 2003
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], gevestigd te [plaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 30 januari 2003, kenmerk 2003-1255, heeft verweerder aan appellante een aantal lasten onder dwangsom als geregeld in artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht opgelegd wegens het overtreden van de aan haar verleende revisievergunning.
Tegen het uitblijven van een besluit op haar bezwaarschrift van 17 februari 2003 heeft appellante bij brief van 1 mei 2003, bij de Raad van State ingekomen op 2 mei 2003, beroep ingesteld.
Bij besluit van 20 mei 2003, kenmerk 2003-5658, verzonden op 6 juni 2003, heeft verweerder alsnog het bezwaar gegrond verklaard en het besluit van 30 januari 2003 ingetrokken.
Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellante. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 september 2003, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. G.J.A.M. Bogaers, advocaat te Laren, en [gemachtigde] en verweerder, vertegenwoordigd door Th.D.S. Bol en drs. M.L. Truijens, ambtenaren van de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De Afdeling overweegt dat verweerder bij besluit van 20 mei 2003 alsnog het bezwaar van appellante gegrond heeft verklaard en het besluit van 30 januari 2003 heeft ingetrokken. Hiermee is verweerder volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet gekomen. Tevens overweegt de Afdeling dat de door appellante aangedragen schade ziet op in het kader van deze en andere beroepsprocedures gemaakte proceskosten en op andere niet aan het besluit van 30 januari 2003 toe te rekenen kosten.
Gelet hierop en nu noch ter zitting, noch anderszins is gebleken van feiten of omstandigheden die op het tegendeel wijzen, is de Afdeling van oordeel dat appellante geen procesbelang meer heeft bij een beoordeling van de rechtmatigheid van de onderhavige beschikking. Het beroep moet derhalve reeds om deze reden niet-ontvankelijk worden verklaard. Aan een oordeel over het bestreden besluit, waarom appellante ter zitting heeft gevraagd, kan de Afdeling dus niet toekomen. De Afdeling ziet niettemin aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
2.2. Verweerder dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
II. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren in de door appellante in verband met de behandeling van het beroep gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 989,65 waarvan een gedeelte groot € 644,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het totale bedrag dient door de gemeente Wijdemeren te worden betaald aan appellante;
III. gelast dat de gemeente Wijdemeren aan appellante het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht (€ 232,00) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. W. Konijnenbelt, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van G.K. Klap, ambtenaar van Staat.
w.g. Konijnenbelt w.g. Klap
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 1 oktober 2003
315.