Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AL6169

Datum uitspraak2003-07-09
Datum gepubliceerd2003-10-02
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers74239 / HA ZA 02-277
Statusgepubliceerd


Indicatie

Subsidie van Europees Sociaal Fonds (ESF). Niet gehele subsidie-aanvraag gehonoreerd. Uitvoerder van werkgelegenheidsproject waarvoor de subsidie is aangevraagd verschilt van mening met aanvrager van de subsidie over welk deel van de subsidie aan uitvoerder toekomt.


Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE Sector civiel Enkelvoudige handelskamer Zaaknr/rolnr: 74239 / HA ZA 02-277 Uitspraak: 9 juli 2003 V O N N I S in de zaak, aanhangig tussen: de stichting STICHTING WERKGELEGENHEIDSINITIATIEVEN CIRKELPOOL, gevestigd te Dalfsen, eiseres, procureur mr. A.M. Ubink, en de stichting STICHTING WERKPROJECTEN (h.o.d.n. IWA/ WURKYMPULS, gevestigd te Zwolle, gedaagde, procureur mr. A.P. Maes, verder te noemen Cirkelpool en IWA. PROCESGANG De zaak is bij op 5 maart 2002 uitgebrachte dagvaarding aanhangig gemaakt. Partijen zijn verschenen, waarna de volgende processtukken zijn gewisseld: - een conclusie van antwoord van de zijde van IWA; - een conclusie van repliek tevens vermindering van eis van de zijde van Cirkelpool; - een conclusie van dupliek van de zijde van IWA; - een akte na dupliek, tevens houdende uitlating produkties van de zijde van Cirkelpool; - een antwoordakte van de zijde van IWA. Partijen hebben vervolgens verzocht vonnis te wijzen. CONCLUSIES VAN PARTIJEN De vordering van Cirkelpool strekt er, na vermindering van eis, toe dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad: 1. (primair) IWA zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 30.395,17 (f. 66.982,00), althans (subsidiair) een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 7 november 1998, althans 1 mei 2001, althans 15 mei 2001, althans 8 juni 2001, althans 5 maart 2002, tot aan de dag der algehele voldoening; 2. IWA te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 1.681,51; 3. IWA te veroordelen in de kosten van dit geding, de kosten van de rechtsbijstand van Cirkelpool daaronder begrepen. Daartegen is door IWA verweer gevoerd met conclusie tot integrale afwijzing, en - zo de vordering van Cirkelpool (gedeeltelijk) mocht worden toegewezen - dat daaraan de voorwaarde wordt verbonden dat Cirkelpool zekerheid stelt tot een bedrag van, primair, f. 205.636,--, subsidiair, tot een bedrag van f. 192.018,--, meer subsidiair, tot een bedrag van f. 30.374,08, meer subsidiair voor een lager bedrag dan f. 30.374,08, kosten rechtens. MOTIVERING 1 Vaststaande feiten 1.1 Tussen partijen staat als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende) betwist mede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden bescheiden het volgende vast. 1.2 Cirkelpool is een stichting die zich bezighoudt met de begeleiding en opleiding van langdurig werklozen met het oog op hun reïntegratie. IWA is een stichting die zich bezighoudt met de bestrijding van werkloosheid middels projectontwikkeling en subsidieverwerving, startersprojecten, advisering en arbeidsintegratie door trajectbegeleiding. IWA is uitvoerder en subsidiebegunstigde van het project "In Balans", ook "Kom nou" genoemd. Dit betreft een werkgelegenheidsproject van de gemeente Hasselt en een aantal andere gemeenten. 1.3 Vóór 1998 zijn de feitelijke werkzaamheden voor dit project uitgevoerd door Stichting "In Balans". Over 1998 heeft Cirkelpool de feitelijke werkzaamheden van dit project uitgevoerd. IWA heeft de aanvraag voor een subsidie uit het Europees Sociaal Fonds (verder: de ESF-subsidie) verzorgd. Partijen hebben hun afspraken vastgelegd in een op 14 mei 1998 gesloten schriftelijke overeenkomst. Deze overeenkomst vermeldt voor zover van belang het navolgende: "6. Budgetten Ten behoeve van de projectuitvoering zijn voor 1998 op grond van het ESF en op grond van de verwachte gemeentelijke bijdrage in de uitvoeringskosten van het project de volgende maximale budgetten beschikbaar: - kosten instructiepersoneel f. 247.500,- - exploitatiekosten f. 53.400,- - overheadkosten f. 35.487,- totaal f. 336.387,- Cirkelpool draagt er zorg voor, dat de kosten, verbonden aan de uitvoering van het project ten hoogste gelijk zullen zijn aan de bovenvermelde maximale budgetten. Voorts draagt Cirkelpool er zorg voor, dat de in de aanvraag om subsidie op grond van het ESF vermelde gemeentelijke bijdrage, groot f. 96.364,-, daadwerkelijk bij de betreffende gemeente(n) wordt geïnd. Cirkelpool doet hiervan opgave aan IWA, zodra Cirkelpool het bedoelde bedrag c.q. de bedoelde bedragen heeft ontvangen. Ten aanzien van het declareren van de uitvoeringskosten van het project bij de betrokken subsidie-verstrekkers (zijnde gemeenten en ESF), geldt de huidige ESF-regeling, waarin uitdrukkelijk is bepaald, dat het ESF slechts een resterend exploitatie-tekort financiert. Declaratie bij betrokken gemeente(n) prevaleert derhalve boven declaratie bij het ESF. Voorts is ten behoeve van de door IWA te leveren projectbegeleiding, projectadministratie en subsidie-beheer op grond van het ESF een budget beschikbaar. IWA draagt zorg voor het declareren van de door haar in dat kader gemaakte kosten bij het ESF. 7. Facturering en bevoorschotting Cirkelpool zal aan het IWA een bedrag voor de door Cirkelpool in het kader van dit project verrichte diensten in rekening brengen, dat gebaseerd is op de bijgevoegde werkbegroting. Betaling door IWA aan Cirkelpool geschiedt op basis van facturering, echter nadrukkelijk indien en voor zover door IWA voorschotten op de krachtens het ESF verleende subsidies werden ontvangen. IWA draagt zorg voor het aanvragen van de voorschotten op de krachtens het ESF verleende subsidies. Zulks geschiedt conform de vigerende ESF-regelgeving en op basis van de door Cirkelpool aan IWA aangeleverde informatie ten behoeve van het opstellen van kwartaal- en eindrapportages zoals voorgeschreven door de ESF-regeling. IWA ontvangt de door het ESF beschikbaar gestelde voorschotten en draagt vervolgens zorg voor betaling van de door Cirkelpool gefactureerde bedragen. Cirkelpool blijft ten allen tijde verantwoordelijk voor het tegenover IWA deugdelijk en conform de eisen van het ESF aantonen van de door Cirkelpool gemaakte kosten in het kader van de uitvoering van het project. Zulks geldt tevens ten aanzien van de door het ESF vereiste zgn. co-financiering, waarvan Cirkelpool opgave zal doen aan IWA, conform de vigerende ESF-regelgeving. Cirkelpool is voorts gehouden het project uit te voeren binnen de door het ESF beschikbaar gestelde subsidie en de onder 6. vermelde budgetten; eventuele meerkosten, welke niet in door het ESF goedgekeurde begroting werden voorzien, zijn ten allen tijde voor rekening van Cirkelpool. Cirkelpool is voorts verplicht de voor het ESF vereiste gegevens tijdig, juist en volledig aan IWA aan te leveren. Indien Cirkelpool hieraan niet voldoet, is IWA, zonder verdere in gebreke stelling, gerechtigd reeds gedane betalingen ogenblikkelijk terug te vorderen." 1.4 In het uitvoeringsprotocol, dat onderdeel uitmaakt van deze overeenkomst is, voor zover van belang, het navolgende vermeld: "C. Administratie Stichting Cirkelpool verzorgt de deelnemersregistratie. De financiële administratie wordt tevens verzorgd door de stichting Cirkelpool met uitzondering van de E.S.F. rapportages en E.S.F. declaraties. Deze zullen worden verzorgd door het I.W.A. te Zwolle. Stichting Cirkelpool zal voor de E.S.F. rapportages en declaraties aan het I.W.A. alle benodigde gegevens tijdig, duidelijk en volledig beschikbaar stellen. 1.5 Bij de overeenkomst is een werkbegroting gevoegd die, voorzover van belang, op het navolgende neerkomt: 1.6 De subsidieaanvraag is in 1999 en 2000 beoordeeld door het zogeheten "Brandweerteam". Dit brandweerteam is opgericht na kritiek van Europese organen op de wijze waarop de Nederlandse overheid aanvragen om ESF-subsidies behandelde. Het had tot taak dat de ESD-subsidieaanvragen deugdelijk onderbouwd en overeenkomstig de ESF-regelgeving werden behandeld. Als zodanig adviseerde het enerzijds de subsidieverlener en anderzijds de subsidieaanvrager. Dhr. J. Houtman heeft namens het brandweerteam op 29 februari 2000 een rapport van bevindingen opgesteld. De aan dit rapport mede ten grondslag liggende "einddeclaratie" gaat uit van een (van de werkbegroting licht afwijkend) ESF-subsidiebedrag van fl 250.125,00. In de rapportage wordt voorgesteld dit bedrag te verminderen met fl 88.295. Dat is, samengevat weergegeven, gebaseerd op de navolgende correcties. 1.7 Vervolgens heeft namens ESF Nederland, dat in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de uitvoering van het ESF in Nederland coördineert, dhr. J.F. Heijmans bij notitie van 10 oktober 2000 voorgesteld de subsidie vast te stellen op fl 149.822,00. In deze notitie is kenbaar gemaakt dat verschillende van de onder 1.6 genoemde correcties zijn overgenomen en andere niet. Doorslaggevend is echter dat de maximale hoogte van de ESF-subsidie begrensd wordt door het zogeheten stelsel van co-financiering, dat inhoudt dat de ESF-subsidie maximaal 45/55 deel van publieke co-financiering van het project bedraagt. De overige inkomsten zijn in deze notitie gesteld op fl 183.116,--, het totaalbedrag der uitkeringen van de deelnemers. De bijdrage van de deelnemende gemeenten, fl 96.000,-- is niet als publieke co-financiering aangemerkt, aangezien van deze kosten "niet vastgesteld kan worden dat zij betrekking hebben op het project". Voorgesteld wordt de ESF-subsidie vast te stellen op (45/55) * fl 183.116,--, hetgeen neerkomt op fl 149.822,--. Deze notitie is bij brief van ESF Nederland van 13 december 2000 aan de gemeente Hasselt verzonden. In deze brief is verzocht binnen twee weken te reageren indien men niet akkoord is met de bevindingen. 1.8 Bij brief van 22 december 2000 heeft IWA aan ESF Nederland uiteengezet op welke gronden zij het oneens is met het niet aanmerken van de financiering van de (overige) deelnemende gemeenten en als "publieke co-financiering" Voorts is uiteengezet dat ten onrechte de - als publieke co-financiering aan te merken - toeslag van 15% op de uitkeringen in verband met sociale lasten niet is meegenomen. Als laatste wordt opgemerkt dat de evaluatiekosten van IWA ad f 15.000,-- ten onrechte buiten beschouwing zijn gelaten. 1.9 Bij brief van ESF Nederland van 28 mei 2001 is aan het bezwaar van het buiten beschouwing laten van de toeslag tegemoet gekomen. De totale kosten van het project worden vastgesteld op fl 474.726,-- en de ESF-subsidie op f 205.636,--. Ook hier maximeert de regel van co-financiering de subsidie. De publieke co-inanciering is vastgesteld op een totaal van f 251.333,00, bestaande uit uitkeringen voor uitgeleend personeel f 210.583,-- en co-financiering van de gemeenten f 40.750,--. 1.10 Op 13 juli 2001 is overeenkomstig laatstgenoemde cijfers beschikt. Het subsidiebedrag is daarbij gesteld op f 293.829,--. De rechtbank begrijpt dat dit (grotere dan onder 1.9 genoemde) bedrag niet slechts op 1998 betrekking heeft. 1.11 Tegen de beschikking is geen bezwaar ingediend. 2 Standpunt Cirkelpool primaire vordering 2.1 Volgens de overeenkomst van 14 mei 1998 rustte op Cirkelpool - onder meer - de verplichting om tegenover IWA de door Cirkelpool gemaakte subsidiabele kosten aan te tonen. Op IWA rustte vervolgens de verantwoordelijkheid de ESF-subsidie op de juiste wijze aan te vragen. Cirkelpool heeft aan haar verplichtingen jegens IWA (meer dan) voldaan. Cirkelpool heeft op 25 januari 2000 (productie 5 van Cirkelpool) per brief specificatie van de kosten gegeven, waaronder ook de exploitatiekosten en de overheadkosten. Het Brandweerteam heeft ten aanzien van deze kosten opgemerkt dat - hoewel daar nadrukkelijk om is verzocht - een onderbouwing van deze kosten is uitgebleven. Het moet er dus voor worden gehouden dat IWA de door Cirkelpool verschafte specificaties niet op de juiste wijze heeft doorgeleid naar het ESF, temeer nu Cirkelpool ten aanzien van een vorig project op dezelfde wijze als bij het onderhavige project de exploitatie- en overheadkosten heeft onderbouwd. Deze onderbouwing is wél geaccepteerd door het ESF. Evenmin heeft IWA aan Cirkelpool verzocht deze kostenposten nader uiteen te zetten, dan wel naar het ESF deze kosten op zodanige wijze onderbouwd dat deze subsidiabel werden. IWA heeft Cirkelpool lange tijd onkundig gehouden van de opstelling van het ESF ter zake deze kosten. In de reactie van 22 december 2000 op de eindrapportage van het ESF heeft IWA nagelaten ter zake deze kostenposten opmerkingen geplaatst. Dat geldt ook voor de brief van IWA aan het ESF op 22 juni 2001. IWA heeft aan Cirkelpool aangeboden dat Cirkelpool deze kosten rechtstreeks aan het ESF zou kunnen toelichten. Cirkelpool heeft dit echter geweigerd, aangezien dit buiten haar contractuele verantwoordelijkheid lag. IWA heeft aangeboden tegen de definitieve beschikking bezwaar te maken indien Cirkelpool bereid was om de gemeente Zwartewaterland - de geadresseerde van de beschikking - te vrijwaren tegen een ongunstiger beschikking in bezwaar. Cirkelpool heeft dit geweigerd, aangezien dit juist in de risicosfeer van IWA behoort te liggen en Cirkelpool, voordat werd beschikt, ten allen tijde bereid is geweest de kostenposten toe te lichten. Nu de weigering door het ESF deze kosten te subsidiëren op IWA is terug te voeren en Cirkelpool aan haar contractuele verplichtingen heeft voldaan is IWA gehouden deze ook deze kostenposten aan Cirkelpool te vergoeden. subsidiaire vordering 2.2 Aan de gedeeltelijke afwijzing van de subsidieaanvraag lag niet (slechts) de afwijzing van de exploitatie- en overheadkosten van Cirkelpool ten grondslag. Ook afgewezen zijn evaluatiekosten van f 15.000,-- van IWA. Daarnaast is in het kader van co-financiering niet f. 96.000,--, maar slechts de betaling van (thans) de gemeente Zwartewaterland in acht genomen van f 40.750,--. Beide zaken dienen voor rekening te blijven van IWA, en dus dient (in ieder geval) een gedeelte van een deel van de onbetaald gebleven facturen van Cirkelpool aan IWA alsnog te worden voldaan. Het verschil tussen de totaal gemaakte kosten en inkomsten van het project "In Balans" bedragen f 44.263,--, terwijl Cirkelpool tot een bedrag van f 66.982,-- door haar gemaakte kosten niet betaald heeft gekregen. In ieder geval dient het verschil tussen deze twee bedragen aan Cirkelpool te worden doorbetaald, aangezien voor zover f 66.982,-- f 44.263,-- overschrijdt, IWA wel inkomsten heeft ontvangen. IWA is in zoverre ongerechtvaardigd verrijkt. Indien het gehele saldotekort van f 44.263,-- voor Cirkelpool gelaten wordt, dan krijgt IWA haar kosten geheel vergoed uit ESF-subsidie. Echter, een deel van haar kosten is door het ESF ook afgewezen, namelijk de evaluatiekosten van f 15.000,-- . De weigering van deze kosten dient naar rato te worden verdeeld, zodat IWA hooguit een bedrag van f 35.000,-- mag inhouden en de rest van de openstaande factuur (f 31.982.--) nog aan Cirkelpool moet worden uitbetaald. rente 2.3 De thans nog openstaande bedragen zijn op 23 oktober 1998 gefactureerd, zodat rente is verschuldigd vanaf 6 november 1998, althans in ieder geval vanaf acht dagen na één van de overige data waarop Cirkelpool aanspraak heeft gemaakt op betaling. buitengerechtelijke kosten 2.4 Cirkelpool heeft, vanwege het uitblijven van betaling een deurwaarder in moeten schakelen, de aldus gemaakte buitengerechtelijke incassokosten bedragen € 1.681,51, subsidiair twee punten van het toepasselijk liquidatietarief, derhalve € 998,--. 3 Standpunt IWA ten aanzien van de primaire vordering 3.1 IWA stelt zich op het standpunt dat de primaire vordering dient te worden afgewezen. Uit de overeenkomst van 14 mei 1998 kan niet anders worden afgeleid dan dat vorderingen van Cirkelpool eerst opeisbaar zijn indien en voorzover IWA van het ESF voorschotten heeft ontvangen. IWA is contractueel slechts gehouden tot het aanvragen van voorschotten indien en voorzover de door Cirkelpool ten behoeve van die aanvraag te overhandigen informatie voldoet aan de ESF-regelgeving. De weigering andere gemeentegelden dan die van de gemeente Zwartewaterland als publieke middelen aan te merken, komt, gelet op het bepaalde in onderdelen 3 en 4 van artikel 7 van de overeenkomst voor rekening en risico van Cirkelpool. Anders dan Cirkelpool stelt heeft IWA de door Cirkelpool aangeleverde bescheiden ter onderbouwing van de subsidieaanvraag aan het ESF verzonden. Voorzover op grond van die stukken de exploitatie- en overheadkosten niet voor vergoeding door het ESF in aanmerking zijn gekomen dient dat derhalve voor rekening van Cirkelpool te blijven. De vergelijking met de onderbouwing van deze kosten van het project "De Harde Kern" gaat derhalve mank. Anders dan Cirkelpool stelt heeft IWA Cirkelpool goed en tijdig op de hoogte gesteld van de opstelling van het ESF. Zo heeft IWA, direct nadat zij op 16 december 2000 op de hoogte raakte van de eindrapportage, mondeling om een reactie gevraagd. Cirkelpool moet in ieder geval vanaf 16 februari 2001 op de hoogte zijn geweest van de non-acceptatie van de exploitatie- en overheadkosten. Voorts heeft IWA bij brief van 12 april 2001 aan Cirkelpool verzocht op korte termijn informatie aan ESF ter beschikking te stellen. Cirkelpool heeft vervolgens nogmaals bij brief van 23 april 2003- buiten de termijn daartoe was gesteld - dezelfde stukken als die zij eerder ter onderbouwing had verzonden, aan IWA verzonden. Cirkelpool miskent hiermee echter dat (ook voor Cirkelpool) duidelijk had moeten zijn dat het ESF deze onderbouwing reeds als onvoldoende had geoordeeld. IWA heeft deze brief overigens niet ontvangen, hetgeen voor risico van Cirkelpool dient te blijven. IWA is vervolgens in haar brieven naar ESF-instanties niet meer ingegaan op de exploitatie- en overheadkosten, aangezien de benodigde informatie haar ontbrak. IWA heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat het risico van een bezwaarprocedure bij Cirkelpool diende te liggen. Overigens heeft IWA nimmer een verzoek bereikt om bezwaar tegen de beschikking in te stellen. ten aanzien van de subsidiaire vordering 3.2 Ook deze vordering dient volgens IWA te worden afgewezen. Op grond van de overeenkomst van 14 mei 1998 is IWA slechts gehouden tot vergoeding aan Cirkelpool van (voor zover van belang) kosten die door ESF worden gesubsidieerd. De exploitatie- en overheadkosten zijn met zoveel woorden afgewezen door de ESF-instanties. Er is dan ook geen grond voor vergoeding van die kosten. Van ongerechtvaardigde verrijking is evenmin sprake. Cirkelpool zou ongerechtvaardigd worden verrijkt indien zij voor afgewezen kosten subsidie zou ontvangen. Indien een nacontrole zou plaatsvinden zou het goed mogelijk zijn dat de subsidie alsnog lager zou worden vastgesteld: het ESF lijkt ten onrechte te zijn uitgegaan van een bijdrage van de gemeentes van € 40.500,-- zodat de ESF-restfinanciering te hoog is uitgevallen. Zo IWA al gehouden zou zijn aan Cirkelpool een bedrag te betalen dient Cirkelpool dan ook zekerheid te stellen voor de van IWA reeds ontvangen en eventueel nog te ontvangen bedragen. Het (wellicht ten onrechte toegekende) voordeel bedraagt f 37.493,--. Voor zover Cirkelpool al een bedrag toekomt zou dit voordeel naar rato van de afgewezen kosten moeten worden toegekend aan Cirkelpool en IWA. buitengerechtelijke incassokosten 3.3 De buitengerechtelijke incassokosten dienen, nu niet meer is ondernomen dan een enkele sommatiebrief, te worden afgewezen. 4 Beoordeling van het geschil ten aanzien van de primaire en de subsidiaire vordering 4.1 Kern van dit geschil is de vraag of IWA op grond van de overeenkomst van 14 mei 1998 gehouden is de door Cirkelpool gedeclareerde exploitatie- en overheadkosten aan Cirkelpool te vergoeden. 4.2 De rechtbank stelt voorop dat noch uit de beschikking van 13 juli 2001, noch uit de wijze waarop deze tot stand is gekomen valt af te leiden dat het al dan niet subsidiabel zijn van de exploitatie- en overheadkosten enige invloed heeft gehad op de uiteindelijk vastgestelde hoogte van de subsidie. Immers, als vaststaand moet worden aangenomen dat - ook indien deze kosten wel door de ESF-instanties zouden zijn geaccepteerd - dit niet tot een hogere subsidie zou hebben geleid nu de subsidie is gemaximeerd door de regel van publieke co-financiering. Dat, de co-financieringsregel wegdenkende, deze kostenposten - evenals de door IWA opgevoerde evaluatiekosten - zouden zijn afgewezen is boven alle twijfel verheven. Dat deze kosten wél zijn gemaakt volgt uit de stellingen van Cirkelpool en dient, nu dat door IWA niet is weersproken, als vaststaand te worden aangenomen. Hetzelfde geldt voor de in r.o. 1.8 genoemde evaluatiekosten. 4.3 Partijen hebben in de overeenkomst van 14 mei 1998 afspraken gemaakt ter zake enerzijds de verplichting van Cirkelpool om ESF-conform de verschillende kostenposten te onderbouwen en anderzijds de verplichting van IWA tot uitbetaling van (voorschotten op) de ESF-subsidie. In deze overeenkomst is met name artikel 7 van belang, zoals reeds hiervoor in r.o. 1.3 geciteerd. 4.4 De omstandigheid dat de subsidie aanvraag (gedeeltelijk) is afgewezen op grond van de co-financieringsregel brengt mee dat - óók indien vast zou zijn komen te staan dat: 1. Cirkelpool deze kosten op ESF-conforme wijze zou hebben onderbouwd; 2. IWA -samengevat- steken zou hebben laten vallen bij het aan het ESF presenteren van deze gegevens; 3. ESF wel tot vergoeding van deze kosten zou zijn overgaan indien IWA "geen steken zou hebben laten vallen"; - deze kosten (in ieder geval deels, maar dat ziet op de subsidiaire vordering) niet voor vergoeding door het ESF in aanmerking zouden zijn gekomen. Daarmee is, gelet op artikel 7 van de overeenkomst, gegeven dat IWA niet is gehouden tot integrale vergoeding van de door Cirkelpool bij IWA gedeclareerde exploitatie- en overheadkosten. De primaire vordering dient dan ook te worden afgewezen. Dat zou slechts anders hebben kunnen zijn indien zou zijn komen vast te staan dat IWA in gebreke is geweest ter zake de onderbouwing van de publieke co-financiering. Dat door een fout van IWA de publieke co-financiering niet op f 96.000,-- doch op f 40.750,-- is gesteld, is echter in het geheel niet gebleken, temeer nu IWA tijdig en gemotiveerd aan het ESF uiteen heeft gezet op welke grond zij meende dat de publieke co-financiering op f 96.000,-- diende te worden gesteld. 4.5 De subsidiaire vordering stelt de vraag aan de orde of IWA gehouden is een gedeelte van de door haar niet vergoede, maar door Cirkelpool wel gedeclareerde kosten, te voldoen. 4.6 Voor de beantwoording van die vraag is van belang dat, de maximering van de subsidie op grond van de publieke co-financieringsregel weggedacht, niet alleen de exploitatie- en overheadkosten van Cirkelpool, maar ook de evaluatiekosten van IWA door het ESF niet subsidiabel zouden zijn geacht. Het is, naar het oordeel van de rechtbank op die grond dan niet juist dat de (hypothetisch afgewezen) kosten van Cirkelpool integraal niet voor vergoeding in aanmerking zouden komen, doch IWA haar (hypothetisch afgewezen) evaluatiekosten wel vergoed zou zien. Immers, gesteld noch gebleken is dat Cirkelpool haar verplichtingen - voor zover gerelateerd aan de publieke co-financiering - niet is nagekomen. Gelet op hetgeen partijen zijn overeengekomen ligt het derhalve in de rede dat het nadeel (bestaande uit het verschil van wat met de subsidie aanvraag beoogd is te verkrijgen en wat uiteindelijk als subsidie is vastgesteld) naar rato dient te worden toegedeeld aan Cirkelpool en IWA. Dat leidt tot de navolgende berekening: IWA dient derhalve alsnog het verschil tussen f 66.982,-- en f 36.348,98, is f 30.633,02 (€ 13.900,66) aan Cirkelpool te vergoeden. rente 4.7 De rente over dit bedrag is toewijsbaar vanaf het moment dat IWA gehouden was dit bedrag te voldoen. Onweersproken is dat IWA eind 2000 de ESF-gelden heeft ontvangen en dat eerst op dat moment een verplichting tot doorbetaling van die bedragen ontstond, zodat zij rente verschuldigd raakt vanaf 1 januari 2001. meerdere zekerheid 4.8 IWA heeft gesteld dat bij een veroordeling tot betaling van een bepaald bedrag aan Cirkelpool, Cirkelpool gehouden is zekerheid te verschaffen in verband met eventuele terugvorderingen door het ESF. Het verzoek tot het verbinden van deze voorwaarde aan de veroordeling wordt afgewezen. De beschikking van 13 juli 2001 is inmiddels rechtens onaantastbaar geworden. Op geen enkele wijze is aannemelijk geworden dat het ESF tot terugvordering zal overgaan, temeer nu niet valt in te zien dat het ESF voor het vaststellen van de subsidie van twee verschillende maatstaven zal uitgaan, namelijk enerzijds (bij de maximering van de subsidie) van een publieke co-financiering van f 40.750,-- en anderzijds (bij de vaststelling van de hoogte van de restfinanciering) van het volledige bedrag van f 96.000,--. buitengerechtelijke incassokosten 4.9 Voldoende is komen vast te staan dat Cirkelpool voor de incasso van haar vordering meer heeft gedaan dan het versturen van een enkele aanmaningsbrief. In een geval waarin een partij overgaat tot invordering van buitengerechtelijke kosten dienen deze kosten ingevolge het bepaalde in artikel 242 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de grenzen van de redelijkheid niet te overschrijden. De rechtbank zal overeenkomstig deze bepaling het bedrag aan kosten matigen tot een bedrag gelijk aan twee punten van het toepasselijke liquidatietarief in eerste aanleg, met een maximum van 15% van de hoofdsom, in het onderhavige geval € 998,--. proceskosten 4.10 Nu beide partijen over een weer deels in het (on)gelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten als na te melden worden gecompenseerd. BESLISSING I De rechtbank veroordeelt IWA om aan Cirkelpool een bedrag van € 14.898,66 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 13.900,66 van 1 januari 2001 tot de dag van betaling. II De rechtbank compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij met haar kosten belast blijft. III Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad. IV Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen. Dit vonnis is gewezen door mr. W.N. Everts, en in het openbaar uitgesproken op woensdag 9 juli 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.