Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AM5481

Datum uitspraak2003-10-29
Datum gepubliceerd2003-10-29
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200303612/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 27 september 2001 heeft de raad van de gemeente Sint-Oedenrode (hierna: de raad) de noordelijke rijbaan van de Markt, voorzover gelegen voor café “[naam]” [locatie], onttrokken aan het openbaar verkeer.


Uitspraak

200303612/1. Datum uitspraak: 29 oktober 2003 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant], wonend te [woonplaats], tegen de uitspraak van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 25 april 2003 in het geding tussen: appellant en de raad van de gemeente Sint-Oedenrode. 1. Procesverloop Bij besluit van 27 september 2001 heeft de raad van de gemeente Sint-Oedenrode (hierna: de raad) de noordelijke rijbaan van de Markt, voorzover gelegen voor café “[naam]” [locatie], onttrokken aan het openbaar verkeer. Bij besluit van 23 mei 2002 heeft de raad dit besluit ingetrokken. Bij besluit van 7 november 2002 heeft de raad het tegen het besluit van 27 september 2001 door appellant gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 25 april 2003, verzonden op 29 april 2003, heeft de rechtbank te 's-Hertogenbosch (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 4 juni 2003, bij de Raad van State ingekomen op 5 juni 2003, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. Bij brief van 23 juli 2003 heeft de raad van antwoord gediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 september 2003, waar appellant in persoon en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.H.J. van Els, ambtenaar der gemeente, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Hetgeen appellant trachtte te bereiken met zijn bezwaar, te weten de intrekking van het besluit van 27 september 2001, is bij besluit van 23 mei 2002 verwezenlijkt. Gesteld noch gebleken is dat appellant schade heeft geleden als gevolg van het ingetrokken besluit van 27 september 2001. De rechtbank is dan ook op goede gronden tot het juiste oordeel gekomen dat de raad het tegen dat besluit gerichte bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens gebrek aan procesbelang. 2.2. Het hoger beroep is derhalve ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. W. van den Brink, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.Z.C. Koutstaal, ambtenaar van Staat. w.g. Van den Brink w.g. Koutstaal Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 29 oktober 2003 383.