Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AN7920

Datum uitspraak2003-11-03
Datum gepubliceerd2003-11-11
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200305156/2
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 28 november 2002 heeft de gemeenteraad van Ambt Montfort, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2002, het bestemmingsplan "Kern Posterholt 2000" vastgesteld. Verweerder heeft bij zijn besluit van 8 juli 2003, kenmerk 2003/28931, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan. Tegen dit besluit heeft onder meer verzoeker bij brief van 26 augustus 2003, bij de Raad van State ingekomen op 28 augustus 2003, beroep ingesteld. Bij deze brief heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.


Uitspraak

200305156/2. Datum uitspraak: 3 november 2003 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer: [verzoeker], wonend te [woonplaats], en het college van gedeputeerde staten van Limburg, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 28 november 2002 heeft de gemeenteraad van Ambt Montfort, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2002, het bestemmingsplan "Kern Posterholt 2000" vastgesteld. Verweerder heeft bij zijn besluit van 8 juli 2003, kenmerk 2003/28931, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan. Tegen dit besluit heeft onder meer verzoeker bij brief van 26 augustus 2003, bij de Raad van State ingekomen op 28 augustus 2003, beroep ingesteld. Bij deze brief heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 17 oktober 2003, waar verzoeker, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en verweerder, vertegenwoordigd door mr. R.Th.B. Drummen MM, ambtenaar bij de provincie, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2. Verzoeker is van mening dat het plan ten onrechte niet voorziet in een bouwmogelijkheid naast zijn woning op de hoek van de Winkelweg met de Boomstraat. Hij vraagt de Voorzitter hiervoor een voorlopige voorziening te treffen. 2.3. Vast staat dat de door verzoeker gewenste bouwmogelijkheid niet in het plan is opgenomen. Verweerder heeft het plan op dit onderdeel goedgekeurd. De Voorzitter acht de gevraagde voorlopige voorziening, inhoudende dat verzoeker mag handelen alsof aan hem op de hoek Winkelweg/Boomstraat een bouwmogelijkheid is toegekend, te verstrekkend. De Voorzitter is niet gebleken van zo bijzondere omstandigheden dat de behandeling van de zaak in de bodemprocedure niet kan worden afgewacht en het verzoek zou moeten worden toegewezen. Daarbij neemt hij in aanmerking dat de Afdeling het beroep van verzoeker naar verwachting binnen enkele maanden ter zitting zal behandelen. 2.4. De Voorzitter wijst het verzoek dan ook af. 2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: wijst het verzoek af. Aldus vastgesteld door dr. D. Dolman, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. C.M. Nollen, ambtenaar van Staat. w.g. Dolman w.g. Nollen Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 3 november 2003 332.