Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AN7930

Datum uitspraak2003-11-03
Datum gepubliceerd2003-11-11
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200305641/2
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 18 november 2002 heeft de gemeenteraad van Wageningen het bestemmingsplan ''Groot Hinkeloord'' vastgesteld. Bij besluit van 24 juni 2003, no. RE2002.122096, heeft verweerder beslist over de goedkeuring van dit plan. Tegen dit besluit heeft onder meer verzoeker bij brief van 21 augustus 2003, bij de Raad van State ingekomen op 22 augustus 2003, beroep ingesteld. Bij faxbericht van 22 augustus 2003 heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.


Uitspraak

200305641/2. Datum uitspraak: 3 november 2003 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer: [verzoeker], wonend te [woonplaats], en het college van gedeputeerde staten van Gelderland, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 18 november 2002 heeft de gemeenteraad van Wageningen het bestemmingsplan "Groot Hinkeloord" vastgesteld. Bij besluit van 24 juni 2003, no. RE2002.122096, heeft verweerder beslist over de goedkeuring van dit plan. Tegen dit besluit heeft onder meer verzoeker bij brief van 21 augustus 2003, bij de Raad van State ingekomen op 22 augustus 2003, beroep ingesteld. Bij faxbericht van 22 augustus 2003 heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 17 oktober 2003, waar verzoeker, vertegenwoordigd door mr. F.F. Scheffer, gemachtigde, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. E.T. de Jong, advocaat te Arnhem, zijn verschenen. Verder is daar gehoord de gemeenteraad van Wageningen, vertegenwoordigd door N.J. Stoop en W.H. Pol, ambtenaren bij de gemeente. 2. Overwegingen 2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2. Het plan voorziet in een nieuwe planologische regeling voor het voormalige universiteitsterrein Groot Hinkeloord. Verweerder heeft het plan, met uitzondering van de bestemming “Kantoren en maatschappelijke doeleinden”, goedgekeurd. 2.3. Verzoeker komt op voor het behoud van de natuur- en natuurhistorische waarden in het plangebied. Hij is van mening dat de gemeenteraad en verweerder hiernaar onvoldoende onderzoek hebben verricht en dat het plan deze waarden onvoldoende beschermt. 2.4. Verweerder heeft, zoals hiervoor vermeld, deels goedkeuring aan de bouwmogelijkheden in het plan onthouden. Voor het overige bestaat het plan uit bestemmingen voor reeds bestaande bebouwing en uit een uit te werken woonbestemming. Gelet hierop ziet de Voorzitter geen aanleiding voor het oordeel dat een voorlopige voorziening moet worden getroffen om onomkeerbare gevolgen van inwerkingtreding van het plan te voorkomen. Nu een spoedeisend belang ontbreekt, ziet de Voorzitter geen aanleiding een voorlopig oordeel te geven over de bezwaren van verzoeker omtrent de natuurlijke en natuurhistorische waarden in het plangebied. Deze dienen bij de behandeling van de bodemzaak door de Afdeling aan de orde te komen. 2.5. De Voorzitter wijst het verzoek mitsdien af. 2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: wijst het verzoek af. Aldus vastgesteld door dr. D. Dolman, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. C.M. Nollen, ambtenaar van Staat. w.g. Dolman w.g. Nollen Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 3 november 2003 332.