Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AN8060

Datum uitspraak2003-11-04
Datum gepubliceerd2003-11-13
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers02/002247-02; 02/070603-03; 02/001699-03; 02/018027-03
Statusgepubliceerd


Indicatie

Rechtbank Breda heeft onder meer bewezen verklaard dat verdachte cavia's bij verscheidene kinderboerderijen in West-Brabant heeft gestolen en vervolgens bizarre methoden heeft toegepast om deze cavia's om het leven te brengen. Artikel 350 lid 2 WvSr. Ten aanzien van deze feiten is door de rechtbank TBS met dwangverpleging bevolen.


Uitspraak

RECHTBANK BREDA Parketnummer(s): 02/002247-02; 02/070603-03; 02/001699-03; 02/018027-03 1 Partijen. Onderzoek van de zaak. In de ter terechtzitting overeenkomstig artikel 285 van het wetboek van strafvordering gevoegde zaken onder voormelde parketnummers van de officier van justitie in het arrondissement Breda tegen: [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], thans verblijvende te Grave, Huis van Bewaring Grave (Unit A + B), heeft de meervoudige kamer van deze rechtbank het volgende vonnis gewezen. De rechtbank heeft de gedingstukken gezien en de zaak onderzocht ter terechtzitting. Zij heeft de vordering van de officier van justitie gehoord en het verweer dat naar voren is gebracht door de verdachte en de raadsvrouwe. 2 De tenlastelegging. De verdachte staat terecht, terzake dat parketnummer 02/002247-02: feit 1. hij op of omstreeks 05 november 2002 te Roosendaal, in elk geval in Nederland, [slachto[slachtoffer B.] meermalen, althans eenmaal, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend meermalen, althans eenmaal, een gaspistool, althans een vuurwapen, zichtbaar voor die [slachtoffer B.] in een zijner handen gehouden en/of dat gaspistool, althans dat vuurwapen, in de richting van die [slachtoffer B.] gehouden en/of met dat gaspistool, althans met dat vuurwapen, meermalen, althans eenmaal geschoten (in de richting van die [slachtoffer B.]); art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht feit 2. hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 01 september 2002 tot en met 08 november 2002 te Roosendaal een of meer wapens van categorie III, te weten een start- alarmpistool (merk Valtro, type MOD. 8000 F.S.) en/of de bij dat start- alarmpistool behorende munitie (60 knalpatronen, merk P.A. Knall), voorhanden heeft gehad en/of heeft gedragen; art 26 lid 1 Wet wapens en munitie feit 3. hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 05 november 2002 tot en met 08 november 2002 te Roosendaal (een) luchtdrukgeweer (merk Diana, type MOC.48, 5,5 mm), zijnde (een) voorwerp(en) als bedoeld in de categorie IV van de Wet wapens en munitie, heeft gedragen; art 27 lid 1 Wet wapens en munitie parketnummer 02/070603-03: feit 1. hij op of omstreeks 25 april 2003 (om of omstreeks 01.00 uur) te Roosendaal met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (bedrijfs)pand gevestigd aan het Oostplein heeft weggenomen een (TFT) beeldscherm (merk: Advent) en/of vier alarm(rook)melders, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Kwantum, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht feit 2 primair. hij op of omstreeks 25 april 2003 te Roosendaal (om of omstreeks 04.30 uur) met het oogmerk van wederrechtelijke toeeïgening in/uit een (bedrijfs)pand gelegen aan het Oostplein heeft weggenomen vier videobanden en/of twee DVD's, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Kwantum, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen videobanden en/of DVD's onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel; art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht feit 2 subsidiair. hij op of omstreeks 25 april 2003 te Roosendaal (om of omstreeks 04.30 uur) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toeeïgening in/uit een (bedrijfs)pand gelegen aan het Oostplein weg te nemen vier videobanden en/of twee DVD's, geheel of ten dele toebehorende aan Kwantum, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot de plaats des misdrijfs te verschaffen en/of die/dat weg te nemen videobanden en/of DVD's onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, door een haak door de brievenbus in een deur van dat (bedrijfs)pand te steken en/of vervolgens met die haak die deur te openen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht parketnummer 02/001699-03: feit 1. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 april 2003 tot en met 30 april 2003 te Roosendaal, in/uit een kinderboerderij gelegen aan de Ambrozijnberg (202), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, (ongeveer) tien cavia('s) en/of drie drink- en/of voederbakken en/of drie kooien en/of een hoeveelheid dierenvoeder, in elk geval enig(e) dier(en) en/of enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan kinderboerderij Minnebeek en/of Gemeente Roosendaal, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen dier(en) en/of goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een vals(e) sleutel(s); art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht feit 2. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 mei 2003 tot en met 11 mei 2003 te Bergen op Zoom, in/uit een kinderboerderij gelegen aan de Balsedreef (5), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, (ongeveer) zevenentwintig (27) cavia's, in elk geval enig(e) dier(en) en/of enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan kinderboerderij 't Appeltje en/of F.C. van Zunderd, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen dier(en) en/of goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een vals(e) sleutel(s); art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht feit 3. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 mei 2003 tot en met 11 mei 2003 te Steenbergen, in/uit een kinderboerderij gelegen aan de Drielindekensweg (5 B), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, (ongeveer) vijftig (50) cavia's, in elk geval enig(e) dier(en) en/of enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan kinderboerderij De Lindehof en/of J.M. Schouteren, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen dier(en) en/of goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een vals(e) sleutel(s); art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht feit 4 primair. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 april 2003 tot en met 15 juni 2003 te Roosendaal en/of te Bergen op Zoom, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk een (groot) aantal cavia's (ongeveer honderd), geheel of ten dele toebehorende aan kinderboerderij Minnebeek en/of Gemeente Roosendaal en/of kinderboerderij 't Appeltje en/of F.C. van Zunderd en/of kinderboerderij De Lindehof en/of J.M. Schouteren en/of (Stichting) kinderboerderij Zevenbergen en/of Gemeente Moerdijk en/of M.J.C. van Delft, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft gedood en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt door (een aantal van) die cavia's (telkens) - de nek om te draaien en/of - (op een tafel te leggen en) een (harde) klap te geven en/of - de kop (met een slagersmes) af te hakken en/of - (met kracht) op de grond te gooien en/of (vervolgens) - er op te gaan staan / te vertrappen; art 350 lid 2 Wetboek van Strafrecht art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht feit 4 subsidiair. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 april 2003 tot en met 15 juni 2003 te Roosendaal, meermalen, althans eenmaal (telkens), zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar was, opzettelijk bij een of meer cavia('s) pijn en/of letsel heeft veroorzaakt en/of de gezondheid van die cavia('s) heeft benadeeld, immers heeft hij, verdachte (telkens) - een (grote) hoeveelheid van die cavia's bij elkaar in een kooi geplaatst (waardoor zij met elkaar vochten) en/of - een of meer van die cavia('s) de kop(pen) afgehakt en/of - een of meer van die cavia('s) (op een tafel gelegd en) (hard) geslagen en/of - een of meer kooi(en) (waarin zich een of meer van die cavia('s) bevonden) onder (piek)stroom gezet en/of - een of meer van die cavia('s) voedsel en/of drinken en/of (frisse) lucht en/of (dag)licht onthouden; art 36 lid 1 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren feit 4 tweede subsidiair. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 april 2003 tot en met 15 juni 2003 te Roosendaal als houder van meerdere dieren, te weten een (grote) hoeveelheid cavia's (ongeveer 127), aan die dieren meermalen, althans eenmaal (telkens) de nodige verzorging heeft onthouden, immers heeft hij, verdachte, (telkens) - een (grote) hoeveelheid van die dieren bij elkaar in een kooi geplaatst (waardoor zij met elkaar vochten) en/of - een of meer van die dieren voedsel en/of drinken en/of (frisse) lucht en/of daglicht onthouden; art 37 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren parketnummer 02/018027-03: hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 06 juni 2003 tot en met 10 juni 2003 te Hoogerheide, gemeente Woensdrecht, meermalen, althans eenmaal (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een medewerker van) (supermarkt) Albert Heijn heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en) (in totaal 470 euro), in elk geval van enig geldbedrag/goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid meermalen, althans eenmaal, (telkens) - in die supermarkt een krat met lege flessen op de lopende band van het emballage-apparaat gezet en/of (vervolgens) - dat krat vastgebonden met een touw(tje) en/of (vervolgens) daardoor die lopende band belet het op die lopende band geplaatste krat weg te voeren waardoor (vervolgens) dat emballage-apparaat de (statiegeld)waarde van dat krat (telkens) optelt en/of (vervolgens) - op een knop van het emballage-apparaat gedrukt teneinde een emballagebon te verkrijgen en/of (vervolgens) - die emballagebon bij de kassa van die supermarkt ingeleverd / aangeboden, waardoor (die medewerker van) (die) (supermarkt) Albert Heijn werd bewogen tot bovenomschreven afgifte; art 326 Wetboek van Strafrecht 3 De geldigheid van de dagvaarding. Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is. 4 De bevoegdheid van de rechtbank. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen. 5 De ontvankelijkheid van de officier van justitie. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Hij kan dus in zijn vordering worden ontvangen. 6 Schorsing der vervolging. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken. 7 De bewezenverklaring. 7.1 Vrijspraak en de gronden daarvoor. Door het onderzoek ter terechtzitting is naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder feit 1 (parketnummer 02/002247-02) is ten laste gelegd, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken. Naar het oordeel van de rechtbank is namelijk niet in rechte komen vaststaan dat verdachte daadwerkelijk met een gaspistool of een vuurwapen op slachtoffer [slachtoffer B.] heeft geschoten of anderszins daarmee bedreigende handelingen heeft verricht, nu bij verdachte een alarm c.q. startpistool inbeslaggenomen is waarmee de bedreiging zou hebben plaatsgevonden. 7.2 Hetgeen bewezen is. Door het onderzoek ter terechtzitting is evenwel naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte parketnummer 02/002247-02: feit 2. hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 01 september 2002 tot en met 08 november 2002 te Roosendaal een of meer wapens van categorie III, te weten een start- alarmpistool (merk Valtro, type MOD. 8000 F.S.) en/of de bij dat start- alarmpistool behorende munitie (60 knalpatronen, merk P.A. Knall), voorhanden heeft gehad en/of heeft gedragen; art 26 lid 1 Wet wapens en munitie feit 3. hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 05 november 2002 tot en met 08 november 2002 te Roosendaal (een) luchtdrukgeweer (merk Diana, type MOC.48, 5,5 mm), zijnde (een) voorwerp(en) als bedoeld in de categorie IV van de Wet wapens en munitie, heeft gedragen; art 27 lid 1 Wet wapens en munitie parketnummer 02/070603-03: feit 1. hij op of omstreeks 25 april 2003 (om of omstreeks 01.00 uur) te Roosendaal met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (bedrijfs)pand gevestigd aan het Oostplein heeft weggenomen een (TFT) beeldscherm (merk: Advent) en/of vier alarm(rook)melders, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Kwantum, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht feit 2 primair. hij op of omstreeks 25 april 2003 te Roosendaal (om of omstreeks 04.30 uur) met het oogmerk van wederrechtelijke toeeïgening in/uit een (bedrijfs)pand gelegen aan het Oostplein heeft weggenomen vier videobanden en/of twee DVD's, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Kwantum, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen videobanden en/of DVD's onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel; art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht parketnummer 02/001699-03: feit 1. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 april 2003 tot en met 30 april 2003 te Roosendaal, in/uit een kinderboerderij gelegen aan de Ambrozijnberg (202), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, (ongeveer) tien cavia('s) en/of drie drink- en/of voederbakken en/of drie kooien en/of een hoeveelheid dierenvoeder, in elk geval enig(e) dier(en) en/of enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan kinderboerderij Minnebeek en/of Gemeente Roosendaal, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen dier(en) en/of goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een vals(e) sleutel(s); art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht feit 2. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 mei 2003 tot en met 11 mei 2003 te Bergen op Zoom, in/uit een kinderboerderij gelegen aan de Balsedreef (5), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, (ongeveer) zevenentwintig (27) cavia's, in elk geval enig(e) dier(en) en/of enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan kinderboerderij 't Appeltje en/of F.C. van Zunderd, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen dier(en) en/of goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een vals(e) sleutel(s); art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht feit 3. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 mei 2003 tot en met 11 mei 2003 te Steenbergen, in/uit een kinderboerderij gelegen aan de Drielindekensweg (5 B), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, (ongeveer) vijftig (50) cavia's, in elk geval enig(e) dier(en) en/of enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan kinderboerderij De Lindehof en/of J.M. Schouteren, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen dier(en) en/of goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een vals(e) sleutel(s); art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht feit 4 primair. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 april 2003 tot en met 15 juni 2003 te Roosendaal en/of te Bergen op Zoom, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk een (groot) aantal cavia's (ongeveer honderd), geheel of ten dele toebehorende aan kinderboerderij Minnebeek en/of Gemeente Roosendaal en/of kinderboerderij 't Appeltje en/of F.C. van Zunderd en/of kinderboerderij De Lindehof en/of J.M. Schouteren en/of (Stichting) kinderboerderij Zevenbergen en/of Gemeente Moerdijk en/of M.J.C. van Delft, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft gedood en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt door (een aantal van) die cavia's (telkens) - de nek om te draaien en/of - (op een tafel te leggen en) een (harde) klap te geven en/of - de kop (met een slagersmes) af te hakken en/of - (met kracht) op de grond te gooien en/of (vervolgens) - er op te gaan staan / te vertrappen; art 350 lid 2 Wetboek van Strafrecht art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht parketnummer 02/018027-03: hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 06 juni 2003 tot en met 10 juni 2003 te Hoogerheide, gemeente Woensdrecht, meermalen, althans eenmaal (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een medewerker van) (supermarkt) Albert Heijn heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en) (in totaal 470 euro), in elk geval van enig geldbedrag/goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid meermalen, althans eenmaal, (telkens) - in die supermarkt een krat met lege flessen op de lopende band van het emballage-apparaat gezet en/of (vervolgens) - dat krat vastgebonden met een touw(tje) en/of (vervolgens) daardoor die lopende band belet het op die lopende band geplaatste krat weg te voeren waardoor (vervolgens) dat emballage-apparaat de (statiegeld)waarde van dat krat (telkens) optelt en/of (vervolgens) - op een knop van het emballage-apparaat gedrukt teneinde een emballagebon te verkrijgen en/of (vervolgens) - die emballagebon bij de kassa van die supermarkt ingeleverd / aangeboden, waardoor (die medewerker van) (die) (supermarkt) Albert Heijn werd bewogen tot bovenomschreven afgifte; art 326 Wetboek van Strafrecht Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. 8 Het bewijs. De overtuiging van de rechtbank, dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en de omstandigheden die zijn vervat in de volgende bewijsmiddelen. De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben. 8.1 De bewijsmiddelen. 9 De strafbaarheid van het bewezene. Het ten laste van verdachte bewezen verklaarde levert op de volgende misdrijven en een overtreding: parketnummer 02/002247-02: feit 2. handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit is begaan door het dragen van een vuurwapen van categorie III en munitie van categorie III; feit 3. handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit is begaan door het dragen van een vuurwapen van categorie IV. parketnummer 02/070603-03: feit 1. diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak; feit 2 primair. diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels. parketnummer 02/001699-03: feit 1. diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak; feit 2. diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak; feit 3. diefstal. feit 4 primair. opzettelijk en wederrechtelijk een dier dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, doden, meermalen gepleegd. parketnummer 02/018027-03: oplichting, meermalen gepleegd. 10 De strafbaarheid van verdachte. Verdachte is strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard, nu niet is gebleken van enige omstandigheid die zijn strafbaarheid zou opheffen. 11 De straffen en maatregelen. 11.1 Het ad informandum gevoegde. De rechtbank heeft in de beoordeling betrokken de door verdachte bekende, maar nog niet ten laste gelegde feiten, die zijn vermeld op de vanwege de officier van justitie aan verdachte betekende onderhavige dagvaarding, te weten: op dagvaarding met parketnummer 02/070603-03: 1. 22 april 2003 tot en met 23 april 2003, Belder, Roosendaal, Gemeente Roosendaal, diefstal in/uit portocabine Autobedrijf Van der Vliet BV (o.a. computer, gsm en radio). 2. 23 december 2002 tot en met 24 december 2002, Kruisakker, Bergen op Zoom, Gemeente Bergen op Zoom, diefstal gereedschappen in/uit GAMMA door middel van braak, verbreking, inklimming. 3. 24 januari 2003 tot en met 19 februari 2003, Belder, Roosendaal, Gemeente Roosendaal, diefstal kentekenplaten bij Autobedrijf Van der Vliet BV. 4. 25 april 2003, Oostplein, Roosendaal, Gemeente Roosendaal, voorhanden hebben van wapens/munitie categorie III (alarmpistool en patronen). op dagvaarding met parketnummer 02/001699-03: 1. van 8 juni 2003 tot en met 9 juni 2003, Roosendaal, Gemeente Roosendaal, diefstal uit kinderboerderij Minnebeek, (braak/verbreking/inklimming/valse sleutels) van 10 cavia's. 2. van 19 mei 2003 tot en met 20 mei 2003, Zevenbergen, Gemeente Moerdijk, diefstal uit kinderboerderij Zevenbergen, (braak/verbreking/inklimming/valse sleutels) van 2 cavia's, voerbak. 3. van 25 mei 2003 tot en met 28 mei 2003, Drunen, Gemeente Heusden, diefstal gepleegd (18 + 2 cavia's) uit hok aan de Grotestraat 173. op dagvaarding met parketnummer 02/018027-03: 1. 31 maart 2003, Belder, Roosendaal, Gemeente Roosendaal, diefstal door middel van braak, verbreking, inklimming, (Citroën AX, grijs, RR-84-DJ). 2. 31 maart 2003, Belder, Roosendaal, Gemeente Roosendaal, diefstal door middel van braak, verbreking, (uit Mercedes 280S radio en radardetector). 3. 29 maart 2003 tot en met 30 maart, Belder, Roosendaal, Gemeente Roosendaal, diefstal door middel van braak, verbreking, inklimming, aanhangwagen uit Belder 7. 12 De algemene overwegingen omtrent de straf en maatregel. Op grond van de aard van het bewezene en het ter informatie bij het dossier gevoegde, dat hierboven is genoemd, alsmede op grond van de omstandigheden, waaronder dit is gepleegd en de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte de straf en maatregel behoren te worden opgelegd, die zij hierna zal bepalen. 12.1 De bijzondere overwegingen omtrent de straf en maatregel. Verdachte heeft zich in een kort tijdsbestek schuldig gemaakt aan verboden wapenbezit, oplichting, een groot aantal diefstallen, van zowel goederen als van tientallen cavia's en het doden van die cavia's, welke strafbare feiten door de rechtbank als ernstig worden beschouwd. Met name rekent de rechtbank het wegnemen van de cavia's bij verscheidene kinderboerderijen in West-Brabant en het martelen en doden van deze dieren verdachte zwaar aan. Dieren op een kinderboerderij brengen veel kindervreugd en moeten een positieve invloed op de sociale ontwikkeling van kinderen hebben. Bovendien leren kinderen op een kinderboerderij respect te hebben voor "alles wat leeft". Het dierenleed dat verdachte heeft veroorzaakt strijdt met de kindvriendelijke omgeving van een kinderboerderij en kan bij de kinderen tot verdriet en verwarring leiden. Ook de kinderen hebben immers via de media kunnen vernemen wat er met de cavia's is gebeurd. Verdachte paste bizarre methoden toe om de cavia's om het leven te brengen: hij onthield ze de noodzakelijke voeding en stopte ze in veel te kleine ruimten, hij onthoofdde ze met een slagersmes of hij gaf ze een harde klap, gooide ze op de grond en vertrapte ze. Hij stopte de beestjes als ze waren doodgemarteld in zijn diepvries. Uiteindelijk heeft hij ook een groot aantal dierenlijken verbrand. Voorts wil de rechtbank de risico's van illegaal wapenbezit benadrukken. Mensen die een wapen voorhanden hebben zullen eerder geneigd zijn dit te gebruiken ten tijde van meningsverschillen en situaties die als lastig en onzeker worden ervaren. Door het verkeerd gebruik van een wapen is de kans aanwezig dat personen ernstig gewond raken of zelfs de dood vinden, danwel zich in ieder geval ernstig bedreigd voelen. De rechtbank heeft kennis genomen van het reclasseringsrapport d.d.11 september 2003, uitgebracht door rapporteur C.C. Snoeijs, met name betreffende de beweegredenen van verdachte die tot het stelen en doden van de cavia's hebben geleid. Desgevraagd heeft verdachte de rapporteur geantwoord dat verveling en het ontbreken van spanning in zijn leven hem tot het plegen van die feiten hebben gebracht en dat hij zelf de kans op recidive om diezelfde redenen aanwezig acht. J.C.P.M. de Veth, psycholoog, en G.C.G.M. Tel, psychiater, hebben naar aanleiding van verdachtes aanhouding terzake van de diefstal van de cavia's en het doden ervan rapport uitgebracht. De rechtbank heeft het rapport van De Veth d.d. 20 augustus in aanmerking genomen, waarin wordt geconcludeerd dat verdachte lijdende is aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, zijnde een pervasieve ontwikkelingsstoornis, die structureel van aard is en ook bestond ten tijde van het tenlastegelegde. De stoornis van verdachte is niet te behandelen, maar het is mogelijk het gedrag van verdachte te beïnvloeden, zodat hij leert inzicht te krijgen in zijn sterke punten en beperkingen. De psychische gesteldheid van betrokkene levert volgens De Veth grond op voor het aannemen van een (sterk) verminderde toerekeningsvatbaarheid. Hij adviseert TBS met dwangverpleging op te leggen. Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op de inhoud van het psychiatrisch rapport van G.C.G.M. Tel d.d. 22 augustus 2003, waaruit blijkt dat de tenlastegelegde feiten voortvloeien uit een pervasieve ontwikkelingsstoornis en de levensfase van jongvolwassenheid die verdachte thans doormaakt. Een intensieve en langdurige behandeling in de vorm van TBS met dwangverpleging is volgens Tel het enig aangewezene. Onbehandeld wordt de recidivekans door Tel reëel en groot geacht, met mogelijke verergering van het gevaarelement. Reclassering Nederland adviseert, blijkens haar rapport d.d. 11 september 2003, verdachte een TBS met voorwaarden op te leggen, daar hij in het verleden heeft laten zien in staat te zijn een gedegen opleiding te volgen en voldoende structuur en discipline te hebben om werk te hebben en vast te houden. De officier van justitie heeft terzake van de (primair) tenlastegelegde feiten een gevangenisstraf geëist voor de duur van 18 maanden. Daarnaast heeft hij gevorderd de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging op te leggen. Alles overwegende, kan naar het oordeel van de rechtbank, ten aanzien van het bewezenverklaarde, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van de hierna te melden duur met zich brengt. Daarnaast onderschrijft de rechtbank met betrekking tot de diefstallen van de cavia's en het doden ervan de conclusies van de psychiater en de psycholoog dat de feiten verdachte (sterk) verminderd kunnen worden toegerekend, omdat bij hem ten tijde van de feiten een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens bestond. Zij stelt vast dat op een aantal door verdachte begane misdrijven naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld. Daarnaast is de rechtbank op grond van hetgeen de psychiater, de psycholoog en de reclassering in hun rapporten vermelden tot het oordeel gekomen dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling rechtvaardigen. De rechtbank neemt de conclusies van de psychiater en de psycholoog over, dat structurele veranderingen, waaronder inzicht in eigen functioneren, bij verdachte noodzakelijk zijn om recidive te verkleinen en in feite slechts middels een residentiële behandeling mogelijk zijn, om zodoende verdachte ook van een 24-uurs behandeling te verzekeren. Uit de rapporten leidt zij immers af dat de kans dat verdachte zich opnieuw aan soortgelijke feiten zal schuldig maken in sterke mate aanwezig is. Gelet op de op te leggen straf en maatregel acht de rechtbank geen termen aanwezig terzake van de gepleegde overtreding in het kader van de Wet wapens en munitie een afzonderlijke straf op te leggen. 12 De toepasselijke wetsartikelen. De beslissing berust op de artikelen 10, 27, 37a, 37b, 57, 91, 310, 311, 326, en 350 van het Wetboek van strafrecht en de artikelen 27, 54, 56 en 60 van de Wet wapens en munitie. 13 De beslissing. RECHTDOENDE beslist de rechtbank als volgt. Zij verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder feit 1 (parketnummer 02/002247-02) is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij. Zij verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 7. is omschreven. Zij verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij. Zij verstaat dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de onder 9. vermelde strafbare feiten. Zij verklaart de verdachte deswege strafbaar. Zij veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (TWAALF) MAANDEN. Zij bepaalt dat de tijd door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht in mindering zal worden gebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf. Daarna gelast zij, terzake van de bewezenverklaarde feiten onder parketnummer 02/001699-03,de terbeschikkingstelling van verdachte en beveelt daarbij dat hij van overheidswege zal worden verpleegd. Dit vonnis is gewezen door mr. Bakx, voorzitter, mr. Walstock-Krens en mr. Kneepkens, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier Roebroeks en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 4 november 2003, zijnde mr. Kneepkens buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.