Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AN8157

Datum uitspraak2002-12-06
Datum gepubliceerd2003-11-14
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers98/04716
Statusgepubliceerd


Indicatie

Kort voor de zitting, hebben partijen ieder afzonderlijk het Hof onder meer bericht dat zij ter slechting van het tussen hen lopende fiscale geschil over het onderhavige tijdvak, nader tot overeenstemming zijn gekomen en dat wat hen betreft de (..) mondelinge behandeling kan komen te vervallen. Partijen hebben vervolgens telefonisch aan de griffier toegezegd dat zij het Hof van de cijfermatige uitwerking van het compromis op de hoogte zullen stellen, waarop de griffier partijen heeft laten weten dat de oproeping als niet gedaan moet worden beschouwd en dat het Hof, na op de hoogte te zijn gesteld van de bedoelde uitwerking, ter zake van de onderhavige aanslag een korte schriftelijke uitspraak zal doen, waarin de uitwerking zal worden vastgelegd.


Uitspraak

BELASTINGKAMER Nr. 98/04716 HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH U I T S P R A A K Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, vijfde enkelvoudige Belastingkamer, op het beroep van X B.V. te Z tegen de uitspraak van het hoofd van de eenheid ondernemingen te Y (hierna: de Inspecteur) van de rijksbelastingdienst op het bezwaarschrift betreffende de naheffingsaanslag in de Omzetbelasting voor het tijdvak 1 januari 1996 tot en met 31 december 1997. 1. Ontstaan en loop van het geding De gemachtigde van belanghebbende en de Inspecteur zijn opgeroepen om voor de mondelinge behandeling van de zaak op de zitting van dinsdag 15 oktober 2002 om 14.30 uur op het adres Leeghwaterlaan 8, Paleis van Justitie te 's-Hertogenbosch te verschijnen. Kort voor de zitting, hebben partijen ieder afzonderlijk het Hof onder meer bericht dat zij ter slechting van het tussen hen lopende fiscale geschil over het onderhavige tijdvak, nader tot overeenstemming zijn gekomen en dat wat hen betreft de op 15 oktober 2002 geplande mondelinge behandeling kan komen te vervallen Partijen hebben vervolgens telefonisch aan de griffier toegezegd dat zij het Hof van de cijfermatige uitwerking van het compromis op de hoogte zullen stellen, waarop de griffier partijen heeft laten weten dat de oproeping als niet gedaan moet worden beschouwd en dat het Hof, na op de hoogte te zijn gesteld van de bedoelde uitwerking, ter zake van de onderhavige aanslag een korte schriftelijke uitspraak zal doen, waarin de uitwerking zal worden vastgelegd. De mondelinge behandeling van de zaak heeft niet plaatsgevonden. 2. Gronden voor de beslissing Het resultaat van het tussen partijen bereikte compromis blijkt uit een als bijlage bij een op 25 november 2002 door de Inspecteur aan het Hof verzonden en aldaar op 25 november 2002 ontvangen fax gevoegd schrijven van de Inspecteur aan de gemachtigde van eveneens 25 november 2002. Op 26 november 2002 heeft het Hof per brief hetzelfde schrijven van de Inspecteur ontvangen. Belanghebbende heeft op 25 november 2002 telefonisch aan de griffier bevestigd met de inhoud van het compromis akkoord te zijn. Van dat compromis maakt onderdeel uit dat de naheffingsaanslag, in verband met het ter beschikking stellen van de camper aan derden, dient te worden verminderd met de over 1996 en 1997 voldane omzetbelasting ten bedrage van respectievelijk fl. 945,= en fl. 1.213,=, in totaal derhalve fl. 2.158,=. Uit vorenbedoeld compromis blijkt tevens dat partijen het erover eens zijn dat belanghebbende recht heeft op een proceskostenvergoeding van fl. 1.420.=. 3. Beslissing Het Hof vernietigt de bestreden uitspraak, vermindert de naheffingsaanslag met fl. 2.158,=, veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 644,37 (fl. 1.420,=), wijst de Staat der Nederlanden aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden en gelast dat door de Inspecteur aan belanghebbende het door deze gestorte griffierecht ad € 36,30 (fl. 80,=) wordt vergoed. Aldus vastgesteld op 6 december 2002 door P.J.M. Bongaarts, lid van voormelde kamer, en op die dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van C.A. Blokx-van Roosmalen, griffier, Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op: 6 december 2002 Het aanwenden van een rechtsmiddel: Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen: 1. Het instellen van beroep in cassatie geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij dit gerechtshof (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch). 2. Bij het beroepschrift wordt een afschrift van de bestreden uitspraak overgelegd. 3. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht; d. de gronden van het beroep in cassatie. Voor het instellen van beroep in cassatie is een griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep ontvangt U een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. Indien U na een mondelinge uitspraak griffierecht hebt betaald ter verkrijging van de vervangende schriftelijke uitspraak van het gerechtshof, komt dit in mindering op het griffierecht dat is verschuldigd voor het indienen van beroep in cassatie. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.