Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AN8805

Datum uitspraak2003-11-24
Datum gepubliceerd2003-11-25
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Groningen
Zaaknummers076014-01
Statusgepubliceerd


Indicatie

Belastingfraude. Vrijspraak.


Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN parketnummer: 076014-01 datum uitspraak: 24 november 2003 op tegenspraak raadslieden: mr. Bosma en mr. De Vries VONNIS van de rechtbank te Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], wonende te [adres] Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 november 2003. TENLASTELEGGING Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij op of omstreeks 2 maart 2000, in de gemeente Groningen, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtspersonen en/of een of meer natuurlijke personen, althans alleen, opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de inkomstenbelasting over het jaar 1998 onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, althans heeft doen of laten doen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) telkens opzettelijk op die bij de inspecteur der belastingen te Groningen ingeleverde aangifte inkomstenbelasting over het jaar 1998 geen of een onjuist bedrag aan (buitenlandse) rente-inkomsten inzake (een) bankrekening(en) bij de Kredietbank Luxembourg te Luxemburg (met de/het rekeningnummer(s) [bankrekeningnummer]) opgegeven en/of vermeld, althans heeft/hebben doen of laten opgeven en/of vermelden, terwijl dat feit ertoe heeft gestrekt dat te weinig belasting werd geheven. VRIJSPRAAK De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte in het jaar 1998 (buitenlandse) rente-inkomsten heeft gehad inzake de bankrekening met nummer [bankrekeningnummer] bij de Kredietbank Luxembourg te Luxemburg. De verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het hem tenlastegelegde. BESLISSING De rechtbank: verklaart het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt de verdachte daarvan vrij. Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. Lahuis, voorzitter, Vucsán en Van Woensel, in tegenwoordigheid van mr. Venema als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 november 2003.