
Jurisprudentie
AO1064
Datum uitspraak2003-12-24
Datum gepubliceerd2003-12-29
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers106396 / HA ZA 03-1955
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2003-12-29
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers106396 / HA ZA 03-1955
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verzoek uit hoofde van 3:53 lid 2 BW tot gedeeltelijke vernietiging van de koopovereenkomst.
Uitspraak
Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 106396 / HA ZA 03-1955
Datum vonnis: 24 december 2003
Vonnis
in de zaak van
X,
wonende te ,
eiser in de vrijwaring,
procureur mr. W.H.B.K. Brunet de Rochebrune,
advocaat mr. ing. A. Klein te Nijmegen,
tegen
Y,
wonende te ,
gedaagde in de vrijwaring,
niet verschenen.
Bij de stukken bevindt zich een afschrift van een door deze rechtbank op 17 september 2003 in de hoofdzaak met rolnummer 03-804 tussen A als eiser en X als gedaagde gewezen incidenteel vonnis, waarbij het X is toegestaan Y in vrijwaring te dagvaarden voor deze rechtbank.
Het verloop van de procedure
Op 21 oktober 2003 is de inleidende dagvaarding (met producties) tot vrijwaring uitgebracht tegen de rolzitting van 29 oktober 2003. De zaak is toen door X niet op de voorgeschreven wijze aangebracht. Vervolgens is op 11 november 2003 tijdig een herstelexploot uitgebracht. Op de daarin genoemde rolzitting van 26 november 2003 is Y niet verschenen, waarna tegen hem verstek is verleend. Ten slotte is vonnis bepaald.
De beoordeling van de vordering
1. X heeft gevorderd, zakelijk weergegeven, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. de op 16 januari 2002 tussen X en Y gesloten koopovereenkomst zal vernietigen dan wel, subsidiair, zal ontbinden;
b.Y jegens zal veroordelen om al datgene te doen waartoe Le op grond van het in de hoofdzaak onder rolnummer 03-804 te wijzen vonnis jegens A mocht worden veroordeeld, met veroordeling van Y in de kosten van de procedure in zowel de hoofdzaak als de vrijwaring.
2. De aan deze vorderingen ten grondslag gelegde feiten zijn niet betwist. Daarom staat vast dat X op 16 januari 2002 bij het sluiten van de hiervoor bedoelde koopovereenkomst met Y, die betrekking heeft op een personenauto van het merk BMW, type 523i met kenteken xx-xx-xx (hierna: de BMW), heeft gedwaald. Op die grond is de vordering tot vernietiging in beginsel toewijsbaar.
3. X heeft voorts de veroordeling van Y gevorderd om jegens hem al datgene te doen waartoe hij (X) in de hoofdzaak jegens A mocht worden veroordeeld. Ook die vordering is in beginsel toewijsbaar, met inbegrip van de veroordeling van Y in de kosten van de procedure in de hoofdzaak waarin X jegens A mocht worden veroordeeld.
4. Ambtshalve wordt met betrekking tot de beide vorderingen het volgende overwogen. Vernietiging heeft terugwerkende kracht (art. 3:53 lid 1 BW). Hierdoor zijn contractspartijen na vernietiging van een overeenkomst in beginsel jegens elkaar gehouden tot teruggave van de over en weer verrichte prestaties. In het onderhavige geval betekent dit dat X na de vernietiging de BMW aan Y zal moeten teruggeven en dat X op zijn beurt aanspraak heeft op terugbetaling door Y van de door hem voor de BMW betaalde koopsom. Indien daarnaast de vordering tot vrijwaring, zoals weergegeven onder 1.b., zou worden toegewezen, dan zou X naast zijn aanspraak op terugbetaling van de koopsom ook aanspraak hebben op betaling van de bedragen die hij in de hoofdzaak eventueel aan A moet betalen. Het zou onrechtvaardig zijn als X deze beide aanspraken jegens Y geldend zou (kunnen) maken.
5. Nu X naast de vernietiging van de koopovereenkomst echter niet de terugbetaling van de koopsom maar de vergoeding van hetgeen hij eventueel aan A moet betalen heeft gevorderd, kunnen ondanks het voorgaande toch de beide vorderingen worden toegewezen. Kennelijk wil X in het kader van de vernietiging geen aanspraak op terugbetaling van de koopsom maken. Dat de vorderingen van X zo moeten worden begrepen wordt ondersteund door de overgelegde brief van de raadsman van X aan Y van 25 juli 2003. Gelet hierop wordt in de vorderingen van X tevens een verzoek uit hoofde van art. 3:53 lid 2 BW gelezen, om aan de vernietiging ten dele haar werking te ontzeggen. Hieraan zal gehoor worden gegeven, door te overwegen dat de vernietiging van de koopovereenkomst in het onderhavige geval niet tot gevolg heeft dat Y de koopsom aan X terug moet betalen. Bij de hierna uit te spreken vernietiging zal naar deze overweging worden verwezen.
6. Als de verliezende partij zal Y worden veroordeeld in de kosten van deze vrijwaringsprocedure.
De beslissing
De rechtbank, recht doende
1. vernietigt de tussen X en Y op 16 januari 2002 gesloten koopovereenkomst met betrekking tot een personenauto van het merk BMW, type 523i met kenteken xx-xx-xx, met inachtneming van hetgeen in rechtsoverweging 5. is overwogen;
2. veroordeelt Y om jegens X al datgene te doen waartoe X in het in de hoofdzaak onder rolnummer 03-804 te wijzen vonnis jegens A mocht worden veroordeeld;
3. veroordeelt Y in de kosten van de vrijwaringsprocedure, tot op heden aan de zijde van X bepaald op € 81,16 voor verschotten en € 390,00 voor salaris procureur;
4. verklaart de onder 2. en 3. gegeven veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Noordraven en uitgespro-ken in het openbaar op woensdag 24 december 2003.
de griffier de rechter
Coll.:
CL