Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AO2644

Datum uitspraak2003-10-29
Datum gepubliceerd2004-01-30
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers2200084603
Statusgepubliceerd


Indicatie

Uit het dossier blijkt niet dat de verdachte dient te worden beschouwd als een andere rechtspersoon dan de bovengenoemde. Aangezien beide dagvaardingen betrekking hebben op dezelfde feiten, wordt de rechtspersoon kennelijk tweemaal vervolgd voor deze feiten, hetgeen in strijd is met artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht. Het openbaar ministerie zal daarom niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in de vervolging.


Uitspraak

rolnummer 2200084603 parketnummer 0975505702 datum uitspraak 29 oktober 2003 tegenspraak GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE economische kamer ARREST gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische kamer van de rechtbank te 's-Gravenhage van 31 januari 2003 in de strafzaak tegen de verdachte: de besloten vennootschap Wegenbouwmaatschappij J. Heijmans B.V., Korenmolenlaan 1e/1f te Woerden. 1. Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 15 oktober 2003. 2. Tenlastelegging Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, zoals ter terechtzitting in eerste aanleg op vordering van de officier van justitie gewijzigd. Van de dagvaarding en van de vordering wijziging tenlastelegging zijn kopieën in dit arrest gevoegd. 3. Procesgang In eerste aanleg is het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte. De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld. 4. Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging Het hof stelt vast dat onder parketnummer 09/007865-02 een dagvaarding met gelijke inhoud als de onderhavige is uitgebracht aan Wegenbouwmaatschappij J. Heijmans B.V., gevestigd aan de Graafsebaan 13 te Rosmalen. Uit het dossier blijkt niet dat de verdachte dient te worden beschouwd als een andere rechtspersoon dan de bovengenoemde. Aangezien beide dagvaardingen betrekking hebben op dezelfde feiten, wordt de rechtspersoon kennelijk tweemaal vervolgd voor deze feiten, hetgeen in strijd is met artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht. Het openbaar ministerie zal daarom niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in de vervolging. BESLISSING Het hof: Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht. Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn vervolging van de verdachte. Dit arrest is gewezen door mrs. Borgesius, Van den Berg en Fleers, in bijzijn van de griffier mr. Postma. Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 29 oktober 2003. Mr. Fleers is buiten staat dit arrest te ondertekenen.