Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AO4608

Datum uitspraak2004-02-13
Datum gepubliceerd2004-03-01
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureCassatie
Instantie naamHoge Raad
ZaaknummersC02/024HR
Statusgepubliceerd


Indicatie

Zie ook zaak AF9414 van 26 september 2003.


Uitspraak

13 februari 2004 Eerste Kamer Nr. C02/024HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: de openbare rechtspersoon REGIOPOLITIE GELDERLAND-ZUID, gevestigd te Nijmegen, EISER tot cassatie, incidenteel verweerder, advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand, t e g e n HOVAX B.V., gevestigd te Nijmegen, VERWEERSTER in cassatie, incidenteel eiseres, advocaat: mr. M.J. Schenck. 1. Het arrest in dit geding De Hoge Raad heeft in deze zaak op 26 september 2003 een arrest uitgesproken. Dat arrest bevat enige kennelijke schrijffouten die zich voor eenvoudig herstel lenen. - De tweede zin van rov. 5.1 moet als volgt worden gelezen: De onderdelen I.2 en II van het incidentele beroep - onderdeel I.1 bevat slechts een inleiding - zijn van de verste strekking, zodat zij het eerst zullen worden besproken. - De eerste twee woorden van de derde zin van rov. 5.1 moeten als volgt worden gelezen: Onderdeel II, - De laatste zin van rov. 5.3 moet als volgt worden gelezen: Onderdeel 1.2, dat op een andere rechtsopvatting is gebaseerd, stuit hierop af. - De laatste zin van rov. 5.5 moet als volgt worden gelezen: De onderdelen 2.2 en 2.4 kunnen dus evenmin tot cassatie leiden. Bij brief van 12 januari 2004 heeft de Hoge Raad de advocaten van partijen op de hoogte gebracht van deze verschrijvingen en hen in de gelegenheid gesteld zich over de verbetering daarvan uit te laten. Beide partijen hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt. 2. Beslissing De Hoge Raad: verbetert de bovenvermelde schrijffouten in het op 26 september 2003 in deze zaak uitgesproken arrest; stelt de verbetering op de minuut van dat arrest. Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 13 februari 2004.