
Jurisprudentie
AO4819
Datum uitspraak2004-03-04
Datum gepubliceerd2004-03-04
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers17050163-01 VON
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2004-03-04
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers17050163-01 VON
Statusgepubliceerd
Indicatie
lasershield, opsporingsonderzoek onvoldoende, vrijspraak
Uitspraak
Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VONNIS
Uitspraak: 4 maart 2004
Parketnummer: 17/050163-01
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 20 februari 2004.
Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
TELASTELEGGING
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
VRIJSPRAAK
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte telaste is gelegd. De rechtbank baseert dit oordeel onder andere op volgende overwegingen:
- het ingestelde onderzoek - althans de weergave daarvan in het proces-verbaal - is onvoldoende geweest. Zo is niet of onvoldoende onderzocht welke apparatuur in of aan het voertuig was aangebracht, hetgeen gelet op de diversiteit van de verkrijgbare apparatuur en de verscheidenheid in de werking daarvan van groot belang is;
- er is niet of onvoldoende vastgesteld of de apparatuur van het gecontroleerde voertuig zodanig operationeel was dat die apparatuur werkte op een wijze die strookte met de verdenking tot het beletten, belemmeren of verijdelen van een snelheidsmeting;
- er is geen of onvoldoende onderzoek verricht naar de mogelijke juistheid van de verklaring van verdachte dat de gebezigde apparatuur een alternatieve aanwending mogelijk maakte;
- de bewijsmiddelen zijn naar het oordeel van de rechtbank niet redengevend voor de conclusie dat verdachte de opzet heeft gehad op het beletten, belemmeren of verijdelen van de snelheidsmeting.
Verdachte zal derhalve van het telastegelegde worden vrijgesproken.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
RECHTDOENDE:
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte is telastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Fuhler, voorzitter, mr. G. Bracht en mr. J.J. Beswerda, rechters, bijgestaan door mr. R.T. Wietzes, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 maart 2004.

