
Jurisprudentie
AO5625
Datum uitspraak2004-03-04
Datum gepubliceerd2004-03-17
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers1176/2003
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2004-03-17
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers1176/2003
Statusgepubliceerd
Indicatie
De echtgenote van de man heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking met de vrouw als verzoekende partij en de man als verweerder, waarin is bepaald dat de man als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het minderjarige kind van de man en de vrouw € euro 226,89 per maand dient te betalen.
Het hof merkt de echtgenote niet aan als belanghebbende in de zin van artikel 798 Rv, nu het geschil tussen de man en de vrouw niet een zaak betreft die rechtstreeks betrekking heeft op rechten of verplichtingen van de echtgenote. Zij wordt niet ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep.
Uitspraak
(bij vervroeging)
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER
BESCHIKKING van 4 maart 2004 in de zaak met rekestnummer 1176/2003 van:
[X],
wonende te [....],
[X],
procureur: mr. P. de Jonge,
t e g e n
[Y],
wonende te [....],
[Y],
procureur: mr. R.J.B. Baarspul.
1. Het geding in hoger beroep
1.1.[X] is in hoger beroep gekomen van de beschikking van 20 augustus 2003 van de rechtbank te Alkmaar, met rekestnummer 65567 / FA RK 03.258.
1.2. [Y] heeft een verweerschrift ingediend.
1.3. De zaak is op 18 februari 2004 ter zitting behandeld.
1.4. Hoewel behoorlijk opgeroepen is namens [Y] niemand verschenen.
2. De ontvankelijkheid van het hoger beroep
2.1. De eerste vraag die beantwoord dient te worden, is of [X] ontvankelijk is in haar hoger beroep tegen de beschikking van 20 augustus 2003 van de rechtbank te Alkmaar met [Y] als verzoekende partij en [....] (hierna: de man) als verweerder, waarin is bepaald dat de man als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het minderjarige kind [....] van de man en [Y] euro€ 226,89 per maand dient te betalen.
2.2. [X] is de echtgenote van de man. Zij kan slechts dan worden ontvangen in het door haar ingestelde hoger beroep, indien zij, gelet op de aard van deze procedure, als belanghebbende in de zin artikel 798, eerste lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan worden aangemerkt. Het hof merkt [X] niet aan als belanghebbende in de zin van voormeld artikel, nu het geschil tussen de man en [Y] niet een zaak betreft die rechtstreeks betrekking heeft op rechten of verplichtingen van [X]. Het door [X] gestelde financiële belang - wat daar overigens ook van zij - maakt dit niet anders.
2.3. Dit leidt tot de volgende beslissing.
5. Beslissing
Het hof:
verklaart [X] niet-ontvankelijk in haar hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Voncken, Driessen-Poortvliet en Zutphen in tegenwoordigheid van mr. Levie als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 maart 2004.

