
Jurisprudentie
AO6592
Datum uitspraak2004-03-23
Datum gepubliceerd2004-03-31
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers20.000233.04
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2004-03-31
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers20.000233.04
Statusgepubliceerd
Indicatie
Nu in eerste aanleg de economische kamer onbevoegd was om kennis te nemen van de strafzaak, was deze kamer evenmin bevoegd tot kennisneming van de vordering ex artikel 36e, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, omdat deze ontnemingszaak dient te worden gezien als een sequeel van de gelijktijdig aanhangig gebrachte strafzaak.
Om die reden is het hof van oordeel dat de economische kamer van de Rechtbank te Roermond zich eveneens onbevoegd had dienen te verklaren om van de onderhavige ontnemingszaak kennis te nemen.
Uitspraak
parketnummer: 20.000233.04 O.W.V.
datum uitspraak: 23 maart 2004
GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
Economische kamer
A R R E S T
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische kamer in de Rechtbank te Roermond van 11 december 2003 in de strafzaak onder parketnummer 04/610166-02 tegen:
[verdachte],
gevestigd te [adres],
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Het hoger beroep
De officier van justitie heeft tijdig tegen genoemd vonnis hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal.
Het vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
De bevoegdheid van de eerste rechter
De verdachte is bij vonnis van de economische kamer van de Rechtbank te Roermond van 30 juli 2003 terzake van hetgeen aan de verdachte bij inleidende dagvaarding is ten laste gelegd vrijgesproken.
De officier van justitie is bij beslissing van 11 december 2003 van voornoemde economische kamer, niet ontvankelijk verklaard in zijn vordering ex artikel 36e, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht. Daarbij is voorts het ter ontneming gelegde beslag opgeheven.
Bij arrest van heden heeft het hof in de strafzaak de economische kamer van de rechtbank onbevoegd verklaard tot kennisneming van hetgeen aan de verdachte bij inleidende dagvaarding onder parketnummer 04/610166-02 is ten laste gelegd.
Nu in eerste aanleg de economische kamer onbevoegd was om kennis te nemen van de strafzaak, was deze kamer evenmin bevoegd tot kennisneming van de vordering ex artikel 36e, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, omdat deze ontnemingszaak dient te worden gezien als een sequeel van de gelijktijdig aanhangig gebrachte strafzaak.
Om die reden is het hof van oordeel dat de economische kamer van de Rechtbank te Roermond zich eveneens onbevoegd had dienen te verklaren om van de onderhavige ontnemingszaak kennis te nemen.
B E S L I S S I N G:
Het hof:
Vernietigt het beroepen vonnis en doet opnieuw recht:
Verklaart de economische kamer van de Rechtbank te Roermond onbevoegd tot kennisneming van de vordering in de ontnemingszaak onder parketnummer 04/610166-02.
Dit arrest is gewezen door Mr. Huurman-van Asten, als voorzitter
Mrs. De Vries-Leemans en Reijntjes, als raadsheren
in tegenwoordigheid van Mr. Bouwer, als griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 maart 2004.
U I T D R A A I G E G E V E N S 1e A A N L E G
zaaknr.: 01A
tijd : 09.30
verdachte:
[verdachte],
gevestigd te [adres],
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande
Is bij vonnis van de economische kamer in de rechtbank te Roermond van 11 december 2003 ter zake van:
"Overtreding van artikel 36e Wetboek van Strafrecht",
veroordeeld tot:
PG niet-ontv. in vord.

