Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AO7187

Datum uitspraak2004-04-01
Datum gepubliceerd2004-04-07
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers100313/KG ZA 04-107
Statusgepubliceerd


Indicatie

"Lycos II". Vervolg op kort geding 11 september 2003 (LJN AL1882). Dwangsommen zijn niet door Lycos verbeurd omdat Lycos aan de veroordeling in eerstgenoemd vonnis heeft voldaan.


Uitspraak

Zaaknummer: 100313/KG ZA 04-107 Vonnisdatum: 1 april 2004 713 RECHTBANK TE HAARLEM, VONNIS IN KORT GEDING in de zaak van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid LYCOS NETHERLANDS B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Haarlem, eisende partij, procureur mr. C.O. Wenckebach, -- tegen -- [gedaagde], wonende te [woonplaats], gedaagde partij, procureur mr. B.A.M. Cordemeyer, advocaat mr. [gedaagde] te [plaats]. Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Lycos respectievelijk [gedaagde] 1. Het verloop van het geding 1.1 Ter terechtzitting van 24 maart 2004 heeft Lycos overeenkomstig de dagvaarding gesteld en overeenkomstig haar akte houdende wijziging van eis gevorderd als hierna onder 3. weergegeven en die vordering toegelicht aan de hand van overgelegde pleit-notities. [gedaagde] heeft tegen deze vordering verweer gevoerd aan de hand van overge-legde pleitnotities. 1.2 Na verder debat in tweede termijn hebben partijen vonnis gevraagd. De uitspraak daarvan is bepaald op 7 april 2004 of zoveel eerder als mogelijk. 2. De vaststaande feiten In dit geding wordt van het volgende uitgegaan: a. De voorzieningenrechter heeft in de zaak met zaaknr/rolnr. 94609/KG ZA 03-426 op 11 september 2003 vonnis gewezen, waarin - onder meer - het volgende is be-slist: De voorzieningenrechter: 6.1 Gebiedt Lycos om [gedaagde] binnen drie dagen na betekening van dit vonnis bekend te maken met de naam en het adres van de bouwer/websitehouder van de website: http://members.lycos.nl/stopthefraud/. 6.2 Veroordeelt Lycos tot betaling aan [gedaagde] van een dwangsom van € 5.000,-- voor ie-dere dag dat zij niet aan genoemd gebod voldoet, zulks tot een maximum van € 100.000,--. b. De raadsman van Lycos heeft bij schrijven d.d. 11 september 2003 aan [gedaagde] het volgende bericht: Ook u zult inmiddels kennis hebben genomen van het door de Voorzieningenrechter Haarlem gewezen vonnis. Uw vordering met betrekking tot de website werd afgewezen, maar de vorde-ring tot afgifte van de NAW gegevens werd toegewezen. Ik doe u bij deze de bij Lycos bekende adresgegevens van de houder van de website onder de URL http://members.lycos.nl/stopthefraud toekomen. Deze gegevens komen rechtstreeks uit de systemen van Lycos Europe GMBH. Lastname: [achternaam] Firstname: [voornaam] Sex: F Address: [straatnaam] Zip Code: [postcode] City: [woonplaats] Country: UK Ik zal cliënte verzoeken de proceskosten te voldoen. (…) c. Op 26 januari 2004 heeft [gedaagde] aan Lycos een brief met de volgende inhoud doen toekomen: Bijgaand doe ik U toekomen afschrift van een schrijven d.d. 12 september 2003 van uw raadsman. Dezelfde brief heb ik nog eenmaal ontvangen van Uw raadsman. U heeft in totaal geen gevolg gegeven aan het vonnis van de President. U heeft een fakeadres opgegeven. Ik verzoek U mij het correcte adres omgaand te doen toekomen. Met betrekking tot het een en ander berichtte ik reeds telefonisch een tweetal maanden geleden uw raadsman. De dwangsom zal bij U worden geïncasseerd. (…) 3. De vordering en de grondslag daarvan 3.1 Lycos vordert, zakelijk weergegeven, dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad: 1. de dwangsomveroordeling die aan Lycos is opgelegd in het tussen partijen op 11 september 2003 gewezen vonnis zal opheffen; 2. [gedaagde] zal bevelen niet over te gaan tot danwel te staken en gestaakt te houden de tenuitvoerlegging van vorenbedoeld vonnis, voor zover [gedaagde] aanspraak maakt op dwangsommen die zouden zijn verbeurd doordat Lycos niet aan het dictum als omschreven in punt 6.1 van dat vonnis zou hebben voldaan; 3. subsidiair, [gedaagde] zal gebieden de op grond van vorenbedoeld vonnis reeds genomen c.q. te nemen executiemaatregelen te staken en gestaakt te houden; 4. meer subsidiair, [gedaagde] zal gebieden de op grond van vorenbedoeld vonnis reeds genomen c.q. te nemen executiemaatregelen te staken en gestaakt te hou-den tot 14 dagen nadat in hoger beroep over het onderhavige geschil is beslist; 5. [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 4.551,75 (inclusief BTW), althans een in goede justitie te bepalen bedrag, terzake de door haar daadwerkelijke gemaakte (advocaat)kosten in verband met het onderhavige ge-schil; 6. [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van deze procedure. 3.2 Lycos legt aan haar vordering ten grondslag dat zij heeft voldaan aan het vonnis van 11 september 2003 en dat er derhalve geen dwangsommen zijn verbeurd. 4. Het verweer en de slotsom daarvan [gedaagde] heeft tegen de vordering gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing daarvan met veroordeling van Lycos in de kosten van het geding. Op dit verweer zal, voor zover van belang, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan. 5. De gronden van de beslissing 5.1 Lycos stelt dat zij heeft voldaan aan het vonnis van 11 september 2003 door de afgifte van de NAW-gegevens zoals die in de (computer)systemen van haar Duitse moeder-bedrijf (Lycos Europe GmbH) zijn geregistreerd. Het is volgens Lycos voor haar zo-wel technisch als feitelijk onmogelijk om andere gegevens omtrent de naam en het adres van de bouwer/houder van de onderhavige website te achterhalen. 5.2 [gedaagde] heeft hiertegen aangevoerd dat het opgegeven adres een vals adres betreft en dat van Lycos in redelijkheid mocht worden verwacht dat zij via andere wegen had geprobeerd de gegevens van de bouwer/houder van de website te achterhalen. 5.3 Vooropgesteld dient te worden dat de voorzieningenrechter weliswaar Lycos een gebod heeft opgelegd om [gedaagde] bekend te maken met de naam en het adres van de bouwer/websitehouder van de website: http://members.lycos.nl/stopthefraud, doch dit gebod vanzelfsprekend slechts ziet op de NAW-gegevens voor zover die bij Lycos bekend zijn. [gedaagde] verweer dat van Lycos een inspanning tot het elders achterhalen van die gegevens mocht worden verwacht, kan in dat licht dan ook niet slagen. 5.4 Gezien de uitgebreide en gemotiveerde weerlegging door Lycos van de stellingen van [gedaagde] over de gang van zaken bij het aangaan en in stand houden van een website -waarvoor bij Lycos geen vergoeding is verschuldigd - is bovendien niet aannemelijk geworden dat Lycos over meer (andere dan [gedaagde] heeft) mogelijkheden beschikt om de NAW-gegevens van de bouwer/houder van de website te achterhalen. 5.5 Het bovenstaande rechtvaardigt de slotsom dat Lycos (tijdig) aan het in het vonnis van 11 september 2003 neergelegde gebod heeft voldaan. Van een verbeurd zijn van de dwangsommen door Lycos is dan ook geen sprake. 5.6 De door Lycos gevorderde (advocaat)kosten zullen worden afgewezen, nu niet is gebleken dat de terzake door haar raadsman verrichte werkzaamheden op iets anders zien dan op voldoening aan het kort gedingvonnis van 11 november 2003 en instructie van de onderhavige zaak en voorbereiding van de zitting in dit geding. De kosten voortvloeiende genoemde voldoening komen voor rekening van Lycos, terwijl de kosten van genoemde instructie en voorbereiding geacht moeten worden te zijn begre-pen in de proceskosten (artikel 241 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorde-ring). Overigens betreft dit onderdeel van de vordering van Lycos een geldvordering. Voor de vraag of toewijzing bij voorraad van een geldvordering in kort geding is ge-ïndiceerd, moet de voorzieningenrechter niet alleen onderzoeken of het bestaan van de geldvordering voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten of omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddel-lijke voorziening is vereist. Nu Lycos omtrent het vereiste spoedeisend belang niets heeft gesteld, laat staan aannemelijk heeft gemaakt, is dit onderdeel van de vordering ook op die grond niet voor toewijzing vatbaar. 5.7 [gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten. 6. De beslissing De voorzieningenrechter: 6.1 Heft de dwangsomveroordeling die aan Lycos is opgelegd in het tussen partijen op 11 september 2003 gewezen vonnis op. 6.2 Beveelt [gedaagde] niet over te gaan tot, danwel te staken en gestaakt te houden de tenuitvoerlegging van vorenbedoeld vonnis, voor zover [gedaagde] aanspraak maakt op dwangsommen die zouden zijn verbeurd doordat Lycos niet aan het dictum als om-schreven in punt 6.1 van dat vonnis zou hebben voldaan. 6.3 Veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, tot op de uitspraak van dit vonnis aan de zijde van Lycos begroot op € 311,40 aan verschotten en € 703,36 aan salaris voor de procureur. 6.4 Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. van der Meer, voorzieningenrechter van deze rechtbank, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 1 april 2004, in te-genwoordigheid van de griffier.