
Jurisprudentie
AO7291
Datum uitspraak2004-04-01
Datum gepubliceerd2004-06-08
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers04/428
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2004-06-08
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers04/428
Statusgepubliceerd
Indicatie
Aan Volker Stevin Rail & Traffic Contracting BV is ontheffing verleend van het in artikel 4.1.7 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Apeldoorn 2001 (Apv 2001) gestelde verbod van het veroorzaken van geluidhinder en waarbij aan deze ontheffing voorwaarden zijn verbonden.
Uitspraak
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Bestuursrecht
Reg.nr.: 04/428
PROCES-VERBAAL VAN MONDELINGE UITSPRAAK
op het verzoek om een voorlopige voorziening in het geschil tussen:
Railinfrabeheer BV en Volker Stevin Rail & Traffic Contracting BV, verzoekers,
en
het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn, verweerder.
1. Bestreden besluit
Besluit van verweerder van 8 maart 2004, waarbij aan Volker Stevin Rail & Traffic Contracting BV ontheffing is verleend van het in artikel 4.1.7 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Apeldoorn 2001 (Apv 2001) gestelde verbod van het veroorzaken van geluidhinder en waarbij aan deze ontheffing voorwaarden zijn verbonden.
2. Procesverloop
Namens verzoekers is bij brief van 12 maart 2004 bezwaar gemaakt tegen twee van de aan de verleende ontheffing verbonden voorwaarden. Bij brief van 19 maart 2004 is verzocht om een voorlopige voorziening. Het verzoek is behandeld ter zitting van 1 april 2004, waar partijen bij gemachtigde zijn verschenen.
3. Motivering
Ingevolge artikel 8:81 van de Awb dient te worden nagegaan, of onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, een voorlopige voorziening vereist. Voor zover deze toetsing meebrengt dat het geschil in de bodemprocedure wordt beoordeeld, heeft deze uitspraak daaromtrent een voorlopig karakter en is deze niet bindend voor de beslissing in die procedure.
In artikel 4.1.7, eerste lid, van de Apv 2001 is bepaald dat het verboden is toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.
Volgens het tweede lid van dit artikel kan verweerder van dit verbod ontheffing verlenen.
Ingevolge artikel 1.4, eerste lid, van de Apv 2001 kunnen aan een ontheffing voorschriften worden verbonden, welke slechts mogen strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de ontheffing is vereist.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder ontheffing verleend ten behoeve van onderhouds- en vernieuwingswerkzaamheden aan het spoor op het baanvak Amersfoort-Apeldoorn en het emplacement. In dit project worden houten dwarsliggers vervangen door betonnen dwarsliggers en wordt een tweetal wissels verwijderd. De werkzaamheden zullen ten dele in in de nacht worden uitgevoerd, waarbij met name in de nachten van 6 op 7 april 2004 en
7 op 8 april 2004 geluidhinder zal worden veroorzaakt bij het aanbrengen van een nieuw bed van steenslag over een afstand van 1.800 meter.
Verweerder heeft aan de ontheffing een vijftal voorschriften verbonden, in het besluit aangeduid als voorwaarden. Het bezwaar van verzoekers is gericht tegen voorwaarde 3 en in verband daarmee tevens tegen voorwaarde 1.
Voorwaarde 1 luidt:
"Tijdens de werkzaamheden mag het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Lar,LT) als gevolg van de werkzaamheden in de nachtperiode (23.00 - 07.00 uur) op de gevel van woningen niet meer bedragen dan 55 dB(A)."
Voorwaarde 3 luidt:
"De voorwaarden 1 en 2 zijn niet van toepassing indien verzoeker bewoners van woningen waarvan het aannemelijk is dat het geluidniveau als gevolg van de werkzaamheden op de gevel hoger is dan de in voorwaarde 1 en/of voorwaarde 2 genoemde geluidsniveaus, ten minste 5 werkdagen voor het begin van die werkzaamheden schriftelijk een overnachting op haar kosten, met een maximum van EUR€ 60,- per persoon per nacht, heeft aangeboden in een hotel of een vergelijkbare accommodatie. Aan deze voorwaarde dient in ieder geval uitvoering te worden gegeven als de werkzaamheden worden uitgevoerd welke gepland staan in de nachten van 6 op 7 april 2004 en 7 op 8 april 2004 voor wat betreft de bewoners van de woningen op de adressen die genoemd zijn in bijlagen 1 van dit besluit en die staan weergegeven op de plattegrondtekening van bijlage 2 van dit besluit."
Verzoekers hebben, onder verwijzing naar jurisprudentie, gesteld dat voorwaarde 3 niet kan worden aangemerkt als een voorschrift dat strekt tot bescherming van het belang in verband waarmee de ontheffing is vereist, namelijk het voorkomen of beperken van geluidhinder.
Verzoekers kunnen vooralsnog in deze stelling worden gevolgd, zodat ernstig moet worden betwijfeld of verweerder bevoegd is een voorschrift als het onderhavige aan een ontheffing te verbinden.
Subsidiair hebben verzoekers betoogd dat - anders dan verweerder in het bestreden besluit heeft overwogen - ook het in twee nachten optreden van een geluidniveau dat uitstijgt boven het in voorwaarde 1 genoemde geluidniveau van 55 dB(A) als gevolg van een noodzakelijk vernieuwingsproject als het onderhavige valt binnen het normaal maatschappelijk risico van de omwonenden van een spoorlijn.
Ook hierin kunnen verzoekers vooralsnog worden gevolgd, mede gelet op de mate en spreiding van de in de onderhavige twee nachten te verwachten geluidhinder. Naar voorlopig oordeel is voorwaarde 3 dan ook - mede gelet op de precedentwerking daarvan - onredelijk bezwarend voor verzoekers in verband met de daaraan verbonden kosten.
Nu er gerede twijfel bestaat of het bestreden besluit, voor zover aangevochten, stand kan houden in de bodemprocedure, is er - gelet op de bij dat besluit betrokken belangen -aanleiding voor het treffen van na te melden voorlopige voorzieningen.
4. Beslissing
De voorzieningenrechter van de rechtbank:
- schorst de aan het bestreden besluit verbonden voorwaarde 3;
- bepaalt dat gedurende deze schorsing voorwaarde 1 niet van toepassing is in de nachtperioden van 6 op 7 april 2004 en 7 op 8 april 2004;
- gelast verweerders gemeente het betaalde griffierecht van €EUR 273,- aan verzoekers te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan op 1 april 2004.
Waarvan proces-verbaal,
mr. P.A.M. Spreuwenberg, griffier
mr. K. van Duyvendijk, rechter

