
Jurisprudentie
AO8254
Datum uitspraak2004-01-28
Datum gepubliceerd2004-04-23
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 03/00894
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2004-04-23
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 03/00894
Statusgepubliceerd
Indicatie
Regeling meetmiddelen politie; De betrokkene voert aan, dat de lasergun waarmee de gedraging is waargenomen in de periode van 12 november 2002 tot 6 mei 2003 geen rechtsgeldig meetmiddel was. Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 22 augustus 2000, gepubliceerd in VR 2000/150, kan niet worden gezegd het gebruik van een lasergun in de door de betrokkene genoemde periode niet rechtsgeldig was.
Uitspraak
WAHV 03/00894
28 januari 2004
CJIB 69056556487
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank te 's-Gravenhage
van 11 augustus 2003
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats]
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement 's-Gravenhage ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft schriftelijk een nadere toelichting gegeven op het beroep.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op de nadere toelichting op het beroep. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
3. Beoordeling
3.1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van €Euro 92,- opgelegd ter zake van "overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom (gedragsregel); > 20 km/h en t/m 25 km/h", welke gedraging zou zijn verricht op 15 november 2002 op de N206 in Noordwijk aan Zee.
3.2. De betrokkene stelt zich - kort samengevat - op het standpunt dat de lasergun waarmee de gedraging is waargenomen in de periode van 12 november 2002 tot 6 mei 2003 geen rechtsmatig (het hof leest: rechtsgeldig) meetmiddel was.
3.3. Niet in geschil is dat de vermeende gedraging op 15 november 2002 is waargenomen met een lasergun.
3.4. Bij vonnis van 12 november 2002 heeft de rechtbank te Leeuwarden het openbaar ministerie in een strafzaak in de vervolging niet-ontvankelijk verklaard, omdat de vervolging van de verstoring van met behulp van de lasergun verrichte snelheidsmetingen door middel van laser-apparatuur "onzorgvuldig" en "buitengewoon disproportioneel" is. In de overwegingen van de rechtbank speelde een rol, dat de lasergun niet was opgenomen in de "Regeling meetmiddelen Politie." .
3.5. Bij arrest van 6 mei 2003 heeft het gerechtshof te Leeuwarden het vonnis van de rechtbank vernietigd en de officier van justitie ontvankelijk verklaard in de vervolging. Hiertoe is onder meer overwogen, dat in het voetspoor van Hoge Raad 22 augustus 2000, VR 2000,150 moet worden geconstateerd dat geen rechtsregel zich verzet tegen gebruik van een meetmiddel, dat niet is opgenomen in de Regeling meetmiddelen politie.
3.6. Gelet op voormeld arrest van de Hoge Raad kan niet worden gezegd, dat het gebruik van een lasergun in de periode van 12 november 2002 tot 6 mei 2003 niet rechtsgeldig is. Daaraan kan niet afdoen dat de rechtbank te Leeuwarden in bovenvermeld vonnis onder meer heeft overwogen dat de lasergun niet is opgenomen in de "Regeling meetmiddelen politie". Immers, voor zover de rechtbank hiermee heeft bedoeld te stellen, dat metingen met behulp van de lasergun niet rechtsgeldig zouden zijn is deze opvatting in strijd met het recht, zoals volgt uit dit arrest van de Hoge Raad, terwijl als de rechtbank dit niet heeft bedoeld te stellen, de betrokkene zich tevergeefs beroept op voormelde uitspraak. Het verweer van de betrokkene treft derhalve geen doel.
3.7. Nu overigens niet is gebleken dat er sprake is van een onbetrouwbare meting, zal het hof de beslissing van de kantonrechter bevestigen.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. Dijkstra, in tegenwoordigheid van mr. Wijma als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.

