Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AO8651

Datum uitspraak2004-03-17
Datum gepubliceerd2004-04-29
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 03/01117
Statusgepubliceerd


Indicatie

Sprake van een doorgetrokken streep in de zin van art. 76 RVV 1990? Bepalend voor de weggebruiker is of de wegmarkering zich aan de gemiddelde weggebruiker voordoet als een doorgetrokken streep in de zin van art. 76 RVV 1990. Richtlijnen voor de bebakening en markering van wegen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Doorgetrokken streep is in dit geval conform deze richtlijn aangebracht. Van enige verwarring kan in casu geen sprake zijn.


Uitspraak

WAHV 03/01117 17 maart 2004 CJIB 49052342693 Gerechtshof te Leeuwarden Arrest op het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank te Amsterdam van 19 september 2003 betreffende [betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene), wonende te [woonplaats]. 1. De beslissing van de kantonrechter De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. 2. Het procesverloop De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend. De betrokkene is in de gelegenheid gesteld het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. 3. Beoordeling 3.1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van €Euro 115,00 opgelegd ter zake van "de doorgetrokken streep overschrijden tussen rijstroken/op paden met verkeer in beide richtingen naar links", welke gedraging zou zijn verricht op 28 maart 2002 om 07.30 uur op de Gooilandweg in Huizen. 3.2. De betrokkene ontkent de gedraging te hebben gepleegd. Hij stelt daartoe dat de door hem overschreden streep geen doorgetrokken streep is in de zin van art. 76 RVV 1990: de streep in kwestie bestaat uit een reeks van opgeplakte stroken van ongeveer 1 meter lengte met een tussenruimte van ongeveer 5 cm. 3.3. De advocaat-generaal heeft bij verweerschrift gesteld dat de desbetreffende markering weliswaar in letterlijke zin niet bestaat uit een doorgetrokken streep met een minimumlengte van 20 meter, zoals voorgeschreven in art. 4 van par. 2 Hoofstuk IV Uitvoeringsvoorschriften BABW en dat er in strikte zin inderdaad sprake is van geringe onderbrekingen, namelijk van 4 cm tussen zogenoemde plakstrepen met een lengte van 103 cm , maar dat deze regeling zich niet richt tot de weggebruiker. Bepalend voor de weggebruiker is of de wegmarkering zich aan de gemiddelde weggebruiker voordoet als een doorgetrokken streep in de zin van artikel 76 RVV 1990. Dat is het geval, omdat de streep, wanneer door de weggebruiker enkele meters vooruit wordt gekeken, hetgeen mag worden verwacht van een weggebruiker die een andere weggebruiker wil passeren, als een doorgetrokken streep oogt. De advocaat-generaal verwijst daarbij ook naar de foto's in het dossier. 3.4. In de "Richtlijnen voor de bebakening en markering van wegen", uitgebracht door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, Dienst Verkeerskunde (december 1991), wordt op blz. 29 over doorgetrokken strepen in de lengterichting het volgende opgemerkt: "Bij doorgetrokken strepen in de lengterichting kunnen afwateringsproblemen ontstaan indien markeringsmateriaal met een dikte van meer dan 1 mm wordt gebruikt, bijvoorbeeld thermoplastisch materiaal. Water, dat tegen de randen van dit materiaal kan blijven staan, levert aquaplaning of opvriezingsgevaar op voor de weggebruiker. Het verdient daarom aanbeveling om bij toepassing van dit materiaal de doorgetrokken strepen te onderbreken (bijvoorbeeld om de 1,00 m) door het aanbrengen van een afwateringssleuf van 30 tot 50 mm breed." Blijkens de in het dossier aanwezige gegevens, waaronder de foto's van de situatie, is ter plaatse op de Gooilandweg sprake van een conform de aanbevelingen in de Richtlijnen aangebrachte doorgetrokken streep. 3.5. Het hof is van oordeel dat de advocaat-generaal de juiste maatstaf aanlegt voor het antwoord op de vraag of sprake is van een doorgetrokken streep in de zin van art. 76 RVV 1990. De bewuste wegmarkering kan zich redelijkerwijs slechts voordoen aan en door de weggebruiker worden ervaren als een doorgetrokken streep in de zin van art. 76 RVV 1990. Van enige verwarring met een onderbroken streep kan, gezien de omstandigheid, dat de tussenruimte tussen de asstrepen in dat geval aanmerkelijk groter is dan de 4 centimeter die in casu is toegepast, geen sprake zijn. 3.6. Uit het vorenstaande vloeit voort dat de gedraging is gepleegd, zodat de kantonrechter het beroep terecht ongegrond heeft verklaard. De beslissing van de kantonrechter dient aldus te worden bevestigd. 4. De beslissing Het gerechtshof: bevestigt de beslissing van de kantonrechter. Dit arrest is gewezen door mrs. Dijkstra, Poelman en Weenink, in tegenwoordigheid van mr. Hiemstra als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.