Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AP0253

Datum uitspraak2004-05-28
Datum gepubliceerd2004-06-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers05/090540-03
Statusgepubliceerd


Indicatie

De rechtbank Arnhem heeft twee uit Mongolie afkomstige vrouwen en twee uit Afghanistan afkomstige mannen veroordeeld tot forse geveangenisstraffen vanwege een netwerk waarbij op grote schaal winkeldiefstallen werden gepleegd. De gestolen goederen werden gekocht om vervolgens op de Zwarte Markt in Beverwijk te worden verkocht. De op de markt in Beverwijk aangetroffen hoeveelheid gestolen goederen vertegenwoordigen een winkelwaarde van ruim € 700.000 euro.


Uitspraak

Rechtbank Arnhem Sector strafrecht Meervoudige Kamer Parketnummer : 05/090540-03 Datum zitting : 14 mei 2004 Datum uitspraak : 28 mei 2004 VERKORT VONNIS TEGENSPRAAK In de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Arnhem tegen een persoon zich noemende: naam : [verdachte], geboren op : [geboortedatum en -plaats], adres : [adres], plaats : [adres], thans gedetineerd in PI Zuid Oost - HvB Ter Peel, Paterstraat 4 Evertsoord. Raadsvrouw mr. J.A.M. Kwakman, advocaat te Groningen. 1. De inhoud van de tenlastelegging Aan verdachte is tenlastegelegd dat: 1. zij op of omstreeks 12 november 2003, te Tiel, (althans) in de gemeente Tiel en/of te Oss, (althans) in de gemeente Oss en/of te Heesch, (althans) in de gemeente Bernheze, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, in elk geval (telkens) enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), te weten: - in/uit een winkel, gelegen op/aan de Waterstraat te Tiel, een (grote) hoeveelheid cosmetica-artikelen, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Kruidvat en/of - in/uit een winkel, gelegen op/aan de Heuvel te Oss, een (grote) hoeveelheid verzorgingsproducten, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Etos en/of - in/uit een winkel, gelegen op/aan de Heuvelstraat te Oss, een (grote) hoeveelheid cosmetica-artikelen, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Trekpleister en/of - in/uit een winkel, gelegen op/aan de Walstraat te Oss, een (grote) hoeveelheid cosmetica-artikelen, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf V&D en/of - in/uit een winkel, gelegen op/aan 't Dorp te Heesch, een (grote) hoeveelheid cosmetica-artikelen, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Kruidvat; 2. zij op of omstreeks 19 november 2003, te Geldermalsen, (althans) in de gemeente Geldermalsen en/of te Vianen, (althans) in de gemeente Vianen en/of te Leerdam, (althans) in de gemeente Leerdam en/of te Culemborg, (althans) in de gemeente Culemborg, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, in elk geval (telkens) enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), te weten: - in/uit een winkel, gelegen op aan de Kostverlorenkade te Geldermalsen, een (grote) hoeveelheid cosmetica-artikelen en//of verzorgingsproducten (te weten(onder meer) mascara en/of tandpasta) geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Kruidvat, en/of - in/uit een winkel, gelegen op/aan de Voorstraat te Vianen, een (grote) hoeveelheid cosmetica-artikelen en/of verzorginsproducten (te weten (onder meer) mascara en/of tandpasta), geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Drogisterij De Lekpoort en/of - in/uit een winkel, gelegen op/aan de Hoogstraat te Leerdam, een (grote) hoeveelheid bestek, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Blokker, en/of - in/uit een winkel, gelegen op/aan de Markt te Culemborg, een hoeveelheid verzorgingsproducten (te weten scheermesjes), geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Etos. 3. zij in of omstreeks de periode van 1 mei 2003 tot en met 3 december 2003, te Tiel, (althans) in de gemeente Tiel en/of te Geldermalsen, (althans) in de gemeente Geldermalsen en/of te Apeldoorn, (althans) in de gemeente Apeldoorn en/of te Rotterdam, (althans) in de gemeente Rotterdam en/of te Beverwijk, (althans) in de gemeente Beverwijk en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie (samen met (onder meer) [medeverdachten]), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (samen met (onder meer) bovengenoemde personen) plegen van diefstallen van (onder meer) cosmetica-artikelen en/of verzorgingsproducten uit winkels en/of het helen van (onder meer) cosmetica-artikelen en/of verzorgingsproducten; 4. zij in of omstreeks de periode van 9 mei 2002 tot en met 3 december 2003 te Ter Apel (althans) in de gemeente Vlagtwedde, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels de Staat der Nederlanden heeft bewogen tot de afgifte van enig goed (te weten (onder meer) geld en/of kleding), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich in de asielprocedure aangemeld als "[verdachte]"en/of onder deze naam (politiek) asiel aangevraagd, waardoor de Staat der Nederlanden werd bewogen tot bovenomschreven afgifte. 2. Het onderzoek ter terechtzitting De zaak is op 14 mei 2004 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. J.A.M. Kwakman, advocaat te Groningen. Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd: * B. Tax, gemachtigde van M.H. Slijkhuis. De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de tenlastegelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar en 6 maanden onvoorwaardelijk met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij heeft de officier van justitie gevorderd dat deze dient te worden afgewezen nu de in deze vordering genoemde goederen aan de benadeelde partij zijn teruggegeven en de overige kosten, de tien werkuren, op geen enkele wijze zijn gemotiveerd. Verdachte en haar raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd. Tijdens het pleidooi heeft de raadsvrouwe aangevoerd dat de vordering van de officier van justitie ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering moet worden afgewezen. Daartoe heeft zij aangevoerd dat artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering het toevoegen van een nieuw feit aan de tenlastelegging niet toestaat wanneer elk verband tussen de gedragingen zoals omschreven in het bevel gevangenhouding en het toegevoegde feit dat in de gewijzigde tenlastelegging is opgenomen, ontbreekt, aldus de raadsvrouwe. De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende. De vordering ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering van de officier van justitie is gedateerd 14 mei 2004. De voorzitter heeft, direct na voordracht van de officier van justitie en diens mededeling een vordering als omschreven in te dienen, aan de raadsvrouwe gevraagd of haar deze vordering, zoals door de officier van justitie opgemerkt, tevoren was toegestuurd. De raadsvrouwe heeft daarop bevestigend geantwoord. Op de bepaling in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering zijn de bepalingen van artikel 313, met uitzondering van de laatste volzin en 314 van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing. Op het moment dat de voorzitter de raadsvrouwe vroeg of zij de vordering had ontvangen is door haar geen verweer gevoerd waarbij zij zich heeft verzet tegen de vordering van de Officier van Justitie, waarna de griffier een door hem gewaarmerkt afschrift van de vordering, zoals omschreven in artikel 314 van het Wetboek van Strafvordering, aan de raadsvrouwe ter hand heeft gesteld. Ook op dat moment heeft de raadsvrouwe geen opmerkingen omtrent deze vordering gemaakt waardoor zij, naar het oordeel van de rechtbank heeft ingestemd met deze vordering. Het is niet mogelijk om na een kennelijke instemming zoals hiervoor omschreven tijdens het pleidooi de geldigheid van de vordering aan de orde te stellen. Naar het oordeel van de rechtbank is het door de raadsvrouwe gevoerde verweer dan ook tardief. De rechtbank komt niet toe aan de beoordeling wat het gevolg zou zijn geweest indien de raadsvrouwe wel tijdig haar verweer naar voren had gebracht. 3. De beslissing inzake het bewijs Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder 1, 2, 3 en 4 heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat: 1. zij op of omstreeks 12 november 2003, te Tiel, (althans) in de gemeente Tiel en/of te Oss, (althans) in de gemeente Oss en/of te Heesch, (althans) in de gemeente Bernheze, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, in elk geval (telkens) enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), te weten: - in/uit een winkel, gelegen op/aan de Waterstraat te Tiel, een (grote) hoeveelheid cosmetica-artikelen, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Kruidvat en/of - in/uit een winkel, gelegen op/aan de Heuvel te Oss, een (grote) hoeveelheid verzorgingsproducten, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Etos en/of - in/uit een winkel, gelegen op/aan de Heuvelstraat te Oss, een (grote) hoeveelheid cosmetica-artikelen, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Trekpleister en/of - in/uit een winkel, gelegen op/aan de Walstraat te Oss, een (grote) hoeveelheid cosmetica-artikelen, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf V&D en/of - in/uit een winkel, gelegen op/aan 't Dorp te Heesch, een (grote) hoeveelheid cosmetica-artikelen, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Kruidvat; 2. zij op of omstreeks 19 november 2003, te Geldermalsen, (althans) in de gemeente Geldermalsen en/of te Vianen, (althans) in de gemeente Vianen en/of te Leerdam, (althans) in de gemeente Leerdam en/of te Culemborg, (althans) in de gemeente Culemborg, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, in elk geval (telkens) enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), te weten: - in/uit een winkel, gelegen op aan de Kostverlorenkade te Geldermalsen, een (grote) hoeveelheid cosmetica-artikelen en/of verzorgingsproducten (te weten(onder meer) mascara en/of tandpasta) geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Kruidvat, en/of - in/uit een winkel, gelegen op/aan de Voorstraat te Vianen, een (grote) hoeveelheid cosmetica-artikelen en/of verzorgingsproducten (te weten (onder meer) mascara en/of tandpasta), geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Drogisterij De Lekpoort en/of - in/uit een winkel, gelegen op/aan de Hoogstraat te Leerdam, een (grote) hoeveelheid bestek, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Blokker, en/of - in/uit een winkel, gelegen op/aan de Markt te Culemborg, een hoeveelheid verzorgingsproducten (te weten scheermesjes), geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Etos. 3. zij in of omstreeks de periode van 1 mei 2003 tot en met 3 december 2003, te Tiel, (althans) in de gemeente Tiel en/of te Geldermalsen, (althans) in de gemeente Geldermalsen en/of te Apeldoorn, (althans) in de gemeente Apeldoorn en/of te Rotterdam, (althans) in de gemeente Rotterdam en/of te Beverwijk, (althans) in de gemeente Beverwijk en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie (samen met (onder meer) [medeverdachten]), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (samen met (onder meer) bovengenoemde personen) plegen van diefstallen van (onder meer) cosmetica-artikelen en/of verzorgingsproducten uit winkels en/of het helen van (onder meer) cosmetica-artikelen en/of verzorgingsproducten; 4. zij in of omstreeks de periode van 9 mei 2002 tot en met 3 december 2003 te Ter Apel (althans) in de gemeente Vlagtwedde, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels de Staat der Nederlanden heeft bewogen tot de afgifte van enig goed (te weten (onder meer) geld en/of kleding), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich in de asielprocedure aangemeld als "[verdachte]"en/of onder deze naam (politiek) asiel aangevraagd, waardoor de Staat der Nederlanden werd bewogen tot bovenomschreven afgifte. Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben. De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen. 4. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezenverklaarde levert op: Ten aanzien van de feiten 1 en 2 telkens: Diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd. Ten aanzien van feit 3: Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, Ten aanzien van feit 4: Oplichting, meermalen gepleegd. De feiten zijn strafbaar. 5. De strafbaarheid van verdachte Er is geen omstandigheid of feit aannemelijk geworden waardoor de strafbaarheid van verdachte wordt opgeheven of uitgesloten. Verdachte is dus strafbaar. 6. De motivering van de sanctie(s) Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met: - de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan; - de persoon en de persoonlijke en financiële omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op: - het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 28 februari 2004 en - een voorlichtingsrapport van de Stichting Reclassering Nederland, gedateerd 13 februari 2004, betreffende verdachte. De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende. Verdachte heeft, samen met anderen, een forse hoeveelheid winkeldiefstallen gepleegd waarbij met speciaal geprepareerde tassen telkens grote hoeveelheden zaken uit geselecteerde winkels werden weggenomen. Uit het uitvoerige opgemaakte proces-verbaal van politie blijkt voorts dat verdachte al vrijwel direct nadat zij in Nederland arriveerde is begonnen met het plegen van winkeldiefstallen of "aan het werk is gegaan" zoals zij het zelf betitelde. Ondanks aanhoudingen op heterdaad door de politie en veroordelingen bleef verdachte onverstoorbaar doorgaan met het plegen van misdrijven waaronder tevens het deelnemen aan een criminele organisatie aangezien het verdachte was die, samen met anderen, telkens de door haar gestolen zaken verkocht aan [medeverdachte] die op haar beurt ervoor zorgde dat deze zaken verkocht konden worden op de markt in Beverwijk. De rechtbank is van oordeel dat de door de officier van justitie gedane eis geen recht doet aan de ernst van de feiten. De rechtbank let daarbij met name op: - de grote regelmaat van de door verdachte gepleegde diefstallen; - de geraffineerde wijze waarop deze werden gepleegd; - de omvang van de schade die deze feiten tot gevolg hebben gehad; en - de omstandigheid dat de "gewone" consument door verdachtes handelen de dupe wordt nu het algemeen gebruik is dat winstderving als gevolg van diefstal in de prijs wordt doorberekend. Op grond van het vorenstaande zal de rechtbank een hogere straf opleggen dan door de officier van justitie geëist. 6a. De beoordeling van de civiele vorderingen De benadeelde partij heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schade. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij afwijzen. De goederen welke benadeelde partij opvoert zijn, zo blijkt uit een op 24 november 2003 door M.H. Slijkhuis ondertekende ontvangstbevestiging aan haar geretourneerd. Daarbij komt dat de vordering tot vergoeding voor 10 werkuren a ? 35,-- niet nader is gemotiveerd en onderbouwd. 7. De toegepaste wettelijke bepalingen De beslissing is, behalve op de hiervoor genoemde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10, 27, 57 en 63, 140, 310, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht. 8. De beslissing De rechtbank, rechtdoende: Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar. Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van drie (3) jaar en zes (6) maanden. Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht. beslissing op de vordering van de benadeelde partij: Wijst de vordering van de benadeelde partij M.H. Slijkhuis af. Benadeelde partijen Aldus gewezen door: mr. M. Jurgens, rechter, als voorzitter, mr. J.P. Bordes, rechter, mr. M. Jansen, rechter, in tegenwoordigheid van R. van Dijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 mei 2004.