Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AP4465

Datum uitspraak2004-06-16
Datum gepubliceerd2004-06-28
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers64498 / KG ZA 04-124
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Modellen tuinstoelen vertonen zoveel gelijkenis dat van onrechtmatig handelen sprake is.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Kort Geding zaaknummer: 64498 / KG ZA 04-124 datum uitspraak vonnis: 16 juni 2004 (ab) Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van: de naamloze vennootschap naar Belgisch recht Tribù NV, gevestigd te Zutendaal, België, eiseres, verder te noemen: Tribù, procureur: mr. H.A.A. Kienhuis, advocaat: mr. M.E. Verwoert te Amsterdam, tegen 1. de vennootschap naar Deens recht Trip Trap Denmark A/S, gevestigd te Hadsund, Denemarken, gedaagde, verder te noemen: Trip Trap, procureur: mr. M.M. Welgraven, advocaat: mr. A.H. de Bosch Kemper-de Hilster, en 2. de vennootschap onder firma MNL Agenturen + Groothandel, gevestigd te Enschede, gedaagde, verder te noemen: MNL, procureur: mr. M.M. Welgraven,, advocaat: mr. A.H. de Bosch Kemper-de Hilster. Het procesverloop Tribù heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding. Ter zitting van 7 juni 2004 zijn verschenen: [eiseres], bijgestaan door mr. Verwoert alsmede [gedaagden sub 1 en 2], bijgestaan door mr. De Bosch Kemper-de Hilster. Van hetgeen is besproken is aantekening gemaakt. Het vonnis is bepaald op vandaag. Vaststaande feiten 1. In deze zaak staat het navolgende vast. Tribù is een internationaal opererend bedrijf dat zich onder meer bezig houdt met het ontwerpen, de productie en distributie van collecties van tuinmeubelen. Eén van die collecties betreft de NATAL-collectie, ontworpen door [X]. [X] heeft voor deze collectie in 1999 de Henry van de Velde prijs van het publiek gekregen. Een deel van de collectie is tentoongesteld op de internationale beurs voor designmeubels te Milaan en in het Belgisch paviljoen op de Expo 2000 te Hannover. Onderdeel van de NATAL-collectie is de stapelbare stoel, bestaande uit een roestvrij stalen structuur en een licht gebogen houten constructie van rugleuning en zitvlak bestaande uit brede, horizontaal geplaatste latten. De NATAL-stoel is sinds 17 augustus 1999 als model internationaal geregistreerd met gelding voor de Benelux (registratienummer DM/049 089). Trip Trap is opgericht in 1976 en legt zich toe op het ontwerpen, produceren en verkopen van design tuinmeubilair. De producten van Trip Trap worden ontworpen door bekende Deense ontwerpers en architecten. Trip Trap is de producent van de Horizon I en Horizon II stoel. Stellingen van partijen 2. Tribù stelt dat Trip Trap met de door haar geproduceerde Horizon I en Horizon II stoel inbreuk maakt op de auteurs- en modelrechten van Tribù nu zij een nagenoeg volledig met de NATAL-stoel overeenstemmende stoel op de markt heeft gebracht. Tribù is van mening dat ten aanzien van de NATAL-stoel sprake is van een oorspronkelijk ontwerp met daarin het persoonlijk stempel van de maker vervat. Zij stelt dat de NATAL-stoel derhalve beschermd is op basis van artikel 10, lid 1 sub 11 van de Auteurswet 1912. Tribù stelt dat de Horizon I een nabootsing is in de zin van artikel 13 van de Auteurswet. Tribù heeft Trip Trap op 12 februari 2003 gesommeerd de verkoop van de Horizon I te staken en gestaakt te houden. Trip Trap heeft ontkend inbreuk te hebben gemaakt, maar heeft bij brief van 9 maart 2003 aangegeven de productie van Horizon I te staken en een gewijzigde versie van de stoel op de markt te gaan brengen. Echter, volgens Tribù is deze tweede stoel, de Horizon II ook nagenoeg identiek aan de NATAL-stoel. De Horizon II heeft een zelfde totaalindruk als de NATAL nu de auteursrechtelijk beschermde trekken van de NATAL-stoel zijn overgenomen. Voorts stelt Tribù dat Trip Trap inbreuk maakt op haar modelrecht. Volgens Tribù is het kenmerkende van haar stoel dat de poten en armleuningen bestaan uit dunne, rechte stalen buizen die één geheel lijken te vormen. Voorts is het aantal verbindingselementen tot een absoluut minimum beperkt en zijn zitvlak en rugleuning, bestaande uit losse planken, verbonden door nauwelijks zichtbare verbindingselementen. Hierdoor wordt het effect bereikt dat het zitvlak en de rugleuning lijken te zweven in het dragende frame. De afstand tussen de poten aan de achterkant is kleiner dan de afstand tussen de poten aan de voorkant. De Horizon I en II vertonen hetzelfde uiterlijk als de NATAL danwel slechts ondergeschikte verschillen. Zowel de Horizon I als de Horizon II bevatten hetzelfde frame als de NATAL en de kleinere afstand tussen achterpoten en voorpoten alsmede het unieke zwevende uiterlijk zijn nog steeds één op één gekopieerd. Het enige verschil tussen de Horizon I en de Horizon II is dat het zitvlak en de leuning niet langer bestaan uit losse planken, maar elk één plaat met daarin drie horizontale openingen waardoor losse planken worden gesuggereerd. Tribù heeft geconstateerd dat de Horizon II-stoelen door Trip Trap volgens haar website worden aangeboden door 17 winkels in Nederland middels haar distributeur MNL. Voor zover Tribù heeft kunnen nagaan hebben de winkels uitsluitend Horizon I-stoelen in voorraad. Slechts één winkel beschikte over een Horizon II-stoel. Tribù stelt tot slot dat sprake is van kwade trouw aan de zijde van Trip Trap. Het modelrecht van Tribù was kenbaar uit het Benelux Tekeningen en Modellenregister. Trip Trap en MNL hadden zich als professionele spelers in de markt op de hoogte moeten stellen van de eerdere modellen en daarmee de auteursrechten van Tribù. Zij heeft er een spoedeisend belang bij, gezien de voortdurende inbreuk op haar rechten, dat verdere productie, verspreiding en verhandeling van de Horizon I en II stoelen wordt gestaakt, te meer daar het tuinseizoen is aangebroken. Tribù vordert in dit geding – zakelijk weergegeven – dat de voorzieningenrechter Trip Trap en MNL: ? veroordeelt hun onrechtmatige gedragingen te staken en gestaakt te houden; ? beveelt binnen veertien dagen na betekening van het vonnis een verklaring aan de raadsvrouwe van Trip Trap en MNL, gecertificeerd door een registeraccountant te doen toekomen, inhoudende de namen en adressen van toeleveranciers en professionele afnemers, de periode waarin de toeleveranciers de Horizon I en II stoelen hebben geleverd, het aantal geleverde, verkochte, in voorraad zijnde en bestelde, maar nog niet verkochte Horizon I en II stoelen, de daarvoor in rekening gebrachte prijzen (zowel inkoop als verkoop) alsmede schriftelijk opgave te doen in euro’s van de winst per Horizon I en II stoel en de wijze van berekening van die winst; ? beveelt binnen één week na betekening van het vonnis de gekochte, geleverde, verkochte, in voorraad zijnde en bestelde, maar nog niet verkochte Horizon I en II stoelen op een door Tribù nader op te geven adres af te geven; ? beveelt binnen vier dagen na betekening van het vonnis al hun professionele afnemers schriftelijk te verzoeken de Horizon I en/of II stoelen binnen één week te retourneren onder aanbieding van terugbetaling van de factuurprijs en vergoeding van de vervoerskosten, welke brief door een registeraccountant zal worden gecontroleerd; ? beveelt binnen vier weken na betekening van dit vonnis de stoelen die door de afnemers zijn geretourneerd alsmede voorraden op een door Tribù nader op te geven adres af te geven ter vernietiging op kosten van Trip Trap en MNL, voorzien van een door een registeraccountant gecertificeerde verklaring ter zake van het aantal geretourneerde stoelen. Dit alles op verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per dag of gedeelte van een dag dat Trip Trap en MNL met nakoming in gebreke blijven en met veroordeling van Trip Trap en MNL in de kosten van het geding. 3. Trip Trap betwist dat de NATAL-stoel een nieuw en oorspronkelijk werk is. Zij stelt dat de Horizon stoel in 2000 is ontworpen door de Deense architect [Y]. De stoel is gebaseerd op een ontwerp dat [Y] in 1990 maakte voor een prijsvraag die werd georganiseerd door het Dansk Design Center. Na ontvangst van de sommatiebrief van Tribù, heeft Trip Trap [Y] verzocht het ontwerp de optimaliseren. De Horizon I wordt niet meer geproduceerd of verkocht sinds april 2004, Trip Trap voert thans de Horizon II. Voorts stelt Trip Trap dat geen sprake is van een spoedeisend belang aan de zijde van Tribù. De discussie met Tribù is al begin februari 2003 begonnen. De enige reden om nu een kort geding te beginnen lijkt het pesten van Trip Trap. Als Trip Trap nu haar tuinmeubelen van de markt moet halen, dan lijdt zij aanzienlijke schade. Daar komt nog bij dat de beslissing in deze zaak zich, vanwege de complexiteit van de te maken beoordeling minder leent voor een kort geding. Deze zaak hoort daarom meer thuis in een bodemprocedure. Gegeven het feit dat Trip Trap de Horizon I niet meer maakt of verkoopt, is in dit kort geding in ieder geval geen plaats voor de behandeling van enige vordering met betrekking tot de Horizon I. Trip Trap stelt voorts dat Tribù haar stelling dat de Auteurswet van toepassing is, onvoldoende heeft onderbouwd. Voorts blijkt niet dat [X] zijn rechten heeft overgedragen aan Tribù, waardoor het onduidelijk is of Tribù wel rechthebbende is. Voor zover sprake is van auteursrechtelijke bescherming onder de Nederlandse wet, maakt het feit dat [Y] zijn stoel reeds in 1990 ontwierp dat Tribù Trip Trap niet kan aanspreken. Als de stoelen zoveel op elkaar lijken als Tribù stelt, dan ontneemt dit eerdere ontwerp de oorspronkelijkheid aan de NATAL. Trip Trap is van mening dat, als er sprake zou zijn van een auteursrecht aan de zijde van Tribù, zij geen inbreuk maakt. De totaalindrukken van de NATAL en de Horizon I en II verschillen zoveel dat de Horizon een zelfstandig, niet inbreukmakend werk is. De zelfstandigheid blijkt uit het feit dat [Y] de stoel reeds in 1990 ontwierp en dat de Horizon als set – met bijpassende tafel - is ontworpen. De Horizon heeft voorts een veel ronder uiterlijk dan de kubistische NATAL. De zitting, rugleuning en armsteun zijn gebogen, hetgeen de dynamische vorm versterkt. De NATAL-stoel is opgebouwd uit diverse elementen die niet door het auteursrecht worden beschermd. Dit betreft het gebruik van hout en roestvrij staal, latjes, vierkant buisframe, het zwevende, transparante uiterlijk en de achterpoten die ten opzichte van de voorpoten meer naar binnen staan. Deze elementen worden in de gehele tuinmeubelenbranche toegepast en zijn onderdeel van de heersende stijl en mode. Op dit moment zijn diverse stoelen met dit uiterlijk op de markt, zoals de La Piazza van Fischer Möbel te Duitsland, de Scalamonti van Sun Furniture te Nederland en de voorloper van de Scalamonti, de Gardinox. Trip Trap is dan ook van mening dat geen sprake is van een werk met een oorspronkelijk karakter. De marges in deze branche zijn minimaal, de tuinstoelen verschillen slechts op details van elkaar. Er is wellicht wel enige overeenstemming van totaalindrukken, maar deze wordt niet veroorzaakt door elementen die auteursrechtelijk beschermd zijn. Ten aanzien van de modelrechtelijke bescherming stelt Trip Trap dat, gegeven het feit dat [Y] zijn Horizon al in 1990 ontwierp, Tribù geen geldig modelrecht heeft. In dat geval mag Trip Trap als voorgebruiker haar gang blijven gaan. Voor zover wel sprake is van een geldig modelrecht, stelt Trip Trap dat geen sprake is van een inbreuk op dat recht. Uit vergelijking van het depot van de NATAL met de Horizon blijkt dat de – technisch bepaalde – positionering van de achterpoot van de NATAL niet kenbaar is als ook de detaillering op de rug en het achteraanzicht. Voorts is van bescherming uitgesloten datgene dat noodzakelijk is voor het verkrijgen van technisch effect (er zijn geen wezenlijke alternatieven voor sleuven in het zitgedeelte voor afvoer van regenwater). Ook de heersende stijl of mode (het zwevende, transparante uiterlijk) wordt – net als bij het auteursrecht – niet door het modellenrecht beschermd. De verschillen tussen de NATAL en de Horizon zijn evident, er is geen hoofdzakelijke overeenstemming en het publiek zal de stoelen zeker niet met elkaar verwarren. Dit geldt temeer daar het publiek mensen betreft die geïnteresseerd zijn in design en tuinmeubelen. Trip Trap bestrijdt dat bij haar sprake is van kwade trouw. Het bestaan van een modeldepot maakt niet dat men louter en alleen op grond daarvan te kwader trouw raakt. Gegeven het feit dat de Horizon-lijn uniek is, lag een diepgravend onderzoek niet voor de hand. Ook het volharden in haar standpunten, maakt Trip Trap niet te kwader trouw. Ten aanzien van de vorderingen van Tribù merkt Trip Trap het volgende op. De hoofdvordering is te ruim geformuleerd en een eventueel verbod kan alleen de Horizon II betreffen. Het prijsgeven van de gegevens over toeleverancier en afnemers betekent een veel te zware belasting voor Trip Trap. Bovendien heeft Tribù geen spoedeisend belang bij deze vordering zodat die niet in kort geding toegewezen kan worden. Ook hier geldt dat het alleen Horizon II kan betreffen. Ook een recall in kort geding van in ieder geval de Horizon II is niet toewijsbaar. De schade voor Trip Trap en MNL zou onomkeerbaar zijn. De vordering tot vernietiging dient eveneens te worden afgewezen. Van een dergelijk onomkeerbaar bevel kan nu nog geen sprake zijn. De gevorderde dwangsom kan alleen betrekking hebben op de Horizon II en is voorts aan de hoge kant. Ten slotte wordt verzocht de uitspraak niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, zodat Trip Trap de gelegenheid krijgt het oordeel van een hogere rechter te vragen. Trip Trap vordert dat de voorzieningenrechter Tribù niet-ontvankelijk verklaart dan wel de vorderingen aan haar te ontzegt c.q. afwijst, meer subsidiair de vorderingen matigt met de veroordeling van Tribù in de kosten van het geding. De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing 4. De voorzieningenrechter zal alvorens in te gaan op de vraag of de Horizon I en II inbreukmakende werken zijn, eerst ingaan op de formele verweren door Trip Trap gevoerd. Trip Trap heeft aangevoerd dat geen sprake is van spoedeisend belang bij een vordering in kort geding, gelet op het tijdsverloop in deze zaak. Door Tribù is daartegen aangevoerd dat zowel de Horizon I als de Horizon II nog steeds verkrijgbaar zijn bij zaken in Nederland. Trip Trap heeft ter zitting aangegeven dat de voorraad van Horizon I nog wel wordt uitverkocht. Beide stoelen zijn dus nog verkrijgbaar in Nederland. Tribù vordert onmiddellijke staking van de productie en verkoop van beide stoelen. Indien de door hen gestelde schendingen van het auteurs- en modelrecht in dit kort geding voldoende aannemelijk worden gemaakt, hebben zij een redelijk belang bij die vordering. Het spoedeisend karakter van de vordering van Tribù is daarmee voldoende gegeven. Trip Trap heeft tevens aangevoerd dat de vordering van Tribù zich niet leent voor behandeling in kort geding vanwege de complexiteit van de zaak. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 4 juni 1993 opgemerkt dat hedendaagse rechtsopvattingen met zich meebrengen dat de voorzieningenrechter terughoudend gebruik moet proberen te maken van zijn bevoegdheid om in een zaak die complex is, de voorziening te weigeren. Complexiteit alleen mag derhalve geen reden zijn om de vordering niet in kort geding te behandelen. Teneinde aan inbreuken op industriële eigendom zo spoedig mogelijk een einde te maken, wordt veelal een kort geding aanhangig gemaakt. Alsdan moet worden gesteld en aannemelijk gemaakt dat, gelet op de belangen van partijen een onmiddellijke voorziening wordt vereist. Nu het spoedeisend karakter van de vordering van Tribù vaststaat, leent de vordering zich voor behandeling in kort geding. De voorzieningenrechter is voorts van oordeel dat de Auteurswet 1912 in casu van toepassing is. Artikel 47 van deze wet bepaalt overeenkomstig artikel 3, lid 4 van de Berner Conventie dat de Auteurswet 1912 van toepassing is op alle voor het eerst (of binnen 30 dagen na eerste uitgave in een ander land) in Nederland uitgegeven werken, onverschillig de nationaliteit van de maker. Tot slot is de voorzieningenrechter van oordeel dat Tribù rechthebbende is in de zin van artikel 1 van de Auteurswet 1912, nu [X] ter zitting heeft aangegeven zijn auteursrechten te hebben overgedragen aan Tribù. 5. In dit kort geding is de vraag aan de orde of aan de NATAL-stoel bescherming toekomt op grond van de Auteurswet 1912 en/of de Benelux Tekeningen en Modellenwet (BTMW). Voor het auteursrecht is van belang of de NATAL-stoel voldoet aan de uit het auteursrecht voortvloeiende vereisten van nieuw en oorspronkelijk werk en het persoonlijk stempel van de maker. Voor het modellenrecht is het soortgelijke nieuwheidscriterium van belang. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een nieuw model dan wel slechts ondergeschikte verschillen in de zin van art. 4 aanhef en lid 1 BTMW, dient beoordeeld te worden of het uiterlijk van de Horizon-stoelen in hoofdzaak overeenstemt met dat van de NATAL-stoel, respectievelijk zo weinig daarvan verschilt dat het publiek, (mede) gelet op de totaalindrukken, de uiterlijken gemakkelijk met elkaar zou kunnen verwarren, bij welke beoordeling rekening gehouden dient te worden met de branche en de opmerkzaamheid bij het desbetreffende publiek. Inbreuk op het auteursrecht 6. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de NATAL-stoel als nieuw en oorspronkelijk werk in de zin van de Auteurswet 1912 moet worden aangemerkt. Op grond van de stukken van het geding en de waarneming ter terechtzitting is de voorzieningenrechter van oordeel dat het zwevende rug- en zitvlak het kenmerkende onderdeel van de NATAL-stoel is. Het betoog van Trip Trap dat de NATAL-stoel niet nieuw is, heeft de voorzieningenrechter niet overtuigd. Het feit dat [Y] reeds in 1990 een stoel met dit kenmerkende onderdeel heeft ontworpen, zou de oorspronkelijkheid aan het ontwerp van Tribù ontnemen. Het faxbericht van het Dansk Design Center inhoudende een afbeelding van het ontwerp uit 1990, welk faxbericht door Trip Trap ten bewijze van haar stelling wordt overgelegd bevat echter geen origineel ontwerp en is niet gedateerd en ondertekend door de ontwerper. Voorts blijkt uit de door Trip Trap overgelegde prints van websites van Fischer Möbel en Sun Furniture niet dat deze ondernemingen eerder dan Tribù een stoel met een zwevend rug- en zitvlak op de markt hebben gebracht. Daarenboven heeft Tribù voldoende aannemelijk gemaakt dat deze ondernemingen hun ontwerpen juist later op de markt hebben gebracht: de La Piazza van Fischer Möbel is pas op 15 februari 2003 gedeponeerd en de producent van de Scalamonti van Sun Furniture verklaart – welke verklaring in het dossier is gevoegd – dat de Scalamonti in maart 2003 niet op de markt was. Dat sprake is van een nieuw en oorspronkelijk ontwerp dat het persoonlijke stempel van de maker draagt, wordt nog eens bevestigd door de prijzen en internationale erkenning in gerenommeerde vakbladen die Tribù voor haar ontwerp heeft gekregen. De voorzieningenrechter is voorts van oordeel dat Trip Trap inbreuk maakt op het auteursrecht van Tribù. Op grond van eigen waarneming ter terechtzitting constateert de voorzieningenrechter dat de NATAL-stoel en de Horizon I en Horizon II in overheersende mate aan elkaar doen denken. Er is wel degelijk sprake van verschillen tussen de NATAL-stoel en de Horizon-stoelen: bij de Horizon II bestaat het rugvlak uit een geheel waarin sleuven zijn aangebracht om het effect van planken te creëren terwijl de NATAL-stoel alleen maar uit planken bestaat. Ook hellen de achterpoten van de Horizonstoelen meer dan de NATAL-stoel en zijn de armleuningen van de Horizonstoelen gebogen in tegenstelling tot de rechte armleuningen van de NATAL-stoel. De voorzieningenrechter is van oordeel dat door het overnemen van het meest kenmerkende en oorspronkelijke element van de NATAL-stoel, het zwevende rug- en zitvlak, de totaalindrukken van de NATAL-stoel en de beide Horizon-stoelen zodanig gelijk zijn dat sprake is van een inbreukmakende nabootsing. Inbreuk op het modelrecht 7. Nu sprake is van een nieuw en oorspronkelijk werk, moet er vanuit worden gegaan dat het uiterlijk van de NATAL-stoel op grond van de BTMW bescherming toekomt. Gezien hetgeen onder 6 is overwogen en gelet op het bepaalde in artikel 21, lid 1 BTMW maakt Trip Trap met de Horizon I en II stoelen eveneens inbreuk op het modelrecht van Tribù. Gelet op hetzelfde uiterlijk van de NATAL-stoel en de Horizonstoelen, bestaat naar het oordeel van de voorzieningenrechter gevaar voor verwarring bij het publiek, te weten de kopers van deze tuinmeubelen. De hiervoor geconstateerde verschillen tussen de NATAL-stoel en de Horizonstoelen zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter van ondergeschikte aard en niet zodanig dat geen verwarring bij het publiek zal optreden. Dit geldt temeer daar de stoelen, in tegenstelling tot de opstelling in de rechtszaal, in de showrooms niet naast elkaar geplaatst zullen worden. Slechts bij nadere bestudering van de NATAL-stoel en de Horizonstoelen worden de verschillen zichtbaar. Wanneer de stoelen niet naast elkaar staan, is het onwaarschijnlijk dat deze verschillen aan het licht komen en zal het publiek in verwarring kunnen geraken. Kwade trouw 8. Tribù stelt dat sprake is van kwade trouw aan de zijde van Trip Trap en dat zij moedwillig de inbreuk op het auteurs- en modelrecht van Tribù voortzetten. Trip Trap heeft dit betwist en stelt dat diepgravend onderzoek niet voor de hand lag nu de Horizon-lijn eigen en uniek is. De voorzieningenrechter is van oordeel dat gesteld noch gebleken is dat Trip Trap, voordat zij de Horizon I stoel op de markt bracht, enig onderzoek heeft verricht naar de vraag of de stoelen modelrechtelijke bescherming genoten. Zij hebben daarmee het risico genomen dat sprake zou zijn van een gedeponeerd model waarop modelrechten berusten. Ook na aanpassing van de Horizon I tot de Horizon II is nog steeds sprake van een model met hetzelfde uiterlijk als de NATAL-stoel. Onder deze omstandigheden is Trip Trap – op z'n minst - verwijtbaar onwetend gebleven, hetgeen kan worden gekwalificeerd als kwade trouw. Gelet op het bepaalde in art. 14 en l4bis BTMW kan het onderdeel van de vordering strekkende tot afgifte van de stoelen derhalve eveneens worden toegewezen. De vorderingen 9. Op grond van het vorenstaande en gezien het feit dat het aannemelijk is dat Tribù schade zal lijden als Trip Trap haar inbreukmakende Horizon I en II stoelen op de markt brengt, zal de voorzieningenrechter de vorderingen van Tribù ten aanzien van Trip Trap en MNL toewijzen. De voorzieningenrechter acht het niet noodzakelijk dat een registeraccountant de verklaring genoemd in sub 2 en sub 5 van het petitum van de dagvaarding certificeert en de controle als bedoeld in sub 3 van het petitum van de dagvaarding uitvoert. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan in deze gevallen worden volstaan met een schriftelijke verklaring aan de raadsvrouwe van Trip Trap en MNL. Trip Trap en MNL hebben weliswaar bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de gevorderde dwangsom, maar deze bezwaren niet onderbouwd. De voorzieningenrechter zal de gevorderde dwangsom dan ook toewijzen met dien verstande dat aan de gevraagde dwangsom een maximum van € 100.000,- dient te worden gesteld. De voorzieningenrechter zal de door Tribù in sub 2, sub 3 en sub 4 van het petitum gevorderde termijnen verdubbelen, gelet op het feit dat beide partijen in het buitenland gevestigd zijn. Tot slot zal de voorzieningenrechter, ondanks het verzoek van Trip Trap en MNL zulks niet te doen, het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Het lijkt de voorzieningenrechter wel raadzaam, gelet op de aanzienlijke belangen in deze zaak, te wachten met het executeren van onderhavig vonnis tot een eventuele bodemprocedure of een eventueel appèl is afgerond. Die beslissing is echter aan Tribù. De beslissing I. Beveelt Trip Trap en MNL met onmiddellijke ingang iedere verveelvoudiging en/of openbaarmaking welke inbreuk maakt op de auteursrechten van Tribù op de NATAL-stoel, waaronder begrepen het in Nederland (doen) invoeren, te koop (doen) aanbieden, (doen) verkopen, (doen) leveren, (doen) gebruiken dan wel in voorraad (doen) hebben voor één van deze doeleinden van deze inbreukmakende verveelvoudigingen en openbaarmakingen, te staken en gestaakt te houden. II. Beveelt Trip Trap en MNL het verhandelen, ten verkoop aanbieden, in voorraad houden alsmede de import en export van de Horizon I en II stoel, welke hetzelfde uiterlijk vertoont dan wel ondergeschikte verschillen vertoont met de NATAL-stoel en daarmee inbreuk maakt op die NATAL-stoel, te staken en gestaakt te houden. III. Beveelt Trip Trap en MNL om binnen twintig werkdagen na betekening van dit vonnis schriftelijk aan de raadsvrouwe van Tribù de namen en adressen van toeleveranciers betrokken bij de toevoer van Horizon I en II stoelen en van professionele afnemers op te geven aan wie Trip Trap en MNL Horizon I en II stoelen hebben geleverd, de periode waarin de toeleveranciers de Horizon I en II stoelen hebben geleverd, het aantal geleverde, verkochte, in voorraad zijnde en bestelde, maar nog niet verkochte Horizon I en II stoelen, de daarvoor in rekening gebrachte prijzen (zowel inkoop als verkoop) alsmede schriftelijk opgave te doen in euro’s van de winst per Horizon I en II stoel en de wijze van berekening van die winst, één en ander voor zover betrekking hebbend op in de Benelux verhandelde stoelen. IV. Beveelt Trip Trap en MNL binnen tien werkdagen na betekening van het vonnis de gekochte, geleverde, verkochte, in voorraad zijnde en bestelde, maar nog niet verkochte Horizon I en II stoelen op een door Tribù nader op te geven adres af te geven; V. Beveelt Trip Trap en MNL binnen tien werkdagen na betekening van dit vonnis aan al hun professionele afnemers schriftelijk (met gelijktijdig gewaarmerkt afschrift aan de raadsvrouwe van Tribù) te verzoeken de Horizon I en/of II stoelen binnen één week te retourneren onder aanbieding van terugbetaling van de factuurprijs en vergoeding van de vervoerskosten. VI. Beveelt Trip Trap en MNL om binnen acht weken na betekening van dit vonnis de stoelen ingevolge het bevel onder V geretourneerd alsmede de onder IV bedoelde voorraden op een door Tribù nader op te geven adres af te geven ter vernietiging op kosten van Trip Trap en MNL, met schriftelijke opgave aan de raadsvrouwe van Trip Trap en MNL van het totale aantal van de desbetreffende exemplaren. VII. Veroordeelt Trip Trap en MNL tot betaling van een bedrag van € 5.000,- (vijfduizend euro) voor iedere dag of gedeelte daarvan waarop Trip Trap en MNL geheel of gedeeltelijk in gebreke blijven met nakoming van een onder I tot en met V gegeven bevel tot een maximum van € 100.000,-. VIII. Veroordeelt Trip Trap en MNL hoofdelijk, des dat de één betalend de ander zal zijn gekweten in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van Tribù begroot op € 328,29 aan verschotten en € 1.500,- aan salaris van de procureur. IX. Bepaalt de termijn als bedoeld in artikel 260, lid 1 Burgerlijke Rechtsvordering op zes maanden na heden. X. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad. XI. Wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Inden, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 juni 2004, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. Boender.