Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AQ1883

Datum uitspraak2004-07-15
Datum gepubliceerd2004-07-19
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersKG 04/621
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Eiser treedt op onder de naam EMINEM en is houder van het gemeenschapsmerk "EMINEM". In een door hem tegen Rams Horn B.V. aanhangig gemaakt kort geding heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank bij vonnis van 26 mei 2004 (LJN-nummer AP0088) Rams Horn B.V. onder meer verboden om inbreuk te maken op naburige rechten, het portretrecht en het merkrecht van eiser en om in Nederland geluidsdragers op de markt te brengen met opnames van werken die niet door eiser zijn uitgevoerd en die zijn voorzien van een hoes die het publiek misleidt doordat de indruk wordt gewekt dat eiser deze werken zelf uitvoert. Aan een sommatie van eiser om de verkoop van dit materiaal te staken hebben Rams Horn c.s. geen gehoor gegeven. Eiser vordert thans onder meer om de gedaagden, Rams Horn c.s., ieder afzonderlijk te verbieden de genoemde inbreuken te (doen) maken en genoemde geluidsdagers op de markt te (doen) brengen. Eiser is niet-ontvankelijk in zijn vorderingen jegens A.A.T. Music en Sound Wave. De onderdelen 1 tot en met 5 van de vordering zijn toewijsbaar. Deze onderdelen hebben betrekking op de inbreuk op de naburige rechten, het portretrecht en het merkrecht van eiser en op misleidende reclame. De in de onderdelen 6 tot en met 8 van de vordering gevraagde voorzieningen komen niet voor toewijzing in aanmerking omdat zij het beperkte karakter van dit kort geding te buiten gaan. Rams Horn c.s. verbeuren een dwangsom voor elke dag dat, of voor ieder exemplaar waarmee zij handelen in strijd met de in de beslissing genoemde verboden en gebod of enig gedeelte daarvan. De voorzieningen verliezen zonder rechterlijke tussenkomst hun kracht indien eiser niet binnen een termijn van zes maanden zijn eis in hoofdzaak heeft ingesteld.


Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE sector civiel recht - voorzieningenrechter Vonnis in kort geding van 15 juli 2004, gewezen in de zaak met rolnummer KG 04/621 van: [eiser], wonende te [woonplaats], Verenigde Staten van Amerika, eiser, procureur mr. W.J.M. Diekman, tegen: 1. de besloten vennootschap Rams Horn Productions B.V., gevestigd en/of (mede) kantoorhoudende te Heemstede, 2. de besloten vennootschap GW Productions B.V., gevestigd en/of (mede) kantoorhoudende te Heemstede, 3. de buitenlandse vennootschap A.A.T. Music A.V.V., gevestigd te Aruba en/of (mede) kantoorhoudende te Heemstede, 4. de buitenlandse vennootschap Sound Wave Productions A.V.V., gevestigd te Aruba en/of (mede) kantoorhoudende te Heemstede, 5. [gedaagde sub 5], wonende te [woonplaats], 6. [gedaagde sub 6], wonende te [woonplaats], gedaagden, procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt, advocaat mr. J.W. Fernhout te Amsterdam. Overwegingen ten aanzien van het verloop van het geding Bij exploot van 3 juni 2004 heeft eiser (hierna te noemen: [eiser]) gedaagden (hierna afzonderlijk te noemen: "Rams Horn Productions", "GW", "A.A.T. Music", "Sound Wave", "[gedaagde sub 5]" en "[gedaagde sub 6]" en gezamenlijk: "Rams Horn c.s.") doen dagvaarden om te verschijnen ter zitting van de voorzieningenrechter van 24 juni 2004. Ter zitting heeft de raadsvrouw van [eiser] de vorderingen aan de hand van pleitnotities en produkties (nader) toegelicht. Rams Horn c.s. hebben verweer gevoerd bij monde van hun raadsman, die daarbij eveneens pleitnotities en produkties heeft gehanteerd. Partijen hebben vervolgens vonnis gevraagd onder overlegging van de stukken, de pleitnota's daaronder begrepen. Het vonnis is bepaald op heden. Overwegingen ten aanzien van het recht De feiten 1. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 24 juni 2004 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan. a. [eiser] is componist, tekstschrijver en musicus. Hij treedt op onder de naam EMINEM (met een gespiegelde laatste E). [eiser] geniet sinds enkele jaren grote bekendheid. b. [eiser] heeft op CD een aantal albums uitgebracht, waaronder "The Slim Shady LP", "Eminem The Marshall [eiser] LP" en "Eminem: The Eminem Show". Over het leven van [eiser] is een film gemaakt genaamd "8 Mile". Deze film is ook beschikbaar op DVD. c. Eiser is houder van het gemeenschapsmerk "EMINEM". Het merk is op 10 december 2002 ingeschreven onder nummer 001875111. Inschrijving heeft plaatsgevonden voor - onder meer - klasse 9 (beeld- en/of geluidsdragers) en voor klasse 41 (entertainment services). d. Rams Horn Productions is een muziekuitgeverij. Zij beheert - onder meer - de naburige rechten van componisten, tekstschrijvers en uitvoerend kunstenaars. GW houdt zich - onder meer - bezig met de productie en verhandeling van geluids- en beelddragers. GW handelt ook onder de naam "Rams Horn". A.A.T. Music exploiteert ook een muziekuitgeverij. GW heeft contracten gesloten met Buma/Stemra en met de Stichting Sena. Sound Wave is een productie- en exploitatiemaatschappij van audio- en visuele opnames. Sound Wave is enig aandeelhouder van de besloten vennootschap Rams Horn B.V. (hierna: Rams Horn B.V.). [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] zijn bestuurders van zowel Rams Horn Productions als van GW, A.A.T. Music en Sound Wave. e. Via de website www.ramshorn.nl wordt - onder meer - het volgende materiaal te koop aangeboden (hierna ook: de reproducties): - "Eminem: Eminem is Back" (CD); - "Live and Die in L.A." (CD); - "Live and Die in L.A. 2" (CD); - "The All Stars: Eminem Greatest Hits Medley" (CD); - "The All Stars: Eminem Greatest Hits" (CD); - "Eminem X-Posed: The Interview" (CD)'; - "Eminem: The Show Must Go On" (CD) en - "The Man Behind Slim Shady" (DVD). Op dit materiaal komen afbeeldingen van [eiser] voor. f. Op het album met de titel "Eminem is Back" komen - onder meer - de volgende nummers voor: "Hellbound", "Nuttin' To Do", She's The One", "ThreeSixFive", "Scary Movies", "Rush Ya Clique", "Hustlers and Hardcore", "Rock City" en "Macosa". Dit betreft opnames uit de beginperiode van [eiser]' carrière. g. De nummers op de albums "The All Stars: Eminem Greatest Hits Medley" en "The All Stars: Eminem Greatest Hits" worden niet door [eiser], maar door andere artiesten uitgevoerd. h. In een door [eiser] tegen Rams Horn B.V. aanhangig gemaakt kort geding heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank bij vonnis van 26 mei 2004 (rolnummer KG 04/387) Rams Horn B.V. - onder meer - verboden om inbreuk te maken op de naburige rechten, het portretrecht en het merkrecht van [eiser] en voorts om in Nederland geluidsdragers op de markt te brengen met opnames van werken die niet door [eiser] zijn uitgevoerd en die zijn voorzien van een hoes die het publiek misleidt doordat de indruk wordt gewekt dat [eiser] de op die geluidsdragers voorkomende werken zelf uitvoert. i. Aan een sommatie van de zijde van [eiser] om de verkoop van voornoemd materiaal te staken hebben Rams Horn c.s. geen gehoor gegeven. De vorderingen, de gronden daarvoor en het verweer 2. [eiser] vordert - zakelijk weergegeven - om Rams Horn c.s. ieder afzonderlijk: 1. te verbieden inbreuk te (doen) maken op de naburige rechten die aan [eiser] toekomen terzake van zijn uitvoeringen, een en ander zonder enige territoriale beperking; 2. te verbieden het portret van [eiser] openbaar te (doen) maken in welke vorm dan ook; 3. te verbieden inbreuk te (doen) maken op de rechten die aan [eiser] toekomen ingevolge het gemeenschapsmerk EMINEM, een en ander met dien verstande dat dit verbod gelding heeft voor alle landen waar Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk (hierna: Gemeenschapsmerkverordening) van toepassing is; 4. te verbieden geluidsdragers op de markt te (doen) brengen met opnamen van werken die niet door [eiser] zijn uitgevoerd en die zijn voorzien van een hoes die het publiek misleidt doordat de indruk wordt gewekt dat [eiser] de op die geluidsdragers voorkomende werken zelf uitvoert; 5. te gebieden om aan alle binnen- en buitenlandse afnemers van de reproducties een brief te sturen op haar eigen briefpapier met de inhoud zoals weergegeven in onderdeel e van het petitum van de uitgebrachte dagvaarding, met afschrift van al deze brieven aan de raadsvrouw van [eiser]; 6. te gebieden om alle exemplaren van de reproducties die zij in voorraad hebben en/of aan hen worden geretourneerd: primair: op kosten van Rams Horn c.s. te doen vernietigen onder deurwaarderstoezicht en aan [eiser] (p/a zijn raadsvrouw) een origineel van het door de deurwaarder (telkens) op te maken proces-verbaal van constatering te verschaffen; subsidiair: af te geven aan [eiser] (p/a zijn raadsvrouw); 7. te gebieden om volledige en door een registeraccountant geaccordeerde schriftelijke opgave te doen van de gegevens zoals vermeld in onderdeel g van het petitum van de uitgebrachte dagvaarding; 8. te gebieden om bij wijze van voorschot op schadevergoeding de met de verkoop van de reproducties behaalde winst af te dragen aan [eiser], alles op straffe van verbeurte van een dwangsom. 3. Aan deze vorderingen legt [eiser] het volgende ten grondslag. Rams Horn Productions, GW, A.A.T. Music en Sound Wave zijn alle betrokken bij de inbreuken die op de rechten van [eiser] worden gemaakt. [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] zijn als bestuurders aansprakelijk voor de onrechtmatige handelingen van Rams Horn Productions, GW, A.A.T. Music en Sound Wave, nu zij de handelwijze van deze vennootschappen bepalen en als zodanig die handelingen hadden kunnen en moeten voorkomen. [eiser] heeft Rams Horn c.s. nimmer toestemming gegeven voor de reproductie en openbaarmaking van de nummers die voorkomen op de CD "Eminem is Back". Rams Horn c.s. maken derhalve inbreuk op de naburige rechten van [eiser] als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de naburige rechten (hierna: WNR). De CD "Eminem is Back" ontbeert bovendien iedere (logische) opbouw en afstemming; de nummers zijn "op een hoop gegooid". Een aantal nummers op de CD is voorts afgekeurd door [eiser] ("Hellbound", "She's The One" en "Macosa"). Aldus is sprake van aantasting van het werk van [eiser] in de zin van artikel 25, eerste lid, sub d, van de Auteurswet 1912 (hierna: Aw) j° artikel 5, eerste lid, sub d, WNR. Op de hoezen van het door Rams Horn c.s. gereproduceerde en openbaar gemaakte CD's staan afbeeldingen van [eiser]. Het portret van [eiser] komt voorts ook op de DVD veelvuldig voor (in films en op foto's). [eiser] heeft hiervoor geen toestemming gegeven aan Rams Horn c.s. Rams Horn c.s. maken dus ook inbreuk op het portretrecht van [eiser]. Op de CD's en de DVD is het teken "EMINEM" prominent afgedrukt, zonder dat hiervoor toestemming van [eiser] is gevraagd en verkregen. Rams Horn c.s. maken zich dus bovendien schuldig aan merkinbreuk. Bij het publiek zal verwarring ontstaan omtrent de herkomst van en de bijdrage van [eiser] aan de CD's en de DVD en op zijn minst zal worden aangenomen dat deze werken zijn uitgegeven met toestemming van de [eiser]. Rams Horn c.s. trekken in ieder geval ongerechtvaardigd voordeel uit het onderscheidend vermogen en de reputatie van het merk van [eiser]. Rams Horn c.s. maken zich voorts schuldig aan ongeoorloofde mededinging en aan misleidende reclame. De CD's en de DVD zijn zodanig vormgegeven dat de, onjuiste, indruk wordt gewekt dat deze tot stand zijn gekomen/zijn geproduceerd met instemming van [eiser]. Dit geldt met name voor de CD's "The All Stars: Eminem Greatest Hits Medley" en "The All Stars: Eminem Greatest Hits". Op deze CD's komen slechts opnames voor van uitvoeringen van andere artiesten ("covers"). [eiser] heeft een spoedeisend belang bij toewijzing van de gevraagde voorzieningen. 4. Rams Horn c.s. hebben gemotiveerd verweer gevoerd. Dit verweer zal, voorzover nodig, hierna worden besproken. De beoordeling van het geschil Bevoegdheid 5. De voorzieningenrechter is, op grond van het bepaalde in artikel 92, sub a, van de Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk (hierna: Gemeenschapsmerkverordening) j° artikel 3 Uitvoeringswet E.G.-Verordening inzake het gemeenschapsmerk, bij uitsluiting bevoegd kennis te nemen van de vordering die strekt tot het staken van inbreuk op het gemeenschapsmerk waarvan [eiser] houder is en de met die vordering samenhangende nevenvorderingen. 6. Rams Horn c.s. hebben betwist dat de voorzieningenrechter ook bevoegd is kennis te nemen van de (neven)vorderingen van [eiser] terzake beweerde inbreuk(en) op naburige rechten en op portretrecht en op de vorderingen die betrekking hebben op beweerde misleidende reclame. Rams Horn c.s. hebben in dit verband opgemerkt dat zij gevestigd dan wel woonachtig zijn buiten het arrondissement 's-Gravenhage. 7. Dit betoog faalt. Voorzover de vorderingen berusten op onrechtmatig handelen van Rams Horn c.s. (in dit geval misleidende reclame) volgt de bevoegdheid van de voorzieningenrechter uit het bepaalde in artikel 102 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het beweerde onrechtmatig handelen heeft zich immers (tevens) uitgestrekt of zal zich uitstrekken tot dit arrondissement. De vorderingen uit hoofde van naburige rechten en portretrecht hangen voorts zodanig samen met de vorderingen terzake beweerde inbreuk op het gemeenschapsmerk van [eiser] en de vorderingen terzake misleidende reclame dat het uit proceseconomisch oogpunt wenselijk wordt geacht dat de voorzieningenrechter ook deze vorderingen aan een beoordeling onderwerpt. Bedoelde vorderingen hebben immers alle betrekking op hetzelfde materiaal, te weten de onder 1e aangeduide CD's en DVD. In dit verband is voorts nog van belang dat de voorzieningenrechter van deze rechtbank ook het kort geding tussen [eiser] en Rams Horn B.V. heeft behandeld (zie 1h), in welk kort geding exact dezelfde kwestie aan de orde was als in het onderhavige kort geding. Ontvankelijkheid 8. A.A.T. Music en Sound Wave hebben betoogd dat [eiser] niet kan worden ontvangen in zijn vorderingen, voorzover die tegen hen zijn gericht, nu zij op geen enkele wijze betrokken zijn (geweest) bij de (re)productie en verhandeling van het gewraakte CD's en DVD. Gezien dit verweer lag het op de weg van [eiser] om de gestelde betrokkenheid van A.A.T. Music en Sound Wave bij voornoemde handelingen van (nader) bewijs te voorzien. [eiser] heeft dit achterwege gelaten. Gelet hierop moet [eiser] niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vorderingen jegens A.A.T. Music en Sound Wave. 9. Ook [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] hebben hun persoonlijke betrokkenheid bij de onderhavige kwestie betwist. Zoals hierna (onder 27) zal worden overwogen, treft deze betwisting geen doel. [eiser] kan dus ook worden ontvangen in zijn vorderingen, voorzover deze zijn gericht tegen [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6]. Spoedeisend belang 10. De vorderingen van [eiser] strekken er - onder meer - toe een einde te maken aan door hem als stelselmatige inbreuk op zijn naburige rechten, merkrecht en portretrecht aangemerkte handelingen en aan onrechtmatige gedragingen. [eiser] stelt doorlopende schade te ondervinden van deze handelingen en gedragingen. Het spoedeisend karakter van de vorderingen is hiermee gegeven. Naburige rechten 11. Rams Horn Productions, GW, [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] (hierna: Rams Horn c.s.) hebben betoogd dat in de Verenigde Staten van Amerika alleen naburige rechten worden toegekend aan producenten van fonogrammen en niet (ook) aan uitvoerend kunstenaars. Dit blijkt ook, zo betogen Rams Horn c.s., uit het feit dat de Verenigde Staten van Amerika alleen partij zijn bij de Conventie van Genève ter beschermingen van producenten van fonogrammen tegen de ongeautoriseerde reproductie van hun fonogrammen van 29 oktober 1971 (hierna: Conventie van Genève) en niet (ook) bij het Internationale verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, van producenten van fonogrammen en van omroeporganisaties van Rome, 26 oktober 1961 (hierna: Verdrag van Rome). [eiser] kan dus, aldus Rams Horn c.s., geen beroep doen op de WNR teneinde (verdere) reproductie en (verdere) verhandeling van de CD "Eminem is Back" te verhinderen. Dienaangaande wordt als volgt overwogen. 12. De rechten die ingevolge de WNR aan uitvoerend kunstenaars toekomen kunnen ook worden ingeroepen door uitvoerend kunstenaars waarvan een uitvoering is vastgelegd op een fonogram dat is opgenomen in een land dat partij is bij de Conventie van Genève. Dit volgt uit het bepaalde in artikel 32, eerste lid, sub c, WNR in samenhang met het tweede lid van dat artikel. De door [eiser] gewraakte uitvoeringen zijn, naar onweersproken is gesteld, alle opgenomen in de Verenigde Staten van Amerika. Dit land is partij bij de Conventie van Genève. 13. Rams Horn c.s. voeren echter aan dat uit artikel 33a, eerste lid, WNR volgt dat [eiser] als onderdaan van de Verenigde Staten van Amerika geen beroep op de WNR kan doen. Zij beroepen zich daarvoor op de tekst en de wetsgeschiedenis van dat artikel. 14. Rams Horn c.s. geven aan dit artikel een onjuiste uitleg. Het artikel houdt in dat "buitenlanders" van buiten Europa geen beroep op WNR-rechten kunnen doen als de beschermingsduur van dergelijke rechten in het land van oorsprong is verstreken. In de Memorie van Toelichting van 19931 wordt opgemerkt: "(...) Met betrekking tot de in artikel 33a voor de verschillende categorieën houders van naburige rechten geformuleerde vergelijkingsregel zij nog opgemerkt dat deze niet van toepassing [onderstreping door voorzieningenrechter] is indien er in het land van herkomst van de betrokkene geen sprake is van wetgeving op dit terrein en vergelijking mitsdien onmogelijk is." 15. Deze toelichting kan niet anders worden begrepen dan dat onderdanen van landen die geen bescherming toekennen aan uitvoerend kunstenaars, maar die wel partij zijn bij de Conventie van Genève (zoals de Verenigde Staten van Amerika) toch bescherming genieten in Nederland. [eiser] kan dus, anders dan Rams Horn c.s. betogen, rechten ontlenen aan de WNR. Dat, zoals Rams Horn c.s. ook nog hebben betoogd, aangenomen moet worden dat [eiser] deze rechten heeft overgedragen aan de producent(en) van de betreffende fonogrammen, hebben zij op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt. 16. Rams Horn c.s. hebben een aantal contracten in het geding gebracht waarin aan hen door diverse fonogrammenproducenten toestemming wordt verleend voor het gebruik van de nummers die voorkomen op de CD "Eminem is Back". Deze contracten kunnen Rams Horn c.s. echter niet baten. De WNR kent zowel naburige rechten toe aan uitvoerend kunstenaars als aan producenten van fonogrammen. Dit brengt mee dat Rams Horn c.s. alleen dan uitvoeringen van [eiser] mogen reproduceren en verhandelen indien zij daarvoor zowel van de producent van de betreffende fonogrammen als van [eiser] toestemming hebben verkregen. Van toestemming van [eiser] is echter niet gebleken. Rams Horn c.s. maken derhalve inbreuk op de rechten die op grond van artikel 2 WNR aan [eiser] toekomen. 17. Rams Horn c.s. hebben de stelling van [eiser] dat op de CD "Eminem is Back" nummers voorkomen die door hem zijn afgekeurd en deze CD bovendien is opgebouwd op een wijze die afwijkt van de wijze waarop hij de CD's normaliter samenstelt, niet weersproken. [eiser] kan zich tegen dit gebruik verzetten met een beroep op het persoonlijkheidsrecht zoals neergelegd in artikel 5, eerste lid, onder d, WNR. Portretrecht 18. Op de hoezen van CD's en de DVD alsmede op de DVD zelf (op foto's en in films) wordt het portret van [eiser] veelvuldig afgebeeld. Rams Horn c.s. hebben niet aannemelijk gemaakt, en ook uit de in dit verband in het geding gebrachte contracten en correspondentie blijkt dit niet, dat zij voor het gebruik van bedoelde afbeeldingen toestemming van [eiser] hebben verkregen. 19. Tegen het gebruik van afbeeldingen die in opdracht van [eiser] zjin gemaakt, kan [eiser] zich verzetten met een beroep op artikel 20, eerste lid, Aw. Bij een verbod om ook afbeeldingen die niet in zijn opdracht zijn gemaakt te verbieden heeft [eiser] een redelijk belang als bedoeld in artikel 21 Aw. Dat dit belang (mogelijk) zuiver financieel van aard is, maakt dit niet anders. Van een redelijk belang in de zin van genoemd artikel kan ook sprake zijn wanneer de populariteit van de geportretteerde, verworven in de uitoefening van zijn beroep, van dien aard is dat een commerciële exploitatie van die populariteit (en daarvan is in het onderhavige geval sprake) door enigerlei wijze van openbaarmaking van zijn portret mogelijk wordt; het belang van de geportretteerde is er alsdan in gelegen dat hij in de voordelen van die exploitatie moet kunnen meedelen door de openbaarmaking van zijn portret voor commerciële doeleinden niet te hoeven toelaten zonder daarvoor een vergoeding te ontvangen (zie bijvoorbeeld het arrest van de Hoge Raad van 19 januari 1979, NJ 1979, 383 ('t Schaep met de Vijf Pooten)). 20. De omstandigheid dat Rams Horn c.s. ter zitting te kennen hebben gegeven bereid zijn alsnog een vergoeding te betalen voor het (herhaalde) gebruik van het portret van [eiser], vormt onvoldoende grond voor afwijzing van het onderdeel van de vordering dat betrekking heeft op het portretrecht van [eiser]. Rams Horn c.s. hebben daartoe immers geen enkel concreet voorstel gedaan. Gemeenschapsmerk 21. [eiser] is houder van het gemeenschapsmerk "EMINEM". Dit merk is ook gedeponeerd voor klasse 9 (beeld- en/of geluidsdragers). 22. Rams Horn c.s. hebben betoogd dat zij de benaming "EMINEM" niet gebruiken ter onderscheiding van hun waren, maar uitsluitend om de uitvoerend kunstenaar te identificeren. De voorzieningenrechter begrijpt dit betoog aldus dat Rams Horn c.s. van oordeel zijn dat zij een geldige reden hebben voor het gebruik van het teken "EMINEM". Dit betoog faalt. 23. Rams Horn c.s. gebruiken het teken "EMINEM" op de hoezen van de CD's en de DVD met de tweede letter "E" gespiegeld. Dit teken is prominent aangebracht op de hoezen en wordt gebruikt voor waren van dezelfde categorie als waarvoor het merk "EMINEM" is ingeschreven. Fonetisch is er geen verschil tussen merk en teken. Visueel is het verschil in schrijfwijze, een gespiegelde E, van ondergeschikte betekenis. Nu het om dezelfde waren gaat en merk en teken overeenstemmen, bestaat er zonder meer gevaar voor verwarring bij het relevante koperspubliek omtrent de herkomst van de waren. Voorzover Rams Horn c.s. met hun betoog dat zij het teken slechts gebruiken om de kunstenaar te identificeren een beroep doen op artikel 12, onder c, van de Gemeenschapsmerkverordening faalt dit, daar er in elk geval geen sprake is van gebruik volgens eerlijke gebruiken in nijverheid en handel. In dit geding moet immers worden aangenomen dat Rams Horn c.s. niet gerechtigd zijn de CD's en de DVD met het portret en de werken van [eiser] in het verkeer te brengen. Misleidende reclame 24. Op de CD's "The All Stars: Eminem Greatest Hits Medley" en "The All Stars: Eminem Greatest Hits" komen geen uitvoeringen van [eiser] voor, maar alleen van andere uitvoerende kunstenaars. In het vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 26 mei 2004 is in dit verband overwogen dat de omstandigheid dat de naam "EMINEM" groot op de hoezen van de CD's wordt vermeld, nergens wordt aangegeven dat het om "covers" gaat en de uitvoerders niet worden aangeduid, misleidend is omdat de indruk wordt gewekt dat de betreffende CD's werken bevatten die door [eiser] zijn uitgevoerd. 25. Rams Horn c.s. hebben ter zitting betoogd de hoes van de CD "The All Stars": Eminem Greatest Hits" inmiddels te hebben aangepast. De aanpassingen bestaan hieruit uit dat de titel van de CD thans luidt: " The Allstars _________ A Tribute To __________ EMINEM The Greatest Hits" De naam "The Allstars is, ten opzichte van de hoes die in het kort geding tegen Rams Horn aan een beoordeling is onderworpen, groter weergegeven en de naam "EMINEM" kleiner. Naar voorlopig oordeel volstaan deze aanpassingen om verwarring bij het publiek (omtrent de uitvoerend kunstenaar) te voorkomen. Thans is duidelijker dat de CD een hommage aan (de grootste hits van) [eiser] vormt. De enkele omstandigheid dat op de CD-hoes niet wordt vermeld wie "The Allstars" zijn, vormt onvoldoende grond voor een ander oordeel. 26. Dat ook de CD "The All Stars: Eminem Greatest Hits Medley" aanpassingen heeft ondergaan is niet gebleken. Ten aanzien van deze CD wordt overwogen dat (nog immer) ten onrechte de indruk wordt gewekt dat hierop werken voorkomen die (uitsluitend) door [eiser] worden uitgevoerd. Hierbij is meegewogen de prominente plaats die de benaming "EMINEM" inneemt op de hoes van deze CD alsmede de omstandigheid dat niet wordt vermeld dat het om zogenaamde "covers" gaat. De vorderingen 27. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen zijn de onderdelen 1 tot en met 4 van de vordering, door een dwangsom versterkt, als hierna te vermelden toewijsbaar. Rams Horn c.s hebben niet bestreden dat de bescherming die de WNR biedt ook wordt geboden in de andere landen die zijn aangesloten bij het Verdrag van Rome. Het onder 1. te geven verbod zal daarom worden gegeven voor het territoir van de landen die bij dit Verdrag zijn aangesloten. De voorziening die wordt getroffen ten aanzien van het gemeenschapsmerk zal zich uitstrekken tot het gebied van alle landen waar de Gemeenschapsmerkverordening van toepassing is. 28. Voor toewijzing van onderdeel 5 van de vordering bestaat eveneens aanleiding, nu dit onderdeel van de vordering in het verlengde ligt van de onderdelen 1 tot en met 4. 29. De in de onderdelen 6 tot en met 8 gevraagde voorzieningen gaan het beperkte karakter van dit kort geding te buiten en komen om die reden niet voor toewijzing in aanmerking. [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] 30. Ten aanzien van aansprakelijkheid van [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] in deze wordt nog het volgende overwogen. [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] zijn enig bestuurders van Rams Horn Productions en GW. Zij bepalen met uitsluiting van derden de gang van zaken binnen deze ondernemingen en initiëren als zodanig het door [eiser] gewraakte handelen. Zij zijn ook in de positie om dit handelen te beëindigen. Gelet hierop bestaat aanleiding het verbod om inbreuk te maken op de naburige rechten, het portretrecht en het merkrecht van [eiser], het verbod om zich te onthouden van misleidende reclame en onderdeel 5 van de vordering ook jegens hen toe te wijzen. Trips 31. De termijn waarbinnen de eis in de hoofdzaak moet worden ingesteld zal worden bepaald op zes maanden, te rekenen vanaf de datum van dit vonnis. De kosten 32. Rams Horn c.s. zullen, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, met de proceskosten van [eiser] worden belast. De beslissing De voorzieningenrechter: VERKLAART [eiser] niet-ontvankelijk in zijn vorderingen jegens A.A.T. Music en Sound Wave; VERBIEDT Rams Horn c.s. om op het territoir van de landen aangesloten bij het Verdrag van Rome, inbreuk te maken op de naburige rechten die aan [eiser] toekomen terzake van zijn uitvoeringen, in het bijzonder, maar niet uitsluitend om de reproducties waarop uitvoeringen van [eiser] voorkomen te (doen) reproduceren, in het verkeer te (doen) brengen, (doen) in- of uitvoeren, te (doen) aanbieden en in voorraad te (doen) hebben; VERBIEDT Rams Horn c.s. om het portret van [eiser] openbaar te (doen) maken in welke vorm dan ook, in het bijzonder, maar niet uitsluitend op de wijze als in het lichaam van de uitgebrachte dagvaarding omschreven; VERBIEDT Rams Horn c.s. om geluidsdragers op de markt te (doen) brengen met opnamen van werken die niet door [eiser] zijn uitgevoerd en die zijn voorzien van een hoes die het publiek misleidt doordat de indruk wordt gewekt dat [eiser] de op die geluidsdragers voorkomende werken zelf uitvoert; VERBIEDT Rams Horn c.s. om inbreuk te maken op de rechten die aan [eiser] toekomen ingevolge het gemeenschapsmerk "EMINEM", in het bijzonder, maar niet uitsluitend om het teken "EMINEM" aan te (doen) brengen op beeld- en/of geluidsdragers, beeld- en/of geluidsdragers onder dat teken in het verkeer te (doen) brengen, in voorraad te (doen) hebben, in- of uit te (doen) voeren en te gebruiken in zakelijke stukken en advertenties, met dien verstande dat dit verbod gelding heeft voor alle landen waarin de Gemeenschapsmerkverordening van toepassing is; GEBIEDT Rams Horn c.s. om binnen zeven dagen na de betekening van dit vonnis aan alle (binnenlandse en buitenlandse) afnemers van de reproducties een brief te sturen op hun eigen briefpapier met de navolgende inhoud (in voorkomend geval in vertaling), met afschrift van deze brieven aan de raadsvrouw van [eiser]: "Mijne dames, heren Wij hebben aan u geluids- en/of beelddragers geleverd met opnames van EMINEM. De voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Gravenhage heeft ons bij vonnis van 15 juli 2004 verboden de distributie van deze producten voort te zetten omdat daardoor inbreuk wordt gemaakt op de rechten van de artiest EMINEM. Wij verzoeken u vriendelijk doch zeer dringend om deze producten onmiddellijk uit de verkoop te nemen en alle bij u aanwezige door ons geleverde exemplaren van deze producten per ommegaande aan ons te retourneren. Wij zullen u dan onmiddellijk de volledige aankoopprijs en de verzendkosten vergoeden. Rams Horn Productions B.V., GW Productions B.V., S.I.O.G. [gedaagde sub 5] en S. [gedaagde sub 6]"; BEPAALT dat Rams Horn c.s. een dwangsom verbeuren van € 25.000,-- voor elke dag dat of van € 7.500,-- voor ieder exemplaar waarmee (zulks ter keuze van [eiser]) Rams Horn c.s. in strijd handelen met voornoemde verboden en gebod of enig gedeelte daarvan; BEPAALT dat deze voorzieningen zonder rechterlijke tussenkomst hun kracht verliezen, indien [eiser] niet binnen een termijn van zes maanden, te rekenen van de dag van deze uitspraak, haar eis in de hoofdzaak heeft ingesteld en voorts Rams Horn c.s. een daartoe strekkende verklaring bij de griffie van deze rechtbank hebben ingediend; VEROORDEELT Rams Horn c.s. in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van [eiser] begroot op € 1.014,40, waarvan € 703,-- aan salaris procureur, € 241,-- aan griffierecht en € 70,40 aan dagvaardingskosten; VERKLAART dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; WIJST AF het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. Von Maltzahn en uitgesproken ter openbare zitting van 15 juli 2004 in tegenwoordigheid van de griffier. JB 1 Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel strekkende tot wijziging van Auteurswet 1912 en de Wet op de naburige rechten in verband met de richtlijn nr. 93/98/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 oktober 1993 betreffende de harmonisatie van de beschermings- termijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten (Tweede Kamer, vergaderjaar 1993-1994, 23 812, nr. 3)