Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AQ6814

Datum uitspraak2004-08-11
Datum gepubliceerd2004-08-19
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers157227/HAZA 03-326
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verzet van Multiplan tegen het dwangbevel dat Burgemeester en Wethouders van de Gemeente tegen haar hebben uitgevaardigd. Formele rechtskracht overtreder.


Uitspraak

VONNIS van de rechtbank Utrecht, enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken, in de zaak van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MULTIPLAN B.V., gevestigd te ‘s- Hertogenbosch, e i s e r e s in het verzet, hierna te noemen: Multiplan, procureur: mr. E.H. de Jonge-Wiemans, - t e g e n - de publiekrechtelijke rechtspersoon DE GEMEENTE NIEUWEGEIN, zetelende te Nieuwegein, g e d a a g d e in het verzet, hierna te noemen: de Gemeente, procureur: mr. M.C. Muus de Goede. 1. Het verloop van de procedure De procedure betreft het verzet van Multiplan tegen het dwangbevel dat Burgemeester en Wethouders van de Gemeente op 13 december 2002 tegen haar hebben uitgevaardigd. Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende processuele gebeurtenissen: - dagvaarding d.d. 3 februari 2003, met producties; - conclusie van antwoord, met producties; - tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 7 mei 2003, waarbij een comparitie van partijen is gelast; - proces-verbaal van de comparitie van partijen van 4 augustus 2003; - akte na comparitie van partijen van de zijde van Multiplan d.d. 18 februari 2004, met producties; - antwoordakte na comparitie van partijen van de zijde van de Gemeente d.d. 17 maart 2004; - pleidooi op 22 januari 2004. Partijen hebben vervolgens vonnis gevraagd. 2. De feiten 2.1 De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Multiplan Ontwikkeling B.V., thans genaamd Ravenswade Ontwikkeling B.V., is eigenaresse van het perceel Ravenswade, kadastrale gemeente Jutphaas [sectie nummer], verder te noemen: het perceel. Zij is de projectontwikkelaar van het project strekkende tot het realiseren van kantoorgebouwen op dit perceel. 2.2 Multiplan is een bouw- en aannemingsbedrijf. Zij heeft van Multiplan Ontwikkeling B.V. de opdracht gekregen om voor de bouw van de hiervoor bedoelde kantoorgebouwen zorg te dragen. 2.3 Op 12 oktober 2000 heeft Multiplan namens Multiplan Ontwikkeling B.V. een bouwaanvraag ingediend voor het realiseren van het eerste kantoorgebouw, gebouw 1.1, op het perceel. 2.4 Bij besluit van 10 juli 2001 heeft de Gemeente aan Multiplan Ontwikkeling B.V. een vergunning verleend tot het bouwen van een ondergronds opslaggebouw op (een gedeelte van) het perceel. 2.5 Op 24 april 2002 heeft de Gemeente aan “Mutiplan BV t.a.v. [naam bestuurder], [adres]” een aanschrijving gezonden (gedateerd 15 april 2002), verder te noemen: de aanschrijving, die - voor zover relevant - luidt als volgt: "(...) Op 20 maart jl. heeft een toezichthouder van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht vastgesteld dat op een perceel plaatselijk gemerkt als Ravenswade, kadastrale gemeente Jutphaas [sectie nummer], in eigendom zijnde van Multiplan Ontwikkeling B.V. gevestigd [adres], door dan wel in opdracht van Multiplan Ontwikkeling B.V. de volgende (bouw)werkzaamheden c.q. handelingen zijn verricht: Er wordt zonder de vereiste bouwvergunning (gedeelte bovengronds) gebouwd aan een bedrijfsgebouw met bijbehorende bedrijfskantoren. Er zijn prefab betonnen elementen gesteld op de begane grond vloer (...) Op 4 maart jl. is Multiplan Ontwikkeling eveneens al door een toezichthouder van de Gemeente Nieuwegein gewezen op het niet mogen bouwen op genoemde locatie zonder een bouwvergunning. In goed overleg heeft Multiplan Ontwikkeling BV gehoor gegeven aan de stopzetting van de bouwactiviteiten. Op 19 maart jl. heeft [naam werknemer] van Multiplan Ontwikkeling BV contact gehad met [naam hoofd], hoofd van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht. Hierbij deelde [naam werknemer] mee dat geen gehoor gegeven meer zal worden aan de verzochte bouwstop. De reden hiervoor zou gelegen zijn in het feit dat iedere dag dat niet gebouwd wordt dit Multiplan Ontwikkeling BV zo’n fl. 50.000,- (omgerekend 22.500 euro) kost. Gezien het algemeen belang dat gemoeid is met vergunningverlening, hebben wij u bij schrijven van 21 maart 2002, verzonden 22 maart 2002, dringend verzocht met bovengenoemde illegale activiteiten te stoppen. De geconstateerde bouwwerkzaamheden zijn in strijd met artikel 40 van de Woningwet. Daarnaast bestaat strijdigheid met artikel 7 van het geldende bestemmingsplan Laagraven (24-03-83 vastgesteld). Zowel wat betreft de toename van de bouwvolumes als wat betreft het niet voldoen aan het gebruik als groothandelsbedrijf. Uit het voorgaande genoemd, de diverse contacten tussen uw bedrijf en de Gemeente Nieuwegein, de bouwaanvraag en de eigendomsverhouding op onderhavig perceel maken wij op dat uw bedrijf kennelijk als opdrachtgever geldt van de door ons geconstateerde strijdigheden. Dit heeft ons doen concluderen dat Multiplan Ontwikkeling BV zowel feitelijk als juridisch in staat is om een einde te maken aan de geconstateerde strijdigheden. Wij hechten er aan dat pas bouwactiviteiten plaatsvinden nadat u over de daarvoor benodigde bouwvergunningen beschikt. Hierbij hebben wij meegewogen het feit dat uw verzoek tot het verkrijgen van de bouwvergunning en de daarvoor tevens door zakelijke vrijstelling van het bestemmingsplan voor onderhavige activiteiten, momenteel door het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar in behandeling is bij de provincie Utrecht. (...) Zoals wij u bij brief van 21 maart 2002 aankondigden hebben wij besloten handhavend op te treden. Diverse aanvullende constateringrapporten van onze toezichthouders tonen aan dat u ondanks onze waarschuwingen doorgaat met genoemde bouwwerkzaamheden. De verdiepingsvloer is gelegd en er worden nog steeds prefab betonnen elementen (gevel) gesteld. Daarmee handelt u in strijd met artikel 40 van de Woningwet en artikel 7 van het vigerende bestemmingsplan Laagraven. (...) Omdat wij vooralsnog van mening zijn dat het beter is dat u zelf een einde maakt aan deze illegale bouwwerkzaamheden, hebben wij ervoor gekozen een dwangsom op te leggen op basis van artikelen 138 van de Gemeentewet en de afdeling 5.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht. Daarom leggen wij u per 26 april 2002 een dwangsom op van 25.000 euro per overtreding per dag met een maximum van 1.500.000 euro. Verder delen wij u mede dat wij bij constatering van verdere overtreding direct zullen overgaan tot het innen van de dwangsom. (...)" 2.6 Bij besluit d.d. 20 augustus 2002 heeft de Gemeente het door Multiplan Ontwikkeling B.V. tegen de aanschrijving ingestelde bewaar ongegrond verklaard. 2.7 Bij uitspraak d.d. 7 februari 2003 heeft de enkelvoudige kamer voor de behandeling van bestuursrechtelijke zaken van deze rechtbank het beroep van Multiplan Ontwikkeling B.V. tegen het niet nemen van een besluit op een bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard en het beroep van Multiplan Ontwikkeling B.V. voor het overige ongegrond verklaard. 2.8 Bij uitspraak d.d. 10 december 2003 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State het tegen de uitspraak van de rechtbank door Multiplan Ontwikkeling B.V. ingestelde hoger beroep gegrond verklaard en daarbij (onder meer): - het onder 2.6 bedoelde besluit vernietigd voor zover daarbij het besluit van 15 augustus 2002 ook na 13 augustus 2002 is gehandhaafd; - het onder 2.5 bedoelde besluit herroepen vanaf 13 augustus 2002 en bepaald dat haar uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van dit besluit; - de uitspraak van de rechtbank vernietigd, voor zover daarbij het beroep tegen het onder 2.6 bedoelde besluit om de last onder dwangsom ook na 13 augustus 2002 te handhaven ongegrond is verklaard. 2.9 Op 13 december 2002 hebben Burgemeester en Wethouders van de Gemeente een dwangbevel uitgevaardigd tegen Multiplan, verder te noemen: het dwangbevel, waarbij zij Multiplan heeft bevolen een bedrag van € 975.000,-- aan verbeurde dwangsommen en een bedrag van € 57.799,95 euro aan invorderingskosten te betalen. 2.10 Op 24 december 2002 heeft de Gemeente het dwangbevel aan Multiplan doen betekenen. 3. De vordering en het verweer 3.1 Multiplan heeft - kort weergegeven - gevorderd dat de rechtbank haar tot goed opposante tegen het dwangbevel verklaart en het dwangbevel buiten effect stelt. 3.2 De Gemeente heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van Multiplan in haar verzet, althans tot ongegrond verklaring van dit verzet. 3.3 De overige stellingen van partijen komen in het volgende voor zoveel nodig aan de orde. 4. De beoordeling 4.1 Ter onderbouwing van haar vordering heeft Multiplan aangevoerd dat niet zij, maar Multiplan Ontwikkeling B.V. de in het dwangbevel bedoelde dwangsommen heeft verbeurd, nu de betreffende last onder dwangsom, die aan het dwangbevel ten grondslag ligt, niet aan haar, maar aan Multiplan Ontwikkeling B.V. is opgelegd. 4.2 De rechtbank overweegt als volgt. Op grond van het bepaalde in de artikelen 5:32 tot en met 5:36 van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) dient als uitgangspunt te gelden dat een dwangbevel alleen kan worden uitgevaardigd tegen “de overtreder”, dat wil zeggen tegen de natuurlijke persoon of de rechtspersoon aan wie de betreffende last onder dwangsom is opgelegd. Op grond van vaste jurisprudentie dient de rechter in een verzetprocedure er in beginsel vanuit te gaan dat de dwangsombeschikking, waarin "de overtreder" is vermeld, - zolang deze niet is vernietigd - zowel wat haar inhoud als wat haar wijze van totstandkoming betreft, in overeenstemming is met de betreffende wettelijke voorschriften en algemene rechtsbeginselen. Nu de hoogste bestuursrechter, de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, de onderhavige dwangsombeschikking (de aanschrijving) slechts heeft vernietigd, voor zover het de handhaving van de last onder dwangsom na 13 augustus 2002 betreft, komt aan de dwangsombeschikking, ook voor zover daarin een bepaalde rechtspersoon als "overtreder" (van artikel 40 van de Woningwet en artikel 7 van het bestemmingsplan) is aangemerkt, formele rechtskracht toe. Thans staat derhalve niet meer ter beoordeling of de betreffende rechtspersoon in de dwangsombeschikking al dan niet terecht als "overtreder" is aangemerkt. 4.3 In het navolgende zal dan ook slechts beoordeeld worden of Multiplan de rechtspersoon is aan wie de - aan het onderhavige dwangbevel ten grondslag liggende - last onder dwangsom is opgelegd. Geconstateerd dient te worden dat de aanschrijving, waarin de betreffende last onder dwangsom is opgelegd, (aangetekend) is verzonden is aan: Mutiplan BV t.a.v. [naam bestuurder] [adres]. Zowel Multiplan als Multiplan Ontwikkeling B.V. waren op het moment van het ontvangen van de aanschrijving op het [adres] gevestigd, zodat de adressering geen aanwijzing biedt voor de beantwoording van de vraag aan wie de last onder dwangsom is opgelegd. Een dergelijke aanwijzing kan wel gevonden worden in de omstandigheid dat de aanschrijving is gericht aan [naam bestuurder]. Immers, niet gebleken is dat [naam bestuurder] op het moment van ontvangst van de aanschrijving werkzaam was voor Multiplan, dan wel uit andere hoofde bevoegd was Multiplan te vertegenwoordigen. Integendeel, uit de overgelegde correspondentie blijkt dat [naam bestuurder] zijn brieven aan de Gemeente of aan het door de Gemeente ingeschakelde incassobureau telkens heeft ondertekend namens Multiplan Ontwikkeling B.V. De omstandigheid dat [naam bestuurder] in zijn - door de Gemeente bij pleidooi geciteerde - brief van 21 januari 2003 aan de Gemeente bij de ondertekening van de brief “Multiplan B.V.” heeft vermeld, brengt hierin geen verandering, nu [naam bestuurder] in dezelfde brief (in de laatste zin) tevens schrijft: ”In het vertrouwen u hiermee namens Ravenswade Ontwikkeling B.V. voldoende te hebben geïnformeerd, verblijf ik, (...) [onderstreping rechtbank]“. Tussen partijen is niet in geschil dat Ravenswade Ontwikkeling B.V. de nieuwe naam was waaronder Multiplan Ontwikkeling B.V. op dat moment haar bedrijf uitoefende. De ondertekening met "Multiplan B.V." dient dan ook als een kennelijke verschrijving te worden aangemerkt. Uit de hiervoor bedoelde correspondentie kan niet anders worden geconcludeerd dan dat [naam bestuurder] alleen werkzaam en vertegenwoordigingsbevoegd was voor Multiplan Ontwikkeling B.V. en niet optrad namens Multiplan. Voorts blijkt uit de inhoud van de aanschrijving dat de Gemeente ook beoogde om Multiplan Ontwikkeling B.V. (en niet Multiplan) een last onder dwangsom op te leggen. De Gemeente vermeldt in de onderbouwing van haar besluit immers dat zij dit besluit heeft genomen op grond van het feit dat zij heeft geconstateerd dat Multiplan Ontwikkeling B.V. zonder bouwvergunning aan het bouwen was op het haar in eigendom toebehorende perceel en geen gehoor meer wenste te geven aan de mondeling opgelegde bouwstop. Ook in het vervolg van de brief wordt telkens Multiplan Ontwikkeling B.V. als de rechtspersoon genoemd die in overtreding is van de Woningwet en het bestemmingsplan. In het bijzonder overweegt de Gemeente in haar besluit nog het volgende: "Uit het voorgaande genoemd, de diverse contacten tussen uw bedrijf en de Gemeente Nieuwegein, de bouwaanvraag en de eigendomsverhouding op onderhavig perceel maken wij op dat uw bedrijf kennelijk als opdrachtgever geldt van de door ons geconstateerde strijdigheden. Dit heeft ons doen concluderen dat Multiplan Ontwikkeling BV zowel feitelijk als juridisch in staat is om een einde te maken aan de geconstateerde strijdigheden." Uit deze geciteerde paragraaf moet worden afgeleid dat de Gemeente er expliciet voor heeft gekozen om (alleen) aan Multiplan Ontwikkeling B.V. een last onder dwangsom op te leggen. De enige aanwijzing voor de juistheid van de stelling van de Gemeente dat de dwangsom is opgelegd aan Multiplan, betreft de adressering van de aanschrijving aan “Mutiplan BV". In het licht van de hiervoor genoemde omstandigheden, die allen op het tegendeel duiden, is deze aanwijzing echter onvoldoende om de conclusie te rechtvaardigen dat de last onder dwangsom aan Multiplan is opgelegd. Daarbij komt dat Multiplan Ontwikkeling B.V., en niet Multiplan de bestuursrechtelijke procedure tegen het besluit van de Gemeente om een last onder dwangsom op te leggen, heeft gevoerd. In deze procedure heeft de Gemeente, noch Multiplan Ontwikkeling B.V. het standpunt ingenomen (althans niet gehandhaafd) dat niet Multiplan Ontwikkeling B.V., maar Multiplan de rechtspersoon was aan wie de last onder dwangsom was opgelegd. Het verweer van de Gemeente dat zij ervan uitging dat Multiplan Ontwikkeling B.V. optrad namens Multiplan, kan niet worden aanvaard. Ten eerste heeft de Gemeente - blijkens de hiervoor geciteerde passage uit de aanschrijving - er uitdrukkelijk voor gekozen om Multiplan Ontwikkeling B.V. een last onder dwangsom op te leggen. Ten tweede heeft Multiplan Ontwikkeling B.V. in de bestuursrechtelijke procedure het besluit niet bestreden op grond van de stelling dat de last onder dwangsom aan Multiplan was opgelegd, maar op grond van het feit dat de last onder dwangsom aan haarzelf was opgelegd. Ten derde heeft de Gemeente alleen in hoger beroep deze kwestie aan de orde gesteld, doch ook onmiddellijk daarna haar stellingen terzake ingetrokken. Tenslotte is vrijwel alle correspondentie over de last onder dwangsom en het verbeuren van dwangsommen door overtreding van deze last gevoerd tussen de Gemeente en Multiplan Ontwikkeling B.V. Ook de aanmaningen tot betaling van de op grond van de aanschrijving verbeurde dwangsommen zijn door het incassobureau dat door de Gemeente was ingeschakeld, aan Multiplan Ontwikkeling B.V. gezonden. 4.4 Op grond van het voorgaande dient te worden geconcludeerd dat de onderhavige last onder dwangsom is opgelegd aan Multiplan Ontwikkeling B.V., en niet aan Multiplan. Deze aanschrijving heeft formele rechtskracht gekregen, zodat dit daarmee ook in rechte vaststaat. 4.5 Het beroep van de Gemeente op de feitelijke, economische en juridische verwevenheid van Multiplan en Multiplan Ontwikkeling B.V., kan haar niet baten. Zoals hiervoor reeds is overwogen, heeft de aanschrijving formele rechtskracht en staat daarmee vast dat Multiplan Ontwikkeling B.V. de “overtreder” is van de Woningwet en het bestemmingsplan. Blijkens de aanschrijving waarbij de last onder dwangsom is opgelegd, heeft de Gemeente ook vastgesteld dat Multiplan Ontwikkeling B.V. als opdrachtgeefster en/of eigenaresse van het perceel zowel feitelijk als juridisch in staat was om een einde te maken aan de illegale bouwwerkzaamheden, en heeft zij ook bewust voor het opleggen van de last onder dwangsom aan (alleen) deze vennootschap gekozen. Zij wist ook, dan wel behoorde te weten, dat Multiplan een andere vennootschap was dan Multiplan Ontwikkeling B.V., omdat in de bij haar ingediende bouwvergunningsaanvraag Multiplan Ontwikkeling B.V. als "aanvraagster" (en opdrachtgeefster van het project) en Multiplan als "gemachtigde" waren vermeld. In ieder geval heeft Multiplan er geen rekening mee behoeven te houden dat - voor zover zij al kennis droeg van de inhoud van de aanschrijving - zij zelf bij overtreding van de last dwangsommen zou verbeuren. 4.6 Tussen partijen is niet in geschil dat de Gemeente het dwangbevel op grond van overtreding van de bij de aanschrijving opgelegde last onder dwangsom heeft uitgevaardigd tegen Multiplan. Zoals hiervoor reeds is overwogen, is de last onder dwangsom echter niet aan Multiplan, maar aan Multiplan Ontwikkeling B.V. opgelegd, zodat eventuele op grond van de overtreding van deze last verbeurde dwangsommen niet door Multiplan, maar door Multiplan Ontwikkeling B.V. zijn verbeurd. Door dit dwangbevel toch tegen Multiplan ten uitvoer te leggen, maakt de Gemeente zich naar het oordeel van de rechtbank dan ook schuldig aan misbruik van recht. 4.7 Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering tot buiteneffectstelling van het dwangbevel dient te worden toegewezen. De rechtbank begrijpt dat Multiplan met haar vordering om tot goed opposante te worden verklaard heeft beoogd om - ingevolge het huidige Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering - te vorderen dat haar verzet tegen het dwangbevel gegrond wordt verklaard. Uit het voorgaande volgt dat deze vordering, op voormelde wijze aangepast, voor toewijzing vatbaar is. 4.8 De Gemeente zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van deze procedure worden veroordeeld. 5. De beslissing De rechtbank: 5.1 verklaart het verzet van Multiplan tegen het dwangbevel van de Gemeente van 13 december 2002 gegrond; 5.2 stelt dit dwangbevel buiten effect; 5.3 veroordeelt de Gemeente in de proceskosten aan de zijde van Multiplan gevallen, tot op deze uitspraak begroot op € 273,20 aan verschotten en op € 1.755,00 aan salaris van de procureur; 5.4 verklaart onderdelen 5.2 en 5.3 van dit vonnis uitvoer bij voorraad; 5.5 wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. W.C. Haasnoot en is in het openbaar uitgesproken op woensdag 11 augustus 2004. w.g. griffier w.g. rechter