
Jurisprudentie
AQ8430
Datum uitspraak2004-08-11
Datum gepubliceerd2004-08-30
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers2271 CV 04-2458
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2004-08-30
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers2271 CV 04-2458
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Kantonrechter wijst aanspraak of vindersloon af.
Uitspraak
R E C H T B A N K Z W O L L E – L E L Y S T A D
sector kanton – locatie Lelystad
Zaaknr.: 227153 CV 04-2458
datum : 11 augustus 2004
Vonnis in de zaak van:
[EISER],
wonende te [woonplaats],
eisende partij,
gemachtigde mr. L.Ph.J. baron van Utenhove, advocaat te ’s Gravenhage,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Algemene Lease Maatschappij Autoplanning B.V.,
gevestigd te Leiderdorp, evenwel kantoorhoudende te Almere, Luidsprekerstraat 2,
gedaagde partij,
gemachtigde Deurwaarderskantoor Van Nimwegen te Harderwijk.
De procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- de dagvaarding d.d. 9 februari 2004 ten verzoeke van [eiser] uitgebracht;
- het antwoord d.d. 17 maart 2004 van Autoplanning;
- de nadere toelichting van partijen.
Het geschil en de beoordeling
1.
Tussen partijen is het volgende komen vast te staan:
- Op 1 november 2002 is een aan Autoplanning in eigendom toebehorende auto (Landrover) gestolen.
- [eiser] heeft omstreeks november/december 2002 deze auto gedurende circa drie aaneengesloten weken onaangeroerd geparkeerd zien staan aan het begin van de [straat] te [woonplaats], in de directe nabijheid van het woonhuis van [eiser]. Deze auto heeft de aandacht van [eiser] getrokken, nadat hij al ongeveer een week niet van zijn plaats was geweest en met een achterwiel half op de trottoirband stond. Dat laatste werd steeds manifester aangezien het het langzaam maar zeker leeglopen van de achterband tot gevolg had. [eiser] is de auto toen dagelijks in de gaten gaan houden. Voortschrijdend inzicht bracht hem na circa drie weken tot het vermoeden dat het een gestolen auto kon betreffen.
- [eiser] heeft begin december 2002 de politie telefonisch op de hoogte gesteld van zijn bevinding en van zijn vermoeden dat het hier een onbeheerd achtergelaten – en dus wellicht gestolen – voertuig betrof.
- De geüniformeerde politie is onmiddellijk ter plaatse gekomen met een bergingsvoertuig. Nadat was vastgesteld dat de auto als gestolen te boek stond, heeft de politie zich over het voertuig ontfermd.
- [eiser] heeft zich de volgende dag telefonisch bij Autoplanning als vinder van de auto bekend gemaakt.
- Op 13 december 2002 heeft voor Autoplanning optredende ITEB Schadeservices te Gouda een verklaring van [eiser] opgenomen en daarbij aan [eiser] kenbaar gemaakt dat hij bij Autoplanning aanspraak zou kunnen maken op vindersloon.
- In de periode van januari – november 2003 heeft [eiser] diverse keren telefonisch contact gehad met Autoplanning over zijn aanspraak op vindersloon.
- In november 2003 heeft Autoplanning een beloning van € 500,-- overgemaakt aan [eiser].
- [eiser] is werkzaam als tandarts en is financieel niet afhankelijk van vindersloon.
2.
[eiser] heeft aan zijn vordering ten grondslag gelegd een aanspraak op adequaat vindersloon. Gevorderd is veroordeling van Autoplanning tot betaling van € 2.730,-- in aanvulling op het reeds uitgekeerde vindersloon, vermeerderd met de wettelijke rente over
€ 3.230,-- vanaf 13 december 2002. Tevens is aanspraak gemaakt op vergoeding van € 509,32 wegens buitengerechtelijke incassokosten.
[eiser] heeft de waarde van de gestolen auto in november/december 2002 geschat op
€ 38.000,--. Hij heeft zijn aanspraak op vindersloon naar redelijkheid en billijkheid besomd op 8,5 % van € 38.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf (billijkheidshalve) 13 december 2002 (datum rapport ITEB).
3.
Autoplanning heeft de vordering bestreden, onder meer aanvoerende dat [eiser] niet meer heeft gedaan dat hetgeen van een fatsoenlijk burger verwacht mag worden, namelijk bij de politie melding maken van een mogelijk (strafrechtelijk) verdachte situatie. Er is door hem dan ook aan de gehele kwestie niet meer besteed dan een telefoongesprek van hooguit enkele minuten, waarna de politie adequaat heeft opgetreden en de als gestolen gesignaleerde auto heeft afgevoerd en aan Autoplanning geretourneerd.
Het door Autoplanning ingeschakelde onderzoeksbureau ITEB vond een vergoeding tussen
€ 250,-- en € 500,-- meer dan redelijk in het onderhavige geval, waarna Autoplanning vervolgens eigener beweging en bedrag van € 500,-- aan [eiser] heeft betaald. Autoplanning heeft daarmee aan al haar verplichtingen uit hoofde van artikel 5:10, lid 2, Burgerlijk Wetboek voldaan.
4.
De kantonrechter kan ervan uit gaan dat [eiser] aan de op hem als vinder rustende verplichtingen heeft voldaan.
5.
Naar het oordeel van de kantonrechter blijft onder omstandigheden als waaronder [eiser] de onderhavige onbeheerde auto heeft gevonden, de redelijke beloning voor de vinder beperkt tot het min of meer symbolische bedrag van € 250,-- à € 500,--. Deze – gelijk door Autoplanning aangevoerd – in brede maatschappelijke kring als redelijk aanvaarde regel geldt (mitsdien) niet in het geval de vinder voor de zaak een min of meer markt-conforme prijs heeft betaald – vergelijk de voor [eiser] genoemde zaak berecht in Rechtbank Breda 4 maart 2000, NJ kort 2000/41 –, ofwel de vinder bedrijfsmatig werkzaam is geweest – vergelijk de eveneens door [eiser] aangehaalde zaak waarin laatstelijk uitspraak is gedaan in Hoge Raad 25 oktober 1996, VR 1997/84 (CCvD)/NJ 1998/26 (HJS) – ofwel de gedupeerde om hem moverende reden een hogere beloning voor (aanwijzingen leidend tot) het vinden heeft uitgeloofd.
6.
Gezien het vorenstaande heeft [eiser] de redelijke vergoeding waarop hij aanspraak kan maken, reeds ontvangen, zodat zijn vordering terzake (restant-) vindersloon dient te worden afgewezen.
7.
In navolging van het vorenstaande dient ook het gevorderde wegens wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten te worden afgewezen.
8.
[eiser] dient als de in het ongelijk gestelde partij te worden verwezen in de proceskosten.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering van [eiser] af;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Autoplanning begroot op:
? € 450,00 voor salaris gemachtigde;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. J.F. de Vries, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van woensdag 11 augustus 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.