Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AR2411

Datum uitspraak2004-09-21
Datum gepubliceerd2004-09-21
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08/000124-03
Statusgepubliceerd


Indicatie

verdachte, directeur van diverse onderwijsinstellingen, heeft zich gedurende enkele jaren stelselmatig schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking, valsheid in geschrifte en het onjuist invullen van belastingaangiftes. hij wordt vrijgesproken van het vals invullen van een claimformulier voor een verzekeringsmaatschappij. hij heeft de onderwijsinstellingen en ’s-Rijks schatkist voor tonnen aan euro’s benadeeld om zichzelf te verrijken. hij heeft ernstig misbruik gemaakt van het in hem gestelde vertrouwen. De rechtbank houdt rekening houden met het feit dat verdachte regelingen heeft getroffen met de benadeelden en reeds een groot deel heeft terugbetaald. Voor deze ernstige vorm van “witte boorden criminaliteit” veroordeelt de rechtbank verdachte tot 27 maanden gevangenisstraf waarvan 9 voorwaardelijk, proeftijd twee jaar, met toezicht van de reclassering.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Parketnummer: 08/000124-03 STRAFVONNIS Uitspraak: 21 september 2004. De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [datum] 1951, wonende te [adres en woonplaats]. terechtstaande terzake dat: 1. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2002 tot en met 3 april 2003 in de gemeente(n) Driebergen-Rijsenburg en/of Zeist en/of Amersfoort en/of Hengelo (O) en/of (elders) in Nederland en/of in Spanje, (telkens) opzettelijk in/uit (een) pin- en/of betaalautoma(a)t(en), (een) geldbedrag(en) (tot een totaalbedrag van (ongeveer) Euro 6081,63), in elk geval (telkens) een geldbedrag(en) en/of goed(eren), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan de Stichting Onderwijscentrum Twente (hogeschool Edith Stein), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren) verdachte (telkens) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als voorzitter van het college van bestuur, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, (telkens) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend; 2. hij in of omstreeks de maand februari 2003, althans in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 1 april 2003 in de gemeente(n) Driebergen-Rijsenburg en/of Hengelo (O) en/althans (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een factuur, te weten: * factuur nr. 030209 dd. 7 februari 2003 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van Euro 23.562,-- (pv pagina 248), en/of * factuur nr. 165328/128325 dd. 14 februari 2003 van de firma M & G Legal Services voor een totaalbedrag van Euro 29.631,-- (pv pagina 249), - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte voornoemde factu(u)r(en) (telkens) valselijk opgemaakt wetende dat die factu(u)r(en) (gedeeltelijk) betrekking had(den) op niet verrichte werkzaamheden, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken; ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 1 april 2003 in de gemeente(n) Driebergen-Rijsenburg en/of Hengelo (O) en/althans (elders) in Nederland (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de Stichting Onderwijscentrum Twente/Hogeschool Edith Stein heeft bewogen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en) (totaal Euro 53.193,--), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (een) factu(u)r(en), te weten: * factuur nr. 030209 dd. 7 februari 2003 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van Euro 23.562,-- (pv pagina 248), en/of * factuur nr. 165328/128325 dd. 14 februari 2003 van de firma M & G Legal Services voor een totaalbedrag van Euro 29.631,-- (pv pagina 249), opgemaakt en/of (vervolgens) die factu(u)r(en) naar die stichting/school gestuurd en/of -als voorzitter van het college van bestuur van die stichting/school- die factu(u)r(en) geparafeerd (en daarmee opdracht voor betaling gegeven), waardoor de Stichting Onderwijscentrum Twente/Hogeschool Edith Stein (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte; 3. hij in of omstreeks de periode van 1 januari 1999 tot 1 augustus 2002 in de gemeente(n) Driebergen-Rijsenburg en/of Naaldwijk en/althans (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een factuur, te weten: * factuur nr. 990134 dd. 14 januari 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 27.612,50 (pv pagina 284), en/of * factuur nr. 990209 dd. 8 februari 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 22.325,-- (pv pagina 285), en/of * factuur nr. 990313 dd.29 maart 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 24.675,-- (pv pagina 286), en/of * factuur nr. 990419 dd. 23 april 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 26.437,50 (pv pagina 287), en/of * factuur nr. 990634 dd. 30 juni 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 16.450,-- (pv pagina 288), en/of * factuur nr. 990921 dd. 15 september 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 26.437,50 (pv pagina 289), en/of * factuur nr. 991211 dd. 2 december 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 29.081,25 (pv pagina 290), en/of * factuur nr. 001005 dd. 26 oktober 2000 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 31.754,38 (pv pagina 291), en/of * factuur nr. 010112 dd. 8 januari 2001 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 34.956,25 (pv pagina 292), en/of * factuur nr. 010916 dd. 4 september 2001 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 37.752,75 (pv pagina 293), en/of * factuur nr. 020119 dd. 4 januari 2002 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van Euro 18.742,50 (pv pagina 294), en/of * factuur nr. 020209 dd. 27 februari 2002 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van Euro 19.411,88 (pv pagina 295), en/of * factuur nr. 120547/210686 dd. 19 februari 2002 van de firma M & G Legal Services voor een totaalbedrag van Euro 29.274,-- (pv pagina 296), * factuur nr. 120547/630648 dd. 22 april 2002 van de firma M & G Legal Services voor een totaalbedrag van Euro 28.203,-- (pv pagina 296), - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte voornoemde factu(u)r(en) (telkens) valselijk opgemaakt wetende dat die factu(u)r(en) (gedeeltelijk) betrekking had(den) op niet verrichte werkzaamheden, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken; ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 1999 tot 1 augustus 2002 in de gemeente(n) Driebergen-Rijsenburg en/of Naaldwijk en/althans (elders) in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de Holland Maas Onderwijks Groep (H.M.O.G) heeft bewogen tot de afgifte van (een) (nader te noemen) geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (een) factu(u)r(en), te weten: * factuur nr. 990134 dd. 14 januari 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 27.612,50 (pv pagina 284), en/of * factuur nr. 990209 dd. 8 februari 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 22.325,-- (pv pagina 285), en/of * factuur nr. 990313 dd.29 maart 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 24.675,-- (pv pagina 286), en/of * factuur nr. 990419 dd. 23 april 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 26.437,50 (pv pagina 287), en/of * factuur nr. 990634 dd. 30 juni 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 16.450,-- (pv pagina 288), en/of en/of * factuur nr. 990921 dd. 15 september 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 26.437,50 (pv pagina 289), en/of * factuur nr. 991211 dd. 2 december 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 29.081,25 (pv pagina 290), en/of * factuur nr. 001005 dd. 26 oktober 2000 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 31.754,38 (pv pagina 291), en/of * factuur nr. 010112 dd. 8 januari 2001 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 34.956,25 (pv pagina 292), en/of * factuur nr. 010916 dd. 4 september 2001 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 37.752,75 (pv pagina 293), en/of * factuur nr. 020119 dd. 4 januari 2002 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van Euro 18.742,50 (pv pagina 294), en/of en/of * factuur nr. 020209 dd. 27 februari 2002 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van Euro 19.411,88 (pv pagina 295), en/of * factuur nr. 120547/210686 dd. 19 februari 2002 van de firma M & G Legal Services voor een totaalbedrag van Euro 29.274,-- (pv pagina 296), * factuur nr. 120547/630648 dd. 22 april 2002 van de firma M & G Legal Services voor een totaalbedrag van Euro 28.203,-- (pv pagina 296), opgemaakt en/of (vervolgens) die factu(u)r(en) naar die H.M.O.G./school gestuurd/meegnomen en/of -als voorzitter van het college van bestuur van die H.M.O.G./school- die factu(u)r(en) geparafeerd (en daarmee opdracht voor betaling gegeven), waardoor de Holland Maas Onderwijs Groep (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte; 4. hij op of omstreeks 30 september 2002, althans in of omstreeks de periode van 23 augustus 2002 tot en met 30 november 2002 in de gemeente Driebergen-Rijsenburg en/althans (elders) in Nederland een bij de Zwolsche Algemeene Schadeverzekering N.V. in gebruik zijnd "Schade-aangifteformulier Algemeen" - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk op (een bijlage bij) dat Schade-aangifteformulier melding gemaakt van een inbraak in verdachtes woning (op 24 augustus 2002) waarbij (onder andere) een (zilveren) bestek en/of een of meer geluidboxen (merk B & O) en/of een horloge (merk Cartier) waren weggenomen, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, terwijl uit dat gebruik enig nadeel kon ontstaan; ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 4 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat hij in of omstreeks de periode van 23 augustus 2002 tot en met 30 november 2002 in de gemeente Driebergen-Rijsenburg en/althans (elders) in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de Zwolsche Algemeene/Allianz Nederland Schadeverzekeringen NV heeft bewogen tot de afgifte van Euro 13.929,89, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid bij die verzekeringmaatschappij door middel van een "Schade-aangifte formulier" melding gemaakt van een inbraak in verdachtes woning (op 24 augustus 2002) waarbij (onder andere) een (zilveren) bestek en/of een of meer geluidboxen (merk B & O) en/of een horloge (merk Cartier) waren weggenomen, waardoor die verzekeringsmaatschappij werd bewogen tot bovenomschreven afgifte; 5. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 maart 1999 tot en met 30 maart 2001 in de gemeente Utrecht en/of elders in Nederland, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de inkomstenbelasting over het/de jaar/jaren 1998 en/of 1999 en/of 2000 onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk op het bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Utrecht ingeleverde aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting over genoemd(e) jaar/jaren (telkens) een te laag belastbaar bedrag opgegeven, terwijl dat feit (telkens) ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven; Gezien de stukken; Gelet op het onderzoek ter terechtzitting; Gehoord de vordering van de officier van justitie; Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd; De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring. Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte sub 4 primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. De rechtbank is door de inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen, waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1, sub 2 primair, sub 3 primair en sub 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. hij in de periode van 1 augustus 2002 tot en met 3 april 2003 in de gemeenten Driebergen-Rijsenburg en Zeist en Amersfoort en Hengelo (O) en/of (elders) in Nederland en/of in Spanje, telkens opzettelijk uit betaalautomaaten, geldbedragen (tot een totaalbedrag van (ongeveer) Euro 6081,63), die toebehoorden aan de Stichting Onderwijscentrum Twente (hogeschool Edith Stein), en welke geldbedragen verdachte (telkens) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als voorzitter van het college van bestuur, onder zich had, (telkens) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend; 2. hij in de maand februari 2003, in de gemeenten Driebergen-Rijsenburg en/of Hengelo (O) meermalen, (telkens) een factuur, te weten: * factuur nr. 030209 dd. 7 februari 2003 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van Euro 23.562,-- , en * factuur nr. 165328/128325 dd. 14 februari 2003 van de firma M & G Legal Services voor een totaalbedrag van Euro 29.631,-- , - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte voornoemde facturen (telkens) valselijk opgemaakt wetende dat die facturen betrekking hadden op niet verrichte werkzaamheden, zulks (telkens) met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken; 3. hij in de periode van 1 januari 1999 tot 1 augustus 2002 in de gemeenten Driebergen-Rijsenburg en/of Naaldwijk, meermalen, (telkens) een factuur, te weten: * factuur nr. 990134 dd. 14 januari 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 27.612,50, en * factuur nr. 990209 dd. 8 februari 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 22.325,-- , en * factuur nr. 990313 dd.29 maart 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 24.675,--, en * factuur nr. 990419 dd. 23 april 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 26.437,50, en * factuur nr. 990634 dd. 30 juni 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 16.450,-- , en * factuur nr. 990921 dd. 15 september 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 26.437,50, en * factuur nr. 991211 dd. 2 december 1999 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 29.081,25, en * factuur nr. 001005 dd. 26 oktober 2000 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 31.754,38, en * factuur nr. 010112 dd. 8 januari 2001 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 34.956,25, en * factuur nr. 010916 dd. 4 september 2001 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van fl. 37.752,75, en * factuur nr. 020119 dd. 4 januari 2002 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van Euro 18.742,50, en * factuur nr. 020209 dd. 27 februari 2002 van de firma IMAC Management Consultants voor een totaalbedrag van Euro 19.411,88, en * factuur nr. 120547/210686 dd. 19 februari 2002 van de firma M & G Legal Services voor een totaalbedrag van Euro 29.274,--, * factuur nr. 120547/630648 dd. 22 april 2002 van de firma M & G Legal Services voor een totaalbedrag van Euro 28.203,--, - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte voornoemde facturen (telkens) valselijk opgemaakt wetende dat die facturen betrekking hadden op niet verrichte werkzaamheden, zulks (telkens) met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken; 5. hij in de periode van 31 maart 1999 tot en met 30 maart 2001 in de gemeente Utrecht en/of elders in Nederland, (telkens) opzettelijk bij de Belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangiften voor de inkomstenbelasting over de jaren 1998 en 1999 en 2000 onjuist en onvolledig heeft gedaan, immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk op het bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Utrecht ingeleverde aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting over genoemde jaren (telkens) een te laag belastbaar bedrag opgegeven, terwijl dat feit (telkens) ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven; Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het telastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft. De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte sub 1, sub 2 primair, sub 3 primair en sub 5 meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het bewezen verklaarde levert op: wat betreft sub 1, het misdrijf: "Verduistering, gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft", meermalen gepleegd strafbaar gesteld bij artikel 321 juncto artikel 322 van het Wetboek van Strafrecht; wat betreft sub 2 primair en sub 3 primair, telkens het misdrijf: "Valsheid in geschrift", meermalen gepleegd, telkens strafbaar gesteld bij artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht; en wat betreft sub 5 het misdrijf: “Opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven”, meermalen gepleegd, strafbaar gesteld bij artikel 68 juncto 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake sub 1, sub 2 primair, sub 3 primair, sub 4 primair en sub 5 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 27 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, en met de bijzondere voorwaarde: toezicht door de reclassering. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd verbeurdverklaring van nr. 27 op de lijst van inbeslaggenomen goederen en teuggave aan verdachte van de overige onder hem inbeslaggenomen goederen zoals op die lijst staan vermeld.. De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen: verdachte heeft zich stelselmatig gedurende een aantal jaren schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking, valsheid in geschrift en aan overtreding van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Verdachte heeft door het plegen van deze misdrijven de Stichting Onderwijscentrum Twente, Hogeschool Edith Stein, de Holland Maas Onderwijs Groep alsmede ’s-Rijks schatkist voor tonnen aan euro’s benadeeld. Verdachte pleegde deze feiten om zich zelf te verrijken en heeft daarbij ernstig misbruik gemaakt van het in hem gestelde vertrouwen. De psychiater-psychotherapeut J.H. van Renesse deelt mede in zijn rapport van 14 juni 2003 dat er bij verdachte in wezen sprake is van een narcistische persoonlijkheidsstoornis en dat op basis daarvan geconcludeerd zou kunnen worden tot een enigszins verminderde toerekeningsvatbaarheid. De officier van justitie heeft ter terechtzitting gezegd dat hij deze conclusie omtrent de toerekeningsvatbaarheid van verdachte wil aannemen. De rechtbank kan op de conclusie van Van Renesse geen acht slaan, aangezien Van Renesse de behandelend psychiater-psychoterapeut van verdachte is. De rechtbank zal bij het bepalen van na te melden straf rekening houden met het feit dat verdachte regelingen heeft getroffen met de benadeelden en reeds een groot deel heeft terugbetaald. Gelet op de ernstige vorm van deze zogenaamde “witte boorden criminaliteit” is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op zijn plaats is. Zij zal daarbij de eis van de officier van justitie volgen waarbij zij de door de officier van justitie bij zijn eis in aanmerking genomen licht verminderde toerekeningsvatbaarheid, die de rechtbank niet in aanmerking neemt, wegstreept tegen het door de rechtbank niet en door de officier van justitie wel bewezen geachte onder 4 tenlastegelegde feit. De rechtbank zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen teneinde verdachte er van te weerhouden zich opnieuw aan, met name dit soort, strafbare feiten schuldig te maken en omdat de rechtbank na te melden bijzondere voorwaarde noodzakelijk acht mede gelet op het advies van de reclasseringswerker mevr. M. Bol van de reclassering Nederland arrondissement Utrecht in haar rapport van 10 september 2004. motivering onttrekking via tekstfragment (bij appèl). De na te melden straf is gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 36b, 36c, 57 en 91 van het Wetboek van Strafrecht. R E C H T D O E N D E: Verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 4 primair en subsidiair is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij. Verklaart bewezen, dat het sub 1, sub 2 primair, sub 3 primair en sub 5 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan. Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld. Verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van 27 (zevenentwintig) maanden. Beveelt dat van de gevangenisstraf een gedeelte groot 9 (negen) maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op de grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij op twee jaren wordt bepaald, aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt of gedurende de proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd. Stelt als bijzondere voorwaarde: De veroordeelde moet zich gedurende de proeftijd gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, arrondissement Utrecht, met opdracht aan die instelling ingevolge artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht. Verklaart onttrokken aan het verkeer nr. 27 op de lijst van inbeslaggenomen goederen, welke lijst aan het vonnis is gehecht. Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte sub 1, sub 2 primair, sub 3 primair en sub 5 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij; Gelast de teruggave aan verdachte van de goederen met de nrs. 15 t/m 26 en 28 t/m 80 welke staan vermeld op de lijst van inbeslaggenomen goederen en welke lijst aan het vonnis is gehecht. Aldus gewezen door mr. Veurink, voorzitter, mrs. Breitbarth en Beuving, rechters, in tegenwoordigheid van Van Putten, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 21 september 2004.