Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AR4216

Datum uitspraak2004-10-01
Datum gepubliceerd2004-10-19
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers13.097.160-04
Statusgepubliceerd


Indicatie

Overleveringswet, Europees Aanhoudingsbevel (EAB), België


Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM, NEGENDE MEERVOUDIGE KAMER Parketnummer: 13.097.160-04 RK nummer: 04/3359 Datum uitspraak: 1 oktober 2004 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet, ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 9 september 2004 en strekt onder meer tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB), uitgevaardigd door K. Thys, onderzoeksrechter bij de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen (België). Dit bevel betreft de aanhouding en overlevering van: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande, hierna te noemen de opgeëiste persoon. 1. Procesgang De vordering is behandeld op de openbare zitting van 1 oktober 2004. Daarbij zijn de offi-cier van justitie en de raadsman van de opgeëiste persoon, mr. L. de Leon, advocaat te Utrecht, gehoord. 2. Ontvankelijkheid van de officier van justitie De officier van justitie heeft ter zitting meegedeeld dat de kort gedingrechter te Den Haag bij uitspraak van 30 september 2004 de aanhouding van de opgeëiste persoon onrechtmatig heeft geoordeeld en heeft gelast deze met onmiddellijke ingang in vrijheid te stellen. Nu vast staat dat de opgeëiste persoon zich niet meer in Nederland bevindt, concludeert de officier van justitie tot haar niet-ontvankelijkheid. De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing. 3. Beslissing Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in haar vordering. Aldus gedaan door mr. E.D. Bonga-Sigmond, voorzit-ter, mrs. P.B. Martens en J.N.A. Jolink, rech-ters, in tegenwoordigheid van G. Bos, grif-fier, en uitgesproken ter openbare zitting van 1 oktober 2004.