Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AR6969

Datum uitspraak2004-12-01
Datum gepubliceerd2004-12-08
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers65115
Statusgepubliceerd


Indicatie

Gerechtelijke vaststelling vaderschap Art. I:207 lid 2 BW doelt volgens de rechtbank Leeuwarden niet op de situatie waarin de man al de juridische vader van het kind is.


Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN sector civiel recht afdeling familierecht Uitspraak: 1 december 2004 Rekestnummer: 04-1120 Zaaknummer: 65115 GERECHTELIJKE VASTSTELLING VADERSCHAP BESCHIKKING van de rechtbank te Leeuwarden, enkelvoudige familiekamer, in de zaak van: [verzoekster] wonende te [adres], hierna ook te noemen de minderjarige, procureur mr. P.R. van den Elst, advocaat mr. B. van Dijk, kantoorhoudende te Groningen. PROCESGANG De minderjarige heeft, op gronden als gesteld in het verzoekschrift, (kortweg) verzocht over te gaan tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Naar aanleiding van dit verzoek heeft de rechtbank, bij beschikking van 28 juli 2004, mr. A.J. de Boer, advocaat en procureur te Leeuwarden, tot bijzondere curator over de minderjarige benoemd. Van mr. De Boer voornoemd is een faxbericht van 31 augustus 2004 ingekomen. Voorts bevindt zich in het dossier een schrijven van 31 augustus 2004, met bijlagen, van het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst te Rijswijk. Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 30 september 2004. RECHTSOVERWEGINGEN vaststaande feiten -De minderjarige [verzoekster] is op [geboortedatum] in de gemeente Leeuwarden geboren uit [moeder], geboren op [geboortedatum] in de Sovjetunie, nader te noemen de vrouw. -De vrouw wordt in de stukken ook genaamd: [moeder] -De minderjarige is, met toestemming van de moeder, met toepassing van het Nederlandse recht, op 20 juni 2003 via een notariële akte (ten overstaan van mr. A.P. van Dijk, notaris te Leeuwarden) erkend door [erkenner], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [geboorteplaats], nader te noemen: de man. -De man bezit de Nederlandse nationaliteit. -Van de erkenning is op 20 juni 2003 een akte opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Leeuwarden. -Er is gekozen voor de geslachtsnaam [geslachtsnaam]. -Door de aantekening van de griffier van de sector Kanton te Leeuwarden zijn de man en de vrouw gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over de minderjarige. -Door Sanquin Diagnostiek te Amsterdam is een vaderschapsonderzoek uitgevoerd. Blijkens de door Sanquin opgemaakte rapportage, verzonden op 23 maart 2004, is de conclusie van dat onderzoek dat de kans dat de man de werkelijke vader is van de voornoemde minderjarige 99,999% en dat de man, met andere woorden, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de vader is van de minderjarige. -De vrouw is teruggekeerd naar haar geboorteland; zij verblijft momenteel in de Oekraïne. Van haar is een brief overgelegd van 1 oktober 2003, waarin zij heeft verklaard dat zij "onze dochter .... bij haar vader .... in Nederland laat." -Door de minderjarige (vertegenwoordigd door de heer S.R. [geslachtsnaam]) is op 11 mei 2004 bij de rechtbank 's-Gravenhage een verzoek ingediend tot vaststelling van het Nederlanderschap ex artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (Rwn). motivering van het verzoek Door de erkenning - op 20 juni 2004 - van de minderjarige door de man is een familierechtelijke betrekking tussen hen tot stand gekomen, maar de minderjarige bezit een andere nationaliteit dan die van de man (die Nederlander is). Immers, op het moment van de geboorte van de minderjarige - op 14 juni 2004 - stond slechts een familierechtelijke betrekking tussen de vrouw en de minderjarige vast. Dit betekent dat de minderjarige, in de zin van de Vreemdelingenwet 2000, vreemdelinge is, met alle verblijfsrechtelijke gevolgen van dien. Indien haar geen verblijfsvergunning wordt verleend zal zij illegaal in Nederland verblijven. Indien de rechtbank het vaderschap over de minderjarige gerechtelijk vaststelt, hetgeen terugwerkende kracht heeft tot aan de geboorte van de minderjarige, wordt de minderjarige, gelet op artikel 4 van de Rwn zoals gewijzigd per 1 april 2003, Nederlandse. De tekst van dit artikel luidt: 1. In afwijking van artikel 3 wordt Nederlander het kind van een persoon wiens vaderschap gerechtelijk wordt vastgesteld, indien het kind op de dag van de uitspraak in eerste aanleg minderjarig was en de vader op de in de volgende zin bedoelde dag Nederlander is, of, indien deze is overleden, op de dag van overlijden Nederlander was. Betreft het een Nederlandse uitspraak dan verkrijgt het kind het Nederlanderschap op de eerste dag na een periode van drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak in eerste aanleg of, indien binnen deze periode hoger beroep is ingesteld, van drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak in hoger beroep, dan wel, indien binnen deze laatste periode beroep in cassatie is ingesteld, op de dag van de uitspraak in cassatie. Betreft het een buitenlandse rechterlijke uitspraak dan verkrijgt het kind het Nederlanderschap op de dag waarop deze uitspraak kracht van gewijsde heeft gekregen. advies van de bijzondere curator De door de rechtbank benoemde bijzondere curator heeft bij faxbericht van 31 augustus 2004 aan de rechtbank laten weten dat er in haar visie niets aan in de weg staat om, in het belang van de minderjarige, het verzoek toe te wijzen. advies Raad voor de Kinderbescherming De vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming, vestiging Leeuwarden (nader te noemen: de Raad) heeft ter zitting naar voren gebracht dat de Raad, mede gelet op de conclusie van het DNA-onderzoek, geen taak voor zichzelf ziet. De Raad heeft daarbij nog opgemerkt dat het gezin bij de Raad onbekend is. De Raad heeft verklaard dat hij zich refereert aan het oordeel van de rechtbank, met de aanvullende opmerking dat de Raad afwijzing van het verzoek door de rechtbank niet in het belang van de minderjarige acht. Beoordeling van het verzoek Artikel 1:207 BW luidt, voor zover hier van belang: Art. 207. 1. Het vaderschap van een man kan, ook indien deze is overleden, op de grond dat deze de verwekker is van het kind of op de grond dat de man als levensgezel van de moeder ingestemd heeft met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad, door de rechtbank worden vastgesteld op verzoek van: a. de moeder, tenzij het kind de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt; b. het kind. 2. Vaststelling van het vaderschap kan niet geschieden, indien: a. het kind twee ouders heeft; b. ........... Gelet op het bepaalde in artikel 2, lid a van artikel 1:207 BW zou de minderjarige niet in het verzoek kunnen worden ontvangen; de minderjarige heeft immers twee ouders. Blijkens de toelichting van prof. mr. P. Vlaardingerbroek op het wetsartikel zal het kind, indien het twee ouders - en dus al een vader - heeft, eerst dat vaderschap moeten aantasten. In de onderhavige zaak is dat echter niet aan de orde; de man die de minderjarige heeft erkend is ook degene van wie het vaderschap dient te worden vastgesteld. Aangevoerd is dat toewijzing van het verzoek steun vindt in artikel 8 van het EVRM, dat luidt: 1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Naar het oordeel van de rechtbank vormt artikel 1: 207 BW een inbreuk op het recht van de man en de minderjarige op eerbiediging van family life in de zin van artikel 8 EVRM, nu dit artikel (1:207 BW) de man en de minderjarige de mogelijkheid ontneemt om de juridische situatie in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie. De vraag is vervolgens, gelet op het gestelde in artikel 8 lid 2 EVRM, of deze inbreuk noodzakelijk is. Immers, op grond van dat artikel is inmenging van enig openbaar gezag in de uitoefening van het recht op family life niet toegestaan, behoudens voor zover dit bij de wet is voorzien en onder andere voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen -waaronder de belangen van het kind - noodzakelijk is. Naar het oordeel van de rechtbank moet deze vraag ontkennend worden beantwoord, omdat het - mede gelet op de schriftelijke verklaring van de vrouw in dit verband - niet in het belang van de minderjarige kan worden geacht dat zij een status als illegale vreemdeling behoudt en mogelijk Nederland zal worden uitgezet om naar de vrouw af te reizen. Het is in het belang van de minderjarige, gelet ook op de kennelijke bedoeling van haar ouders, om haar juridische situatie in overeenstemming te kunnen brengen met haar feitelijke situatie, hetgeen thans niet mogelijk is op grond van artikel 1:207 BW. Op grond van al het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat het verzoek dient te worden toegewezen. Dienovereenkomstig zal worden beslist. BESLISSING De rechtbank: stelt vast dat [vader], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [geboorteplaats], de vader is van [verzoekster], geboren op [geboortedatum] in de gemeente Leeuwarden. Deze beschikking is gegeven te Leeuwarden door mr. U. van Houten, lid van de kamer, tevens kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op woensdag 1 december 2004 in tegenwoordigheid van de griffier. (cc: 365) Van de einduitspraak in deze beschikking kan binnen 3 maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden. Indien u in deze procedure bent verschenen start deze termijn op de dag van de uitspraak. Als u niet in de procedure bent verschenen kan de termijn op een latere datum beginnen. Volgens de wet bent u verplicht om voor het instellen van hoger beroep een advocaat in te schakelen. In verband met de beperkte termijn dient u zo spoedig mogelijk contact met uw/een advocaat op te nemen! De griffier.