Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AR7473

Datum uitspraak2004-12-13
Datum gepubliceerd2004-12-14
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/035092-04
Statusgepubliceerd


Indicatie

Door heringebruikname van verzegelde sorteermachine voor sorteren van eieren op transportschade, welke eieren (in verband met de Vogelspestcrisis) afkomstig zijn van een opslagplaats buiten het vervoersbeperkingengebied, is grossier weer actief als pakstation.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Economisch politierechter Parketnummer: 06/035092-04 Uitspraak d.d.: 13 december 2004 Tegenspraak / oip VERKORT VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], Gevestigd te [adres]. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 november 2004. De tenlastelegging Aan de verdachte is tenlastegelegd dat: zij in of omstreeks de periode van 16 tot en met 26 juni 2003 in de gemeente Putten, zijnde dit binnen het vervoersbeperkingsgebied Gelderse Vallei-Beneden Leeuwen genoemd in bijlage I onderdeel I onder 1 behorende bij de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, al dan niet opzettelijk viermaal, althans een of meerma(a)l(en), consumptie-eieren heeft vervoerd of heeft laten vervoeren; artikel 30 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren jo artikel 1 van de Wet op de economische delicten art 3 lid 1 Regeling vervoersbeperkingen pluimvee Gelderse Vallei 2003 Bewezenverklaring Door en namens verdachte is het volgende aangevoerd. In verband met de Vogelpestcrisis heeft verdachte de status van haar bedrijf laten wijzigen van pakstation in die van grossier. In die hoedanigheid heeft zij naar kwaliteit en gewicht gesorteerde eieren uit Spanje ingekocht, transportschade uitgesorteerd en de eieren vervolgens doorverkocht en vervoerd naar haar afnemers. Het inschakelen van de sorteermachine voor het uitsorteren van de transportschade bij reeds naar gewicht en kwaliteit gesorteerde eieren kan niet leiden tot de conclusie dat de grossierstaken zijn beëindigd en dat er derhalve weer sprake zou zijn van een pakstation. De economische politierechter overweegt het volgende. Uit het proces-verbaal blijkt dat verdachte, teneinde eieren aan afnemers te kunnen blijven leveren, er voor heeft gekozen haar status van pakstation te laten wijzigen in die van grossier. De sorteermachine is vervolgens op 2 mei 2003 verzegeld door een ambtenaar van de Algemene Inspectiedienst. Door het wijzigen van de status en het laten verzegelen van de sorteermachine heeft de verdachte er voor gekozen dat zij enkel als grossier eieren afkomstig van een opslagplaats buiten het vervoersbeperkingsgebied rechtstreeks naar haar afnemers mocht vervoeren. De economisch politierechter is, ondanks de stelling van verdachte dat de eieren reeds door de afzender waren gesorteerd naar kwaliteit en gewicht, van oordeel er sprake is geweest van sorteren van eieren. De verzegeling van de sorteermachine is doelbewust verbroken teneinde telkens uit de ladingen eieren te verwijderen die tijdens het transport waren beschadigd. Naar het oordeel van de economische politierechter is er derhalve sprake geweest van het nogmaals sorteren van eieren op kwaliteit en was verdachtes bedrijf vanaf het moment van ingebruikname van de sorteermachine weer actief als pakstation. De eieren zijn door het verrichten van die handelingen in het bedrijfspand in de gemeente Putten niet rechtstreeks van buiten het vervoersgebied aan de afnemers geleverd. Het belang van handhaving van de onderhavige regelingen en het tegengaan van handelen op eigen houtje, is hierin gelegen dat onder de omstandigheden die aanleiding geven tot de vervoersbeperkingen het toezicht ten behoeve van een doeltreffende aanpak van de vogelziekte optimaal moet zijn. Naar het oordeel van de economische politierechter is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat: zij in de periode van 16 tot en met 26 juni 2003 in de gemeente Putten, zijnde dit binnen het vervoersbeperkingsgebied Gelderse Vallei-Beneden Leeuwen genoemd in bijlage I onderdeel I onder 1 behorende bij de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, opzettelijk viermaal consumptie-eieren heeft vervoerd of heeft laten vervoeren. Wat meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de economische politierechter niet bewezen. De verdachte behoort daatvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezene levert op het misdrijf: - overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 30, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd. Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk worden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Oplegging van straf en/of maatregel De economische politierechter acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon en draagkracht van verdachte, zoals van een en ander bij het onder-zoek ter terechtzitting is gebleken. Verdachte heeft de strafbare feiten gepleegd in een periode waarin de Vogelpestcrisis Nederland in zijn greep had. Daardoor waren er bijzondere regelgevingen in werking om verdere verspreiding van de Vogelpest te voorkomen. De economische politierechter rekent het verdachte aan dat hij enkel uit economische belangen in strijd met die regelgeving heeft gehandeld. Toepasselijke wettelijke voorschriften Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen: - 23, 24, 51 en 91 van het Wetboek van Strafrecht; - 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten; - 30 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; - 3 van de Regeling vervoersbeperkingen pluimvee Gelderse Vallei 2003. BESLISSING De economische politierechter beslist als volgt. Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 4.950,--. Dit vonnis is gewezen mr. Brouns, economische politierechter, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 december 2004.