
Jurisprudentie
AS3147
Datum uitspraak2005-01-18
Datum gepubliceerd2005-01-19
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08/000190-03
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2005-01-19
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08/000190-03
Statusgepubliceerd
Indicatie
de verdachte, brigadier van politie, wordt door de rechtbank vrijgesproken van handel in softdrugs of medeplichtigheid daaraan, van het schenden van een geheim door het verstrekken van informatie uit het geautomatiseerde bedrijfsprocessensysteem (BPS) van de politie en van de diefstal van huisraad uit een woning door gebruikmaking van een valse sleutel.
Uitspraak
RECHTBANK ALMELO
Parketnummer: 08/ 000190-03
STRAFVONNIS
Uitspraak: 18 januari 2005
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [datum] 1951,
wonende te [adres],
terechtstaande terzake dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2001
tot en met 7 juni 2001 in de gemeente(n) Enschede en/of Winterswijk en/althans
(elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft/hebben verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt
en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft/hebben
gehad, hoeveelheden of een hoeveelheid van meer dan 30 gram, van (een)
materiaal/materialen, bevattende een gebruikelijk vast mengsel van hennephars
en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn
toegevoegd (hashish) en/of hennep, zijnde hashish en/of hennep (een)
middel(en) als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub d van de Opiumwet vermeld op de
bij die wet behorende lijst II;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
[dader] op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1
januari 2001 tot en met 7 juni 2001 in de gemeente(n) Enschede en/of
Winterswijk en/althans (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft/hebben verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, hoeveelheden of een hoeveelheid van meer dan 30 gram, van (een) materiaal/materialen, bevattende een gebruikelijk vast mengsel van hennephars
en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn
toegevoegd (hashish) en/of hennep, zijnde hashish en/of hennep (een)
middel(en) als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub d van de Opiumwet vermeld op de
bij die wet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2001 tot en met 7 juni 2001 in de
gemeente(n) Enschede en/of Winterswijk en/althans (eldders) in Nederland,
meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen
en/of inlichtingen heeft verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is
geweest, door die [dader] -terwijl die [dader] op dat moment (telkens) in
het bezit was van een zoals hiervoor bedoelde hoeveelheid hashish en/of
hennep- in een door hem, verdachte, bestuurde auto van Enschede en/of een
andere plaats in Nederland naar Winterswijk te vervoeren;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2002 tot en met 17 maart 2003
in het arrondissement Almelo, een geheim, waarvan verdachte wist, althans moest vermoeden dat hij, verdachte uit hoofd van zijn ambt/beroep en/of wettelijk voorschrift, als brigadier van politie werkzaam bij de Regiopolitie Twente, verplicht was het te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk, als brigadier van politie werkzaam bij de vreemdelingendienst van de Regiopolitie Twente, informatie afkomstig uit het geautomatiseerde bedrijfsprocessensysteem (BPS), te weten de inhoud van een aangifte en/of (een) mutatie(s) welke betrekking had(den) op relatieproblemen tussen [betrokkene1] en [betrokkene2], en welke informatie verdachte (telkens) door het raadplegen van dat geautomatiseerde bedrijfsprocessensysteem bekend was, verstrekt aan die [betrokkene2];
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de peiode van 28 oktober 2003
tot en met 10 november 2003 in de gemeente Enschede
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning
aan de Tulpstraat heeft weggenomen een of meer stuk(s) inventaris/huisraad
(onder andere kleding en/of video/audio apparatuur en/of gereedschap en/of een
computer en/of meubels en/of glazen en/of pannen en/of bestek), in elk geval
(telkens) enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene3], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of (telkens) de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
een valse sleutel;
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd;
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte sub 1 primair en subsidiair, sub 2 en sub 3 is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 1 primair en subsidiair, sub 2 en sub 3 is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Aldus gewezen door mr. Bloebaum, voorzitter, mr. Caminada en mr. Wentink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Heijink, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 18 januari 2005.