Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AS7538

Datum uitspraak2004-02-15
Datum gepubliceerd2005-02-24
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers20.002598.04
Statusgepubliceerd


Indicatie

Het hof gelast niet dat de jeugddetentie wordt omgezet in een gevangenisstraf, zoals door de advocaat-generaal gevorderd, nu het hof niet de rechter is die de (voorwaardelijke) jeugddetentie (destijds) heeft opgelegd en haar aldus de bevoegdheid daartoe ontbreekt.


Uitspraak

parketnummer : 20.002598.04 datum uitspraak: 15 februari 2005 tegenspraak GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch van 10 maart 2004 in de strafzaak onder parketnummers 01/046168/04, 01/048319-03, 01/053036-02 (tul) en 01/044290-02 (tul) tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1985, wonende te [adres]. Het hoger beroep De officier van justitie heeft tijdig tegen genoemd vonnis hoger beroep ingesteld. Het onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de terechtzitting in hoger beroep. Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van de verdachte naar voren is gebracht. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het beroepen vonnis zal worden vernietigd en dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken en voorts de tenuitvoerlegging zal gelasten van 1 week, respectievelijk 2 weken, jeugddetentie, aan verdachte opgelegd bij vonnissen van de kinderrechter van 13 mei 2003 onder parketnummer 01/044290-02 en van 12 november 2002 onder parketnummer 01/53036-02, en deze vervolgens zal omzetten in gevangenisstraf. Het vonnis waarvan beroep Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, behalve voor wat betreft de opgelegde straf, de strafmotivering en de beslissing op de vorderingen tot tenuitvoerlegging en met dien verstande dat de toegepaste wetsartikelen worden aangevuld met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. De tenlastelegging en de bewezenverklaring Nu ten aanzien van de tenlastelegging en de bewezenverklaring niet opnieuw recht wordt gedaan, kan worden volstaan met de omschrijving zoals in het beroepen vonnis vervat. De redengeving van de op te leggen straf of maatregel Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Naar het oordeel van het hof kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt. Daarbij is rekening gehouden met: - de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd; - de omstandigheid dat de verdachte reeds eerder terzake soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld. Voorts acht het hof een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming noodzakelijk vanwege de preventieve werking die de op te leggen gevangenisstraf beoogt te hebben op verdachte, waardoor wordt voorkomen dat verdachte doorgaat met het plegen van (soortgelijke) strafbare feiten. De vorderingen tot tenuitvoerlegging Het hoger beroep heeft mede betrekking op de beslissing welke de eerste rechter heeft genomen op twee vorderingen van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging alsnog van 1 week jeugddetentie respectievelijk 2 weken jeugddetentie, aan de verdachte opgelegd bij onherroepelijk geworden vonnis van de kinderrechter te 's-Hertogenbosch d.d. 12 november 2002 onder parketnummer 01/053036-02 respectievelijk bij onherroepelijk geworden vonnis van de kinderrechter te 's-Hertogenbosch d.d. 13 mei 2003 onder parketnummer 01/044290-02. De vorderingen voldoen aan de bij de wet gestelde eisen. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte door hetgeen thans bewezen en strafbaar is verklaard zich voor het einde van de vastgestelde proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit en aldus de algemene voorwaarde heeft overtreden. Bijzondere omstandigheden die aan de gevorderde tenuitvoerleggingen in de weg zouden staan zijn niet aanwezig. Het hof zal dan ook de gevorderde tenuitvoerleggingen gelasten. Mede gelet op hetgeen uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken, als ook gelet op de hiervoor gegeven strafmotivering in deze strafzaak, zal het hof, anders dan de politierechter, niet gelasten dat de gevorderde tenuitvoerleggingen worden omgezet in werkstraffen. Het hof zal evenmin gelasten dat de jeugddetentie wordt omgezet in een gevangenisstraf, zoals door de advocaat-generaal gevorderd, nu het hof niet de rechter is die de (voorwaardelijke) jeugddetentie (destijds) heeft opgelegd en haar aldus de bevoegdheid daartoe ontbreekt. De toegepaste wettelijke voorschriften De strafoplegging is gegrond op de artikelen: 14g, 14h, 14i, 14j, 57, 63, 77dd, 77ee, 285 en 310 van het Wetboek van Strafrecht B E S L I S S I N G : Het hof: Vernietigt het beroepen vonnis, doch alleen voor zover dit betreft de aan de verdachte opgelegde straf en de beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging en doet in zoverre opnieuw recht. Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van 2 (twee) weken. Gelast de tenuitvoerlegging alsnog van de bij vonnis van de kinderrechter te 's-Hertogenbosch d.d. 12 november 2002, in de zaak met parketnummer 01/053036-02 aan de veroordeelde opgelegde doch voorwaardelijk niet tenuitvoergelegde straf, te weten jeugddetentie voor de tijd van 1 (een) week. Gelast de tenuitvoerlegging alsnog van de bij vonnis van de kinderrechter te 's-Hertogenbosch d.d. 13 mei 2003, in de zaak met parketnummer 01/044290-02 aan de veroordeelde opgelegde doch voorwaardelijk niet tenuitvoergelegde straf, te weten jeugddetentie voor de tijd van 2 (twee) weken. Bevestigt het beroepen vonnis voor al het overige. Dit arrest is gewezen door Mr. De Lange, als voorzitter Mrs. Harmsen en Van de Loo, als raadsheren in tegenwoordigheid van Mr. Van Ham, als griffier. Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 februari 2005. U I T D R A A I G E G E V E N S 1e A A N L E G zaaknr.: 03 tijd : 10.10 verdachte: [verdachte], geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum] 1985, wonende te [adres], Is bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 10 maart 2004 ter zake van: T.a.v. 01/046168/04: "Diefstal" T.a.v. 01/048319/03: "Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht"; veroordeeld tot: T.a.v. 01/046168/04 en 02/048319/03: werkstraf 30 u subs 15 dgn hecht. , gev.str. 2 wkn VV prft 2 jr bijz vw. TUL 01/044290/02: werkstraf 28 u subs 14 dgn hecht TUL 01/053036/02: werkstraf 14 u subs 7 dgn hecht