Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AS8568

Datum uitspraak2005-03-02
Datum gepubliceerd2005-03-03
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/060548-04 en 06/801042-04
Statusgepubliceerd


Indicatie

Veroordeling wegens het langdurig tiranniseren van het gezinsleven door reeks van mishandelingen en bedreigingen. Daarnaast heeft veroordeelde zcih schuldig gemaakt aan diefstallen en belediging.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Meervoudige kamer voor strafzaken Parketnummers: 06/060548-04 en 06/801042-04 Uitspraak d.d.: 2 maart 2005 Tegenspraak / dip VERKORT VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], thans verblijvende in het huis van bewaring te Doetinchem. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 februari 2005. Voeging meerdere dagvaardingen Ter terechtzitting heeft de rechtbank in het belang van het onderzoek de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder de parketnummers 06/060548-04 en 06/801042-04 tegen verdachte aangebrachte zaken. Ter terechtzitting gegeven beslissingen Ter terechtzitting is de volgende beslissing gegeven: - Het door de raadsman gedane verzoek tot schorsing van het onderzoek ter terechtzitting is afgewezen. De tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: 06/060548-04 1. hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2004 tot en met 09 november 2004 in de gemeente Zutphen, althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 1] (die zwanger was), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,(telkens) met dat opzet één of meermalen die [slachtoffer 1] (hard) in de buik heeft geschopt en/of getrapt en/of (met zijn vinger) (hard) in de buik van die [slachtoffer 1] heeft gedrukt en/of (met zijn vinger) (hard) bij die [slachtoffer 1] op het litteken van een keizersnee heeft gedrukt en/of die [slachtoffer 1] (hard) in de rug en/of in de zij heeft geschopt en/of getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, dat hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2004 tot en met 09 november 2004 in de gemeente Zutphen, althans in Nederland (telkens) opzettelijk mishandelend [slachtoffer 1] (die zwanger was) één of meermalen (hard) in de buik heeft geschopt en/of getrapt en/of (met zijn vinger)(hard) in de buik van die [slachtoffer 1] heeft gedrukt en/of (met zijn vinger) (hard) bij die [slachtoffer 1] op het litteken van een keizersnee heeft gedrukt en/of die [slachtoffer 1] (hard) in de rug en/of in de zij heeft geschopt en/of getrapt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht 2. hij in of omstreeks de periode van 16 augustus 2002 tot en met 9 november 2004 in de gemeente Zutphen, althans in Nederland één of meermalen (telkens) opzettelijk mishandelend [slachtoffer 1] bij de keel heeft gepakt en/of (met kracht) op de kaak en/of het gezicht heeft gestompt en/of geslagen en/of (met zijn hand) in het oog en/of op het gezicht heeft geduwd en/of gedrukt en/of op de benen/het been en/of de arm(en), althans tegen het lichaam heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht 3. hij in of omstreeks de periode van 16 augustus 2002 tot en met 9 november 2004 in de gemeente Zutphen, althans in Nederland, één of meermalen [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk dreigend die [slachtoffer 1] een mes op de keel gezet en/of haar een mes getoond en/of (daarbij) deze dreigend heeft gezegd dat hij haar dood wilde steken en/of deze dreigend de woorden toegevoegd : "ohh het liefst snij ik jullie allemaal in stukjes kapot zolang ik mijn opa maar terug krijg" en/of "ik snij jullie in stukjes", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht 4. hij in of omstreeks de periode van 16 augustus 2002 tot en met 9 november 2004 in de gemeente Zutphen, althans in Nederland opzettelijk mishandelend (zijn kind) [kind] (hard) in het gezicht, althans tegen het lichaam heeft gestompt en/of geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht 5. hij op of omstreeks 17 april 2004 in de gemeente Zutphen opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [ambtenaar 1] en/of [ambtenaar 2], parkeercontroleur(s) van politie Team Zutphen, die belast was/waren met een parkeercontrole, in elk geval gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "kankersmerissen" en/of "kankertrut", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking; (parketnummer: 072391/04) art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 267 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht 06/801042-04 1. hij op of omstreeks 25 februari 2004 in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 25,88 liter benzine (Euro95), althans een hoeveelheid brandstof, geheel of ten dele toebehorende aan (tankstation) BP De Hucht, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte; (parketnummer 06/801042-04, aangifte pag. 5) art 310 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, dat hij op of omstreeks 25 februari 2004 in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland opzettelijk 25,88 liter benzine (Euro95), in elk geval een hoeveelheid brandstof, geheel of ten dele toebehorende aan (tankstation) BP De Hucht, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welke benzine verdachte bij een voor zelfbediening ingerichte benzinepompinstallatie, gelegen aan de Rijksweg A1, had getankt, onder gehoudenheid die benzine te betalen en welke benzine verdachte aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend; art 321 Wetboek van Strafrecht 2. hij op of omstreeks 11 maart 2004 in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 26,14 liter benzine (Euro95), althans een hoeveelheid brandstof, geheel of ten dele toebehorende aan (tankstation) V.O.F. Shellstation Lucasgat, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte; (parketnummer 06/801042-04, aangifte pag. 7) art 310 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, dat hij op of omstreeks 11 maart 2004 in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland opzettelijk 26,14 liter benzine (Euro95), in elk geval een hoeveelheid brandstof, geheel of ten dele toebehorende aan (tankstation) V.O.F. Shellstation Lucasgat, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welke benzine verdachte bij een voor zelfbediening ingerichte benzinepompinstallatie, gelegen op Hoog Soeren 20, had getankt, onder gehoudenheid die benzine te betalen en welke benzine verdachte aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend; art 321 Wetboek van Strafrecht 3. hij op of omstreeks 29 maart 2004 in de gemeente Voorst, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 33,47 liter benzine (Euro95), althans een hoeveelheid brandstof, geheel of ten dele toebehorende aan (tankstation) Q8 De Vundelaar, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte; (parketnummer 06/801042-04, aangifte pag. 9) art 310 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, dat hij op of omstreeks 29 maart 2004 in de gemeente Voorst, althans in Nederland, opzettelijk 33,47 liter benzine (Euro95), in elk geval een hoeveelheid brandstof, geheel of ten dele toebehorende aan Q8 De Vundelaar, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welke benzine verdachte bij een voor zelfbediening ingerichte benzinepompinstallatie, gelegen aan de Rijksstraatweg 1, had getankt, onder gehoudenheid die benzine te betalen en welke benzine verdachte aldus en in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend; art 321 Wetboek van Strafrecht 4. hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van augustus 2003 tot en met augustus 2004 in de gemeente Zutphen (telkens) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], (zijnde de partner van voornoemde [slachtoffer 3]), heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk voornoemde [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] dreigend de woorden toegevoegd: -"ik maak je kapot" en/of - (in een telefoongesprek met de dochter van voornoemde [slachtoffer 3]) "zeg maar tegen die invalide kankermoeder van je dat ze met haar invalidekarretje uit moet kijken, want ik rij d'r te pletter, ik rij d'r hartstikke dood", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking; (parketnummer 06/851121-04) art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht 5. hij op of omstreeks 10 oktober 2004 in de gemeente Zutphen, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk beledigend [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], (zijnde de partner van voornoemde [slachtoffer 3]),(telkens) bij (een) toegezonden en/of aangeboden geschrift(en), (te weten (een) zogenaamde SMS-bericht(en)) de woorden heeft toegevoegd: - "Kanker fijn he samen wonen met n zoon waar de vader je doch ter VERKRACHT HEBT" en/of - "Ssssss ze hebben jvllie vergeten in 45" en/of - "Kanker egoistische kanker lui samen woont met de zoon van n verkracht ter" en/of - Kanker lijers", althans (telkens) woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking; (parketnummer 06/851121-04) art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht 6. hij op of omstreeks 26 oktober 2004 in de gemeente Zutphen opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [ambtenaar 3] en/of [ambtenaar 4], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, die [ambtenaar 3] en/of Van Rooijen in diens/hun tegenwoordigheid mondeling meermalen, althans éénmaal heeft toegevoegd het woord "kankerlijers", althans een woord van gelijke beledigende aard en/of strekking; (parketnummer 06/851121-04) art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 267 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht 7. hij op of omstreeks 26 oktober 2004 in de gemeente Zutphen toen de aldaar dienstdoende [ambtenaar 3] en/of [ambtenaar 4] verdachte – buiten heterdaad - op verdenking van het overtreden van artikel 285, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, had(den) aangehouden en vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde hem onverwijld voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten het politiebureau aan de Houtwal te Zutphen, zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner/hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig: - (met kracht) zich een andere kant op te bewegen dan de kant waarheen voornoemde [ambtenaar 3] en/of [ambtenaar 4] hem, verdachte, wilde(n) hebben en/of - (met kracht) (te proberen) zijn, verdachtes, arm(en) los te trekken en/of - met zijn (linker)hand de (rechter)hand van voornoemde [ambtenaar 4] te krabben. (parketnummer 06/851121-04) art 180 Wetboek van Strafrecht Taal- en/of schrijffouten Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Bewezenverklaring Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 06/060548-04 onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 en het onder parketnummer 06/801042-04 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat: 06/060548-04 1. hij in de periode van 1 februari 2004 tot en met 09 november 2004 in de gemeente Zutphen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 1], die zwanger was, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, telkens met dat opzet meermalen die [slachtoffer 1] hard in de buik heeft geschopt en die [slachtoffer 1] hard in de rug en in de zij heeft geschopt en/of getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 2. hij in de periode van 16 augustus 2002 tot en met 9 november 2004 in de gemeente Zutphen, meermalen telkens opzettelijk mishandelend [slachtoffer 1] bij de keel heeft gepakt en/of met kracht op de kaak en/of het gezicht heeft gestompt en/of geslagen en/of met zijn hand op het gezicht en in het oog heeft gedrukt en/of op de benen en/of de arm(en) heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; 3. hij in de periode van 16 augustus 2002 tot en met 9 november 2004 in de gemeente Zutphen, meermalen [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte telkens opzettelijk dreigend die [slachtoffer 1] een mes op de keel gezet en/of haar een mes getoond en/of daarbij deze dreigend gezegd dat hij haar dood wilde steken en/of deze dreigend de woorden toegevoegd : "ohh het liefst snij ik jullie allemaal in stukjes kapot zolang ik mijn opa maar terug krijg" en/of "ik snij jullie in stukjes", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; 4. hij in de periode van 16 augustus 2002 tot en met 9 november 2004 in de gemeente Zutphen, opzettelijk mishandelend zijn kind [kind] in het gezicht heeft gestompt, waardoor deze pijn heeft ondervonden; 5. hij op 17 april 2004 in de gemeente Zutphen opzettelijk beledigend (een) ambtenaren/ambtenaar, te weten [ambtenaar 1] en [ambtenaar 2], parkeercontroleurs van politie Team Zutphen, die belast waren/was met een parkeercontrole, in hun respectievelijk haar tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "kankersmerissen" en "kankertrut"; 06/801042-04 1. hij op 25 februari 2004 in de gemeente Apeldoorn, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 25,88 liter benzine (Euro95), toebehorende aan tankstation BP De Hucht; 2. hij op 11 maart 2004 in de gemeente Apeldoorn, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 26,14 liter benzine (Euro95), toebehorende aan tankstation V.O.F. Shellstation Lucasgat; 3. hij op 29 maart 2004 in de gemeente Voorst, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 33,47 liter benzine (Euro95), toebehorende aan tankstation Q8 De Vundelaar; 4. hij op tijdstippen in de periode van augustus 2003 tot en met augustus 2004 in de gemeente Zutphen telkens [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], zijnde de partner van voornoemde [slachtoffer 3], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte telkens opzettelijk voornoemde [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] dreigend de woorden toegevoegd: -"ik maak je kapot" en - in een telefoongesprek met de dochter van voornoemde [slachtoffer 3] "zeg maar tegen die invalide kankermoeder van je dat ze met haar invalidekarretje uit moet kijken, want ik rij d'r te pletter, ik rij d'r hartstikke dood", althans telkens woorden van gelijke dreigende aard of strekking; 5. hij op 10 oktober 2004 in de gemeente Zutphen, meermalen, telkens opzettelijk beledigend [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], zijnde de partner van voornoemde [slachtoffer 3], telkens bij een toegezonden en/of aangeboden geschrift, te weten een zogenaamde SMS-bericht de woorden heeft toegevoegd: - "Kanker fijn he samen wonen met n zoon waar de vader je doch ter VERKRACHT HEBT" en - "Ssssss ze hebben jvllie vergeten in 45" en - "Kanker egoistische kanker lui samen woont met de zoon van n verkracht ter" en - Kanker lijers"; 6. hij op 26 oktober 2004 in de gemeente Zutphen opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten [ambtenaar 3] en [ambtenaar 4], gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, die [ambtenaar 3] en [ambtenaar 4] in hun tegenwoordigheid mondeling meermalen heeft toegevoegd het woord "kankerlijers", althans een woord van gelijke beledigende aard en/of strekking; 7. hij op 26 oktober 2004 in de gemeente Zutphen toen de aldaar dienstdoende [ambtenaar 3] en [ambtenaar 4] verdachte – buiten heterdaad - op verdenking van het overtreden van artikel 285, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, hadden aangehouden en vastgegrepen teneinde hem onverwijld voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten het politiebureau aan de Houtwal te Zutphen, zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtenaren, werkzaam in de rechtmatige uitoefening hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig: - met kracht zich een andere kant op te bewegen dan de kant waarheen voornoemde [ambtenaar 3] en [ambtenaar 4] hem, verdachte, wilden hebben en - met kracht te proberen zijn, verdachtes, armen los te trekken en - met zijn linkerhand de rechterhand van voornoemde [ambtenaar 4] te krabben. Ten aanzien van het bij parketnummer 06/060548-04 onder 1 bewezen verklaarde overweegt de rechtbank dat onder zwaar lichamelijk letsel mede wordt begrepen afdrijving of dood van de vrucht van een vrouw (artikel 82 van het Wetboek van Strafrecht). Ten aanzien van het bij parketnummer 06/801042-04 onder 5 bewezen verklaarde. Door en namens verdachte is gesteld dat de verdachte geen opzet heeft gehad de parkeercontroleurs van politieteam Zutphen te beledigen daar de door hem geuite woorden slechts waren gericht tegen zijn vriendin, met wie hij op datzelfde moment telefonische ruzie had. De rechtbank is van oordeel dat de bewijsmiddelen, in samenhang bezien, redelijkerwijs geen andere conclusie toelaten dan dat verdachte zich tenminste willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat hij, door de aard en de luidheid van zijn woordgebruik, de zich tot hem richtende parkeercontroleurs of één hunner zou beledigen. Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezene levert op de misdrijven: 06/060548-04 1. primair: poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd; 2. mishandeling, meermalen gepleegd; 3. bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd; 4. mishandeling, begaan tegen zijn kind; 5. eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd; 06/801042-04: 1 primair, 2 primair en 3 primair telkens: diefstal; 4. bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd; 5. eenvoudige belediging, meermalen gepleegd; 6. eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd; 7. wederspannigheid. Strafbaarheid van de verdachte Over verdachte is een rapport gedateerd 8 februari 2005 opgemaakt door drs. S. Labrijn, GZ-psycholoog. - Uit de inhoud van dit rapport komt het volgende naar voren. Er is sprake van een borderline persoonlijkheidsstoornis bij een man met een gemiddeld intelligentieniveau. De gewetensfunctie is daarnaast onvoldoende ontwikkeld. Er zijn aanwijzingen dat er sprake is van misbruik en wellicht ook afhankelijkheid van meerdere middelen. In het verleden is er sprake geweest van ADHD. Deze is gedeeltelijk in remissie. Vanwege de persoonlijksstoornis is de draagkracht zeer beperkt. Alle spanningen en problemen hebben ertoe geleid dat verdachte reeds geruime tijd op zijn tenen liep, waarbij de draaglast de draagkracht te boven ging. Op grond hiervan moet verdachte ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten als enigszins verminderd tot verminderd toerekeningsvatbaar worden beschouwd. Er wordt geadviseerd verdachte in het kader van een bijzondere voorwaarde te plaatsen in een behandelinstelling. De rechtbank kan zich mede gelet op het onderzoek ter terechtzitting verenigen met de inhoud van het over verdachte opgemaakte rapport. Zij neemt de daarin vermelde conclusies over en maakt deze tot de hare. Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Oplegging van straf en/of maatregel De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden – dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig wangedrag jegens zijn vriendin, hun zoontje en de ouders van zijn vriendin. Verdachte heeft de betrokkenen op tal van manieren getiranniseerd en daardoor hun leven vergald. Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een aantal diefstallen en beledigingen. Anderzijds heeft de rechtbank rekening gehouden met de inhoud van voormeld rapport, waaruit blijkt dat een langdurige behandeling in aansluiting op de detentie in het kader van een bijzondere voorwaarde noodzakelijk is. De rechtbank realiseert zich dat in voormeld rapport wordt geadviseerd om verdachte in verband met zijn persoonlijkheidsstoornis een behandeling in een ambulante setting te laten volgen omdat de kans aanwezig is dat verdachte bij een intensieve klinische behandeling zijn energie zal gaan steken in verzet en het zich los vechten. Verdachte heeft echter geen huisvesting en is daarom door de reclassering aangemeld voor een aanvankelijk klinische behandeling. De rechtbank gaat er van uit dat binnen de resterende periode van verdachtes detentie zal worden gezocht naar een geschikte opvang voor verdachte, zodat in de praktijk het klinische deel van de behandeling beperkt kan zijn en de behandeling zo spoedig mogelijk in een poliklinische vorm zal worden voorgezet. Het door de raadsman gedane verzoek om aanhouding teneinde op dit punt meer duidelijkheid te krijgen wordt derhalve afgewezen. Vordering tot schadevergoeding De benadeelde partij BP De Hucht heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 30,90 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/801042-04 onder 1 tenlastegelegde. Nu niet is weersproken dat de benadeelde partij, zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag en de vordering de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, zal deze vordering - met uitzondering van de BTW - worden toegewezen. De verdachte is voor de schade -naar burgerlijk recht- aansprakelijk. Voor wat betreft de gevorderde BTW zal de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, daar de benadeelde partij dit bedrag kan verrekenen met de belastingdienst. De benadeelde partij Q8 De Vundelaar heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 41,-- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/801042-04 onder 3 tenlastegelegde. Nu niet is weersproken dat de benadeelde partij, zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag en de vordering de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, zal deze vordering - met uitzondering van de BTW - worden toegewezen. De verdachte is voor de schade -naar burgerlijk recht- aansprakelijk. Voor wat betreft de gevorderde BTW zal de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, daar de benadeelde partij dit bedrag kan verrekenen met de belastingdienst. De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 2.000,-- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/801042-04 onder 3 en 4 tenlastegelegde. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden welke door de rechtbank naar redelijkheid en billijkheid wordt begroot op € 1.000,--. Met betrekking tot het meergevorderde zal de benadeelde partij niet ontvankelijk worden verklaard, nu de rechtbank van oordeel is dat dit deel van de vordering wegens betwisting en de relatie met andere gezinsleden, niet van zo eenvoudi-ge aard is dat het zich leent voor afdoening in het strafge-ding. De benadeelde partij kan dit deel van haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter. Schadevergoedingsmaatregel Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte telkens op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van genoemde slachtoffers. Toepasselijke wettelijke voorschriften Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 45, 57, 82, 180, 266, 267, 285, 300, 302, 304 en 310 van het Wetboek van Strafrecht. BESLISSING De rechtbank beslist als volgt. Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder parketnummer 06/060548-04 onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 en het onder parketnummer 06/801042-04 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4, 5, 6 en 7 tenlastegelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden. Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 6 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich binnen 2 jaren na ingang van onderstaande proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel gedurende de hierbij op 3 jaren vastgestelde proeftijd de navolgende bijzon-dere voorwaarden niet heeft nageleefd. Zij stelt als bijzondere voorwaarden: 1. de veroordeelde zal zich – voor zover mogelijk vanuit of in aansluiting op zijn detentie – aanvankelijk klinisch en vervolgens ambulant laten behandelen bij Groot Batelaar te Lunteren of een soortgelijke door de reclassering voor hem aangewezen instelling. De veroordeelde zal zich houden aan aanwijzingen die hem door of namens de leiding zullen worden gegeven; bij een en ander bepaalt de rechtbank het klinische deel van de behandelingsduur na detentie op maximaal 8 maanden. 2. de veroordeelde zal zich gedurende de proeftijd overigens gedragen naar de aanwijzingen die hem zullen worden gegeven door of namens Stichting Reclassering Nederland, zolang als deze nodig oordeelt. Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht. Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij BP De Hucht, Rijksweg A1, 7339 ET Apeldoorn, van een bedrag van € 25,97, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering. Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer B.P. de Hucht, een bedrag te betalen van € 25,97, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 1 dag hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt. Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen. Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij Q8 De Vundelaar, Rijksweg A1, 7384 DZ Wilp, rek.nr. 65.78.58.420, van een bedrag van € 34,45, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering. Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Q8 De Vundelaar, een bedrag te betalen van € 34,45, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 1 dag hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt. Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen. Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 3], [adres], rekeningnr. [nummer], van een bedrag van € 1.000,--, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering. Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3], een bedrag te betalen van € 1.000,--, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 20 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt. Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen. Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, Van der Hooft en Van Apeldoorn, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 maart 2005.