Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AT3275

Datum uitspraak2005-04-05
Datum gepubliceerd2005-04-06
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/460105-05
Statusgepubliceerd


Indicatie

Rechtbank legt ISD-maatregel (inrichting voor stelselmatige daders) op aan veelplegers.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Meervoudige kamer voor strafzaken Parketnummer: 06/460105-05 Uitspraak d.d.: 5 april 2005 tegenspraak / dip VERKORT VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [plaats] op [geboortedatum], thans gedetineerd in De Berg te Arnhem Noord. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 maart 2005. De tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: 1. hij op of omstreeks 14 februari 2005 in de gemeente Ermelo, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fles Wodka en/of een doosje rivierkreeftjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Albert Heijn, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte; art 310 Wetboek van Strafrecht 2. hij op of omstreeks 14 februari 2005 in de gemeente Ermelo, opzettelijk en wederrechtelijk een (afdekplaat(je) van een) deur, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de politie Noord- en Oost Gelderland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt; art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht 3. hij op of omstreeks 14 februari 2005 in de gemeente Ermelo, toen [naam 1] en/of [naam 2] (politieambtenaren), belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, die [verdachte] als verdachte van overtreding van artikel 310 Wetboek van Strafrecht, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, op heterdaad ontdekt, had(den) aangehouden en vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde die genoemde [verdachte], ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten het bureau van politie te Ermelo, deze door die opsporingsambtena(a)r(en) ter uitvoering van het bepaalde in artikel 53 van het Wetboek van Strafvordering ondernomen handeling(en) opzettelijk heeft belet en/of belemmerd en/of verijdeld, door te rukken en/of te trekken in een andere richting dan die waarin genoemde verbalisanten hem wilden brengen; art 184 lid 1 Wetboek van Strafrecht Bewezenverklaring Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat: 1. hij op 14 februari 2005 in de gemeente Ermelo, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fles Wodka en/of een doosje rivierkreeftjes, toebehorende aan de Albert Heijn; 2. hij op 14 februari 2005 in de gemeente Ermelo, opzettelijk en wederrechtelijk een afdekplaat(je) van een deur toebehorende aan de politie Noord- en Oost Gelderland heeft vernield; 3. hij op 14 februari 2005 in de gemeente Ermelo, toen [naam 1] en [naam 2] (politieambtenaren), belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, die [verdachte] als verdachte van overtreding van artikel 310 Wetboek van Strafrecht, op heterdaad ontdekt, hadden aangehouden en vastgegrepen, teneinde die genoemde [verdachte], ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten het bureau van politie te Ermelo, deze door die opsporingsambtenaren ter uitvoering van het bepaalde in artikel 53 van het Wetboek van Strafvordering ondernomen handelingen opzettelijk heeft belet en/of belemmerd, door te rukken en/of te trekken in een andere richting dan die waarin genoemde verbalisanten hem wilden brengen. Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezene levert op de misdrijven: feit 1: diefstal; feit 2: opzettelijk en wederrechtelijke enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen; feit 3: opzettelijk enige handeling door een ambtenaar, belast met of bevoegd verklaard tot het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten, ondernomen ter uitvoering van enig wettelijk voorschrift, beletten of belemmeren. Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Oplegging van straf en/of maatregel De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). De officier van justitie heeft geëist dat verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) zal worden opgelegd voor de duur van twee jaren, zonder aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft kennisgenomen van het voorlichtingsrapport van Centrum Maliebaan, centrum voor verslavingszorg Utrecht, d.d. 21 maart 2005, opgemaakt door N. van der Molen. Dit rapport houdt onder meer het volgende in, zakelijk weergegeven: Betrokkene gebruikt sinds lange tijd methadon. Hij bezit een zeer uitgebreid Uittreksel Justitieel Documentatieregister. De inschatting van recidive is hoog. Er zijn problemen op onder meer het gebied van huisvesting, omgaan met geld, gedrag en vaardigheden. De rechtbank wordt verzocht de ISD-maatregel op te leggen en hem tijdens detentie te laten diagnosticeren en indien nodig in te stellen op medicatie. Betrokkene staat achter het opleggen van een ISD-maatregel. Aan alle voorwaarden, die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt, is voldaan. De rechtbank is niet gebleken van redenen om deze maatregel niet op te leggen. Zij zal daarom de officier van justitie op dit punt van de eis volgen, waarbij de rechtbank de veelheid van misdrijven waarvoor verdachte reeds is veroordeeld in aanmerking heeft genomen. Om de beëindiging van de recidive van verdachte en het leveren van een bijdrage aan zijn problematiek alle kansen te geven en voorts ter optimale bescherming van de maatschappij, is het van groot belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Daarom zal de rechtbank de maatregel voor de maximale termijn van twee jaren opleggen en de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht niet in mindering brengen op de duur van de maatregel. Op het verzoek van de reclasseringswerker om verdachte te laten diagnosticeren en in te stellen op medicatie, gaat de rechtbank niet in, nu zij er vanuit gaat dat hier aandacht aan besteed wordt tijdens tenuitvoerlegging van de maatregel. De rechtbank acht een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel thans niet geïndiceerd, maar wijst op de mogelijkheden daartoe vermeld in artikel 38s, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Vordering tot schadevergoeding De benadeelde partij Politie Noord West Veluwe, gevestigd te Wezep, Veluwelaan 17, girorekeningnummer [rekeningnummer], heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 100,- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 15,-, zijnde de schade als gebleken uit het stamproces-verbaal van politie (p. 7), waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is in zoverre voor toewijzing vatbaar. Deze benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, aangezien dit deel van de vordering is betwist en bovendien niet deugdelijk is onderbouwd en derhalve niet van zo eenvoudige aard is dat het zich leent voor afdoening in dit strafgeding. De benadeelde partij kan dit deel van haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter. Toepasselijke wettelijke voorschriften Deze beslissing is gegrond op de artikelen 38m, 38n, 38o, 57, 184, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht. BESLISSING De rechtbank beslist als volgt. Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar. Legt op de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren. Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij Politie Noord West Veluwe, gevestigd te Wezep, Veluwelaan 17, girorekeningnummer [rekeningnummer], van een bedrag van € 15,00, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. Aldus gewezen door mr. De Bie, voorzitter, mrs. Borgerhoff Mulder en Follender Grossfeld, rechters, in tegenwoordigheid van mr. De Bruijn-van der Sluijs, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 april 2005.