Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AT7619

Datum uitspraak2005-06-17
Datum gepubliceerd2005-06-17
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08/710129-05
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte wordt vrijgesproken van oplichting van vele bedrijven door zelf aan hen reclameruimte op plattegronden bij industrieterreinen te verkopen, een activiteit die hij eerder voor een werkgever, Region v.o.f. verrichtte. Wel wordt verdachte veroordeeld tot 60 dagen gevangenisstraf voor oplichting van twee bedrijven aan wie hij advertentieruimte verkocht in het Almelo's Weekblad, waarbij hij zich voordeed als werknemer van dat weekblad en waarbij hij contracten gebruikte waarop de naam van dat weekblad groot was afgedrukt.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Parketnummer: 08/710129-05 STRAFVONNIS Uitspraak: 17/6/2005. De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen: [verdachte], geboren te [plaats], op [datum] 1968, thans verblijvende in de penitentiaire inrichting [naam en plaats], terechtstaande terzake dat: 1. hij in of omstreeks de periode van 20 juni 2004 tot en met 11 februari 2005 te Almelo en/of te Hengelo (O) en/of te Amersfoort en/of te Apeldoorn en/of te Veenendaal en/althans (elders) in Nederland, meermalen, telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, - [benadeelde1] en/of Top Gear autoservice station te Almelo (incident 1) en/of - [benadeelde2] en/of Grow Hok te Almelo (incident 2) en/of - [benadeelde3] en/of IJzerhandel Knoef BV te Hengelo (O) (incident 3) en/of - [benadeelde4] en/of Gero Siersmederij en Hekwerken v.o.f. te Almelo (incident 4) en/of - [benadeelde5] en/of Dolle Pret te Almelo (incident 6) en/of -[benadeelde6] en/of Friesacher Bedrijfsinrichtingen te Almelo (incident 7) en/of - [benadeelde7] en/of PR Verhuur te Hengelo (O) (incident 8) en/of - [benadeelde8] en/of Auto Lada Twente te Almelo (incident 9) en/of - [benadeelde9] en/of Germa Auto's te Hengelo (incident 10) en/of - [benadeelde10] en/of Boddeke Haarden, Kachels en Schouwen te Apeldoorn (incident 11) en/of - [benadeelde11] en/of De Computervakman te Amersfoort (incident 12) en/of - [benadeelde12] en/of [benadeelde13] en/of De Turfsteker te Veenendaal (incident 14) en/of - [benadeelde14] en/of [benadeelde15] en/of H.O. Stebra te Almelo (incident 15) en/of - [benadeelde16] en/of Fa. Hoegen v.o.f. te Apeldoorn (incident 16) althans een of meer perso(o)n(en) en/of bedrij(f)(ven) heeft bewogen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zich voorgedaan als vertegenwoordiger en/of werknemer van Region te Nijverdal en/of als vertegenwoordiger en/of werknemer en/of eigenaar van een (ander) bedrijf dat reclameruimte (op informatieborden/plattegronden) verkoopt en/of als iemand die in opdracht van de gemeente Almelo optrad en/of - gebruik heeft gemaakt van promotie-/informatiemateriaal en/of kantoormateriaal van Region en/of - gebruik heeft gemaakt van (een) opdrachtbon(nen) waarop een onjuist, dan wel niet in gebruik zijnd telefoonnummer en/of een onjuist/onvolledig inschrijfnummer van de Kamer van Koophandel en/of een onjuist/oud adres en/of een onjuist, dan wel niet in gebruik zijnd postbusnummer stond(en) vermeld en/of - gerefereerd aan een eerder afgesloten overeenkomst tussen een of meer van voornoemde perso(o)n(en) en/of bedrij(f)(ven) en Region, en/of aan een eerder door een werknemer van Region, dan wel door hem, verdachte, afgelegd bezoek en/of - verteld dat hij deze eerder afgesloten overeenkomst(en) van Region heeft overgenomen en/of eigenaar is geworden van de door Region geplaatste borden en/of - aan die perso(o)n(en) en/of bedrij(f)(ven) heeft aangeboden op een of andere manier reclame voor hen te maken en/of hun (bedrijfs)naam op een of meer informatiebord(en)/plattegrond(en) te vermelden en/of daarbij een opdrachtbevestiging heeft opgemaakt en/of afgegeven, waardoor die perso(o)n(en) en/of dat/die bedrij(f)(ven) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte; art 326 Wetboek van Strafrecht. 2. hij in of omstreeks de periode van 31 januari 2004 tot en met 27 februari 2004, in de gemeente Almelo, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde17] en/of (handelsonderneming) "De Prijsbreker" heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (van ongeveer 107,10 Euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich tegenover die[benadeelde17] voorgedaan als werknemer van het Almelo's Weekblad en/of is hij, verdachte, met die[benadeelde17] overeengekomen dat hij, verdachte, (de eerste week van maart 2004) (namens die[benadeelde17]) een advertentie (met korting) in het Almelo's Weekblad zou plaatsen en/of tegenover die[benadeelde17] verklaart dat deze het geld voor de advertentie vooruit diende te betalen en/of zich tegenover die[benadeelde17] voorgedaan als (advertentie)verkoper die bereid en in staat was gemaakte afspraken (welke door hem, verdachte, en die[benadeelde17], in een opdracht- en contractbevestiging waren vastgelegd en ondertekend) na te komen, waardoor die [benadeelde17] en/of (handelsonderneming) "De Prijsbreker" werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte; art 326 Wetboek van Strafrecht. ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat: hij in of omstreeks de periode van 31 januari 2004 tot en met 27 februari 2004, in de gemeente Almelo, opzettelijk een geldbedrag (van ongeveer 107,10 Euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde17] en/of (handelsonderneming) "De Prijsbreker", in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte, in het kader van een door hem, verdachte, met die[benadeelde17] overeengekomen/afgesloten en/of (door beiden) ondertekend contract, inhoudende de plaatsing van een advertentie in het Almelo's Weekblad, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend; art 321 Wetboek van Strafrecht. 3. hij in of omstreeks de periode van 5 februari 2004 tot en met 17 februari 2004, in de gemeente Almelo, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,[benadeelde18] en/of kapsalon Le-Mo heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (van ongeveer 65,45 Euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich tegenover die[benadeelde18] voorgedaan als werknemer van het Almelo's Weekblad en/of tegenover die[benadeelde18] verklaart dat zij (tegen een (flinke) korting) een advertentie op de voorpagina van dat Almelo's Weekblad zou krijgen en/of verklaart dat daarbij (tevens) een redactioneel stuk geplaatst zou gaan worden en/of op die[benadeelde18] een (zeer) professionele indruk gemaakt en/of zich tegenover die[benadeelde18] voorgedaan als (advertentie)verkoper die bereid en in staat was gemaakte afspraken (welke door hem, verdachte, en die[benadeelde18], in een opdracht- en contractbevestiging waren vastgelegd en ondertekend) na te komen, waardoor die[benadeelde18] en/of kapsalon Le-Mo werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte; art 326 Wetboek van Strafrecht. ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat: hij in of omstreeks de periode van 5 februari 2004 tot en met 17 februari 2004, in de gemeente Almelo, opzettelijk een geldbedrag (van ongeveer 65,45 Euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[benadeelde18] en/of kapsalon Le-Mo, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte, in het kader van een door hem, verdachte, met die[benadeelde18] overeengekomen/afgesloten en/of (door beiden) ondertekend contract, inhoudende de plaatsing van een advertentie in het Almelo's Weekblad, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend; (parketnummer: 005861-04) art 321 Wetboek van Strafrecht. Gezien de stukken; Gelet op het onderzoek ter terechtzitting; Gehoord de vordering van de officier van justitie; Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd; De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring. Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte sub 1 is ten laste gelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Anders dan sommige aangevers beweren, bevatte de door verdachte aan hen getoonde documentatiemap geen enkele verwijzing naar het in de tenlastelegging genoemde bedrijf Region v.o.f. voor welk bedrijf verdachte in het verleden korte tijd werkzaam is geweest. In het bijzonder is evenmin op de in die map opgenomen foto’s van informatieborden/plattegronden de naam Region vermeld. Verder waren de door aangevers ondertekende contracten gesteld op naam van Bedrijvenpark Infopunt, de naam van het door verdachte uitgeoefende bedrijf, welke naam met grote letters voorkwam op die contracten en bevatten zij geen enkele verwijzing naar Region. Sommige aangevers hadden ook nooit eerder met Region contact gehad zodat zij verdachte dan ook niet in dat verband eerder hadden ontmoet. Veel van de aangevers die wel eerdere contacten met Region hadden gehad, kwamen pas tot hun aangifte nadat Region en/of de politie met hen contact had opgenomen. Zij verklaren weliswaar dat verdachte zich voordeed als werknemer van Region maar dikwijls ook nadrukkelijk dat hij dat zelf tegenover hen niet expliciet heeft gezegd. Gelet op voormelde feiten en omstandigheden acht de rechtbank niet, althans niet in voldoende mate aannemelijk geworden dat verdachte door toepassing van de in artikel 326 Wetboek van Strafrecht beschreven middelen de in de tenlastelegging genoemde aangevers heeft bewogen tot de afgifte van geld. De rechtbank is door de inhoud van de bewijsmiddelen, -die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen- waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 2 primair en sub 3 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 2. hij in de periode van 31 januari 2004 tot en met 27 februari 2004, in de gemeente Almelo, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde17] en/of (handelsonderneming) "De Prijsbreker" heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (van 107,10 Euro), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich tegenover die[benadeelde17] voorgedaan als werknemer van het Almelo's Weekblad en is hij, verdachte, met die[benadeelde17] overeengekomen dat hij, verdachte, (de eerste week van maart 2004) (namens die[benadeelde17]) een advertentie (met korting) in het Almelo's Weekblad zou plaatsen en tegenover die[benadeelde17] verklaard dat deze het geld voor de advertentie vooruit diende te betalen en zich tegenover die[benadeelde17] voorgedaan als (advertentie)verkoper die bereid en in staat was gemaakte afspraken (welke door hem, verdachte, en die[benadeelde17], in een opdracht- en contractbevestiging waren vastgelegd en ondertekend) na te komen, waardoor die [benadeelde17] en/of (handelsonderneming) "De Prijsbreker" werden bewogen tot bovenomschreven afgifte; 3. hij in de periode van 5 februari 2004 tot en met 17 februari 2004, in de gemeente Almelo, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels,[benadeelde18] en/of kapsalon Le-Mo heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (van 65,45 Euro), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich tegenover die[benadeelde18] voorgedaan als werknemer van het Almelo’s Weekblad en tegenover die[benadeelde18] verklaard dat zij (tegen een (flinke) korting) een advertentie op de voorpagina van dat Almelo's Weekblad zou krijgen en verklaard dat daarbij (tevens) een redactioneel stuk geplaatst zou gaan worden en op die[benadeelde18] een (zeer) professionele indruk gemaakt en zich tegenover die[benadeelde18] voorgedaan als (advertentie)verkoper die bereid en in staat was gemaakte afspraken (welke door hem, verdachte, en die[benadeelde18], in een opdracht- en contractbevestiging waren vastgelegd en ondertekend) na te komen, waardoor die[benadeelde18] en/of kapsalon Le-Mo werden bewogen tot bovenomschreven afgifte; Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het ten laste gelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft. De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan verdachte sub 2 primair en sub 3 primair meer of anders is ten laste gelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het bewezen verklaarde levert op: wat betreft sub 2 primair en sub 3 primair telkens het misdrijf: "Oplichting", telkens strafbaar gesteld bij artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake sub 1, sub 2 primair en sub 3 primair wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, met toewijzing van de civiele vorderingen van de benadeelde partijen en telkens oplegging daarbij van de zogenaamde Terwee-maatregel, en met verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen documentenmap. De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf, de bijkomende straf en de maatregelen behoren te worden opgelegd, zoals deze hierna zullen worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen: Verdachte heeft een tweetal ondernemers middels het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels geld afhandig gemaakt. Hij heeft zich in dit verband in strijd met de waarheid – zoals hijzelf ook toegeeft – uitdrukkelijk voorgedaan als werknemer van het Almelo’s Weekblad en de beide gedupeerden contracten laten ondertekenen waarop de naam van dat weekblad in grote letters stond vermeld. Om benadeelde[benadeelde18] over de streep te trekken om met hem te contracteren heeft hij haar bovendien schriftelijk een redactioneel verhaal over haar kapsalon beloofd, hetgeen verdachte – in werkelijkheid slechts zelf advertentieruimte-verkoper voor eigen rekening – niet op voorhand kon beloven. Aldus heeft verdachte het vertrouwen in het handelsverkeer in het algemeen en het vertrouwen van de beide aangevers in het bijzonder geschaad, alsmede laatstgenoemde personen financiële schade toegebracht. Voorts is komen vast te staan dat verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 18 februari 2005, reeds eerder voor het plegen van een soortgelijk feit tot gevangenisstraf is veroordeeld, hetgeen hem er kennelijk niet van heeft weerhouden de onderhavige feiten te plegen. De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen, nog niet teruggeven documentenmap vatbaar is voor verbeurdverklaring, nu met betrekking tot dit aan veroordeelde toebehorende voorwerp de hiervoor bewezen verklaarde feiten zijn begaan. Civiele vorderingenen: De rechtbank overweegt verder, dat: -[benadeelde19] namens Region V.o.f., gevestigd te 7442 CV [adres] -[benadeelde3], wonende te 7556 BP [adres], -[benadeelde8] namens Auto Lada Twente, gevestigd te 7602 RG [adres], -[benadeelde11], wonende te 3812 RZ [adres], namens De Computervakman, -[benadeelde12], wonende te 3904 XN [adres], namens De Turfsteker, allen terzake feit 1, en -[benadeelde17], wonende te 7603 NS [adres], terzake feit 2, en -[benadeelde18], wonende te 7606 HH [adres], terzake feit 3, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij hebben gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave hebben gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van respectievelijk: € 22.082,04 ([benadeelde19]/Region V.o.f.), € 267,70 ([benadeelde3]), € 297,= (Auto Lada Twente) € 238,= (De Computervakman), € 336,= (De Turfsteker) € 107,10 ([benadeelde17]) en € 65,45 ([benadeelde18]). Naar het oordeel van de rechtbank zijn de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde17] en[benadeelde18] voornoemd, geheel gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan die benadeelde partijen door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht. De schade bedraagt telkens het gevorderde bedrag van respectievelijk € 107,10 en € 65,45,= zodat de vorderingen tot die bedragen toewijsbaar zijn. De rechtbank zal hierbij telkens de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door feit is toegebracht. De vorderingen van de overige hiervoor genoemde benadeelde partijen dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu verdachte ten aanzien van het aan die vorderingen ten grondslag liggende feit wordt vrijgesproken. De na te melden straf, bijkomende straf en maatregelen zijn gegrond, behalve op voormeld artikel, op de artikelen 10,27,33,33a,36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht. R E C H T D O E N D E: Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte sub 1 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij. Verklaart bewezen, dat het sub 2 primair en sub 3 primair ten laste gelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan. Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld. Verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van zestig dagen. Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen documentenmap. Veroordeelt verdachte, terzake van het bewezen feit 2 primair tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde17], wonende te 7603 NS [adres], van een bedrag groot: € 107,10 (zegge: eenhonderdzeven euro en tien eurocent ), en terzake van het bewezen feit 3 primair tot betaling aan de benadeelde partij[benadeelde18], wonende te 7606 HH [adres], van een bedrag groot: € 65,45 (zegge: vijfenzestig euro en vijfenveertig eurocent). Veroordeelt verdachte daarnaast telkens in de kosten van het geding door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering. Legt telkens de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten 2 primair en 3 primair tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 107,10 ten behoeve van de benadeelde [benadeelde17] voornoemd,en van een bedrag groott € 65,45 ten behoeve van de benadeelde[benadeelde18] voornoemd, telkens met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 2 dagen, respectievelijk 1 dag zal worden toegepast. Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoelde bedragen daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partijen die bedragen te betalen, telkens komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partijen het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee telkens de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van die bedragen komt te vervallen. Bepaalt dat voornoemde benadeelde partijen: -[benadeelde19] (namens Region V.o.f.), -[benadeelde3], -[benadeelde8] (namens Auto Lada Twente), -[benadeelde11] (namens de Computervakman) en -[benadeelde12] (namens De Turfsteker) in het geheel niet-ontvankelijk zijn in hun vordering en dat de benadeelde partijen de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen. Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte sub 2 primair en sub 3 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij. Heft op het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis, met ingang van heden, welke beslissing afzonderlijk zal worden geminuteerd. Aldus gewezen door mr. Derks, voorzitter, mrs. Teekman en Berg, rechters, in tegenwoordigheid van Ter Haar, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 juni 2005, zijnde mr. Teekman voornoemd, wegens uitstedigheid niet in staat dit vonnis mede te tekenen.