Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AT9446

Datum uitspraak2005-07-14
Datum gepubliceerd2005-07-15
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers11/01530804
Statusgepubliceerd


Indicatie

De rechtbank te Dordrecht heeft de leider van het Efraïm genootschap, zich noemende de profeet Elia, vrijgesproken van de verdenking dat door zijn toedoen of schuld een ex lid van het Efraïm genootschap de benodigde (reguliere) medische zorg zou zijn onthouden, ten gevolge waarvan zij is overleden. Ook werd de verdachte vrijgesproken van de verdenking dat hij een toenmalig lid van het genootschap zou hebben opgelicht voor een bedrag van fl. 700.000,--. Volgens de rechtbank is het onmiskenbaar dat verdachte door zijn optreden een zekere druk op beiden had uitgeoefend, maar achtte die druk niet van dien aard dat er sprake is van dwang als bedoeld in artikel 284 van het Wetboek van strafrecht. Verdachte is wel veroordeeld voor het via zijn website aanranden van de eer en de goede naam van een aantal ex volgelingen. De rechtbank legde hem daarvoor op een geldboete van € 4000 en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden.


Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT MEERVOUDIGE STRAFKAMER Tegenspraak Parketnummer : 11/015308-04. Zittingsdatum : 1 juli 2005. Uitspraak : 14 juli 2005. VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv) De rechtbank te Dordrecht heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting vonnis gewezen in de zaak tegen: geboren 1936 wonende te De rechtbank heeft de processtukken gezien en kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht. Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van de vorderingen van de benadeelde partijen. 1. De tenlastelegging Aan gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat 1. hij in of omstreeks de periode van 01 september 1999 tot en met 30 juni 2002 te Heinenoord, gemeente Binnenmaas en/of te Lunteren en/of te Venhuizen, althans in het arrondissement Dordrecht, althans in Nederland, aan een persoon genaamd F (die lijdende was aan borstkanker), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (een (verdere) doorgroei en/of (verdere) uitzaai van een of meerdere kankergezwellen), heeft toegebracht, door opzettelijk - misbruik te maken van zijn uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of/althans - uit te dragen, althans te zeggen, dat hij de profeet Elias is en/of - te zeggen dat God alleen gave mensen wil, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of - niet (actief) (door) te verwijzen naar de reguliere gezondheidszorg en/of - haar te ontraden zich te laten behandelen en/of medicijnen te nemen en/of zich te laten opereren en/of - tezamen met anderen of een ander om die F heen te gaan staan en/of de hand(en) te leggen op de plaats(en) waar de kanker zat en/of haar te zeggen dat zij in de naam van Here Jezus genezen was verklaard en/of haar te zeggen dat ze moest vertrouwen op God, althans woorden van gelijke aard of strekking, waardoor die F de benodigde (reguliere) medische zorg is onthouden, terwijl het feit de dood van die F tengevolge heeft gehad; SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 01 september 1999 tot en met 30 juni 2002 te Heinenoord, gemeente Binnenmaas en/of te Lunteren en/of te Venhuizen, althans in het arrondissement Dordrecht, althans in Nederland, grovelijk, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onachtzaam en/of nalatig te handelen, door - misbruik te maken van zijn uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of/althans - uit te dragen, althans te zeggen, dat hij de profeet Elias is en/of - te zeggen dat God alleen gave mensen wil, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of - niet (actief) (door) te verwijzen naar de reguliere gezondheidszorg en/of - haar te ontraden zich te laten behandelen en/of medicijnen te nemen en/of zich te laten opereren en/of - tezamen met anderen of een ander om die F heen te gaan staan en/of de hand(en) te leggen op de plaats(en) waar de kanker zat en/of haar te zeggen dat zij in de naam van Here Jezus genezen was verklaard en/of haar te zeggen dat ze moest vertrouwen op God, althans woorden van gelijke aard of strekking, waardoor die F de benodigde (reguliere) medische zorg is onthouden, waardoor het aan zijn schuld te wijten is geweest dat F (die lijdende was aan borstkanker) zodanig letsel, althans zwaar lichamelijk letsel, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte is ontstaan, te weten een (verdere) doorgroei en/of (verdere) uitzaai van een of meerdere kankergezwellen, heeft bekomen, dat deze aan de gevolgen daarvan is overleden; art 308 Wetboek van Strafrecht MEER SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 01 september 1999 tot en met 30 juni 2002 te Heinenoord, gemeente Binnenmaas en/of te Lunteren en/of te Venhuizen, althans in het arrondissement Dordrecht, althans in Nederland, F (die lijdende was aan borstkanker), door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die F wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, door - misbruik te maken van zijn uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of/althans - uit te dragen, althans te zeggen, dat hij de profeet Elias is en/of - te zeggen dat God alleen gave mensen wil, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of - niet (actief) (door) te verwijzen naar de reguliere gezondheidszorg en/of - haar te ontraden zich te laten behandelen en/of medicijnen te nemen en/of zich te laten opereren en/of - tezamen met anderen of een ander om die F heen te gaan staan en/of de hand(en) te leggen op de plaats(en) waar de kanker zat en/of haar te zeggen dat zij in de naam van Here Jezus genezen was verklaard en/of haar te zeggen dat ze moest vertrouwen op God, althans woorden van gelijke aard of strekking, (waardoor die F de benodigde (reguliere) medische zorg is onthouden); 2. hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 1998 tot 01 februari 2002 te Heinenoord, gemeente Binnenmaas en/of te Lunteren en/of te Venhuizen en/of te Noorden en/of/althans in het arrondissement Dordrecht, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, A heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en) (in totaal fl. 700.000,-), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - uit te dragen, althans te zeggen, dat hij de profeet Elias is en/of - uit te dragen, althans te zeggen, tegen die A dat hij zijn zaak moest verkopen en/of dat hij los moest komen van zijn bezit en/of (omdat) hij anders niet als bruid van God opgenomen zou kunnen worden, althans woorden van gelijke aard of strekking, waardoor die A werd bewogen tot bovenomschreven afgifte; SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 1998 tot 01 februari 2002 te Heinenoord, gemeente Binnenmaas en/of te Lunteren en/of te Venhuizen en/of te Noorden en/of/althans in het arrondissement Dordrecht, althans in Nederland, A, door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die A wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, door - misbruik te maken van zijn uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of/althans - die A te onderwerpen aan urenlange ondervragingen en/of vernederingen en/of - uit te dragen, althans te zeggen, dat hij de profeet Elias is en/of - uit te dragen, althans te zeggen, tegen die A dat hij zijn zaak moest verkopen en/of dat hij los moest komen van zijn bezit en/of (omdat) hij anders niet als bruid van God opgenomen zou kunnen worden, althans woorden van gelijke aard of strekking, (waardoor die A werd bewogen tot afgifte van een of meer geldbedrag(en) (totaal fl. 700.000,-)); 3. hij in of omstreeks de maand januari 2003 te Heinenoord, gemeente Binnenmaas, in elk geval in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van - A en/of - B en/of - C en/of - D en/of - E en/of - F heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft hij met voormeld doel aan bezoekers van de website www.prophetelijah.com - zakelijk weergegeven - medegedeeld conform bijgevoegde tekst(en), zie bijlage; 2. De voorvragen 2.1 De geldigheid van de dagvaarding Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is. 2.2 De bevoegdheid van de rechtbank Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen. 2.3 De ontvankelijkheid van de officier van justitie Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten en/of omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. 2.4 De schorsing van de vervolging Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken. 3. Het onderzoek ter terechtzitting 3.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd -het onder 1 meer subsidiair, 2 subsidiair en 3 bewezen achtend- verdachte te veroordelen tot 12 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. 3.2 De verdediging De verdediging heeft naast een bewijsverweer een strafmaatverweer gevoerd. 3.3 De vorderingen van de benadeelde partijen Als benadeelde partij 1 heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd Hij vordert verdachte te veroordelen aan hem te betalen een bedrag van € 1.191,00 voor vergoeding van immateriële schade. Als benadeelde partij 2 heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd Hij vordert verdachte te veroordelen aan hem te betalen een bedrag van € 1.191,00 voor vergoeding van immateriële schade. De officier van justitie heeft geconcludeerd benadeelde partij 2 niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering en de vordering van de benadeelde partij 1 toe te wijzen, waarbij zij zich omtrent de hoogte van het bedrag refereert. Door of namens verdachte is verweer gevoerd. 4. De bewijsbeslissingen 4.1. De vrijspraak Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder 1. primair, subsidiair en meer subsidiair en onder 2. primair en subsidiair is ten laste gelegd. Onder feit 1 is – kort gezegd – primair ten laste gelegd dat verdachte aan het slachtoffer mevrouw F (die, naar haar verklaring, lijdende was aan een agressieve vorm van borstkanker) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, en wel zodanig, dat door zijn toedoen aan haar de benodigde (reguliere) medische zorg is onthouden, als gevolg waarvan zij is overleden. Subsidiair is ten laste gelegd dat het aan verdachtes schuld is te wijten dat haar de benodigde (reguliere) medische zorg is onthouden, als gevolg waarvan het slachtoffer is overleden. Meer subsidiair is ten laste gelegd dat verdachte het slachtoffer heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, als gevolg waarvan haar de benodigde (reguliere) medische zorg is onthouden. In dit verband overweegt de rechtbank het volgende. Verdachte heeft in 1997 het Efraïm genootschap opgericht. Naar zijn zeggen kreeg hij openbaringen van God en trad hij op als profeet van God, zich noemende: “de profeet Elia”. Eén van de meest in het oog springende openbaringen was dat het einde der tijden nabij was en dat in 2001 de leden van het Efraïm genootschap als ‘bruid van Christus’ zouden worden opgenomen in het hiernamaals. Met het oog daarop moest de ‘bruid van Christus’ in de bewoordingen van verdachte heilig en rein (gaaf) zijn. Diegenen die dat niet zouden zijn, zouden niet worden opgenomen. Het slachtoffer F was lid het Efraïm genootschap. In 1999 bleek dat zij een vergaande vorm van borstkanker had. De specialist gaf, aldus het slachtoffer, aan dat zij zich direct moest laten opereren. Zij kreeg een korte bedenktijd om daarover te beslissen. Het slachtoffer belde verdachte op om hem dit mee te delen. Een week daarna werd bij het slachtoffer thuis een bijeenkomst belegd waarbij verdachte aanwezig was. Bij die gelegenheid werd door handoplegging voor haar genezing gebeden. Verdachte zou, aldus het slachtoffer en enkele getuigen, daarbij gezegd hebben dat zij nu genezen was. Na deze bijeenkomst heeft het slachtoffer in overleg met haar echtgenoot besloten zich niet te laten opereren. Wel stelde zij zich onder halfjaarlijkse controle van de specialist. Aan het slachtoffer werden door de specialist medicijnen verstrekt die werden gebruikt als een soort chemokuur in pilvorm. Deze medicijnen waren bedoeld de groei van het kankergezwel tot stilstand te brengen. Met deze medicijnen hoopte het slachtoffer nog te blijven leven tot aan het moment van de opname in de hemel die eind 2001 zou plaatsvinden; een hoop die zij mede koesterde op grond van het gegeven dat zij immers bij handoplegging genezen was verklaard. Bovendien wilde zij zich niet laten opereren omdat haar lichaam door een operatie geschonden zou worden en zij dacht dat zij dan voor God minder gaaf zou zijn dan met een gezwel in haar lichaam. Toen de verwachte opname van de ‘bruid van Christus’ in 2001 uitbleef, heeft het slachtoffer zich enige tijd later van het Efraïm genootschap afgekeerd. In oktober 2002 is zij geopereerd waarbij haar borst is geamputeerd. Daarna heeft zij een reeks bestralingen ondergaan. Op 8 juli 2004 is zij te Hoorn overleden. De rechtbank heeft moeten vaststellen dat het dossier géén medische verklaring bevat waaruit blijkt, dan wel kan worden afgeleid, dat het slachtoffer F aan borstkanker is overleden. Dit kan volgens de rechtbank tot geen andere conclusie leiden dan dat er geen causaal verband kan worden vastgesteld tussen het ten laste gelegde onthouden van medische zorg aan het slachtoffer door de verdachte en het (dientengevolge) overlijden van het slachtoffer aan borstkanker. Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of – afgezien van het ontbreken van het eerder genoemde causale verband – door toedoen van verdachte aan het slachtoffer de benodigde (reguliere) medische zorg is onthouden, als gevolg waarvan zij is overleden, dan wel dat dit aan zijn schuld te wijten is. De rechtbank overweegt dat het slachtoffer aanvankelijk heeft afgezien van het ondergaan van een operatie. Gelet op de diverse verklaringen van het slachtoffer is buiten twijfel dat voor dit besluit doorslaggevend zijn geweest de volgende feiten en omstandigheden: 1. de openbaring van verdachte dat de opname van de ‘bruid van Christus’ op afzienbare termijn zou plaatsvinden; 2. de mogelijkheid om met het gebruik van medicijnen te trachten de groei van het gezwel tot stilstand te brengen zodat zij het “wel zou uitzingen tot aan de opname”; 3. de wens gaaf met de ‘bruid van Christus’ te worden opgenomen. In dat verband overweegt de rechtbank dat – wat er zij van de druk die verdachte als profeet Elia op zijn volgelingen zou hebben uitgeoefend zich overeenkomstig zijn openbaringen te gedragen – het slachtoffer heeft verklaard dat verdachte nooit met zoveel woorden heeft gezegd dat zij zich niet mocht laten opereren. Voorts heeft het slachtoffer de door de specialist voorgeschreven medicijnen ingenomen die bedoeld waren om de groei van het kankergezwel tot stilstand te brengen. Ook heeft zij blijkens haar verklaring halfjaarlijks de specialist bezocht voor controle. De rechtbank is van oordeel dat onder deze omstandigheden niet kan worden gezegd dat door toedoen of schuld van verdachte aldus aan het slachtoffer de benodigde (reguliere) medische zorg is onthouden, ten gevolge waarvan zij is overleden. Voorts dient de vraag te worden beantwoord of verdachte het slachtoffer heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, als gevolg waarvan haar de benodigde (reguliere) medische zorg is onthouden. In dat verband overweegt de rechtbank dat volgens het slachtoffer verdachte zou hebben gezegd dat opereren geen optie was omdat zij immers genezen was verklaard en dat hij haar zou hebben verboden medicijnen en/of supplementen te gebruiken. De rechtbank overweegt dat het slachtoffer de houding en uitlatingen van verdachte kennelijk als op haar uitgeoefende dwang heeft opgevat. De rechtbank overweegt dat van dwang sprake kan zijn in het geval het slachtoffer zich gedwongen heeft gevoeld iets te doen, toe te laten of na te laten wat een slachtoffer zonder dwang niet zou doen. Bovendien dient het dwangmiddel van een zodanig kaliber te zijn dat het moeilijk is voor een slachtoffer zich aan bepaalde handelingen te onttrekken, dan wel bepaalde handelingen toe te laten of na te laten. Het enkel bestaan van een bepaalde afhankelijkheidsrelatie is volgens vaste jurisprudentie onvoldoende om van dwang als hier bedoeld te kunnen spreken. Vast is komen te staan dat het slachtoffer klaarblijkelijk in staat geweest is aan de door haar ervaren dwang weerstand te bieden. Immers, zij heeft besloten wel medicijnen/supplementen te gebruiken, een en ander ongeacht de opvattingen van verdachte hierover. Daaruit kan worden afgeleid dat de door haar ervaren dwang kennelijk niet van dien aard was zij zich daaraan moeilijk kon onttrekken. Daar komt nog iets bij. Het slachtoffer is vrijwillig toegetreden tot het Efraïm genootschap. Door deze toetreding gaf zij te kennen zich aangetrokken te voelen tot dit genootschap en de daar heersende mores zich eigen te willen maken en dienovereenkomstig te willen handelen. Het is een feit van algemene bekendheid dat de ‘sociale controle’ in gemeenschappen van beperkte omvang, vaak gepersonifieerd in de persoon van de leider (in casu verdachte als de profeet Elia) aanzienlijk kan zijn en dat de druk om mee te doen een zodanig gewicht geeft aan het groepsgevoel en de groepsmoraal, dat het individuele functioneren onder druk komt te staan en het waarnemings- en beoordelingsvermogen van het individuele lid als het ware opgaat in een gemeenschappelijk gevoel, dan wel ‘oplost’ in een soort roes, waaruit men eerst ontwaakt bij conflicten of ingrijpende gebeurtenissen (in casu het uitblijven van de opname van het Efraïm genootschap als de ‘bruid van Christus’). Dergelijke situaties kunnen weliswaar heftige beroering en emoties veroorzaken en tot uittreding uit het genootschap leiden, maar dat wil niet zeggen dat er ook sprake is van een strafbaar feit. Gelet op het handelen van het slachtoffer, afgezet tegen de hiervoor geschetste achtergrond, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden gezegd dat verdachte een zodanige dwang op het slachtoffer heeft uitgeoefend dat als gevolg daarvan aan haar de benodigde (reguliere) medische zorg is onthouden. Uit het hiervoor overwogene volgt dat verdachte wordt vrijgesproken van het onder 1. ten laste gelegde feit. Onder feit 2 is – kort gezegd – primair ten laste gelegd dat verdachte aangever A heeft opgelicht voor een bedrag van circa fl. 700.000,-- en subsidiair dat verdachte aangever A onder dwang ertoe heeft gebracht in totaal circa fl. 700.000,-- aan hem af te geven. De rechtbank overweegt dienaangaande dat aangever A omstreeks eind 1998 tot het Efraïm genootschap is toegetreden. Na verloop van tijd werd met het oog op de naderende opname van de ‘bruid van Christus’ in 2001 door verdachte meer en meer met klem betoogd dat de Heer hem te verstaan had gegeven dat het noodzakelijk was zich volledig los te maken van aardse goederen. Daarbij gaf hij aan dat er voor de wereldwijde verkondiging van het Evangelie heel veel geld nodig zal zijn. De leden van het Efraïm genootschap werden opgeroepen daarvoor geld vrij te maken door bij voorbeeld waardevolle zaken (zoals het eigen huis) te verkopen en geen pensioenregelingen en levensverzekeringen meer af te sluiten. Uit de gedingstukken en het verhandelde ter terechtzitting is de rechtbank gebleken dat aangever A beschikte over onder andere een bloemenzaak. Naarmate hij meer betrokken raakte bij het werk van het Efraïm genootschap groeide bij hem de overtuiging dat het, mede gelet op de oproep van verdachte zich los te maken van de aardse goederen, goed zou zijn deze zaak te verkopen. Aangever heeft dit medio 2001 gedaan. De opbrengst daarvan is voor een belangrijk gedeelte als gift gestort op de rekening van het Efraïm genootschap. Uit diverse verklaringen is de rechtbank gebleken dat dit geld is gebruikt voor het financieren van diverse activiteiten van het Efraïm genootschap. Volgens aangever is hij daartoe onder druk gezet door verdachte, die, aldus aangever, hem kenbaar maakte dat zijn eigendommen in de weg stonden aan zijn opname. De rechtbank overweegt dat uit de gedingstukken en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aangever A gedurende langere tijd intensief bij het werk van het Efraïm genootschap was betrokken en daarvoor financiële middelen ter beschikking heeft gesteld. Met verwijzing naar hetgeen hiervoor ten aanzien van feit 1. is overwogen is het naar het oordeel van de rechtbank buiten twijfel dat verdachte een leidende en invloedrijke rol binnen het Efraïm genootschap had en deze invloed ook naar aangever toe aanwendde. Hoe zeer aangever ook – gelet op de diverse getuigenverklaringen – onder invloed van verdachte stond, de rechtbank kan desalniettemin niet tot het oordeel komen dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte aangever heeft opgelicht, dan wel dat hij verdachte zodanig onder druk heeft gezet dat er sprake is van dwang zoals bedoeld in artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank laat in dit oordeel wegen dat aangever goed op de hoogte was van het reilen en zeilen van het Efraïm genootschap en daarin nadrukkelijk participeerde en het feit dat aangever door onder andere zijn belastingadviseur was gewaarschuwd niet alles over te maken maar rekening te houden met onder andere de fiscale aspecten van de verkoop van zijn bedrijf. Aangever heeft, zo blijkt uit de verklaring van diens belastingadviseur, desalniettemin tegen diens advies in zijn plannen ten uitvoer gebracht. De vastberadenheid van aangever zijn vermogen aan het Efraïm genootschap over te boeken kan weliswaar, zo concludeert de rechtbank, in haar oorsprong door verdachte en zijn genootschap zijn geïnitieerd, maar zulks laat onverlet dat aangever kennelijk ook zelf wenste zijn vermogen weg te schenken, waarbij van het bestaan van dwang of druk in die fase niet evident is gebleken. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden gezegd dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing dan wel aan het uitoefenen van dwang als bedoeld in artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht. Verdachte dient hiervan te worden vrijgesproken. 4.2 De bewezenverklaring De rechtbank acht bewezen dat de verdachte 3. in de maand januari 2003 te Heinenoord, gemeente Binnenmaas opzettelijk de eer en/of de goede naam van - A en - B en - C en - D en - E en - F heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft hij met voormeld doel aan bezoekers van de website www.prophetelijah.com – zakelijk weergegeven - medegedeeld conform bijgevoegde tekst 3.1 tot en met 3.6. Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad. 4.3 De bewijsmiddelen De rechtbank grondt haar overtuiging dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en de omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. De rechtbank bezigt ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft. De inhoud van het geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid onder 5°, van het Wetboek van Strafvordering wordt slechts als bewijs gebezigd in verband met de inhoud van de overige bewijsmiddelen. De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis met de bewijsmiddelen vereist in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen. 5. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden. Het bewezenverklaarde levert op: 3. SMAAD, MEERMALEN GEPLEEGD. 6. De strafbaarheid van de verdachte Uit de onderzoeken, uitgevoerd en gerapporteerd door drs. , GZ-psycholoog, d.d. 6 juni 2005 en door , psychiater, betreffende verdachte komt onder meer -zakelijk weergegeven- als conclusie naar voren dat betrokkene voor de onder 3. tenlastegelegde feiten als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd. De rechtbank kan zich met de conclusie van de deskundigen dat aan verdachte de onder 3. bewezen verklaarde feiten enigszins verminderd kunnen worden toegerekend verenigen, gelet op de overwe-gingen die de deskundi-gen aan hun conclusie ten grondslag hebben gelegd en gelet voorts op hetgeen verder uit het onderzoek ter te-rechtzit-ting is gebleken. Er zijn overigens geen feiten en/of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is dus strafbaar. 7. De redenen die de straf hebben bepaald of tot de maatregel hebben geleid 7.1 Strafmotivering De rechtbank heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting. Verdachte heeft op de website www.prophetelijah.com onder andere vermeld: A, een mannetje zo onbetrouwbaar dat hij terwijl hij in de leiding van de bruid was, er stiekem aan bezig was om de leden één voor één weg te lokken, omdat hij in zijn onpasselijk makende hoogmoed een eigen groep aan het vormen was; B, een walgelijke zoon van fantastische ouders. Een hoogmoedig jochie die zijn ouders van in de zestig wil blijven voorschrijven wat ze van hem wel of niet mogen. Die voor zijn ouders niets goeds wil, maar er integendeel zijn levenswerk van heeft gemaakt om zijn ouders bij hem te krijgen in de eeuwige verschrikking; C, een totaal immoreel individu. Die er niet voor terugdeinst om zijn vrouw (u kunt zich afvragen welke ?) voor heel Nederland in het openbaar voor schut te zetten; D, een waarlijk idioot vrouwtje dat stiekem in de New Age verwikkeld was; E, een vrouw vol leugens die, als het om ontvreemden en wegnemen gaat, alles wat ze maar mee kon nemen heeft gestolen, zelfs rechtstreeks wat van God is. Achteraf bleek dat ze nooit en in niets te vertrouwen was en ook veel geld heeft ze ontfutseld aan goedgelovigen die zij kon blijven misleiden en die haar wilden blijven geloven. Zij is een totaal satanisch monster ! Ik kan u niet genoeg voor haar waarschuwen. Pas op voor haar ! Blijf bij haar weg ! F, een monster als bijna geen tweede. Die als het haar zo uitkomt in het openbaar getuigt dat de Heer haar heeft genezen van heel ernstige ziekten, en dat ze door de doktoren totaal genezen is verklaard, iets wat volgens ingewijden volkomen waar is. Maar zo gemakkelijk getuigt dat ze dat allemaal heeft verzonnen en gelogen. Iemand die totaal niet met geld kan omgaan en er prat op gaat dat ze iedereen heeft bestolen, ook allerlei instanties en daarin heel handig was. Het behoeft naar het oordeel van de rechtbank geen betoog dat verdachte door het bezigen van genoemde bewoordingen en duidingen de eer en het respect dat betrokkenen toekomt heeft aangerand en hun goede naam te grabbel heeft gegooid. Dergelijke uitlatingen zijn dermate beledigend van karakter dat dit alle perken te buiten gaat. Dat verdachte heeft aangevoerd dat hij dit heeft gedaan als reactie op de beledigingen die hem zijn aangedaan, kan nooit een rechtvaardiging zijn voor zijn gedrag in dezen. Daar komt nog het volgende bij. Verdachte heeft deze uitlatingen gedaan in zijn hoedanigheid van de door God gezonden profeet Elia. De rechtbank overweegt dat gelet op het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, deze uitlatingen niet op zichzelf staan, maar, gelet op diverse publicaties van verdachte, eerder een (extreme) illustratie vormen van de wijze waarop verdachte, optredend als de profeet Elia, degenen die volgens hem dwaalleer verkondigen kennelijk ‘aanpakt’, dan dat er sprake is van een incidentele ‘uitschieter’. Verdachtes optreden lijkt ook te passen in het beeld dat door diverse getuigen wordt gegeven van de wijze waarop hij binnen het Efraïm genootschap optreedt, welk optreden de rechtbank kenschetst als autoritair en dwingend. Wat daar ook van zij, de rechtbank kan zich niet aan de indruk onttrekken dat verdachte met een beroep op zijn vermeende positie (de profeet Elia) en de verbinding die hij zegt te hebben met de Heer van wie hij openbaringen en boodschappen zou ontvangen, extra kracht heeft willen geven aan zijn toorn waarmee hij betrokkenen heeft gesmaad en beledigd. Aldus heeft verdachte misbruik gemaakt van zijn (vermeende) positie en heeft hij ingespeeld op de angst die hij zelf heeft aangewakkerd. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan. De rechtbank is van oordeel dat voor deze feiten betaling van een geldboete en een voorwaardelijke vrijheidsstraf passend zijn. Wat de persoon van verdachte betreft heeft de rechtbank gelet op het rapport van de GGZ reclassering van Psycho-Medisch Centrum Parnassia, d.d. 2 juni 2005, dat over verdachte is uitgebracht en het feit dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de enigszins verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. 7.2 De vorderingen van de benadeelde partijen De rechtbank is op grond van het onderzoek ter terechtzitting van oordeel dat de vorderingen van benadeelde partijen C en B -als voorschot- voor een bedrag van € 750,00 voor toewijzing vatbaar is. Het resterende gedeelte van de vorderingen acht de rechtbank niet van zo eenvoudige aard dat deze in een strafgeding zou kunnen worden toegewezen. In verband hiermee worden de vorderingen voor dit gedeelte niet-ontvankelijk verklaard. Nu de vorderingen van deze benadeelde partij slechts ten dele zal worden toegewezen, dienen de proceskosten te worden gecompenseerd, zoals hierna zal worden bepaald. Naast toewijzing van deze civiele vorderingen zal de rechtbank als extra waarborg voor de schadevergoedingen tevens de schadevergoedingsmaatregelen ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen. Een en ander met dien verstande dat volledige voldoening aan de maatregelen de toegewezen civiele vorderingen voor die gedeelten doen vervallen en (omgekeerd) de vergoeding van de gehele schade tot de toegewezen bedragen door verdachte, de opgelegde maatregelen doen vervallen. 8. De toepasselijke wettelijke voorschriften De opgelegde straffen en maatregelen zijn gegrond op de volgende wettelijke voorschriften: artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 36f, 57, en 261 van het Wetboek van Strafrecht. 9. De beslissing De rechtbank verklaart niet wettig en overtuigend bewezen wat aan de verdachte onder 1. primair, 1.subsidiair, 1. meer subsidiair en onder 2. primair en 2. subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij; verklaart bewezen dat de verdachte de overige ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals vermeld onder 4.2 van dit vonnis; verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij; verklaart dat het bewezenverklaarde de hier onder 5. vermelde strafbare feiten oplevert; verklaart de verdachte hiervoor strafbaar; veroordeelt de verdachte wegens deze feiten tot: EEN GEVANGENISSTRAF voor de duur van DRIE MAANDEN; bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorge-bracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht; beveelt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd die wordt bepaald op TWEE JAREN, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt; BETALING VAN EEN GELDBOETE TEN BEDRAGE VAN € 4.000,00, bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 80 dagen; veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan benadeelde partij C, -als voorschot- te betalen de som van € 750,00 (zevenhonderdenvijftig euro); verklaart de benadeelde partij C niet-ontvankelijk voor het resterende gedeelte van de vordering; compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten betaalt; legt op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag van € 750,00 (zevenhonderdenvijftig euro), ten behoeve van benadeelde partij 1, met bepaling dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt –onder handhaving van voormelde verplichting- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 15 dagen; veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan benadeelde partij B, -als voorschot- te betalen de som van € 750,00 (zevenhonderdenvijftig euro); verklaart de benadeelde partij B niet-ontvankelijk voor het resterende gedeelte van de vordering; compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten betaalt; legt op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag van € 750,00 (zevenhonderdenvijftig euro), ten behoeve van benadeelde partij B, met bepaling dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt –onder handhaving van voormelde verplichting- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 15 dagen. Dit vonnis is gewezen door: mr.drs. T.F. van der Lugt, voorzitter, en mrs. A. Hello en Th.E.M. Wijte, rechters, in tegenwoordigheid van [jw.sys.1.griffier_strafzitting], griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 juli 2005. Wegens afwezigheid zijn mrs A. Hello en Th.E.M. Wijte niet in staat deze beslissing mede te ondertekenen. Bijgevoegd: teksten 3.1 – 3.6 We zijn weer beroofd! 3.1 U kent ongetwijfeld allen het gebouwtje waarin wij werken en waarin wij veel elkaar ontmoeten om te bidden, ter ere van de Heer. Maar het wordt ons door felle antichristenen, satanisten, zo goed als onmogelijk gemaakt en vele helpen hen. Het gebouwtje dat al zo dikwijls negatief in het nieuws is gebracht en waarvan al zovele foto's zijn verschenen in kranten, bladen en op televisie. Altijd omhuld met de grofste leugens, waar de media zich zo van bedienen en waar deze zo om bekend staan. Publicaties en uitzendingen waarvan wij nu al honderden malen de dupe zijn geweest. In dat gebouwtje is weer op brute wijze ingebroken. Zaterdag op zondag 28, 29 december 2002. We hadden net weer veel nieuw aangeschaft, na de roof van 5 weken daarvoor. Dit van ons bijna laatste geld. En dit `van ons bijna laatste geld' in tegenstelling tot andere berichten van aartsleugenaars, ook weer in de media over ons, dat we veel geld zouden hebben. Het geld verdampt tegenwoordig, zegt men en dan heeft men het over miljarden. Bij ons krijgt het beetje geld geen tijd om te verdampen, maar wordt het op de beste wijze besteed. Bij ons wordt het wel op vele wijzen gestolen en hebben we geld nodig om ons constant te verdedigen tegen grote machtige vijanden, bijvoorbeeld overheids"dienaren" die maar kunnen graaien, beschikken over geld, uit de overheidsruif. Bovendien hebben zij voor alle mogelijke werken om ons te teisteren, mensen en materialen achter de hand. Door vermoedelijk grote stenen door de ramen te gooien, want de glasscherven lagen overal verspreid, hebben de schurken (of mag je dat tegenwoordig ook al niet meer zeggen van daders?) zich ingang verschaft en alles van waarde meegenomen. Onder andere 4 vrijwel nieuwe computers, met bijbehorende beeldschermen. Maar nog veel erger is, inclusief alle bestanden. Al het werk van jaren van hardwerkende mensen die het ook nog vrijwel voor niets, voor de Almachtige Heer doen. Vanzelfsprekend wordt alles wat er op staat, weer gebruikt tegen de Heer en voor de duivel. Op hulp, bijstand of bescherming hoeven we natuurlijk niet te rekenen. Integendeel, de politie toont zich al jaren een van onze grootste vijanden. Zo kan het gebeuren dat we al een aantal malen zijn bedreigd, maar bescherming, niets. Anders zou deze beroving waarschijnlijk ook zijn voorkomen. Al jaren lang worden 10 tallen overheids"dienaren" misbruikt om ons te teisteren op alle manieren die ze maar bedenken kunnen. Onder andere de Banale Vuiligheids Duivels worden daarvoor gebruikt. In welke vorm ze ook verschijnen, of hoe dikwijls ze ook hun naam veranderen, het blijven duivelse figuren. Onze tegenstanders kunnen eindeloos blijven graaien uit de overheidspot, als ze het maar gebruiken tegen ons of mij. Gelukkig hebben we, door eigen onderzoek, één van de vermoedelijke schurken die ons met de dood bedreigen, gevonden. 3.2 Deze is er in ieder geval (even?) mee gestopt. Nu moeten we weer onderzoek gaan plegen naar de daders van deze overval. Op de politie kunnen we natuurlijk niet afgaan, want juist het hoofd van de recherche in Oud-Beijerland, is één van onze grootste vijanden die ons al jaren op de meest schaamteloze wijze vervolgt. Al zal hem wel de mogelijkheid geboden worden zich er uit te praten. Bij zijn streken ontziet hij niets, schaamt hij zich nergens voor en maakt hij gebruik van de hulp van, en helpt hij de grootste antichristenen, dus satanisten, die je maar kunt meemaken. Daarbij gaat dit alles vanzelfsprekend gepaard met de grofste leugens (de duivel is immers de leugenaar van de beginne). Toen we dan ook deze overval weer hadden gemeld, bleef de politie weer weg. Nadat we zo'n 1,5 uur hadden gewacht (Het is hooguit 15 minuten rijden), ben ik er maar weer zelf naartoe gegaan. Toen hebben ze snel 2 mensen er naartoe gestuurd, maar toen ik terug kwam waren ze al weer weg. Kunt u nagaan wat een onderzoek. Maar op andere keren staan er soms uren mensen van de politie te posten, en ql onze gegevens op te schrijven, die dan natuurlijk weer liegen als antwoord op onze vragen en dan zijn ze zogenaamd ook niet van de politie. Bij onderzoek aan hun auto's blijken het dan echter telkens auto's van de politie te zijn. Het lijkt er dus veel op dat de politie heeft gewacht met mensen te sturen totdat de kust voor hen veilig was, of totdat er mensen van hun (mag ik schrijven bende? Of moet ik schrijven ploeg?) beschikbaar waren of in dienst kwamen. Onder hun medestanders en medevijanden van God bevinden zich C , en Y en een aantal gruwelijke "vrienden" van hen (je zal ze maar onder je "vrienden" rekenen), ik neem aan bij u allen intussen wel berucht, daar hen, zoals gewoon is in de (overwegend linkse) Nederlandse media, maar ook in de zogenaamde rechtse media alle mogelijkheden ter beschikking worden gesteld om hun grof vuil, overgoten met een saus van afschuwelijke leugens, over ons en over Nederland uit te storten. Begrijpt u goed hoe ver het met Nederland is! Zo ver hebben de meeste Nederlanders het laten komen en vele jaren toegelaten. Nu kunt u alleen, het niet nog verder laten komen en zelfs nog een beetje terugdraaien door (nog) rechts(er) te gaan stemmen. Maar past u nog steeds goed op voor de linksen, zelfs de linkse partijen willen nu gaan doen of ze de normen en waarden willen gaan verbeteren en geven zo hun invulling daaraan. Ik heb al jaren geleden er op gewezen dat God dit zou gaan bewerken. Maar dan wel de echte Goddelijke normen en waarden, waarmee we allen zeer gebaat zullen zijn. Nog maar weer eens: God heeft al 2400 jaar geleden laten opschrijven dat Hij in de laatste dagen de profeet Elia (terug) zal zenden om het hart van de vaderen, (Abraham, Izaak en Jakob=Israël) terug te voeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen. (Maleachi 4:5,6). En ik heb dat verder uit mogen werken en openbaren. Dat en dat alleen brengt de echte normen en waarden! De normen en waarden van God! Vergeet u nooit meer: "U bent kinderen (van de stammen) van Israël, het door God uitverkoren volk! Door De Allerhoogste uitverkoren om eeuwig met Hem te heersen 3.3 En u kunt al hun Goddelijke zegeningen ontvangen. Maar als u dat niet wilt en er niet aan meewerkt, zult u nu, hier nog een vreselijke tijd krijgen en voor eeuwig de eeuwige verschrikking ingaan. God heeft onvoorstelbaar heerlijke plannen met mensen. Een ieder van u kan bij de vrouw van God, de bruid van Jezus Christus, gaan behoren. Dan gaat u eeuwig met God heersen als Zijn koningin, in een onvoorstelbare Heerlijkheid. Maar één van de dingen die Hij dan vanzelfsprekend van u verlangt is, trouw. Maar omdat de Heer alles weet en alles voorziet heeft Hij al laten weten dat er van hen die beloven bij Zijn bruid te willen zijn, toch sujetten zijn die Hem vreselijk willen bedriegen, zich tegen Hem keren en de satan gaan dienen. Natuurlijk had Hij ook daarin weer gelijk. Er zijn er dus die van de bruid waren die Hem heel erg ontrouw zijn geworden, Hem hebben verlaten en expres de satan zijn gaan dienen. Onder hen zijn E, een "vrouw" vol leugens die, als het om ontvreemden en wegnemen gaat, alles wat ze maar mee kon nemen heeft gestolen, zelfs rechtstreeks wat van God is. Achteraf bleek dat ze nooit en in niets te vertrouwen was en ook veel geld heeft ze ontfutseld aan goedgelovigen die zij kon blijven misleiden en die haar wilden blijven geloven. Zij was ook degene die zelf had verzonnen en daarvoor een aantal, naar haar geaardheid, totaal krankzinnige berekeningen had gemaakt, dat de bruid in november 2001 zou worden opgenomen. In één van haar laatste optredens voor de televisie, waarvoor de satan haar altijd alle mogelijkheden verstrekt, noemde ze mij: een monster. Ik zeg u: zij weet 100% zeker dat juist ik het tegenovergestelde ben, de door God gezonden profeet Elia. Zij zelf is een totaal satanisch monster! Ik kan u niet genoeg voor haar waarschuwen. Pas op voor haar! Blijf bij haar weg! Aan het einde van het programma Zei ze: Ik ben vrij. Ik zeg u: Zij is vreselijk en totaal gebonden. Vrijwel altijd is ze bezig haar opdrachten voor haar heer, de satan, uit te voeren. Ze weet dat ze nooit meer vrij komt: Voor altijd heeft ze zich geheel gebonden aan de satan en eeuwig zal ze bij hem zijn, waar hij ook gaat. En ik denk dat iedereen weet dat de satan door Jezus Christus voor eeuwig in de hel wordt gestopt. Z, een voormalig voorgangertje die tijdens zijn bruid -van Jezus Christus zijn, nog nooit echt voor de Heer is geweest. Die altijd op eigen voordeel uit was, die, als hij dacht dat het in zijn voordeel was, strooide met zijn geloof in de profeet Elia, maar net zo makkelijk God, de Here Jezus, de profeet en de bruid opzij zette. Ook hij stal de echte openbaringen van Gods profeet en nu probeert hij, met de echte profetieën indruk te maken, door ze te verwerken in zijn predikingen. W, een monster als bijna geen tweede. Die, als het haar zo uitkomt in het openbaar getuigt dat de Heer haar heeft genezen van heel ernstige ziekten, en dat ze door de doktoren totaal genezen is verklaard, iets wat volgens ingewijden volkomen waar is. Maar net zo makkelijk getuigt ze dat ze dat allemaal heeft verzonnen en gelogen. Iemand die totaal niet met geld kan omgaan en er prat op gaat dat ze iedereen heeft bestolen, ook allerlei instanties en daarin heel handig was. Een dubbele boekhouding had ze. Creatief boekhouden noemt ze dat heel trots. Een die in de satan volgen zo is doorgeslagen dat ze haar hand er niet voor omdraait om, in samenwerking met de draaikont Y, te veronderstellen dat wij in staat zijn om massaal zelfmoord te plegen, en ons er uiterst blasfemisch van te betichten dat we daarvoor het Heilig avondmaal zullen durven te gebruiken. A, een mannetje zo onbetrouwbaar dat hij terwijl hij in de leiding van de bruid was, er stiekem aan bezig was om de leden één voor één weg te lokken, omdat hij in zijn onpasselijk makende hoogmoed een eigen groep aan het vormen was. Hij deed dat onder andere door te vertellen dat ik wel de profeet Elia ben, maar binnenkort niet meer, omdat God hem, A tot de profeet Elisa had gemaakt in de plaats van Elia. De dingen die hij verkondigt zijn zo bewust satanisch. Dit omdat hij de satan zo getrouw mogelijk wil volgen en voor hem bewust zoveel mogelijk mensen van de Here Jezus Christus weg wil halen. Vooral om Hem Zijn bruid te ontnemen. Wij* begrijpen niet dat er ook maar één mens is die naar die troep van hem, onder andere zwarte magie, kan luisteren, of het kan lezen. Wel is hij zo geraffineerd gemeen dat hij er ware profetieën van God aan mij, die hij gestolen heeft, doorheen hutselt om zijn volkomen idiote geschriften interessant te maken. Hij, A is degene die walgelijk idiote berekeningen had gemaakt, waaruit moest blijken dat de Heer precies op 31 december 2001 Zijn bruid kwam halen. Nu weet u dus dat deze rare voorspellingen niet van mij kwamen, waar men mij dus ook telkenmale ten onrechte van beschuldigde. We hebben vernomen dat hij ook voor het jaar, 2002 weer andere krankzinnige berekeningen had gemaakt waarin hij had voorspeld dat de Heer nu in 2002 Zijn bruid zou komen halen. Dat zou dan in Indonesië gebeuren. De waanzin van de geheel waanzinnige ten top. Als er instanties zijn die echt willen helpen, waarschuw dan voor hem. C, een totaal immoreel individu. Die er niet voor terug-deinst om zijn vrouw (u kunt zich afvragen welke?) voor heel Nederland in het openbaar voor schut te zetten. Hij heeft dat nu vele malen gedaan in kranten en voor de televisie en hem wordt daar 'niet alleen elke keer weer de gelegenheid voor geschonken met geld van bijvoorbeeld de e.O., maar hij kan er ook maar geen genoeg van krijgen. Ook met de gevoelens van zijn dochter houdt hij totaal geen rekening. Hij schakelt daarvoor ook anderen in en deze laten zich daarvoor nog gebruiken ook. Daarvoor maakt ook hij misbruik van zijn positie in de kerk, in de gemeenteraad, op school, in de partij enzovoort. Onnodig te zeggen dat ook daarvoor tijd, energie en geld wordt gebruikt dat voor andere, betere doeleinden was bedoeld. Onnodig ook om te zeggen dat zijn medestanders daardoor veel schade oplopen en het tegendeel van zegen zullen ontvangen. D, de vriendin van E en een waarlijk idioot vrouwtje dat stiekem erbij in de New Age verwikkeld was. Op een gegeven moment vertelde ze dat zij Eva was geweest, maar dat God haar nu had teruggezonden om mij nogmaals te bevestigen dat ik Elia ben, maar dat zij nu mijn plaats in moest nemen omdat zij nu de vrouw uit Openbaring was. Ik moest daarvoor al mijn gegevens en al de openbaringen aan haar overdragen, zei ze. Omdat ik dat natuurlijk niet deed heeft ze, uit rancune, later een boekje (Map) over mij geschreven, zo gek, dat ik de mensen voor gek durf te verklaren die hier ook maar iets van willen geloven. 3.4 3.5 Maar die zullen er ongetwijfeld zijn, vooral ook onder hen die ik in dit schrijven aanhaal + hun mede antichristenen. Het allerergste is vanzelfsprekend dat zulke krankzinnigen nog gehoor en zelfs (volle) medewerking krijgen. B, een walgelijke zoon van fantastische ouders. Een hoogmoedig jochie die zijn ouders van in de zestig, wil blijven voorschrijven wat ze van hem wel of niet mogen. Die voor zijn ouders niets goeds wil, maar er integendeel zijn levenswerk van heeft gemaakt om zijn ouders bij hem te krijgen in de eeuwige verschrikking. Hij laat zich al jaren sturen door zijn tante die zeer ver van God is en een zeer grote vijand. Nu proberen ze ook V, zijn zusje en haar nichtje, zover te krijgen dat ze ook haar vader en moeder en haar Hemelse Heer en Vader verloochent, zodat ook zij voor eeuwig bij hen is. Ook in zijn geval is het onnodig te noemen dat hij van allerlei instanties alle medewerking krijgt om zijn antichristen zijn te spuien. In het totaal krankzinnige "geval" C bijvoorbeeld van kranten die onder het mom van christelijk (nu) nog lezers en aanhang hebben. En bijvoorbeeld van de e. O. die allang niet meer is waarvoor de Almachtige Heer hen zo groot heeft gemaakt en hen zo'n belangrijke positie heeft gegeven, omdat Hij zo'n grote taak voor hen had, maar die integendeel tot de felste tegenstanders van de Heer zijn geworden en van wat Hij belangrijk vindt. Hen die ik hier heb vernoemd, zijn intussen met nog meerderen alweer aan een aantal nieuwe projecten tegen God, tegen Zijn bruid en tegen Zijn profeet bezig. Intussen weet u van het schandalige stuk van (alweer) L in Trouw van Maandag 13 jan., van de vervolgingen, (geholpen door de politie), door journalisten en camera"mensen" van N.R.C. handelsblad, van de N. "christelijke" R,V. van de zichzelf blamerende uitzending van de N.C.R.V. van andere kritiekloze stukken over ons, waarin wij zelfs nooit enkele inbreng of zeggenschap hebben. Zij allen halen expres de toorn van God over zich. Begrijpt u goed dat zij allen weten dat ik de profeet Elia ben, dat alleen wij de echte bruid vertegenwoordigen, en dat zij de Here Jezus expres hebben verlaten en de duivel zijn gaan dienen. U t alles wat ze nu ondernemen en al de risico's die ze daarvoor nemen, de fouten die ze daarbij begaan en de bergen grove leugens waarmee ze het gepaard laten gaan, wie ze daarin mee trachten te slepen, blijkt dat ze zich daar constant van bewust zijn en constant doodsangsten uitstaan over wat zij zich allemaal op hun hals halen en over hun verschrikkelijke toekomst. Ik garandeer u dat dit alles alleen maar erger zal worden en dat ze zich er zeer van bewust zijn dat ze steeds grotere vijanden van de Almachtige worden, dat Hem expres tonen en steeds meer schuld op zich laden. Het zou mij niet verwonderen dat in de gruwelen die ze nu weer tegen ons uitgedacht hebben ook weer overheidsfunctionarissen zich hebben laten meeslepen. Als dat meeslepen al nodig was. Zelfs de rechterlijke macht zouden ze daar in mee trachten te krijgen. Maar ja wat is tegenwoordig nog recht in Nederland en wie zorgt er in Nederland nog voor dat het recht uitgeoefend wordt en het recht nog zijn loop krijgt? Distantieert u zich allen van al deze schurkenstreken! Blijft u er ver van! Anders haalt ook u bewust de Duivel in uw leven en u zult daar eeuwig vreselijk spijt van hebben, maar nooit meer terug kunnen. Kunt u zich voorstellen dat als er, na onderzoek mocht blijken dat overheidsfunctionarissen op een of andere manier weer in een van deze walgelijke zaken een aandeel hebben, de hoogste boom lang niet hoog genoeg moet zijn, en de onderste steen lang niet diep genoeg ligt, als Nederland nog wat probeert voor té stellen? God zendt niet voor niets de profeet waarvan Hij Zelf zegt dat het Zijn grootste is. Zelfs méér dan een profeet, noemt Hij hem. Hij zegt dat Hij dat doet om de weg voor, de Messias te bereiden en om de weg voor Zijn bruid te bereiden. Hij noemt hem dan ook Zijn vriend! De vriend van de Hemelse Bruidegom. Elia moet ook nog Zijn bruiloft voorbereiden, als Zijn vriend (The best man). De Heer had gedacht dat degene die zeggen van Hem te houden, Elia daarbij zouden helpen, maar juist het tegenovergestelde gebeurt weer. juist veel van de zogenaamde Christenen zijn de grootste vijanden van de Heer. Elke norm en waarde van God overtreden ze schaamteloos, expres. Expres tegen de Allerhoogste, om Hem zoveel als in hun vermogen is, tegen te werken. Al zouden alleen zij die zich de Christen Unie durven noemen, en zich daartoe willen rekenen, maar voor de Here zijn! Of slechts voor rechtvaardigheid zijn in deze laatste dagen. Dan zouden ze nog een boel goeds voor de Here kunnen doen, daarvoor (vooraf) gezegend worden en een goede toekomst hebben. Maar zelfs zij hebben zich bewust van de belangrijke dingen van de Here en van Israël afgekeerd! Zij krijgen nu, bij deze verkiezingen, nog de kans. Ik ben er zeker van dat zij er zich van bewust zijn dat de Here wil dat ze zich nu voor Zijn belangen inzetten. Een ieder die zich voor de belangen van de Heer wil inzetten of meehelpen of zelfs maar alleen bijzijn uit eigenbelang, is van harte welkom. De door God gezonden profeet Elia.