Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU0040

Datum uitspraak2005-07-21
Datum gepubliceerd2005-07-26
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers14.811010-05
Statusgepubliceerd


Indicatie

Serie steekpartijen Alkmaar, minderjarige verdachte: 14 maanden jeugddetentie + PIJ-maatregel.


Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR Parketnummer : 14.811010-05 Datum uitspraak : 21 juli 2005 TEGENSPRAAK, NA AANHOUDING VERSCHENEN VERKORT VONNIS van de rechtbank Alkmaar, meervoudige kamer voor de behandeling van Kinderstrafzaken, in de zaak van het OPENBAAR MINISTERIE tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], thans gedetineerd in Opvangcentrum Het Poortje te Groningen. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van respectievelijk 28 april 2005 en 7 juli 2005. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, die ertoe strekt dat de rechtbank de verdachte met betrekking tot het onder 1 tot en met 9 telkens voor het primair tenlastegelegde zal veroordelen tot 18 maanden jeugddetentie met aftrek en tevens de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen zal opleggen. Ten aanzien van het beslag heeft de officier van justitie gevorderd dat de inbeslaggenomen trainingsbroek wordt teruggeven aan verdachte. Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen heeft de officier van justitie het volgende gevorderd: - benadeelde partij [slachtoffer 2]: niet-ontvankelijk verklaring; - benadeelde partij [slachtoffer 1]: gehele toewijzing en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel; - benadeelde partij [slachtoffer 3]: niet-ontvankelijk verklaring; - benadeelde partij [slachtoffer 4]: gehele toewijzing en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel; - benadeelde partij [slachtoffer 5]: gehele toewijzing en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel; - benadeelde partij [slachtoffer 6]: toewijzing tot een bedrag van € 11.941,09, niet-ontvankelijk verklaring voor het resterende deel en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Tevens heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen door de verdachte en mr. R. Polderman, raadsman van de verdachte, naar voren is gebracht. 1. TENLASTELEGGING Aan de verdachte is ten laste gelegd dat 1. (Zaak 9) hij op of omstreeks 17 december 2004 in de gemeente Alkmaar met een ander of anderen, op of aan de openbare plaats, het Victoriapark, in elk geval op of aan een openbare plaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2], welk geweld bestond uit het - dreigend ophouden en/of tonen van (een) (honkbal)knuppel en/of een mes en/of een zwaard en/of - dreigend opdringen aan en/of omsingelen van die [slachtoffer 2] en/of - achtervolgen van die [slachtoffer 2]; subsidiair, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 17 december 2004 in de gemeente Alkmaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte, althans alleen, opzettelijk dreigend - een (honkbal)knuppel en/of een mes en/of een zwaard aan die [slachtoffer 2] getoond en/of voorgehouden en/of - zich aan die [slachtoffer 2] opgedrongen en/of - die [slachtoffer 2] omsingeld en/of - die [slachtoffer 2] achtervolgd; 2. (Zaak 8) hij op of omstreeks 18 december 2004 in de gemeente Alkmaar, op de Rekerdijk, in elk geval op de openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (inhoudende een of meerdere pas(jes) en/of een geldbedrag en/of een identiteitskaart en/of een foto), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat - die [slachtoffer 1], terwijl hij met zijn fiets tot stilstand was gekomen, is omsingeld en/of - die [slachtoffer 1] (vervolgens) een of meerdere ke(e)r(en) met een of meerdere (honkbal)knuppel(s) en/of (een) vuist(en) in zijn gezicht en/of tegen zijn hoofd en/of elders tegen het lichaam is geslagen en/of - die [slachtoffer 1] een of meerdere ke(e)r(en) tegen het lichaam is geschopt en/of - die [slachtoffer 1] een knietje in het gezicht of elders tegen het lichaam heeft gekregen en/of - toen die [slachtoffer 1] weer op zijn fiets was gestapt, een of meerdere ke(e)r(en) met een (honkbal)knuppel tegen zijn fiets is geslagen en/of - die [slachtoffer 1] (daarbij) (dreigend) de woorden zijn toegevoegd: "geen brutale bek anders steek ik je neer met mijn mes en maak je zakken leeg" en/of "geef je portemonnee" en/of "niet de politie waarschuwen, anders dan pakken we je", althans soortgelijke woorden; subsidiair, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op 18 december 2004 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen naar die [slachtoffer 1] is toegelopen, waarna verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s): - die [slachtoffer 1], terwijl hij met zijn fiets tot stilstand was gekomen, heeft/hebben omsingeld en/of - die [slachtoffer 1] (vervolgens) een of meerdere ke(e)r(en) met een of meerdere (honkbal)knuppel(s) en/of (een) vuist(en) in zijn gezicht en/of tegen zijn hoofd en/of elders tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of - die [slachtoffer 1] een of meerdere ke(e)r(en) tegen het lichaam heeft/hebben geschopt en/of - die [slachtoffer 1] een knietje in het gezicht of elders tegen het lichaam heeft/hebben gegeven en/of - toen die [slachtoffer 1] weer op zijn fiets was gestapt, een of meerdere ke(e)r(en) met een (honkbal)knuppel tegen zijn fiets heeft/hebben geslagen en/of - die [slachtoffer 1] (daarbij) (dreigend) de woorden heeft/hebben toegevoegd: "geen brutale bek anders steek ik je neer met mijn mes en maak je zakken leeg" en/of "geef je portemonnee" en/of "niet de politie waarschuwen, anders dan pakken we je", althans soortgelijke woorden, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid; meer subsidiair, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 18 december 2004 in de gemeente Alkmaar met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Rekerdijk, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1], welk geweld bestond uit het: - omsingelen van die [slachtoffer 1], terwijl die met zijn fiets tot stilstand was gekomen en/of - (vervolgens) een of meerdere ke(e)r(en) met een of meerdere honkbalknuppel(s) en/of (een) vuist(en) slaan in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of elders tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of - een of meerdere ke(e)r(en) schoppen tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of - geven van een knietje in het gezicht of elders tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of - toen die [slachtoffer 1] weer op zijn fiets was gestapt, een of meerdere ke(e)r(en) met een (honkbal)knuppel tegen zijn fiets slaan en/of - die [slachtoffer 1] (daarbij) (dreigend) de woorden toevoegen: "geen brutale bek anders steek ik je neer met mijn mes en maak je zakken leeg" en/of "geef je portemonnee" en/of "niet de politie waarschuwen, anders dan pakken we je", althans soortgelijke woorden; 3. (zaak 7) hij op 19 december 2004 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 7] van het leven te beroven, met dat opzet met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, naar die [slachtoffer 7] is toegelopen, waarna verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s): - die [slachtoffer 7] (onverhoeds), (van achteren) heeft/hebben aangevallen en/of - die [slachtoffer 7] een of meerdere ke(e)r(en) met een (honkbal-)knuppel en/of een ander hard voorwerp en/of de/een vuist(en) en/of hand(en) tegen het hoofd en/of elders tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of - die [slachtoffer 7] een of meerdere ke(e)r(en) (met kracht), met geschoeide voet(en) op/tegen het hoofd en/of (elders) op/tegen het lichaam heeft/hebben geschopt en/of getrapt en/of - die [slachtoffer 7] één keer met een mes, althans een scherp voorwerp, in de rug of elders in het lichaam heeft/hebben gestoken, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid; subsidiair, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op 19 december 2004 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer 7], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, naar die [slachtoffer 7] is toegelopen, waarna verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s): - die [slachtoffer 7] (onverhoeds), (van achteren) heeft/hebben aangevallen en/of - die [slachtoffer 7] een of meerdere ke(e)r(en) met een (honkbal-)knuppel en/of een ander hard voorwerp en/of de/een vuist(en) en/of hand(en) tegen het hoofd en/of elders tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of - die [slachtoffer 7] een of meerdere ke(e)r(en) (met kracht), met geschoeide voet(en) op/tegen het hoofd en/of (elders) op/tegen het lichaam heeft/hebben geschopt en/of getrapt en/of - die [slachtoffer 7] één keer met een mes, althans een scherp voorwerp, in de rug of elders in het lichaam heeft/hebben gestoken, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid; meer subsidiair, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 19 december 2004 te Alkmaar met een ander of anderen, op of aan de openbare plaats, het Victoriapark, in elk geval op een openbare plaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 7], welk geweld bestond uit het - die [slachtoffer 7] (onverhoeds), (van achteren) aanvallen en/of - die [slachtoffer 7] een of meerdere ke(e)r(en) met een (honkbal-)knuppel en/of een ander hard voorwerp en/of de/een vuist(en) en/of hand(en) op/tegen het hoofd en/of (elders) op/tegen het lichaam slaan en/of stompen en/of - die [slachtoffer 7] een of meerdere ke(e)r(en) (met kracht), met geschoeide voet(en) op/tegen het hoofd en/of (elders) op/tegen het lichaam schoppen en/of trappen en/of - die [slachtoffer 7] één keer met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de rug en/of (elders) in het lichaam steken; 4. (zaak 12) hij op of omstreeks 2 januari 2005 in de gemeente Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht in een camper (merk Mercedes), welke geparkeerd stond op een parkeerterrein aan de Amstelstraat en welke toebehoorde aan [slachtoffer 3], terwijl daarvan gemeen gevaar voor die camper en/of (een) andere aldaar geparkeerd staande auto('s) en/of voor de inboedel van die camper, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was; subsidiair, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 2 januari 2005 in de gemeente Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een camper (merk Mercedes), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt; 5. (zaak 1) hij in de nacht van 2 op 3 januari 2005 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachte rade, althans opzettelijk, [slachtoffer 8] van het leven te beroven, met dat opzet, en na kalm beraad en rustig overleg, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met (een) mes(sen) en/of een zwaard, althans (een) scherp(e) voorwerp(en), en/of (een) (honkbal)knuppel(s) naar de Molenkade is gelopen waarna verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s): - die [slachtoffer 8] uit een aldaar aangemeerde boot heeft/hebben gelokt en/of - (vervolgens) met een mes en/of een zwaard, althans (een) scherp voorwerp(en), stekende en/of zwaaiende bewegingen in de richting van de buik, althans het lichaam, van die [slachtoffer 8] heeft/hebben gemaakt en/of - die [slachtoffer 8] een of meerdere ke(e)r(en)en met een (honkbal)knuppel en/of een ander (hard) voorwerp en/of een vuist tegen het hoofd, of elders tegen het lichaam, heeft/hebben gestompt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; subsidiair, indien het vorenstaande onder 5 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in de nacht van 2 op 3 januari 2005 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer 8], opzettelijk en met voorbedachte rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet, en na kalm beraad en rustig overleg, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met (een) mes(sen) en/of een zwaard, althans (een) scherp(e) voorwerp(en), en/of (een) knuppel(s) naar de Molenkade is gelopen waarna verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s): - die [slachtoffer 8] uit een aldaar aangemeerde boot heeft/hebben gelokt en/of - (vervolgens) met een mes en/of een zwaard, althans (een) scherp voorwerp(en), stekende en/of zwaaiende bewegingen in de richting van de buik, althans het lichaam, van die [slachtoffer 8] heeft/hebben gemaakt en/of - die [slachtoffer 8] een of meerdere ke(e)r(en)en met een honkbalknuppel en/of een ander (hard) voorwerp en/of een vuist tegen het hoofd, of elders tegen het lichaam, heeft/hebben gestompt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; meer subsidiair, indien het vorenstaande onder 5 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in de nacht van 2 op 3 januari 2005 in de gemeente Alkmaar met een ander of anderen, op of aan de openbare weg De Molenkade, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 8], welk geweld bestond uit het: - dreigend ophouden en/of tonen van (een) mes(sen) en/of een zwaard en/of (een) (honkbal-)knuppel(s) en/of - (vervolgens) met een mes en/of een zwaard, althans (een) scherp voorwerp(en) stekende en/of zwaaiende bewegingen maken in de richting van de buik, althans het lichaam, van die [slachtoffer 8] en/of - een of meerdere ke(e)r(en) met een (honkbal-)knuppel en/of een ander (hard) voorwerp en/of een vuist op/tegen het hoofd en/of (elders) op/tegen het lichaam, van die [slachtoffer 8] stompen en/of slaan; 6. (zaak 2) hij in de nacht van 2 op 3 januari 2005 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, [slachtoffer 4] van het leven te beroven, met dat opzet, en na kalm beraad en rustig overleg, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met (een) mes(sen) en/of een zwaard, althans (een) scherp(e) voorwerp(en), en/of (een) (honkbal)knuppel(s) naar de Molenkade is gelopen waarna verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) - die [slachtoffer 4] uit een aldaar aangemeerde boot heeft/hebben gelokt en/of - (vervolgens) een of meerdere ke(e)r(en) met (een) (honkbal-)knuppel(s) en/of (een) (harde) ander(e) voorwerp(en) en/of (een) vuist(en), tegen het hoofd van die [slachtoffer 4] heeft/hebben geslagen en/of - een of meerdere ke(e)r(en) met (een) mes(sen) en/of een zwaard, althans (een) scherp(e) voorwerp(en), in de rug en/of de buik en/of elders in het lichaam van die [slachtoffer 4] heeft/hebben gestoken en/of - een of meerdere ke(e)r(en) met kracht met geschoeide voet(en) tegen hoofd en/of elders tegen het lichaam, van die [slachtoffer 4] heeft/hebben geschopt, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid; subsidiair, indien het vorenstaande onder 6 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in de nacht van 2 op 3 januari 2005 in de gemeente Alkmaar, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachte rade, althans opzettelijk, een persoon, te weten [slachtoffer 4], zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht (waaronder verschillende (ernstige) steekwonden in borst en buik en/of meerdere slagwonden en kneuzingen op het hoofd), door deze [slachtoffer 4] opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, - een of meerdere ke(e)r(en) met (een) (honkbal-)knuppel(s) en/of (een) ander(e) (harde) voorwerp(en) en/of (een) vuist(en) op/tegen het hoofd te slaan en/of te stompen en/of - een of meerdere ke(e)r(en) met (een) mes(sen) en/of een zwaard, althans (een) scherp(e) voorwerp(en), in de rug en/of de buik en/of (elders) in het lichaam te steken en/of - een of meerdere ke(e)r(en) met kracht met geschoeide voet(en) op/tegen het hoofd en/of (elders) op/tegen het lichaam te schoppen en/of te trappen; meer subsidiair, indien het vorenstaande onder 6 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in de nacht van 2 op 3 januari 2005 in de gemeente Alkmaar met een ander of anderen, op de openbare weg De Molenkade, althans op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 4], welk geweld bestond uit het: - dreigend ophouden en/of tonen van (een) mes(sen) en/of een zwaard en/of (een) (honkbal-)knuppel(s) en/of - een of meerdere ke(e)r(en) met (een) (honkbal-)knuppel(s) en/of (een) ander(e) (harde) voorwerp(en) en/of (een) vuist(en), tegen het hoofd van die [slachtoffer 4] slaan en/of - een of meerdere ke(e)r(en) met (een) mes(sen) en/of een zwaard, althans (een) scherp(e) voorwerp(en), in de rug en/of de buik en/of elders in het lichaam van die [slachtoffer 4] steken en/of - een of meerdere ke(e)r(en) met kracht met geschoeide voet(en) tegen hoofd en/of elders tegen het lichaam van die [slachtoffer 4] schoppen en/of trappen; 7. (zaak 3) hij op 7 januari 2005 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, [slachtoffer 5] van het leven te beroven, met dat opzet, en na kalm beraad en rustig overleg, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, die [slachtoffer 5] met (een) mes(sen) en/of een zwaard, althans (een) scherp(e) voorwerp(en), en/of (een) (honkbal)knuppel(s) achterna is gelopen, waarna verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s): - die [slachtoffer 5] (onverhoeds), van achteren heeft/hebben aangevallen en/of - die [slachtoffer 5] een of meerdere ke(e)r(en) met (een) (honkbal-)knuppel(s) en/of (een) ander(e) hard(e) voorwerp(en), tegen het hoofd en/of elders tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of - die [slachtoffer 5] een of meerdere ke(e)r(en) met (een) mes(sen) en/of een zwaard, althans (een) scherp(e) voorwerp(en), in de buik en/of elders in het lichaam heeft/hebben gestoken, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid; subsidiair, indien het vorenstaande onder 7 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op 7 januari 2005 in de gemeente Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, een persoon, te weten [slachtoffer 5], zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht (waaronder een steekwond in de buik en/of een steekwond in de (rechter-)lies en/of een geperforeerde dunne darm), door deze [slachtoffer 5], na kalm beraad en rustig overleg, (onverhoeds), van achteren aan te vallen en hem: - een of meerdere ke(e)r(en) met (een) (honkbal-)knuppel(s) en/of (een) ander(e) hard(e) voorwerp(en), tegen het hoofd en/of elders tegen het lichaam te slaan en/of - een of meerdere ke(e)r(en) met (een) mes(sen) en/of een zwaard, althans (een) scherp(e) voorwerp(en), in de buik en/of elders in het lichaam te steken; meer subsidiair, indien het vorenstaande onder 7 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op 7 januari 2005 in de gemeente Alkmaar, op een openbare plaats, het Victoriapark, althans op een openbare plaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 5], welk geweld bestond uit het: - met (een) mes(sen) en/of een zwaard, althans (een) scherp(e) voorwerp(en), en/of (een) (honkbal)knuppel(s) achterna lopen van die [slachtoffer 5] en/of - (vervolgens) die [slachtoffer 5] (onverhoeds), van achteren aanvallen door - die [slachtoffer 5] een of meerdere ke(e)r(en) met (een) (honkbal-)knuppel(s) en/of (een) ander(e) hard(e) voorwerp(en), tegen het hoofd en/of elders tegen het lichaam te slaan en/of - die [slachtoffer 5] dicht te naderen en (daarbij) dreigend (een) mes(sen) en/of een zwaard en/of (een) (honkbal-)knuppel(s), en/of (een) ander(e) hard(e) voorwerp(en) te tonen en/of op te houden en/of - die [slachtoffer 5] een of meerdere ke(e)r(en) met (een) mes(sen) en/of een zwaard, althans (een) scherp(e) voorwerp(en), in de buik en/of elders in het lichaam te steken; 8. (zaak 4) hij op 9 januari 2005 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, [slachtoffer 9] van het leven te beroven, met dat opzet, en na kalm beraad en rustig overleg, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met (een) mes(sen) in de hand(en) naar het/een fietspad in het Victoriapark is gelopen en/of daar is gaan staan en/of die [slachtoffer 9] daar heeft opgewacht, waarna verdachte en/of zijn mededader, toen die [slachtoffer 9] voorbij fietste, die [slachtoffer 9] (onverhoeds), van achteren heeft/hebben aangevallen en hem één keer met een mes, althans een scherp voorwerp, in de rug heeft/hebben gestoken, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid; subsidiair, indien het vorenstaande onder 8 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: [verdachte 2] op 9 januari 2005 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door die [verdachte 2] voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, [slachtoffer 9] van het leven te beroven, met dat opzet, en na kalm beraad en rustig overleg, - met (een) mes(sen) in de hand(en) naar het/een fietspad in het Victoriapark is gelopen en/of daar is gaan staan en/of die [slachtoffer 9] daar heeft opgewacht en/of - (vervolgens), toen die [slachtoffer 9] voorbij fietste, die [slachtoffer 9] (onverhoeds), van achteren heeft aangevallen en hem één keer met een mes, althans een scherp voorwerp, in de rug heeft gestoken, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid en bij welk feit verdachte op 9 januari 2005 in de gemeente Alkmaar opzettelijk behulpzaam is geweest door (aldaar) een mes naar die [verdachte 2] te gooien, althans een mes aan die [verdachte 2] te geven; meer subsidiair, indien het vorenstaande onder 8 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op 9 januari 2005 in de gemeente Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, een persoon, te weten [slachtoffer 9], zwaar lichamelijk letsel (waaronder een geperforeerde long) heeft toegebracht, door deze [slachtoffer 9], na kalm beraad en rustig overleg, (onverhoeds), van achteren aan te vallen en hem één keer met een mes, althans een scherp voorwerp, in de rug te steken. meest subsidiair, indien het vorenstaande onder 8 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: [verdachte 2] op 9 januari 2005 in de gemeente Alkmaar, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, een persoon, te weten [slachtoffer 9], zwaar lichamelijk letsel (waaronder een geperforeerde long) heeft toegebracht, door deze [slachtoffer 9], na kalm beraad en rustig overleg, (onverhoeds), van achteren aan te vallen en hem één keer met een mes, althans een scherp voorwerp, in de rug te steken, bij welk feit verdachte op 9 januari 2005 in de gemeente Alkmaar opzettelijk behulpzaam is geweest door (aldaar) een mes naar die [verdachte 2] te gooien, althans een mes aan die [verdachte 2] te geven; uiterst subsidiair, indien het vorenstaande onder 8 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op 9 januari 2005 in de gemeente Alkmaar, op een openbare plaats, het Victoriapark, althans op een openbare plaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 9], welk geweld bestond uit het: - met mes(sen) in de hand(en) naar het/een fietspad in het Victoriapark lopen en/of daar gaan staan en/of die [slachtoffer 9] daar opwachten en/of - (vervolgens) die [slachtoffer 9], toen hij voorbij fietste (onverhoeds), van achteren, aanvallen en hem één keer met een mes, althans een scherp voorwerp, in de rug steken. 9. (zaak 5) hij op 9 januari 2005 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, [slachtoffer 6] van het leven te beroven, met dat opzet, en na kalm beraad en rustig overleg, met zijn mededader, althans alleen, met (een) mes(sen) in de hand(en) in/bij de/een fietstunnel bij de Rekerdijk is gaan staan, waarna verdachte en/of zijn mededader, toen die [slachtoffer 6] voorbij fietste, die [slachtoffer 6] (onverhoeds) van achteren heeft/hebben aangevallen en hem één of meerdere ke(e)r(en) met een mes, althans een scherp voorwerp, in de rug en/of het gezicht (rechterwang) en/of elders in het lichaam heeft/hebben gestoken, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid; subsidiair, indien het vorenstaande onder 9 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op 9 januari 2005 in de gemeente Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, een persoon, te weten [slachtoffer 6], zwaar lichamelijk letsel (waaronder een geperforeerde long en/of klaplong en/of een gebroken schouderblad en/of een gebroken arm) heeft toegebracht, door deze [slachtoffer 6], na kalm beraad en rustig overleg, - (onverhoeds), van achteren aan te vallen en hem één of meerdere ke(e)r(en) met een mes, althans een scherp voorwerp, in de rug en/of het gezicht (rechterwang) en/of elders in het lichaam te steken en/of - (toen die [slachtoffer 6] op de grond was gevallen) één of meerdere keren (hard) met geschoeide voet(en) tegen de/een schouder(s) en/of de/een arm(en), althans tegen het (boven)lichaam te schoppen; meer subsidiair, indien het vorenstaande onder 9 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op 9 januari 2005 in de gemeente Alkmaar, op de openbare weg, de Rekerdijk, althans op een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 6], welk geweld bestond uit het - die [slachtoffer 6] (onverhoeds), van achteren aanvallen en - die [slachtoffer 6] één of meerdere ke(e)r(en) met een mes, althans een scherp voorwerp, in de rug en/of het gezicht (rechterwang) en/of elders in het lichaam steken en/of - (toen die [slachtoffer 6] op de grond was gevallen) één of meerdere keren (hard) met geschoeide voet(en) tegen de/een schouder(s) en/of de/een arm(en), althans tegen het (boven)lichaam van die [slachtoffer 6] schoppen waarbij die [slachtoffer 6] tengevolge van de handelingen van verdachte zwaar lichamelijk letsel, althans enig letsel, heeft bekomen (waaronder: een of meerdere steekwond(en) in de rug en een geperforeerde long en/of klaplong en/of een gebroken schouderblad en/of een gebroken arm); Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zullen deze worden verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging. 2. VRIJSPRAAK Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1. primair, 4. primair, 5. impliciet primair, 6. impliciet primair, 8. primair, subsidiair, meer subsidiair, meest subsidiair en uiterst subsidiair is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. Nadere motivering ten aanzien van feit 1 primair: De rechtbank is van oordeel dat de bewezenverklaarde feitelijkheden geen geweld opleveren in de zin van artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht. Nadere motivering vrijspraak ten aanzien van feiten 5. en 6. impliciet primair: Ten aanzien van de gebeurtenissen aan de Molenkade is er naar het oordeel van de rechtbank sprake geweest van een steeds verder escalerende vechtpartij, waarbij onder meer door een medeverdachte een steekbeweging is gemaakt naar [slachtoffer 8] (feit 5), en waarbij door verdachte met een knuppel is geslagen op het hoofd van [slachtoffer 4] en waarbij door een medeverdachte met een mes meerdere malen gestoken is in het lichaam van [slachtoffer 4] en waarbij door een andere medeverdachte met geschoeide voet tegen het hoofd van die [slachtoffer 4] is geschopt (feit 6). De bewijsmiddelen bevatten evenwel onvoldoende aanknopingspunten om aan te kunnen nemen dat er momenten van beraad zijn geweest tussen de wilsbesluiten tot uitvoering van de hiervoor bedoelde levensbedreigende gewelddadigheden en de momenten waarop die werden uitgeoefend. Derhalve is de rechtbank terzake van deze feiten 5 en 6 tot vrijspraak van de ten laste gelegde voorbedachte raad gekomen. 3. BEWEZENVERKLARING De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat 1. subsidiair (zaak 10) hij op 17 december 2004 in de gemeente Alkmaar, tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte, opzettelijk dreigend - een knuppel aan die [slachtoffer 2] getoond en - zich aan die [slachtoffer 2] opgedrongen en - die [slachtoffer 2] achtervolgd; 2. primair (zaak 8) hij op 18 december 2004 in de gemeente Alkmaar, op de Rekerdijk, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (inhoudende een of meerdere pas(jes) en een geldbedrag en een identiteitskaart en een foto), toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 1], welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat - die [slachtoffer 1], terwijl hij met zijn fiets tot stilstand was gekomen, is omsingeld en - die [slachtoffer 1] meerdere keren met een knuppel en vuisten in zijn gezicht en tegen zijn hoofd en elders tegen het lichaam is geslagen en - die [slachtoffer 1] meerdere keren tegen het lichaam is geschopt en - die [slachtoffer 1] een knietje in het gezicht heeft gekregen en - toen die [slachtoffer 1] weer op zijn fiets was gestapt, een keer met een knuppel tegen zijn fiets is geslagen en - die [slachtoffer 1] dreigend de woorden zijn toegevoegd: "geen brutale bek anders steek ik je neer met mijn mes en maak je zakken leeg" en "geef je portemonnee" en "niet de politie waarschuwen, anders dan pakken we je"; 3. primair (zaak 7) hij op 19 december 2004 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer 7] van het leven te beroven, met zijn mededaders, naar die [slachtoffer 7] is toegelopen, waarna verdachte en/of een van zijn mededaders: - die [slachtoffer 7] meerdere keren met een knuppel en de vuisten tegen het hoofd en elders tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en - die [slachtoffer 7] meerdere keren met kracht, met geschoeide voet tegen het lichaam heeft/hebben geschopt en - die [slachtoffer 7] één keer met een mes in de rug heeft/hebben gestoken, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 4. subsidiair (zaak 12) hij op 2 januari 2005 in de gemeente Alkmaar tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk en wederrechtelijk een camper, toebehorende aan [slachtoffer 3], heeft vernield; 5. primair (zaak 1) hij in de nacht van 2 op 3 januari 2005 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, [slachtoffer 8] van het leven te beroven, met dat opzet, met zijn mededaders, met messen en een zwaard en een knuppel naar de Molenkade is gelopen waarna verdachte en/of een van zijn mededaders: - die [slachtoffer 8] uit een aldaar aangemeerde boot heeft/hebben gelokt en - vervolgens met een zwaard een stekende beweging in de richting van het lichaam, van die [slachtoffer 8] heeft/hebben gemaakt en - die [slachtoffer 8] een keer met een vuist tegen het hoofd heeft/hebben gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 6. primair (zaak 2) hij in de nacht van 2 op 3 januari 2005 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk [slachtoffer 4] van het leven te beroven, met dat opzet, met zijn mededaders, met messen en een zwaard en een knuppel naar de Molenkade is gelopen, waarna verdachte en/of een van zijn mededaders: - die [slachtoffer 4] uit een aldaar aangemeerde boot heeft/hebben gelokt en - vervolgens met een knuppel en vuisten tegen het hoofd van die [slachtoffer 4] heeft/hebben geslagen en - meerdere keren met een mes in de rug en de buik van die [slachtoffer 4] heeft/hebben gestoken en - meerdere keren met kracht met geschoeide voet tegen hoofd en elders tegen het lichaam, van die [slachtoffer 4] heeft/hebben geschopt, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 7. impliciet primair (zaak 3) hij op 7 januari 2005 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en met voorbedachten rade, [slachtoffer 5] van het leven te beroven, met dat opzet, en na kalm beraad en rustig overleg, met zijn mededaders, die [slachtoffer 5] met messen en een knuppel achterna is gelopen, waarna verdachte en/of zijn mededaders: - die [slachtoffer 5] onverhoeds van achteren heeft/hebben aangevallen en - die [slachtoffer 5] meerdere keren met een knuppel tegen het hoofd en elders tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en - die [slachtoffer 5] meerdere keren met een mes in de buik en elders in het lichaam heeft/hebben gestoken, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 9. impliciet primair (zaak 5) hij op 9 januari 2005 in de gemeente Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 6] van het leven te beroven, met dat opzet, en na kalm beraad en rustig overleg, met zijn mededader, met een mes in de hand bij een fietstunnel bij de Rekerdijk is gaan staan, waarna verdachte en/of zijn mededader, toen die [slachtoffer 6] voorbij fietste, die [slachtoffer 6] onverhoeds van achteren heeft/hebben aangevallen en hem meerdere keren met een mes in de rug heeft/hebben gestoken, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid. Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. 4. BEWIJS De rechtbank grondt de beslissing dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben. 5. NADERE MOTIVERING Nadere motivering ten aanzien van de feiten 3, 5, 6, 7 en 9 Opzet Naar het oordeel van de rechtbank is door de verdachten en zijn medeverdachten doelgericht gehandeld, namelijk gericht op de levensberoving van de slachtoffers. Het slachtoffer [slachtoffer 7] (feit 3) werd met een knuppel meerdere keren hard op zijn hoofd geslagen en hij werd met een mes in zijn rug gestoken. Naar het slachtoffer [slachtoffer 8] (feit 5) werd met een zwaard een stekende beweging in de richting van diens lichaam gemaakt, welke aanval hij te nauwer nood kon ontwijken. De heer [slachtoffer 4] (feit 6) werd met een honkbalknuppel zodanig hard op het hoofd geslagen, dat daardoor die knuppel brak en hij werd meerdere keren met een mes in buik en rug gestoken. [slachtoffer 5] (feit 7) werd eveneens meerdere keren met een knuppel tegen diens hoofd geslagen en meerdere keren met een mes in zijn buik gestoken. Het slachtoffer [slachtoffer 6] (feit 9) werd meerdere keren in de rug gestoken. De verdachte en zijn medeverdachte(n) hadden, naar het oordeel van de rechtbank, met deze handelingen, door de aard en de uitvoering daarvan en door de onderlinge samenhang van de handelingen per feit, willens en wetens de dood van de slachtoffers ten doel, althans de aanmerkelijke kans op het intreden van de dood als gevolg van die handelingen bewust aanvaard. Medeplegen Ten aanzien van feit 3 is gebleken van een vooropgezet plan en een gezamenlijke uitvoering. Verdachtes medeverdachten [verdachte 2] en [verdachte 1] hebben verklaard dat het de bedoeling was om de man “te pakken”. Wanneer medeverdachte [verdachte 1] de eerste harde klap heeft uitgedeeld, slaat verdachte het slachtoffer meerdere keren hard met een honkbalknuppel, onder meer tegen het hoofd. Nadat het slachtoffer op de grond terecht is gekomen gaat verdachte door met het slaan met de knuppel tegen het slachtoffer, terwijl medeverdachte [verdachte 1] het slachtoffer meerdere keren hard in de zij schopt. Op dat moment stapt of buigt medeverdachte [verdachte 2] tussen verdachte en medeverdachte [verdachte 1] in en steekt het slachtoffer met een mes in de rug, blijkens de verklaringen van [verdachte 2] en [verdachte 1] (Z7, p. 28 en Z7, p. 39). Vervolgens zijn de drie verdachten samen weggerend. Ten aanzien van de feiten 5 en 6 (de gebeurtenissen op de Molenkade in de nacht van 2 op 3 januari 2005) is gebleken dat verdachte en diens medeverdachten tijdens het vieren van verdachtes verjaardag het gezamenlijke plan hebben opgevat naar de Molenkade te gaan “om [betrokkene] te pakken te nemen”. Daartoe hebben verdachte en diens medeverdachten bij hun vertrek richting Molenkade messen, een honkbalknuppel en een zwaard meegenomen. Op de Molenkade aangekomen werden eerst door meerdere personen van de groep stenen gegooid tegen en door de ramen van de boot waarin de slachtoffers zich bevonden, teneinde hen naar buiten te lokken. Nadat de slachtoffers zich naar buiten hadden begeven werden zij door de groep geslagen, gestoken en geschopt. De daarbij gebruikte wapens zijn tijdens deze geweldsuitbarsting in de groep onderling van hand tot hand gegaan. Nadien is de groep gezamenlijk weer vertrokken. Ten aanzien van feit 7 (de gebeurtenis op 7 januari 2005 in het Victoriepark) is gebleken dat verdachte en diens medeverdachten naar het Victoriepark zijn gegaan omdat, aldus verdachte “we iemand wilden slaan” en “we wilden vechten met iemand”. Daartoe heeft verdachte, toen zij in het Victoriepark aangekomen waren, een knuppel gepakt die hij aldaar in de bosjes had verstopt. Zijn medeverdachte [verdachte 4] heeft verklaard dat verdachte en de andere medeverdachte, [verdachte 2], messen hadden meegebracht en daarmee aan het spelen waren. “Ik wist wel dat ze (de rechtbank begrijpt: verdachte en [verdachte 2]) elke avond wapens bij zich hadden en dat als er een kans was ze iemand zouden gaan beroven”, zo verklaart [verdachte 4]. Toen [slachtoffer 5] het groepje passeerde werd onderling besloten dat hij een geschikt slachtoffer was: “Kijk, kijk” en “We gaan hem pakken” waren de woorden die werden gesproken. Daarop is verdachte opgestaan en achter het slachtoffer aangelopen, gevolgd door diens medeverdachten. Het nietsvermoedende slachtoffer is van achteren aangevallen en is door de groep met de knuppel geslagen en twee maal met een mes gestoken. Vervolgens hebben verdachte en diens medeverdachten gezamenlijk de plek des onheils verlaten. Ten aanzien van feit 9 (de gebeurtenis op 9 januari 2005 bij het fietstunneltje bij de Rekerdijk) heeft verdachte verklaard: “Het plan van ons allebei was om die man te beroven”. Zijn medeverdachte [verdachte 2] heeft verklaard dat hij zomaar, “doelloos”, iemand wilde aanvallen. Wat er ook zij van hun motieven, duidelijk is wel dat zij gezamenlijk op zoek waren naar een slachtoffer. Zowel verdachte als zijn medeverdachte waren daartoe gewapend met een mes. Het slachtoffer, dat op zijn fiets passeerde, is door de medeverdachte [verdachte 2] meerdere keren in de rug gestoken, en vervolgens door verdachte geschopt, waarna verdachte en diens medeverdachte zich uit de voeten maakten. De rechtbank is van oordeel dat met betrekking tot de feiten 3, 5, 6, 7 en 9 sprake is van een dusdanig bewuste en nauwe samenwerking tussen en een gezamenlijke uitvoering door verdachte en diens respectievelijke medeverdachten, dat zij telkens tezamen en in vereniging hebben gehandeld. Voorbedachte raad Uit de wijze waarop verdachte en zijn respectievelijke medeverdachten ten aanzien van feit 7 (de gebeurtenis op 7 januari 2005 in het Victoriepark) en feit 9 (de gebeurtenis op 9 januari 2005 bij het fietstunneltje bij de Rekerdijk) hebben gehandeld blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat zij niet hebben gehandeld in een ogenblikkelijke opwelling, maar uitvoering hebben gegeven aan een reeds tevoren genomen besluit. Hierbij is van belang, dat deze feiten zich hebben voorgedaan in de loop van een reeks van gewelddadige incidenten, waarbij een zeker (vast) patroon in de voorbereiding en uitvoering van het gezamenlijk handelen kan worden vastgesteld. In beide gevallen bevonden verdachte en zijn medeverdachte(n) zich op een stille en donkere plek en werd er een willekeurig slachtoffer aangevallen. Dat het er vervolgens niet zachtzinnig aan toe zou gaan was voor alle betrokkenen duidelijk; zij waren immers steeds gewapend en wisten van elkaar, gelet op de gewelddadige gebeurtenissen waar zij in de weken daaraan voorafgaand bij betrokken waren geweest, dat zij in staat en bereid waren die wapens te gebruiken. In beide gevallen zijn er voor zowel verdachte als diens medeverdachte(n) meerdere momenten geweest waarop zij de gelegenheid hebben gehad zich te beraden over de betekenis en de mogelijke gevolgen van hun voorgenomen besluit en zich daarvan rekenschap te geven: het moment dat zij gezamenlijk er gewapend op uit gingen, het moment waarop zij de respectievelijke slachtoffers in het vizier kregen, het moment waarop zij achter hen aan gingen, en het moment voordat zij daadwerkelijk hebben toegeslagen. Derhalve is naar het oordeel van de rechtbank bij beide feiten sprake van voorbedachte raad. 6. STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZEN VERKLAARDE Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert op: Ten aanzien van feit 1. subsidiair: Medeplegen van bedreiging met zware mishandeling; Ten aanzien van feit 2. primair: Medeplegen van afpersing; Ten aanzien van de feiten 3. primair, 5. primair en 6. primair, telkens: Medeplegen van poging tot doodslag; Ten aanzien van feit 4. subsidiair: Medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen. Ten aanzien van feit 7. impliciet primair en feit 9. impliciet primair, telkens: Medeplegen van poging tot moord. 7. STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE De inhoud van de in dit vonnis onder 8. genoemde rapporten van dr. J.M.J.F. Offermans, psychiater en drs. R. Brandsma, kinder- en jeugdpsycholoog, geeft de rechtbank geen aanleiding tot niet-strafbaarheid van de verdachte te concluderen. Ook overigens is er geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar. 8. MOTIVERING VAN DE STRAF EN DE MAATREGEL De rechtbank heeft de op te leggen straf en maatregel bepaald op grond van de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen: Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een reeks zeer ernstige feiten, welke reeks werd aanvangen op 17 december 2004. Op die bewuste avond loopt verdachte met medeverdachte [verdachte 2] in het Victoriepark te Alkmaar. Zonder noemenswaardige aanleiding dringen de jongens zich op aan het slachtoffer [slachtoffer 2], waarbij [slachtoffer 2] wordt bedreigd met een knuppel en vervolgens wordt achtervolgd wanneer hij wegvlucht. Dit moet voor het slachtoffer een zeer beangstigende ervaring geweest zijn. De volgende dag, 18 december 2004, bevindt verdachte zich samen met zes medeverdachten op de Rekerdijk te Alkmaar, alwaar [slachtoffer 1] het slachtoffer wordt van de groep. Verdachte en zijn medeverdachten maken zich schuldig aan een afpersing, waarbij is gedreigd met geweld en ook daadwerkelijk fors geweld is gebruikt. Verdachte en zijn medeverdachten hebben [slachtoffer 1] onder meer omsingeld, meerdere keren geslagen met hun vuisten en met een knuppel, een knietje tegen zijn gezicht gegeven en hem bedreigd, waardoor hij tenslotte zijn portemonnee heeft afgegeven. Dit feit is voor de jeugdige [slachtoffer 1] zeer beangstigend geweest en heeft lichamelijk en psychisch leed veroorzaakt, hetgeen ook blijkt uit de toelichting op zijn voegingsformulier als benadeelde partij. Slechts enkele uren na de gebeurtenis op de Rekerdijk bevindt verdachte zich, samen met zijn medeverdachten [verdachte 2] en [verdachte 1], in het Victoriepark. De drie zien een man lopen en besluiten deze man, naar eigen zeggen, “te pakken”. Het slachtoffer, de heer [slachtoffer 7], wordt geslagen, geschopt en door verdachte meerdere keren met kracht met een knuppel onder meer tegen het hoofd geslagen. Uiteindelijk steekt [verdachte 2] de man in de rug en rennen de drie vervolgens weg, terwijl het slachtoffer gewond aan zijn lot wordt overgelaten. Op 2 januari 2005 wordt door verdachte en zijn medeverdachten afgesproken dat ze naar de Molenkade te Alkmaar gaan om “wraak te nemen” op ene [betrokkene], waarmee verdachte en medeverdachte [verdachte 2] eerder die dag ruzie hadden gehad. Er worden verschillende wapens meegenomen, te weten een knuppel, een zwaard en verschillende messen. Onderweg steekt verdachte, samen met medeverdachte [verdachte 4], eerst nog een camper in brand waardoor deze totaal wordt vernield. Aangekomen bij de Molenkade gooien verdachte en zijn medeverdachten stenen naar de aldaar gelegen boten, om [betrokkene] naar buiten te lokken. Er komen vervolgens twee mannen naar buiten, maar beiden blijken niet [betrokkene] te zijn. Dit weerhoudt de verdachten er niet van om met de mannen in gevecht te gaan. [slachtoffer 8] wordt als eerste slachtoffer van het door de jongens uitgeoefende geweld. Hij krijgt met kracht een vuistslag tegen het hoofd en weet een steekbeweging door [verdachte 2] met een zwaard in de richting van zijn buik, ternauwernood te ontwijken. Wanneer [slachtoffer 8] terug naar de boot is gevlucht, richten de jongens zich op het tweede slachtoffer, [slachtoffer 4]. [slachtoffer 4] wordt met een knuppel en met vuisten onder meer met kracht tegen het hoofd geslagen en komt uiteindelijk op de grond terecht. Medeverdachte [verdachte 2] steekt vervolgens vele malen met een mes op [slachtoffer 4] in. [slachtoffer 4] wordt ondertussen onder meer tegen het hoofd geschopt. Het slachtoffer [slachtoffer 4] raakte onder meer gewond aan hart, lever en longen en is in zeer kritieke toestand opgenomen in het ziekenhuis, alwaar hij ruim zes weken heeft moeten verblijven. Deze schokkende gebeurtenissen aan de Molenkade weerhouden verdachte er niet van om enkele dagen later, op 7 januari 2005, met medeverdachten [verdachte 2] en [verdachte 4] in het Victoriepark opnieuw een willekeurig slachtoffer “te pakken”. Het slachtoffer, [slachtoffer 5], passeert de drie jongens en wordt vervolgens zonder aanleiding van achteren aangevallen met een knuppel en uiteindelijk door [verdachte 2] met een mes in de buik gestoken. [slachtoffer 5] loopt daarbij onder meer ernstig buikletsel op. Op 9 januari 2005 is het opnieuw raak, wanneer verdachte samen met medeverdachte [verdachte 2] wederom zonder enige aanleiding het slachtoffer [slachtoffer 6] aanvalt, wanneer deze de twee jongens op de fiets passeert in de fietstunnel op de Rekerdijk. [slachtoffer 6] houdt hieraan onder meer drie steekwonden in de rug en een gebroken arm/schouder aan over. Het feit dat de slachtoffers [slachtoffer 7], [slachtoffer 8], [slachtoffer 4], [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] niet door het handelen van verdachte en zijn medeverdachte(n) zijn komen te overlijden is een gelukkige omstandigheid, die echter geenszins aan de verdachte en zijn medeverdachte(n) te danken is. Naast het toebrengen van ernstige verwondingen werden de slachtoffers hulpeloos achtergelaten in de avond- en nachtelijke uren in de wintermaanden december en januari en op plaatsen, waar zich in het algemeen weinig mensen bevinden of voorbij komen. Deze feiten hebben bij alle slachtoffers lichamelijk en psychisch leed veroorzaakt, zoals onder meer blijkt uit de verschillende schriftelijke slachtofferverklaringen en uit de toelichtingen op de voegingsformulieren als benadeelde partij. Daarnaast hebben de gebeurtenissen een golf van ontzetting in de samenleving teweeggebracht. Vele inwoners van Alkmaar voelden zich niet meer veilig in hun eigen woonplaats. Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op: - het op naam van de verdachte staand uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister, gedateerd 21 januari 2005, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld. - het over de verdachte opgemaakte observatieverslag van Justitiële Jeugdinrichting Het Poortje, gedateerd 14 februari 2005. - het over de verdachte uitgebrachte psychiatrisch rapport gedateerd 22 juni 2005, van dr. J.M.J.F. Offermans. Dit rapport houdt onder meer het volgende in: Psychiatrisch-diagnostisch is er bij betr. sprake van gecombineerde problematiek in de zin van een gedragsstoornis, een pervasieve (of autistiforme) ontwikkelingsstoornis, cannabisaffiankelijkheid en episodisch alcoholmisbruik. Er is tevens sprake van een dreigende ontwikkeling in de richting van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Terwijl genoemde gedragsstoornis zich o. a. manifesteert in de vorm van het zich afzetten tegen regels en autoriteiten (lees: vader als vader en politieagent en tevens de leerkrachten), het van huis weglopen en spijbelen, wapenbezit, het zich niet laten leiden en sturen door gangbare normen en waarden, komt de pervasieve ontwikkelingsstoornis tot uitdrukking in het gebrek aan wederkerige sociale interactie, en in het gebrek aan communicatieve en sociale vaardigheden. Bij de ten laste gelegde feiten is betr. (onbewust) in staat door de spanning zijn innerlijke gevoel van leegte op te vullen, voorts kan hij zich ‘iemand’ voelen binnen de context van de groep en naast de persoon van de leider. Tevens kan hij zich niet inleven in de belevingswereld van de slachtoffers, zodat hun angst en machteloosheid niet tot hem doordringt, waardoor pas de confrontatie met de gevolgen hem doet beseffen, hoe grensoverschrijdend hij te werk is gegaan. Bij een aantal van de ten laste gelegde heeft voorts zijn cannabisafhankelijkheid en zijn alcoholmisbruik nog een faciliterend effect gehad, maar alcohol en drugs (of een combinatie van beide) zijn niet noodzakelijk om tot feiten als de hem thans ten laste gelegde te kunnen komen. 1. Betr. ‘s ontwikkeling is in sterke mate gekleurd door met name de gedragsstoornis en de pervasieve ontwikkelingsstoornis. 2. Er is bij betr. sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van een gedragsstoornis en een pervasieve ontwikkelingsstoornis en tevens van cannabisafhankelijkheid. Voorts is er sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een dreigende ontwikkeling in de richting van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De intelligentie functioneert op benedengemiddeld niveau, maar imponeert niet als uitgesproken zwakbegaafd. 3. Tussen bovenbeschreven gedragsstoornis en pervasieve ontwikkelingsstoornis (waarbij het middelengebruik als een afgeleide van deze problematiek kan worden beschouwd) enerzijds en de ten laste gelegde feiten sub 1 t/m 7 (de Rb begrijpt: de feiten 2, 3 en 5 t/m 9 van de definitieve tenlastelegging) bestaat een sterk verband. 4. Betrokkene heeft weliswaar de wederrechtelijkheid van de hem tenlastegelegde feiten kunnen inzien, doch is in mindere mate dan de gemiddeld normale mens in staat geweest zijn wil in vrijheid- overeenkomstig een dergelijk besef- te bepalen. Betrokkene kan als sterk verminderd toerekeningsvatbaar worden beschouwd voor de ten laste gelegde feiten sub 1 t/m 7 (de Rb begrijpt: de feiten 2, 3 en 5 t/m 9 van de definitieve tenlastelegging). 5. Zoals de problematiek is beschreven, kan hieruit gedestilleerd worden, dat het recidivegevaar groot is, waarbij onder andere het gebrek aan inlevingsvermogen, de contactuele beperkingen, het middelengebruik en de beperkte intellectuele vermogens een rol van betekenis spelen. 6. Gelet op de aard en ernst van de problematiek wordt een PIJ-maatregel wenselijk en noodzakelijk geacht zowel om de ontwikkeling van betrokkene positief te beïnvloeden als om het recidivegevaar te doen afnemen. Met de conclusie van dit rapport kan de rechtbank zich verenigen. - het over de verdachte uitgebrachte psychologisch rapport gedateerd 10 juni 2005, van drs. R. Brandsma. Dit rapport houdt onder meer het volgende in: 1. De persoonlijkheidsontwikkeling vertoont een achterstand en scheefgroei waarbij de verdere ontwikkeling bedreigd wordt met antisociale trekken, deels secundair aan de contactstoornis. Alles tezamen betreft het een ernstig en zorgelijk beeld. 2. Bij onderzochte wordt een ziekelijke stoornis vastgesteld in de vorm van een Pervasieve ontwikkelingsstoornis en een gedragsstoornis die ten tijde van het tenlastegelegde aanwezig waren. Voorts is en was er ten tijde van het tenlastegelegde, sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in vorm van zwakbegaafdheid en een achterstand met scheefgroei in de persoonlijkheidsontwikkeling welke bedreigd wordt met antisociale trekken. 3. Tussen de psychische stoornissen, de gebrekkige persoonlijkheidsontwikkeling en de familiale omstandigheden enerzijds en de gepleegde feiten (indien bewezen) anderzijds bestaat naar mening van onderzoeker een sterk verband. 4. Betrokkene heeft voldoende inzicht gehad in de wederrechtelijkheid van het tenlastegelegde. Het inzicht in de verdere betekenis van het toegepaste geweld, indien bewezen, voor zichzelf, het slachtoffer en de maatschappij is echter zwak. De mate waarin hij zijn wil in overeenstemming met zijn inzicht in de wederrechtelijkheid van zijn handelen, indien bewezen, kan bepalen is door de gediagnosticeerde pathologie welke een bepalende invloed heeft op alle levensgebieden, ernstig beperkt. Dit leidt tot de conclusie van een sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid. 5. Wanneer de omstandigheden gelijk blijven en de stoornis, handicap en gebrekkige ontwikkeling onbehandeld blijven, wordt de kans op herhaling groot geacht. 6. Residentiële behandeling en begeleiding in een gestructureerde leefomgeving binnen een dwingend strafrechterlijk kader wordt noodzakelijk geacht om de ontwikkeling van betrokkene positief te beïnvloeden, zijn adaptatie te vergroten en om recidive (indien bewezen) te voorkomen. Vrijwillige en/of ambulante hulpverlening is ontoereikend om deze doelen te verwezenlijken. Een PIJ-maatregel wordt noodzakelijk geacht. Met de conclusie van dit rapport kan de rechtbank zich verenigen. - het over de verdachte uitgebrachte briefrapport en strafadvies van de Raad voor de Kinderbescherming, gedateerd 1 juli 2005 met als bijlage een brief, inhoudende het strafadvies van Bureau Jeugdzorg, afdeling jeugdreclassering. Zowel de Raad voor de Kinderbescherming als de jeugdreclassering adviseren de rechtbank aan verdachte een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen. Daarnaast is er op verzoek van de verdediging door de heer Meerding, manager wonen van Stichting Voorzet Wonen, een rapport opgemaakt, welk rapport door de heer Meerding ter terechtzitting als getuige-deskundige nader is toegelicht. De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat oplegging van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf geboden is. Vanuit gedragskundig oogpunt bezien zou de noodzakelijk geachte behandeling van verdachte idealiter zo spoedig mogelijk moeten aanvangen. De rechtbank is echter van oordeel dat daarmee onvoldoende recht gedaan zou worden aan de veelheid van buitengewoon ernstige feiten en de grote onrust die deze feiten in de maatschappij -en met name in Alkmaar en omgeving- te weeg hebben gebracht. Rekening houdend met de sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte is de rechtbank van oordeel dat de oplegging van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te noemen duur op haar plaats is. Mede door de integrale vrijspraak van het onder 8. tenlastegelegde, zal de rechtbank de duur van de door de officier van justitie geëiste jeugddetentie enigszins matigen. Voorts delen alle betrokkenen de opvatting van de deskundigen, dat gelet op de gebleken problematiek, behandeling van verdachte noodzakelijk is. Gelet op het vorenstaande, is de rechtbank van oordeel dat aan het door de wet vereiste gevaarscriterium voor plaatsing in een inrichting voor jeugdigen is voldaan en dat eveneens is voldaan aan het vereiste dat die maatregel van belang is voor een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte. Nu voorts voor het bewezenverklaarde voorlopige hechtenis is toegelaten, is aan alle voorwaarden voor het opleggen van bedoelde maatregel voldaan en zal de rechtbank daartoe overgaan. De raadsman van verdachte heeft bepleit dat verdachte in het kader van een bijzondere voorwaarde, verbonden aan een voorwaardelijke PIJ-maatregel, bij Stichting Voorzet Wonen in Lelystad geplaatst en aldaar behandeld zal worden, aangezien deze behandeling het meest passend zou zijn voor verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank biedt een verblijf van verdachte bij Stichting Wonen in Lelystad echter onvoldoende waarborgen met het oog op de veiligheid en de bescherming van de maatschappij, aangezien het recidivegevaar bij verdachte als groot wordt ingeschat door de deskundigen, en bij Stichting Voorzet Wonen slechts sprake is van ambulante woonbegeleiding. De rechtbank wijst, gelet op het vorenstaande, het voorstel van de raadsman af en zal in navolging van de adviezen van de deskundigen Offermans en Brandsma, de Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdreclassering de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opleggen. 9. BESLISSING OMTRENT IN BESLAG GENOMEN VOORWERPEN De rechtbank is van oordeel, dat de inbeslaggenomen trainingsbroek dient te worden teruggegeven aan verdachte. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken, dat verdachte als rechthebbende kan worden aangemerkt. 10. BENADEELDE PARTIJEN ? De benadeelde partij [slachtoffer 2], [adres en woonplaats slachtoffer 2], heeft vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 150,00 wegens schade die de verdachte met zijn mededaders aan de benadeelde partij heeft toegebracht. Niet is komen vast te staan dat de door de benadeelde partij gevorderde schade, te weten de dagwaarde van een Gazelle herenfiets, het rechtstreekse gevolg is geweest van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 1. subsidiair bewezen verklaarde strafbare feit. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen. ? Mr. M.D. da Silva Melchor, werkzaam bij DAS rechtsbijstand, heeft als gemachtigde namens de benadeelde partij [slachtoffer 1], [adres en woonplaats slachtoffer 1], vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 1.206,45 wegens schade die de verdachte met zijn mededaders aan de benadeelde partij heeft toegebracht (bestaande uit € 206,45 materiële schade en € 1.000,00 voorschot immateriële schade). Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak. De rechtbank stelt de dagwaarde van de portemonnee in redelijkheid vast op € 10,00 in plaats van de gevorderde € 20,00 en zal de door de benadeelde partij geleden materiële schade vaststellen op € 196,45. De rechtbank is van oordeel dat in ieder geval tot een bedrag van € 500,00 aan immateriële schade is geleden en zal dat deel van de vordering toewijzen. Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 2. primair bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte - ook al zijn andere daders daarbij betrokken - rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 696,45, kan de vordering tot dat bedrag worden toegewezen. De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken. De verdachte is niet tot vergoeding gehouden voor zover het toewijsbare reeds door de mededaders aan de benadeelde partij is voldaan. Naar het oordeel van de rechtbank is het overige gedeelte van de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard dat die vordering zich leent voor behandeling in dit strafgeding. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet ontvankelijk is. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen. ? De benadeelde partij [slachtoffer 3], [adres en woonplaats slachtoffer 3], heeft vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 2.440,00 wegens schade die de verdachte met zijn mededader aan de benadeelde partij heeft toegebracht. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard is dat die vordering zich leent voor behandeling in dit strafgeding. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen. ? Mr. J.M. Comans-Diesfeldt, Stationsweg 36, 1815 CC Alkmaar, heeft als gemachtigde van de benadeelde partij [slachtoffer 4], vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 16.107,00 wegens schade die de verdachte met zijn mededaders aan de benadeelde partij heeft toegebracht. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij deels van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak. De toe te kennen vergoeding voor de onder 1. opgevoerde verblijfskosten ziekenhuis, wordt door de rechtbank in redelijkheid geschat op € 250,00. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in het resterende deel van deze schadepost. Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering voor zover dit betreft het onderdeel ‘kosten aanschaf extra kleding in verband met buikwonden’, nu dit niet middels enig bewijsstuk nader is onderbouwd, niet van zodanige eenvoudige aard dat dit deel van de vordering zich leent voor behandeling in dit strafgeding. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in dit deel van de vordering. De rechtbank is van oordeel dat in ieder geval tot een bedrag van € 10.000,00 aan immateriële schade is geleden en zal dat deel van de vordering toewijzen. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in het resterende deel van deze schadepost. Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 6. primair bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte - ook al zijn andere daders daarbij betrokken - rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 10.342,00, kan de vordering tot dat bedrag worden toegewezen. De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken. De verdachte is niet tot vergoeding gehouden voor zover het toewijsbare reeds door de mededaders aan de benadeelde partij is voldaan. De benadeelde partij kan de delen van de vordering, die tot niet-ontvankelijkheid leiden, desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen. ? Mr. J.M. Comans-Diesfeldt, Stationsweg 36, 1815 CC Alkmaar, heeft als gemachtigde van de benadeelde partij [slachtoffer 5], [adres en woonplaats slachtoffer 5], vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 13.443,90 wegens schade die de verdachte met zijn mededaders aan de benadeelde partij heeft toegebracht. Daarnaast heeft de benadeelde partij € 90,00 aan kosten rechtsbijstand gevorderd. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij deels van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak. Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering voor zover dit betreft het onderdeel ‘kosten aanschaf extra kleding in verband met buikwond’, nu dit niet middels enig bewijsstuk nader is onderbouwd, niet van zodanige eenvoudige aard dat dit deel van de vordering zich leent voor behandeling in dit strafgeding. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in dit deel van de vordering. De rechtbank is van oordeel dat in ieder geval tot een bedrag van € 7.000,00 aan immateriële schade is geleden en zal dat deel van de vordering toewijzen. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in het resterende deel van deze schadepost. Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 7. impliciet primair bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte - ook al zijn andere daders daarbij betrokken - rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 7.842,00 kan de vordering tot dat bedrag worden toegewezen. De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken. De rechtbank begroot de tot op heden gemaakte kosten op € 90,00. De verdachte is niet tot vergoeding gehouden voor zover het toewijsbare reeds door de mededaders aan de benadeelde partij is voldaan. De benadeelde partij kan de delen van de vordering, die tot niet-ontvankelijkheid leiden, desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen. ? Mr. S. Mosk, werkzaam bij DAS rechtsbijstand, heeft als gemachtigde van de benadeelde partij [slachtoffer 6], [adres en woonplaats slachtoffer 6], vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 12.299,66 wegens schade die de verdachte met zijn mededader aan de benadeelde partij heeft toegebracht. Daarnaast heeft de benadeelde partij € 75,00 aan kosten rechtsbijstand gevorderd. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de vordering van de benadeelde partij deels van zodanig eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in deze strafzaak. Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering voor zover dit betreft het onderdeel ‘kledingschade (vernielde jas en trui)’, nu dit niet middels enig bewijsstuk nader is onderbouwd, niet van zodanige eenvoudige aard dat dit deel van de vordering zich leent voor behandeling in dit strafgeding. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in dit deel van de vordering. De toe te kennen vergoeding voor de opgevoerde extra kosten telefoon, porto, gas, water, licht (voorschot) wordt door de rechtbank in redelijkheid geschat op € 50,00. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in het resterende deel van deze schadepost. Niet is komen vast te staan dat de door de benadeelde partij gevorderde kosten, te weten ‘kosten voor hulp m.b.t. eten e.d. (bloemen, kadootjes)’, ‘door anderen gereden extra kilometers’ en ‘albums en toebehoren’, het rechtstreekse gevolg zijn geweest van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 9. impliciet primair bewezen verklaarde strafbare feit. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in dit deel van de vordering. De rechtbank is van oordeel dat in ieder geval tot een bedrag van € 7.000,00 aan immateriële schade is geleden en zal dat deel van de vordering toewijzen. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in het resterende deel van deze schadepost. Nu voorts is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 9. impliciet primair bewezen verklaarde strafbare feit, door de handelingen van de verdachte - ook al is een andere dader daarbij betrokken - rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 8.458.20, kan de vordering tot dat bedrag worden toegewezen. De verdachte dient daarnaast te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken. De rechtbank begroot de tot op heden gemaakte kosten op € 75,00. De verdachte is niet tot vergoeding gehouden voor zover het toewijsbare reeds door de mededader aan de benadeelde partij is voldaan. De benadeelde partij kan de delen van de vordering, die tot niet-ontvankelijkheid leiden, desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen. 11. SCHADEVERGOEDING ALS MAATREGEL De rechtbank heeft tot het opleggen van de hierna te noemen maatregel besloten omdat de verdachte naar het oordeel van de rechtbank jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de in de rubriek BEWEZENVERKLARING onder 2. primair, 6. primair, 7. impliciet primair en 9. impliciet primair bewezen verklaarde strafbare feiten is toegebracht aan de benadeelden. De toepassing van jeugddetentie, bij gebreke van voldoening van het verschuldigde bedrag, heft de opgelegde verplichting niet op. 12. TOEGEPASTE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 36f, 45, 47, 77g, 77i, 77s, 77gg, 285, 287, 289, 317 en 350 van het Wetboek van Strafrecht. 13. BESLISSING De rechtbank: ? Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1. primair, 4. primair, 5. impliciet primair, 6. impliciet primair en 8. primair, subsidiair, meer subsidiair, meest subsidiair, uiterst subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij. ? Verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde, zoals hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING aangeduid, heeft begaan. ? Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders tenlaste is gelegd dan hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. ? Verstaat dat het bewezen verklaarde oplevert de hierboven in de rubriek STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZENVERKLAARDE vermelde strafbare feiten. ? Verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar. ? Veroordeelt de verdachte voor het bewezen verklaarde tot een jeugddetentie voor de tijd van 14 (veertien) maanden. ? Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht. ? Beveelt de plaatsing van verdachte in een inrichting voor jeugdigen. ? Gelast de teruggave aan de verdachte van: - 1.00 STK Trainingsbroek, Kl. Blauw, Nike. ? Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2], [adres en woonplaats slachtoffer 2] niet ontvankelijk in de vordering. ? Wijst toe de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1], [adres en woonplaats slachtoffer 1], tot het hierna te noemen bedrag. ? Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 696,45 (zeshonderd zesennegentig euro en vijfenveertig eurocent) als schadevergoeding. ? Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken. De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil. ? Bepaalt dat de verdachte niet tot betaling gehouden is indien en voor zover de verschuldigde bedragen reeds door de mededaders zijn voldaan. ? Verklaart de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk. ? Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 1], [adres en woonplaats slachtoffer 1], te betalen een som geld ten bedrage van € 696,45 (zeshonderd zesennegentig euro en vijfenveertig eurocent, bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door jeugddetentie voor de duur van 2 (twee) dagen. ? Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat. ? Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij. ? Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 3], [adres en woonplaats slachtoffer 3] niet ontvankelijk in de vordering. Wijst toe de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4], [adres en woonplaats slachtoffer 4], tot het hierna te noemen bedrag. ? Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 10.342,00 (tienduizend driehonderd tweeënveertig euro) als schadevergoeding. ? Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken. De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op nihil. ? Bepaalt dat de verdachte niet tot betaling gehouden is indien en voor zover de verschuldigde bedragen reeds door de mededaders zijn voldaan. ? Verklaart de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk. ? Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 4], [adres en woonplaats slachtoffer 4] te betalen een som geld ten bedrage van € 10.342,00 (tienduizend driehonderd tweeënveertig euro), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door jeugddetentie voor de duur van 46 (zesenveertig) dagen. ? Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat. ? Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij. ? Wijst toe de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5], [adres en woonplaats slachtoffer 5] tot het hierna te noemen bedrag. ? Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 7.842,00 (zevenduizend achthonderd tweeënveertig euro) als schadevergoeding. ? Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken. De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op € 90,00. ? Bepaalt dat de verdachte niet tot betaling gehouden is indien en voor zover de verschuldigde bedragen reeds door de mededaders zijn voldaan. ? Verklaart de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk. ? Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 5], [adres en woonplaats slachtoffer 5] te betalen een som geld ten bedrage van € 7.842,00 (zevenduizend achthonderd tweeënveertig euro), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door jeugddetentie voor de duur van 39 (negenendertig) dagen. ? Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat. ? Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij. ? Wijst toe de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6], [adres en woonplaats slachtoffer 6] tot het hierna te noemen bedrag. ? Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een bedrag van € 8.458.20 (achtduizend vierhonderd achtenvijftig euro en twintig eurocent) als schadevergoeding. ? Veroordeelt de verdachte voorts in de kosten die de benadeelde partij tot op heden heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken. De tot heden gemaakte kosten begroot de rechtbank op € 75,00. ? Bepaalt dat de verdachte niet tot betaling gehouden is indien en voor zover de verschuldigde bedragen reeds door de mededader zijn voldaan. ? Verklaart de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk. ? Legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 6], [adres en woonplaats slachtoffer 6] te betalen een som geld ten bedrage van € 8.458.20 (achtduizend vierhonderd achtenvijftig euro en twintig eurocent, bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door jeugddetentie voor de duur van 84 (vierentachtig) dagen. ? Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de betaling aan de Staat. ? Bepaalt dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de betaling aan de benadeelde partij. Dit vonnis is gewezen door mr. T. Luigjes, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. L. Janse en mr. P. van Steijnen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Schouten, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 juli 2005.