
Jurisprudentie
AU0050
Datum uitspraak2005-07-21
Datum gepubliceerd2005-07-28
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers04/768 AOR
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2005-07-28
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers04/768 AOR
Statusgepubliceerd
Indicatie
Niet tijdig ingediend verzetschrift. Niet-ontvankelijkheid.
Uitspraak
E N K E L V O U D I G E K A M E R
04/768 AOR
U I T S P R A A K
met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen:
[opposante], wonende te [woonplaats] (Indonesië), opposante,
en
het bestuur van de Stichting het Gebaar, geopposeerde.
I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING
Opposante heeft hoger beroep ingesteld tegen een door de rechtbank ’s-Gravenhage op 19 december 2003, onder nummer AWB 03/03345 BESLU, tussen partijen gegeven uitspraak.
Bij uitspraak van 12 augustus 2004 heeft de Raad het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat opposante het griffierecht niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan.
Tegen deze uitspraak is door opposante verzet gedaan bij brief van 4 januari 2005. Het verzetschrift is op 11 januari 2005 ter griffie van de Raad ontvangen.
II. MOTIVERING
In de, op grond van artikel 8:55, eerste lid, van de Awb, van overeenkomstige toepassing verklaarde artikelen 6:4, 6:7, 6:8, 6:9 en 6:11 van de Awb is bepaald dat de termijn voor het indienen van een verzetschrift zes weken bedraagt.
De termijn gaat in op de dag na die waarop de uitspraak door middel van toezending aan de belanghebbende is bekendgemaakt.
Een verzetschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen.
Bij verzending per post is een verzetschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet langer dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
Het verzetschrift gedateerd 4 januari 2005 is op 11 januari 2005 ter griffie ontvangen. Hieruit volgt dat het verzetschrift niet is ingediend binnen de hiervoor genoemde termijn. Het verzetschrift is ook niet ingekomen of ter post bezorgd voor afloop van de termijn genoemd in de uitspraak waartegen verzet is gedaan.
Opposante heeft bij brief van 9 december 2004 meegedeeld de aangevallen uitspraak van 12 augustus 2004 niet te hebben ontvangen en verzocht om toezending van een kopie van de desbetreffende uitspraak. Op 15 december 2004 is per gewone post een afschrift van de uitspraak aan opposante verzonden.
De enkele mededeling van opposante dat de aangevallen uitspraak haar niet heeft bereikt, bevat geen reden op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat zij in verzuim is geweest. Hiertoe overweegt de Raad dat de op
19 augustus 2004 aangetekend verzonden uitspraak door TPG Post niet aan de Raad retour is gezonden en opposante niet heeft aangegeven van adres te zijn veranderd.
Uit het vorenstaande volgt dat het door opposante gedane verzet niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Met toepassing van artikel 8:55 van de Awb wordt daarom beslist zoals hierna in rubriek III is aangegeven.
De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Aldus gegeven door mr. K. Zeilemaker als voorzitter, in tegenwoordigheid van P. van der Wal als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 21 juli 2005.
(get.) K. Zeilemaker.
(get.) P. van der Wal.