Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU1310

Datum uitspraak2005-02-18
Datum gepubliceerd2005-08-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Middelburg
Zaaknummers12/015301-04
Statusgepubliceerd


Indicatie

Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 februari 2005. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. R. Geradts en van hetgeen door en/of namens de verdachte naar voren is gebracht. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren, met aftrek van voorarrest, met toewijzing van de vordering van de benadeelde [benadeelde partij] tot een bedrag van € 178,95 en -in combinatie daarmee- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht tot een bedrag van € 25,98 subsidiair hechtenis voor de duur van 1 dag. De officier van justitie vordert voorts dat het inbeslaggenomen goed, de Samsung GSM E-800, aan verdachte zal worden teruggegeven. Voorts heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis met parketnummer 12/030007-03 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden.


Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG Sector strafrecht meervoudige kamer Parketnummers: 12/015301-04 – 12/030007-03 (TUL) Datum uitspraak: 18 februari 2005 Tegenspraak ------------------------------------------------ Datum inverzekeringstelling: 6 november 2004 Datum voorlopige hechtenis: 9 november 2004 ------------------------------------------------ V O N N I S van de rechtbank Middelburg, meervoudige kamer voor strafzaken, in de strafzaak tegen: [Naam verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende [postcode] [woonplaats], [adres], thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Vught Nieuw Vosseveld 1 GEV te Vught, ter terechtzitting verschenen. Als raadsman van de verdachte is ter terechtzitting verschenen mr. H.M. Dunsbergen, advocaat te Goes. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 februari 2005. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. R. Geradts en van hetgeen door en/of namens de verdachte naar voren is gebracht. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren, met aftrek van voorarrest, met toewijzing van de vordering van de benadeelde [benadeelde partij] tot een bedrag van € 178,95 en -in combinatie daarmee- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht tot een bedrag van € 25,98 subsidiair hechtenis voor de duur van 1 dag. De officier van justitie vordert voorts dat het inbeslaggenomen goed, de Samsung GSM E-800, aan verdachte zal worden teruggegeven. Voorts heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis met parketnummer 12/030007-03 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden. Tenlastelegging Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging luidt als volgt. Aan verdachte wordt tenlastegelegd dat: 1. hij op of omstreeks 06 november 2004 te Middelburg tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet die [slachtoffer] wederrechtelijk - vastgepakt en/of in een auto getrokken, in elk geval in een auto doen plaatsnemen en/of - (vervolgens) meegevoerd naar een parkeerplaats en aldaar - onder bedreiging van een vuurwapen - meegenomen naar een verderop gelegen brug en/of bij die brug zodanig is/zijn gaan staan dat die [slachtoffer] geen kant op kon; art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht 2. hij op of omstreeks 06 november 2004 te Middelburg tezamen en in vereniging meteen ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld en/of twee, althans een GSM('s) en/of een halsketting en/of drie, in elk geval een of meer ring(en), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) een gaspistool, in elk geval een vuurwapen, op die [slachtoffer] heeft/hebben gericht, in elk geval een vuurwapen heeft/hebben getoond en/of die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal heeft/hebben geslagen en/of gestompt; art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht 3. hij op of omstreeks 06 november 2004 te Middelburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend - die [slachtoffer] bij de haren vastgepakt en/of zijn hoofd achterover getrokken en/of vervolgens de loop van een vuurwapen in de mond van [slachtoffer] gestopt, in elk geval de loop van een vuurwapen bij zijn gezicht gehouden en/of - die [slachtoffer] een tang laten zien en/of hem daarbij dreigend de woorden toegevoegd (zakelijk weergegeven) dat hij/zij zijn gouden tand uit ging(en) trekken en/of - (terwijl die [slachtoffer] wegvluchtte) met voornoemd vuurwapen meermalen, althans eenmaal geschoten; art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht Vrijspraak Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, 2 en 3 is tenlastegelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. De aan verdachte onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten kunnen niet worden bewezen omdat van verdachtes betrokkenheid onvoldoende is gebleken. Wel is verdachte steeds aanwezig geweest toen het slachtoffer met de auto werd meegenomen naar het bruggetje waar de gewelddadigheden plaats vonden, hetgeen in totaal ongeveer vijftien minuten heeft geduurd. Behalve het fysiek aanwezig zijn heeft verdachte niets in het nadeel van het slachtoffer ondernomen. Blijkens de verklaring van het slachtoffer bij de rechter-commissaris heeft verdachte niet geslagen en was hij de enige die de anderen heeft afgeraden spullen af te pakken en heeft aangeraden om met het slachtoffer te praten. Bovendien is onvoldoende zeker dat verdachte het wapen in handen heeft gehad. Vordering tot schadevergoeding Uit de beslissing die terzake van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde wordt genomen volgt dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] , tot vergoeding van de tengevolge van dat feit geleden schade niet-ontvankelijk moet worden verklaard en deze slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte heeft moeten maken in verband met de verdediging tegen die vordering. Beslag Met betrekking tot het in beslaggenomen voorwerp, te weten: 1.00 STK Telefoontoestel SAMSUNG E-800, acht de rechtbank verdachte degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank zal de teruggave van dit voorwerp aan verdachte gelasten. Vordering tenuitvoerlegging Bij vonnis van 18 maart 2003 heeft de politierechter te Middelburg de verdachte ter zake van “Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht” en “Handelen in strijd met artikel 26 van de Wet wapens en munitie” veroordeeld tot onder meer een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, met een proeftijd van twee jaar onder de voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit. De rechtbank is van oordeel dat er geen termen zijn om de gevorderde tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke veroordeling te honoreren, nu niet bewezen is dat verdachte zich tijdens de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. De vordering zal dan ook worden afgewezen. DE BESLISSING De rechtbank beslist als volgt. Zij verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij. Zij gelast de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt, te weten: 1.00 STK Telefoontoestel SAMSUNG E-800 aan [verdachte]. Zij verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij], [adres] te [postcode] [woonplaats] niet ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij deze slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. Zij wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter d.d. 18 maart 2003 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden. Zij heft het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte op, zulks met onmiddellijke ingang. Dit vonnis is gewezen door: mr. M.P. Meeuwisse, voorzitter, mrs. F.C.J.E. van Hemert-Meeuwis en S. Walther, rechters, in tegenwoordigheid van A.S. Heberlein-Guiran als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 februari 2005. Mr. Walther is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.